Professional Documents
Culture Documents
hoofddoelstelling De leerlingen voeren een radslag uit met gestrekte armen en benen tussen 2 lijnen.
gegevens van de school
mentor Kevin Van Haesendonck
school H. Pius X-instituut didactische materieel: Sporthal ter grootte van 1 volleybalveld. Er staat belijning op de grond, aan de linker kant van de zaal hangt er
adres Vilde-Olympiadelaan 25 beginsituatie een sportraam. Aan de zijkanten staan Zweedse banken.
2020 Antwerpen leerlinggebonden: Leerlingen van het 3de leerjaar. Gemixte groep van jongens en meisjes. De leerlingen zijn altijd zeer
gemotiveerd tijdens de lessen LO. Jongens zijn graag bij de jongens en de meisjes zijn graag bij de meisjes.
leerstofgebonden: Eerste les in functie van radslag. Sommige zullen radslag al kunnen maar veel leerlingen hebben hier
gegevens van de klas geen ervaring mee. De leerlingen hebben nood aan veel oefenen en stapje voor stapje op te bouwen naar de uiteindelijke
leerjaar 3 radslag.
niveau/vorm lager onderwijs
klasgroep B situering in het koepel/net: KathOndVla
aantal lln. 23 leerplan
leerplancode: ZILL 2018
datum en locatie
datum
tijdstip Van 14u25 tot 15u15
locatie Sporthal
geraadpleegde
bronnen
Bibliografie
Karel de Grote Hogeschool Departement Lerarenopleiding Professionele Bachelor Secundair Onderwijs Brusselstraat 45 2018 Antwerpen T 03 613 13 13
Berlencourt, L. (2020, 2 12). Radslag. Opgehaald van Klascement: https://www.klascement.net/downloadbaar-
lesmateriaal/104674/radslag-lesvoorbereiding/?previous#preview
Haelst, L. V. (2018). Individuele sporten A1&B1 - gym. Karel de Grote hogeschool.
Karel de Grote Hogeschool Departement Lerarenopleiding Professionele Bachelor Secundair Onderwijs Brusselstraat 45 2018 Antwerpen T 03 613 13 13
leerinhoud lesontwikkeling organisatie / media / tijd
CVA + BS
Opwarming: 1. Verzamelen van de lln.: “Dag allemaal! Jullie mogen allemaal op de bank gaan Tijd: 5 minuten
Tikkertje stopcontact zitten.” Materiaal: geen
2. Aankondiging: “We gaan beginnen met tikkertje stopcontact. Wie van jullie kent Organisatie:
Ik duid 2 tikkers aan. dat allemaal?” Zwart=leerlingen
De leerlingen lopen rond binnen de lijnen van het volleybalveld. 3. Materiaal en indeling: “Jij en jij, jullie mogen naast mij komen staan. Dit zijn Rood=tikkers
onze 2 tikkers.”
De tikkers proberen de andere leerlingen te tikken. 4. Instructie en demonstratie: “Wanneer ik zo meteen tot 3 tel mogen de tikkers
vertrekken en jullie proberen te tikken. Als je getikt wordt dan ga je stil staan met je
Wanneer een leerling getikt is gaat hij stilstaan met de handen in de armen in de zij. Je kan terug vrij komen als er een andere leerling, die nog niet getikt
zij. is, zijn armen door jouw armen steekt. Op deze manier!” ondertussen doe ik het
De leerlingen kunnen terug vrij komen wanneer een andere leerling voor. “Jullie mogen allemaal vrij rondlopen maar jullie moeten binnen deze lijnen
zoals een stopcontact met zijn 2 armen door de armen in de zij steekt. blijven. Als je buiten de lijnen loopt ben je af en moet je ook stilstaan met je armen
in de zij. Heeft iedereen het begrepen?”
Wanneer iemand buiten het veld loopt, dan is die leerling er ook aan 5. Start het (proef)spel. “1,2 en 3 de tikkers mogen vertrekken!”
en moet hij dus stilstaan met de armen in de zij. 6. Haltmoment: “OKEE STOP MAAR! Ik ga het een beetje moeilijker maken. Er
komt 1 tikker bij dus nu zijn er 3 tikkers in het spel. Jij, jij en jij zijn onze nieuwe
Na enkele minuten wisselen van tikkers. tikkers.”
7. (Her)Start spel en individueel verbeteren. “OKE start!”
Progressie: meer tikkers 8. Einde spel. “EN STOP! Iedereen mag terug op de bank gaan zitten.”
Regressie: groter veld 9. Evaluatie: “Goed gedaan allemaal! Zijn jullie allemaal een beetje opgewarmd?”
3
leerinhoud lesontwikkeling organisatie / media / tijd
de
Er staan 3 Zweedse banken in het sportraam. Elke keer gaat de bank de bank. Daarna ga je naar de volgende bank die iets hoger staat en je doet hetzelfde. 2 stand:
hoger en hoger. Onder de banken liggen dunne matjes. Dan ga je naar de derde bank en die staat ook weer wat hoger en je doet terug
De leerlingen vertrekken aan de eerste bank. hetzelfde.” De leerling doet de oefening voor. “Als de eerste 2 oefeningen voor jou
Ze gaan in wendsprong over de bank met hun handen lager dan het gemakkelijk zijn dan mag je door naar de 3de stand. Hier ga je een radslag proberen.
lichaam. Je vertrekt aan het begin van de matten en doet heel de tijd een radslag tot aan het
Na de eerste bank gaan ze naar de 2de dan naar de 3de. einde van de matten.” Leerling doet weer voor. “Als je vindt dat je dit goed kan dan
Moeilijkheid: De handen hoger zetten op de bank zodat de leerlingen mag je ook door naar de 4de stand. Hier staan 2 lijnen met krijt op de matten. Je voert
hoger moeten springen en meer verticaler over de bank moeten gaan. de handstand uit en je handen en voeten moeten tussen die 2 lijnen blijven.” Leerling
doet weer voor. “Jullie wachten jullie beurt af om te kunnen starten aan een
3de stand: oefening. Als je ziet dat er nog iemand bezig is dan wacht je even tot die leerling
4 dunne matten liggen achter elkaar. De leerlingen beoefenen de klaar is. Heeft iedereen het begrepen?” 3de stand:
radslag. De leerlingen moeten nog niet op 1 lijn blijven en ze hoeven 5. Start het (proef)spel. “OKE de 1ste mag starten!” ik zet mij tussen de 3de en 4de
de benen nog niet te strekken. Deze stand dient om het gevoel van de stand en kijk ondertussen bij wie het goed gaat.
radslag en het overkop gaan in te oefenen. 6. Haltmoment: “OKEE iedereen even stoppen! Ik zie dat jij, jij en jij het heel goed
Moeilijkheid: Oefening met gestrekte armen en benen. doen. Jullie hoeven stand 1 en 2 niet meer te doen. Jullie mogen bij stand 3 en 4
oefenen. Jij, jij en jij jullie blijven even bij stand 1 en 2 en jullie oefenen daar tot je
4de stand: het onder de knie hebt.” 4de stand:
4 dunne matten liggen achter elkaar. De leerlingen oefenen de 7. (Her)Start spel en individueel verbeteren. “OKE start maar terug!”
radslag op 1 lijn. Ik trek 2 lijnen over de matjes met krijt. De 8. Einde spel. “EN STOP! Iedereen mag terug op de bank gaan zitten.” Ik ruim
leerlingen oefenen de radslag en blijven tussen die 2 lijnen. samen met de leerlingen de zaal op.
Moeilijkheid: Op 1 lijn blijven. “Ik geef jullie zo dadelijk allemaal 1 opdracht. Als je die opdracht gedaan hebt mag
je terug gaan zitten. Jullie wachten op mijn signaal om de opdracht uit te voeren!”
Ik sta tussen stand 3 en 4. Zo kan ik de leerlingen in het oog houden. “Jullie met 4 mogen die bank nemen en die daar tegen de kant gaan zetten.” (4 keer)
Als ik zie dat iemand stand 2 nog niet onder knie heeft zeg ik dat hij “Jullie met 2 nemen dunne mat en leggen die op de rest van de matten” (8 keer)
daar moet blijven en daar nog even moet blijven oefenen. Omgekeerd “OKE iedereen die een opdracht heeft gekregen mag die nu uitvoeren!
hetzelfde als ik zie dat iemand stand 4 al perfect uitvoert hoeft niet 9. Evaluatie: “Goed gedaan allemaal! Bij wie ging het goed? Bij wie ging het Zaalopstelling:
terug naar stand 1. minder goed?”
DIFF+: Krijgt een moeilijkere opdracht bij de 4de stand. Bv: alles op
1 lijn.
DIFF-: krijgt hulp van medeleerling.
5
ondersteunend schema
schrijf of teken hier het bordplan, de structuur van de transparant, smartboard, ...
6
aandachtspunten
som hier enkele sterke lesmomenten op (optioneel in het 3de traject) som hier enkele zwakke lesmomenten op (optioneel in het 3de traject)
aandachtspunten
som hier enkele concrete actiepunten op waardoor je de zwakke lesmomenten kan remediëren