Professional Documents
Culture Documents
Doelstellingen
Leerplandoelen
WDlw1 Inzien en vaststellen hoe men wiskundeunde en logisch denken kan gebruiken om problemen uit het dagelijkse leven op 1
te lossen en daarbij waardering opbren…
Lesdoelen
1 In reële, betekenisvolle situaties aftrekkingen tot 100 uitvoeren en verwoorden, met concreet rekenmateriaal, schematisch en ‘uit het hoofd’
2 Aftrekkingen van de vorm T – T, 100 – T en TE – T correct oplossen
3 Mondeling en schriftelijk aangeboden situaties of vraagstukjes over aftrekken tot 100 oplossen
Beginsituatie
Voorkennis
De leerlingen leerden eerder al optellen tot honderd. Aftrekken is nieuw.
Kenmerken klasgroep
/
Kenmerken individuele leerling
/
Bronnen
Bijlagen
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: Dassenroof Timing: 10 min
Lesdoelen: /
Materiaal:
80-60 = 20 80-60
De leerlingen leggen de oefening per 2 in MAB materiaal De leerkracht noteert 80-60 op het bord. De leerlingen leggen het per 2
met hun MAB materiaal. één leerling legt en neemt weg, de andere
controleert en verwoordt. De leerkracht duidt 1 groepje aan, de leerling
verwoordt en leerkracht noteert op bord.
90-30 = 60 90-30
Duo’s verwisselen van rol De duo’s wisselen van rol.
T-T: abstract
T-T: abstract Eerste opgave van 2 samen maken aan bord.
We maken oefening 2, eerste opgave De leerlingen verwoorden dit als 6T – 2T. De leerlingen stellen zelf vast en
verwoorden dat dit 4T of 40 is.
6T – 2T = 4T of 40 Als je 2T aftrekt van 6T, krijg je 4T of 40 als verschil. 60 min 20 is
(gelijk aan) 40.
De rest van kolom 1 wordt zelfstandig gemaakt. De rest van kolom 1 werken de leerlingen zelfstandig af, de leerkracht loopt
rond.
Aftrekken
64 min 50 Wegrijden, is dat optellen of aftrekken? “.”
Welke aftrekking moet je maken om het antwoord te vinden?
De opgave word gelegd met MAB materiaal
De leerkracht noteert ‘64 – 50 =’ op het bord.
De leerlingen leggen 64, met 6 staafjes (bovenaan) en 4 blokjes (onderaan
van links naar rechts), zoals op een honderdveld.
50 De leerkracht werkt mee aan het bord.
5 staafjes, 5 tientallen (T) Je hebt 64. Hoeveel moet eraf?
Wat doe je dan weg?
51 -40 =
De leerlingen leggen de oefening per 2 in MAB materiaal De leerkracht noteert dan de aftrekking ‘51 – 40 =’ op het bord.
De leerlingen leggen ze per twee met hun rekenmateriaal: één leerling legt
87 – 80 = en neemt weg, de andere controleert en verwoordt. De leerlingen
De duo’s wisselen van rol verwoorden het verschil en de leerkracht noteert het bij op het bord.
Daarna wisselen ze van rol voor ‘87– 80 =’.
TE-T: schematisch
De eerste 2 opgaven van oefening 5 TE-T: schematisch
We maken de eerste 2 opgaven van oefening 5 samen aan bord.
De leerlingen verwoorden zoals hierboven en doorstrepen de tientallen.
TE – T: abstract
De eerste opgave van oefening 6 aan bord, de rest van de kolom zelfstandig TE-T: abstract
De eerste opgave van oefening 6 maken we samen aan bord, de rest van de
kolom lossen ze zelfstandig op.
De leerkracht spoort aan om bij vragen eerst eens te proberen met MAB-
materiaal, daarna pas hulp te vragen aan de meester.
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: Even bespreken Timing: 2 min
Lesdoelen: /
Materiaal: /
Bijlagen
Bordplan
Klaar?
Oefening 7, 8, 9
Andere