Professional Documents
Culture Documents
Stel van tevoren of tijdens het spelletje een aantal vragen op met drie antwoordmogelijkheden: A,B of C. De
vragen kunnen overal over gaan, maar het is natuurlijk extra leuk wanneer de vragen over de (pasgeoefende)
lesstof gaan. Neem drie plekken in de klas als gebied voor A, B en C. Na het stellen van de vragen moeten de
leerlingen bepalen welk antwoord volgens hen de juiste is. Zij gaan in het gebied van hun keuze staan. De
leerlingen die de vraag fout hebben beantwoord, en dus in een verkeerd gebied staan, gaan op hun plek zitten.
Ga net zolang met dit spelletje door tot er een of twee winnaars zijn.
Spel 5: Woordenslang
Dit spelletje kan individueel of in groepjes worden gespeeld. Begin met een woord op het bord uit een bepaalde
categorie. Bijvoorbeeld 'MEISJESNAMEN, SOPHIE'. Omdat Sophie op een E eindigt, moeten de leerlingen een
nieuwe meisjesnaam verzinnen dat begint met de letter E. De leerlingen krijgen een aantal minuten waarin ze
moeten proberen de woordenslang zo lang mogelijk te maken. De leerling(en) met de meeste woorden heeft
gewonnen.
Spel 7: Galgje
Dit oeroude spelletje doet het nog altijd erg goed in de klas. Bedenk een woord en laat de leerlingen door om de
beurt letters te noemen het woord raden. Een verkeerde letter levert steeds deel van de galg op. Als variatie kun
je de leerlingen ook zelf woorden laten bedenken.
Spel 8: Pictionairy
Schrijf op kaartjes dingen die de leerlingen op het bord kunnen tekenen. Om de beurt trekken de leerlingen een
kaartje en beginnen te tekenen. Binnen een halve of hele minuut moet door de rest van de klas worden geraden
wat er op het kaartje staat.
Spel 9: Geen ja, nee of uhh...
Knoop met de leerlingen voor in de klas een gesprekje aan. Dit kan over van alles gaan. De leerlingen mogen
tijdens dit gesprekje geen 'ja, nee of uhh...' zeggen. Ook mogen ze niet langer nadenken dan drie seconden. Hou
de tijd bij op een stopwatch of horloge, want de leerling die het langst geen 'ja, nee of uhh...' heeft gezegd is de
winnaar.