You are on page 1of 40

Stemlessen MBO theateropleiding Brabant leerjaar 1

Denk je na over hoe je boodschap klinkt? Hoe je de inhoud van je boodschap


vormgeeft met je stem en spraak? Goed stemgebruik zorgt ervoor dat je publiek
je inhoudelijke boodschap herkent. Zo ben je goed te volgen en onthoudt je
publiek jouw boodschap.

train je stem
Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 1
periode 1

kennismaking
les 1 t/m 5 kennismaking, les 6 t/m 10 opdracht podcast
persoonlijke aandachtspunten, Toon Tellegen, coaching
trainen, korte opdrachten, persoonlijke aandachtspunten,
verslag maken verslag maken

verslag
les 11 presentatie, feedback en evaluatie

les 12 schrijven reflectieverslag

periode 2

overtuiging en boodschap
les 1 t/m 5 opdracht spoken les 6 t/m 10 opdracht
word en persoonlijke coaching, monoloog Antigone en
verslag maken persoonlijke coaching, verslag
maken

les 11 presentatie en evaluatie

les 12 schrijven reflectieverslag

periode 3

stemgebruik en emotie
les 1 t/m 4 opdracht
les 5 t/m 8 opdracht dialoog en
monoloog en persoonlijke
persoonlijke coaching,
coaching
presentatie en eindverslag
maken

les 9 presentatie en evaluatie

les 10 schrijven reflectieverslag

Periode 1 en 2 zijn ingedeeld in 2 blokken van 5 lessen. In een les-blok staat een bepaald onderwerp en
een opdracht centraal. Iedere les krijg je een gezamenlijke warming-up, stem- oefeningen en stem-
training. Daarnaast werk je zelfstandig in groepjes aan een opdracht en presentatie. Tijdens het zelfstandig
werken krijg je coaching van de docent. Van ieder blok van 5 lessen maak je een reflectieverslag. Het
format hiervoor vind je op blz. 38. In periode 3 zijn er 8 stemlessen, van deze 8 lessen maak je een
reflectie- eindverslag

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 2


Jaarplanner

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 3


periode 1
kennismaking: wat zijn jouw persoonlijke successen en werkpunten?
fysiek houding kaak lage ademhaling ademsteun gezond
stemgebruik
hoofd
kaak gespannen hoge ademhaling, aarden roken
nek schouders gaan
kaak los omhoog fysieke alcohol
schouders ondersteuning
kaak naar voren lage buikademhaling nachtrust
rug met energie
kaak te weinig buik laten vallen in uitblazen op vvv schreeuwen
bekken open combinatie met of lippen r
kaakval en inademing heesheid
met energie en
knieën veerkracht intentie spreken
middenrif
voeten

articulatie Dictie klinkers Standaard verstaanbaarheid spreektempo


medeklinkers nederlands
p b m w a-aa e-ee
f v w i-ie o-oo accent aandachtspunten aandachtspunten
d t n l sz r u-uu oe-eu
j sj zj nj tj dj ui ij-ei ou-au aandachtspunten snel
k g ch ng r (huig) aai-ooi-oei
h
traag

screening screening screening vloeiend


doelwoorden doelwoorden doelwoorden

stemgeluid volume resonantie spreekhoogte intonatie stemkleur

kan variëren in volle klank hoog vlak, monotoon licht


volume
donker
groot volume weinig klank melodieus
laag dof

resonantie op kleurvariatie helder


alle
lettergrepen Bij emotie boos schel
zacht volume geïrriteerd intonatiepatronen
warm

nuances overtuiging

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 4


oefeningen fysiek houding
Oefeningen om het lijf los te maken

• Armen loszwaaien vanuit de heupen


• Wervels afrollen
• Hand, onderarm, hele arm losschudden. Enkel, knie, heup losdraaien. Zowel links als rechts
• Schouders losdraaien
• Schouders optillen en laten vallen
• Hoofd draaien vanuit nek en vanuit de wervels. Omhoog/omlaag en naar links en rechts
• Boksbeweging met stemgeluid
• Trapbeweging met stemgeluid

Oefeningen om te aarden/ gronden

• Cirkels draaien met lijf langs denkbeeldige cirkel rondom voeten


• Tegels aanstampen met voeten
• Springen, voel daarna dat je stevig staat met je voeten

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 5


Oefeningen om strottenhoofd en keelgebied te ontspannen

• Kaak iets openen, maak het begin van een geeuw


• Handen gevuld met koel bronwater, water drinken met volle teugen, voel ruimte en ontspanning in
de keelholte
• Lax vox (bubbelen)

Oefeningen om de kaak te ontspannen

• Kaak losjes laten openzakken en weer sluiten, herhaal dit


• Met losse beweging van de kaak: pa, ba, ma, na, ja, wa
• De handen samenvouwen en schudden, de kaak losjes mee schudden

Tong en lippen

• Lippen r
• Brede grijns en zuur mondje
• Beweeg de tongpunt langs de lippen

fysiek lage ademhaling


mindfulness

• Zit je op de trein te wachten, sta je in de rij bij de kassa van de supermarkt of beantwoord je je mail … wees
je bewust van je ademhaling, je voeten op de vloer, de beweging van je handen en de geluiden en de
mensen om je heen.
• Eten doe je een paar keer per dag, sta stil bij je zintuigen. Wat je ruikt en proeft, is het zoet, zuur, zout of
bitter? Hoe voelt het, wat is de structuur, glad, korrelig, droog, sappig, recht, rond, scherp, glad en wanneer
heb je voldoende.
• Herhaal regelmatig de bewuste ademhaling, adem 4 seconden in door je neus, houdt 4 seconden vast en
adem heel langzaam (minstens 6 seconden) door je mond uit.
• Hoor je een sirene of kerkklok … heb dan even aandacht voor het moment en word je bewust van je
ademhaling en je zintuigen wat je ruikt, hoort, ziet en voelt.

ontspannen ademhaling

• Ontspannen liggen op yogamatje, alle lichaamsdelen om de beurt ontspannen


o de vloeiende beweging voelen tussen de in- en uitademing
o de natuurlijke pauze na de uitademing verlengen
o de adem hoorbaar maken op de fffff
o de fff zo lang en strak mogelijk maken

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 6


buik laten vallen (laat de buikspieren los), de adem stroomt vanzelf via de mond naar binnen

• Oefening in schaatshouding, de buik laten vallen na de uitademing


• Kat wegjagen op ksjjt, krachtig
• Kaatsoefening op hop-hop-hop
• Pluisje wegblazen op fft-fft-fft-fft
• Adem rustig uit, laat de buikspieren los en de adem naar binnen stromen. Adem vervolgens uit op een
ontspannen lage M, V, L, N, Z

fysiek ademsteun
ademsteun is een bepaalde manier van ademen die als extra ondersteuning gebruikt wordt
bij het spreken in grote ruimten, bij het maken van volume en bij het zingen. Om je
ademsteun optimaal te gebruiken is het belangrijk om stevig te staan.
Ademsteun is de basis voor goed stemgebruik. Met actieve ademsteun kun je

• Intentie leggen in wat je zegt


• Overtuiging overbrengen
• Energiek spreken
• Nuances aanbrengen en intoneren
• Je stem op een gezonde manier gebruiken

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 7


Hoe werkt ademsteun?

Je ademhaling wordt geregeld door je middenrif. Het middenrif is een spierrand met daaraan een
peesplaat die samen de afscheiding vormen tussen de borst- en buikholte. Het middenrif heeft een
belangrijke functie bij de ademhaling. Het is de belangrijkste spier waarmee we inademen. De
middenrifspier trekt samen aan het begin van de inademing, waardoor de peesplaat naar beneden richting
de buik getrokken wordt. Hierdoor ontstaat een negatieve druk in de borstkas, waardoor lucht de long in
stroomt.

Als je gebruik wilt maken van je ademsteun zal je zelf je middenrif moeten gaan beïnvloeden. Je wilt
namelijk zo lang mogelijk gebruik maken van de lucht die je hebt ingeademd. Je wilt dus eigenlijk dat je
middenrif zo lang mogelijk beneden blijft.

• oefening om ademsteun te ervaren


o berezit
o rustig inademen via neus, dan de adem even in houden
• Terwijl je stem geeft (met volume spreken of zingen)
o trek je aan een denkbeeldig touw waaraan een gewicht van 300 kg hangt
o hou je in beide handen een zwaar voorwerp
o wordt je door een ander van achteren bij de heupen weggeduwd
o pak je de handen van een ander en duwt elkaar weg
o hang je naar voren aan de armen van een ander die achter je staat

fysiek gezond stemgebruik


Omgevingsfactoren

1. Praat zo weinig mogelijk in lawaai


Wanneer je je in een lawaaierige omgeving bevindt, heb je de neiging luider en hoger te praten. Dit is erg
stem belastend. Wanneer je toch moet praten in een omgeving met veel achtergrondlawaai, hou je best
volgende regels in acht:
• overdrijf eerder de articulatie dan het luidheidsniveau
• spreek trager, dit voorkomt herhalen
• ga niet roepen of hoger spreken
• gebruik eventueel gebaren om iets duidelijk te maken
• ga dicht bij je gesprekspartner staan.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 8


2. Zorg voor voldoende vochtigheid en zo weinig mogelijk stof binnen de spreekruimte
Droge lucht en stof hebben een negatieve invloed op het slijmvlies van het stemorgaan. Ze kunnen
vermeden worden door de volgende maatregelen:
• voorzie schaaltjes met water bij de verwarmingstoestellen of één of meer “luchtbevochtigers”
• zorg voor een goede ventilatie van de ruimte
• vermijd zoveel mogelijk het gebruik van tapijten
• reinig de ruimte regelmatig met water
• zet de airconditioning zo weinig mogelijk aan
• inhaleren van warme dampen is gunstig
• drink water in plaats van de keel te schrapen.

Spreektechnische factoren

3. Vermijd stemmisbruik
Vermijd roepen, gillen en zeer luid spreken. Deze stemgedragingen zijn erg belastend voor de stem en
worden het best vermeden.
Wanneer je een grote afstand moet overbruggen kan dit ook efficiënt via:
• het gebruik van een fluit- of belsignaal
• het gebruik van gebaren en mimiek
• sterk articuleren.

4. Vermijd keelschrapen en kuchen zoveel mogelijk


Overdreven slijmproductie (o.a. bij een allergie of een verkoudheid) kan leiden tot keelschrapen of kuchen.
Vaak doen we het echter enkel uit gewoonte. Dit kwetst de stembanden en moet dan ook zoveel mogelijk
vermeden worden.
Tracht deze gewoonte dan ook af te leren en in geval van slijmen de volgende alternatieven toe te passen:
• slik vaker
• drink vaker een slokje water
• oefen een stille kuch: blaas een h aan met een luchtstoot vanuit de buik en de flanken. Deze sterke
luchtstroom verwijdert het slijm van de stembanden.
• dampen

5. Fluister niet
Ten onrechte ziet men fluisteren vaak als een hulpmiddel om een vermoeide of hese stem te ontlasten.
Tijdens gespannen fluisteren kan de lucht met een grote wrijving doorheen de nauwe stemspleet geperst
worden, waardoor de stem extra belast wordt. Het is dan ook beter niet te fluisteren.

6. Praat niet de hele dag


De stembanden bestaan uit spieren en spieren raken vermoeid na een lange inspanning. Wanneer je bij
vermoeidheid van de stem toch verder gaat praten, forceer je je stem waardoor nog meer vermoeidheid
optreedt en je nog meer gaat forceren en zo
verder. Bouw tijdens de dag dan ook periodes van stemrust in.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 9


7. Verzorg je lichaamshouding
Een goede houding is belangrijk (zeker voor professioneel stemgebruik) opdat de stem vol en draagkrachtig
zou klinken. Een goede houding helpt ook om de adembeweging te controleren.
Hou rekening met de volgende tips:
• sta met de twee voeten stevig op de grond
• houd de schouders laag en ontspannen
• houd het hoofd recht en in het verlengde van de rug

8. Gebruik een lage ademhalingstechniek


Bij een hoge, oppervlakkige ademhaling blijft tijdens de inademing de buikwand vrijwel ter plaatse en is
het nagenoeg alleen een lichte heffing van de ribbenkast die voor een uitzetting van de borstholte zorgt.
Een lage ademhalingstechniek geniet de voorkeur gezien hierbij de grootste hoeveelheid lucht wordt
verplaatst met de minste inspanning. Deze techniek kan aangeleerd worden in een logopedische therapie.
Hou hierbij rekening met de volgende elementen:
• beweeg bij elke inademing niet enkel de borstwand maar vooral de buikwand voorwaarts
• adem behoorlijk diep in
• spreek nooit door tot alle lucht is opgebruikt, adem tijdig en regelmatig opnieuw in

9. Zorg voor een open articulatie


Wanneer de mond tijdens het spreken onvoldoende wordt geopend, is de spraak slecht verstaanbaar,
heeft de stem weinig draagkracht en worden de stemspieren te veel belast en gespannen. Een open
articulatie is dan ook belangrijk.
Dit betekent een uitspraak waarbij:
• de mond voor de klinkers en tweeklanken behoorlijk wordt geopend
• de medeklinkers en medeklinkercombinaties duidelijk worden gerealiseerd.

Levensgewoonten

10. Wees matig met roken, alcohol en cafeïne


Roken, alcohol en cafeïne functioneren als diuretica (bevorderen het urineren) en veroorzaken zo een
verlies van water in het lichaam. Dit zorgt voor uitdroging van de stem. Bovendien irriteert alcohol de
keelslijmvliezen en zijn teer en andere stoffen uit tabaksrook schadelijk voor de luchtwegen. Daarom
worden volgende regels aangeraden:
• probeer te stoppen met roken of in ieder geval te verminderen
• vermijd cafeïne houdende dranken vóór intensief stemgebruik
• beperk het gebruik van cafeïne en alcoholhoudende dranken in het algemeen
• drink regelmatig water

11. Neem gezonde eetgewoonten aan


Enkele tips:
• nuttig het avondmaal ten minste drie uur voor het slapengaan en eet daarna niet meer tot de volgende
morgen
• matig het eten van sterk gekruide spijzen
• kauw het voedsel altijd behoorlijk

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 10


12. Zorg voor een regelmatig rust- en slaappatroon
Algemene lichamelijke vermoeidheid manifesteert zich ook in de stem. Rust zorgt voor een goede conditie
en dus ook voor een optimale stemconditie.
• neem een behoorlijke en regelmatige nachtrust
• neem extra nachtrust voor intensief stemgebruik

13. Verminder stress en spanning zo veel mogelijk


Stress en spanning beïnvloeden de houding en de spreektechniek meestal in negatieve zin waardoor de
stemkwaliteit aangetast wordt.
Volgende tips kunnen helpen bij het leren beheersen van stress en spanning:
• sport voldoende
• doe ontspanningsoefeningen die bijdragen tot geestelijke en lichamelijke ontspanning.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 11


Articulatie dictie
Pittige uitspraak: medeklinkers krachtiger maken met je tong en lippen

Bij een pittige uitspraak, articuleren de beweegbare articulatieorganen, zoals de tong en de lippen licht, vlot
en met voldoende spanning tegen de niet- (bewust) beweegbare organen, zoals het gehemelte en de tanden.
Het gezicht, de hals en de rest van het lichaam blijven hierbij eutoon, dus niet slap of gespannen.

Voor een pittige uitspraak, is het belangrijk om alle klanken naar voren te projecteren. De medeklinkers /p/
en /t/ kunnen je hierbij helpen.

Pittigheid /p/

paal paar paas paf pak pad pen pet pek

peen pees peer poef poes poos poot pof pot

puin peut peuk piet piek pier pijn pauw paus

Pittigheid /t/

taal taak tel tuit tof toch tol tolk tuur

tand taart tak tang tank tas teen tel tent

Tom tong top tulp touw Thijs thuis tuin tuit

Pittigheid /t/ - /p/ in reeksen:

tippetappe tippetappe tiptaptip

tippetìp tippetìp tippetiptiptip

tippetiptìptip tappetaptàptap toppetoptòptop

pikkepakkepòkke pikkepakkepòkke pikkepakkepòk

van rikkerde tikkerde tik tik, van rikkerde tikkerde tik

kipperde kopperde kap kap, kipperde kopperde kap

pàmperdepìmperdepòmperdepamp

pederìe piederà piederòesasa

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 12


tanatànta tenetènte tinitìnti tonotònto

pamapàmpa pemepèmpe pomopòmpo pimipìmpi

danneràndandan dennerèndenden dunnerùndundun donneròndondon

tammeràmtamtam temmerèmtemtem tummerùmtumtum tommeròmtomtom

bommeròm bommeròm bommeròmbombom

De koetsier poetst de postkoets met postkoestpoets.

Ping en pong speelden pingpong. Ping pingpongde de bal naar Pong en Pong pinpongde de bal naar Ping.

Tippetippe tippetippe tiptiptip tippetip tippetip tippetiptiptip

Pittepitte pitte pitte pitpitpit pittepit pittepit pittepitpitpit

Tipperde topperde tap tap tipperde topperde tap

Tammeramtamtam tommeromtomtom temmeremtemtem

Pammerampampam pommerompompom pemmerempempem

tikke ti ta tikke ti ta tikke ti ta ta

pikke pi pa pikke pi pa pikke pi pa pa

tippe ti ta tippe ti ta tippe ti ta ta

pitte pi pa pitte pi pa pitte pi pa pa

Zeg 3 keer in snel tempo, maar goed gearticuleerd:

potten en pannen taterende tolken

pikkende kippen tiktakkende tantes

kapotte poppenkoppen toffe teenslippers

prachtige parken tintelende tenen

pinkende pinkers typende typistes

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 13


poreuze peren tongen en tanden

pronk en praal trotse tandartsen

pezige Pekinezen teder tasten

plagiaat plegen tippende toppen

potsierlijke pruiken tellen tot tachtig

Oefeningen voor meer mondopening met losse kaakval

Als je deze oefeningen doet, forceer niets! Het is normaal als je het een beetje voelt in je kaken. De ruime
articulatie kan ook wat overdreven aanvoelen, maar vaak valt het mee als je in de spiegel kijkt.

1 Je kaak los maken

• Probeer te gapen en voel aan je wangen: voelt het ontspannen?


• Doe je mond nu heel gespannen open: voel je de spieren in je wangen hard worden? Daarna weer
gapen: voel het verschil
• Masseer je wangen lichtjes
• Zeg: : "blah, blah, blah", maar dan ontspannen (met zachte wangen). Je moet hierbij geen moeite
doen om je kaak te laten zakken. Laat de zwaartekracht maar zijn werk doen. Houd je tong plat in
de mond.

Doe hetzelfde met: "njam njam njam""jah jah jah"

2 Ontspannen en ruim klanken maken

aa oo aa jaa jaa jaa

aa ee aa laa laa laa

aa uu aa naa naa naa

aa ie aa waa waa waa

aa oe aa saa saa saa

aa eu aa kaa kaa kaa

aa ou aa maa maa maa

aa ui aa baa baa baa

aa ij aa gaa gaa gaa

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 14


paataalaa taapaalaa taalaapaa

kaapaataa paakaataa paataakaa

flaataalaa taaflaalaa laataaflaa

staapaalaa paastaalaa paalaastaa

spaafaalaa faaspaalaa faalaaspaa

3 Woorden met aa

daken taken lade schapen

samen wafel graven bewaren

laken haren hagel nagel

snavel ramen tafel gevaar

finale jaren gapen hamer

jarig varen slapen kamer

sparen rapen jager water

waarom betalen haken blaren

rage stage schade dame

paashaas kaastaart slaapzaal schakelaar

chocoladetaart straatnaam draaitafel baardhaar

aanwaaien kaasschaaf adelaar plaatsnaam

makelaar praatpaal schaatsbaan straaljager

spaarkaart staartaap aanraden aandraaien

aangapen taalvaardig waterkraan maanzaad

gebarentaal kabelbaan tafelpraat laatstejaars

nieuwjaarskaart opblaasbaar paardenhaar namaak

pianosnaar platenzaak stapelplaats theaterzaal

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 15


Spreek de volgende woorden uit in 3 stappen:

1. Heel langzaam zonder geluid


2. Heel langzaam met geluid
3. Gewoon uitspreken, maar laat de kaak nog steeds open vallen

ademhalingsorganen

platenverzamelaar

communicatieapparaat

evaluatieblaadje

concentratievaardigheid

theatervoorstellingen

aanpassingsvermogen

pepermuntaroma

chocoladeverslaving

betalingssysteem

Articulatie screening
lijst met doelwoorden, screening articulatie

foto knie pluim trap appel frieten knoop potlood trein arm garage koffiekan pruim
trommel auto geld kooi radio trompet al geweer kraan rood twee ballon gieter kruis
schaar uurwerk banaan giraf lachen scheermachine varken bank gitaar lamp
schilderij vinger blauw glas leeg schrijven vis bloem gordijnen lepel sigaret vissen
boek groen maan slang vlag boekentas groot meisje sleutel vliegtuig boom hamer
mes sneeuwman vlinder borstel hemd molen soep voet brief hoed muts soldaat
vogel brievenbus hond muur spons wc bril hoofd nest ster wieg cadeau huis net
stoel wiel chocolade jongen neus stofzuiger wolken citroen kaars olifant strijkijzer
worst deur kabouter oranje suiker wortelen doos kam paard tafel zaag drie kameel
paddenstoel tandenborstel zetel een kapstok paraplu tas zeven ezel kasteel peer
telefoon zon fiets kerk piano televisie zwaan fles klok tent zwart

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 16


articulatie spreektempo
Beschrijving Spreektempo

Het tempo waarin mensen praten verschilt. Over het algemeen leidt dat niet tot problemen. Wanneer je
heel snel, of juist langzaam spreekt, kan dat een ander verhaal worden. Je wordt onverstaanbaar en de
boodschap die je over wilt brengen wordt niet goed begrepen. Jouw spreektempo zorgt voor teveel
afleiding.

Problemen bij te snel praten

De meest voorkomende vorm van een verstoring in het spreektempo, is te snel praten. Sommige mensen
spreken van zichzelf vrij snel. Voor de gesprekspartners voelt het alsof er een spervuur aan woorden op
hen af komt. Het snelle tempo resulteert erin dat de gesprekspartner moeite heeft het gesprek te volgen.
En je wilt natuurlijk niet dat je hele betoog onduidelijk is. Een te hoog spreektempo heeft ook tot gevolg
dat je betoog nogal monotoon over kan komen. Door de snelheid heb je geen tijd de juiste intonatie in je
verhaal te leggen. Met een wat trager spreektempo ben je veel beter te volgen. Mensen horen echt wat je
zegt in plaats van dat ze alleen maar hun best doen om je bij te houden.

Aanpassen van het spreektempo

Leg meer nadruk

Welke woorden zijn belangrijk? Laat die meer horen! Spreek bijvoorbeeld woorden met een emotionele
lading ook als zodanig uit.

Zeg dus niet: “wijzijnerggeschrokkenvanhetvoorstelvandewethouder” maar: “Wij zijn… erg geschrokken


van het voorstel van de wethouder”.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 17


Articulatie Standaardnederlands
Oefenzinnen en tongbrekers

1. Lientje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.


Maar toen Lotje niet wou lopen liet Lientje Lotje staan.
2. Wisky mix je met een wiskymixer.
3. Als in Graven graven gravengraven graven, graven graven gravengraven.
4. Als vliegen vliegen en bijen vrijen, vliegen de vliegen de vrijende bijen vliegensvlug voorbij.
5. Mijn zeven zeven zeven keer beter.
6. Aleid de meid had een geit.
Die geit kon drinken uit een gieter.
'Ik giet,' zei Leid de meid,'
'de geit wat water in die geitegieter.'
7. Piet van Tiel zijn nieuwe fiets
heeft drie wielen en vier wieken.
Nu zegt ieder zonder liegen:
'Ik heb Piet zijn fiets zien vliegen.'
8. 'Klaas Vaak, waar ga jij slapen?
Of slaap je niet, Klaas Vaak
's Avonds laat jij mij gapen.
En dan gaat Klaas slapen op de maan!'
9. Kootje Boon wil overkomen.
Over stromen, over bomen.
Kootje koopt een grote boot.
Zo stoomt Kootje door de goot.
10. Schobbertje heeft een schaapje. sch
Dat scheert hij met een schaartje.
En als de schaap geschoren is,
vindt Schobbertjes schaap het buiten fris.
11. Zeven zakken zangzaad z
en zachte zalf
zocht de ziekenzuster
voor de zieke zwaluw
in de ziekenzaal.
12. Sluipertje, het slimme slakje s
sleept een sleetje door het slijk.
Nu sliert dat slimme Sluipertje
op zijn slofjes van de slappe dijk.
13. 'Dag, kleine kerel,' zei kraai Kras,
'Moet jij niet naar de krekel-klas?'
'Nee,' zei Klaas Krekel, 'ik lees in de krant,
Dat de kleuter-krekel-klas is afgebrand.'

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 18


14. Heintje Sijs zat op een zeiltje,
met een nijlpaard bij een teiltje.
Dat schreide: 'ik krijg pijn in mijn lijf,
als ik in dat kleine tijltje drijf!'
15. Als ik die wolken na tuur
beleeft zij zo een nat uur
in de natuur.
16. Vissers die vissen naar vissen en vissers die vissen die vangen vaak bot. De vissen waar de vissende vissers
naar vissen, vinden vissers die vissen vervelend en rot!
17. Bram de brave broer van breiende brauwende Brielse Brechtje, bracht in zijn bronsbruin broekje een bril en
een brandbrief en een gebroken brokje bros bruin brood over de brede brug naar Breukelen.
18. Knappe kappers kappen knap, maar de knecht van de knappe kapper kapt nog knapper dan de knappe
kapper kappen kan.
19. Mientje Mandemakers' mooiste meisje maakte mutsjes met moeders mooiste machientje.
20. De grove graaf groef grif een gaaf graf. GR
21. Wie weet waar Willem Wouters woont? w
Willem Wouters woont wijd weg.
Waar westerse wilden wonen,
woont Willem Wouters.
22. Drie dikke drilboren drillen door drie dikke deuren.
23. Klappertandend kwam Kees Koukleum kolen kopen. Kijk kijk, kakelde kolenkoopman Kuipers. Kees
klappertandt! Koud, Kees? Kerel, klaagde Kees. Krakende knieën, klapperende kiezen, compleet knikkende
kuiten. Curieuze kou, knikte Kuipers. Koop kolen, knul! Kolen kunnen kou klein krijgen!
24. Roverovervallen vallen overal voor. Het valt voor dat bij een roveroverval een rover voorover over een
roverval valt. Maar een rover heeft het er wel voor over om bij een roveroverval voorover over een roverval
te vallen. Want voor een rover schiet er bij een roveroverval altijd wel wat over!
25. Wat een weer weer zei de wasvrouw die aan de was was.
26. Ik zag haar haar haar kammen.
27. Ik lag op haar schoot, en viel in slaap.
Ik lag op haar, schoot, en viel in slaap.
28. Als een potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol potvispis. p
29. Avonturen in avonduren.
30. Als jouw tekkel mijn tekkel tackelt, t
tackelt mijn tekkel jouw tekkel terug.
31. Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de
pingpongbal naar Ping. p
32. Een pet met een platte klep is een platte kleppet.
33. Alle apen apen alle apen na. a
34. De kat krabte de krullen van de trap.
35. Kapper Knap, de knappe kapper, knipt en kapt heel knap, maar de knecht van kapper Knap, de knappe
kapper, knipt en kapt nog knapper dan kapper Knap, de knappe kapper.
36. De postkoetskoetsier poetst de postkoets met postkoetspoets op een postkoetspoetsdoek.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 19


stemgeluid boodschap en overtuiging

presenteren
Denk je ook na over hoe je boodschap klinkt? Hoe je de inhoud van je boodschap vormgeeft met je stem
en spraak? Goed stemgebruik zorgt ervoor dat je publiek je inhoudelijke boodschap herkent. Zo ben je
goed te volgen en onthoudt je publiek jouw boodschap.

Het stemgeluid geeft daarnaast vaak ook nog een onderliggende boodschap mee die niet altijd gewenst is.
Onderliggende boodschappen kunnen zijn:

• ‘Ik ben nerveus’


• ‘Ik heb geen tijd’
• ‘Ik weet het niet zeker’ et cetera.

Dit leidt af van je inhoudelijke boodschap waardoor je presentatie geen goede indruk achterlaat. Je stem
en spraak, zijn dus naast een goede inhoud en visuele aspecten een grote derde speler als het gaat om
de indruk die je achterlaat bij je publiek. Gelukkig zijn je stem en spraak goed te trainen. Hierbij enkele
tips.

Tip 1: Overtuig met je stem

Gebruik je stem in de laagte als je ontspannen, overtuigend en deskundig wilt overkomen. Ook het gebruik
van korte zinnen helpt hierbij. Spreek deze zinnen ook vooral niet vragend uit, maar bevestigend.

Tip 2: Onderzoek hoe je stem op stress reageert

Bij spanning gaat ieders stem omhoog. Dit kun je goed horen: zowel aan de toonhoogte, als aan de
spanning. Die spanning leidt zowel jou als de toehoorder af van de boodschap.

Niet iedereen reageert echter op dezelfde manier op spanning. Sommigen gaan te snel spreken, anderen
raken buiten adem en weer anderen verstarren waardoor de stemexpressie vlak en monotoon wordt.

Weet hoe jouw stem reageert op stress, zodat je weet waar je aan moet werken.

Tip 3: Enthousiasmeer en betrek je publiek met je stem

Als je mensen wilt enthousiasmeren en betrekken, kun je je stem het beste meer in de hoogte gebruiken.
Vragen stellen kan een manier zijn om toehoorders bij je presentatie te betrekken, zelfs als ze retorisch
zijn. Merk op dat je hierbij vaak vanzelf al een hogere stem gebruikt en dat de toonhoogte aan het einde
van de zin toeneemt.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 20


Tip 4: Oefen hardop

Door je presentatie hardop te oefenen wen je aan je eigen stem en leer je ernaar te luisteren. Luister
gericht naar je luidheid, toonhoogte, kleur, stembuigingen of ritme. Als je niet gewend bent om naar jezelf
te luisteren kan je eigen stemgeluid je erg afleiden tijdens je presentatie. Je hoort jezelf praten en je weet
opeens niet meer waar je bent.

Dit geldt al helemaal wanneer je jezelf door luidsprekers hoort terwijl je presenteert.

Daarnaast is het belangrijk dat je je stem aanpast aan de groep of situatie als dat nodig mocht zijn. Zo kun
je uit onrust in het publiek opmaken dat je te zacht spreekt. Of dat je enthousiaster mag zijn in je
stemgebruik of dat er meer rust in moet.

Als je niet gewend bent om aandacht te besteden aan je stem, heb je vaak geen idee hoe je bijvoorbeeld
meer expressie in je stem moet leggen. Experimenteer hier van tevoren mee tijdens het hardop oefenen
en niet op het moment zelf. Zorg ervoor dat je getraind bent op het moment dat je op het podium staat.

Tip 5: Zorg dat je stemexpressie de inhoudelijke structuur van je presentatie volgt

De bladspiegel van je uitgeschreven presentatie is een goede leidraad voor je stemexpressie. Ook wanneer
je een presentatie niet helemaal uitschrijft, kun je je hier vast een voorstelling bij maken. Zo moet een
witregel op papier hoorbaar zijn met een pauze. Een titel moet enthousiast en ‘up’ klinken. Een afsluiting
of conclusie moet ook als afsluiting klinken door bijvoorbeeld een stembuiging omlaag te maken in je
afsluitende zin.

transformeren emotie/ stemkleur/ expressie

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 21


Rood
Rode stemmen zijn licht van toon, luid, metalig. Er zit (bijna) nooit lucht op een rode stem. Het spreektempo ligt
hoog en de lettergrepen worden puntig, staccato uitgesproken. Er zijn weinig pauzes hoorbaar tussen zinnen of
zinsdelen. De intonatie is gevarieerd.
Rode stemmen zijn naar buiten gericht, ze kunnen een groot publiek bereiken. Het lijkt soms of het geluid verder
reikt dan de ruimte waarin de spreker zich bevindt. Je kunt als spreker het geluid het beste richting je gezicht
sturen om te proberen een rood stemgeluid geluid te vinden.
Rode stemmen worden doorgaans geassocieerd met energie. Dat kan aanstekelijk werken maar is ook gauw te
veel. Een spreker met een rode stem vinden we vaak enthousiast, bevlogen, energiek, gepassioneerd, activerend
of opzwepend. Maar soms ook druk, drammerig, overdreven, ongeduldig, agressief en irritant. Het is de toon van
de bevlogen redenaar maar ook van de opdringerige verkooppraatjes in de reclame.
Groen
Een groene stem is, net zoals een rode stem helder, metalig en luid, maar is donkerder van toon. Er wordt met
korte staccato lettergrepen gesproken, in een lager tempo en in zinnen met een duidelijk einde, doordat ze naar
beneden geïntoneerd worden. Duidelijke pauzes scheiden de zinnen van elkaar.
Een groene stem komt laag vanuit je lijf, vanuit je buik of nog lager. Het geluid is naar buiten gericht maar niet
zo ver als bij rood. Een groene stem vult de ruimte volledig maar blaast niet over de toehoorders heen naar een
plek nog verder weg.
Groene stemmen worden geassocieerd met autoriteit, zowel in de goede als de kwade zin van het woord.
Luisteraars vinden groene sprekers vaak duidelijk, daadkrachtig, capabel, zelfverzekerd, zakelijk en leidend. Maar
ook: autoritair, streng, dominant, nors, arrogant of intimiderend. Het is de kleur van de zelfverzekerde leider
naar wie je als vanzelf luistert, maar ook van de bullebak die op zijn strepen gaat staan.
Blauw
Blauwe stemmen zijn niet metalig, en dus vaak een stuk zachter. Soms kan er wat lucht op de stem te horen zijn.
Het geluid is donker en de spraak is langzaam en legato, met regelmatige pauzes.
Blauwe stemmen zijn naar binnen gericht. Het geluid reikt niet ver, hooguit alsof je een paar mensen dicht
rondom je wilt bereiken. Wanneer je spreekt vanuit een blauw geluid voel je vooral je borstkas resoneren
(meetrillen). Dat is dus de plek om op te mikken als je dit geluid zoekt.
Blauwe stemmen stralen kalmte uit. Dat is besmettelijk. Luisteraars worden daar rustig van. Maar té rustig kan
ook, dan valt je publiek in slaap. Sprekers die vooral in blauw praten worden vaak rustig, beheerst, bedachtzaam,
vertrouwenwekkend, ontspannen en gebalanceerd gevonden. Maar het kan ook doorslaan in sloom, saai,
weifelend, te nonchalant of laconiek, ongeïnspireerd en ongeïnteresseerd. Het is de kleur van de vriend die echt
naar je luistert maar ook van de onderkoelde puber.
Geel
Gele stemmen zijn licht, niet metalig en er is soms lucht hoorbaar. De intonatie is omhoog gericht, zinnen
eindigen daarom niet altijd even duidelijk. De spraak is vrij snel, vaak met weinig pauzes, maar wel legato. Met
name aan het einde van zinnen worden lettergrepen vaak wat langer uitgerekt.
Het geluid is omhoog gericht, dus richting het hoogste punt in je lichaam, je kruin. Het stemgeluid komt wel naar
buiten maar de reikwijdte is niet enorm. Het lijkt bedoeld voor één persoon of een klein gezelschap en kan
ongericht overkomen. Alsof het voor niemand in het bijzonder bestemd is.
Gele stemmen roepen vaak sympathie op. We vinden sprekers in het geel vaak aardig, betrokken, benaderbaar,
ruimhartig en dienstbaar. Maar ook onzeker, zweverig, naïef, beïnvloedbaar, ongericht en soms zelfs wat
dommig. Het is de toon van een gemeend compliment maar ook van de fladderaar die niet weet wat hij wil.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 22


intoneren accenten/ melodie

zinsaccent / zinsmelodie

Bij de belangrijkste woorden gaat de stem omhoog.

Aan het eind van een vraag gaat de stem omhoog.

Er is een duidelijk betekenisverschil als de stem omlaag gaat (blijft) of omhoog.

De zinsmelodie kan per taal verschillen

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 23


Het zinsaccent verandert en ook de betekenis verandert:

Pa gaat op zijn fiets naar het werk

Pa gaat op zijn fiets naar het werk

Pa gaat op zijn fiets naar het werk

spreekhoogte
ontspan je stem

• lax vox/ bubbelen

spreekhoogte bij emotie boos/ geïrriteerd


• fysiek:
ostevig staan, geaard
o let op de stand van het hoofd en vermijdt spanning keelgebied
o gebruik de lage ademhaling, flexibel middenrif (kaatsoefening)
o gebruik ademsteun
• stem
o open keel
o gebruik je borststem, overdrive
o niet pushen/ knijpen
o pittig articuleren, niet teveel spanning in gezicht

oefenteksten (kaatsen), hou je stem laag:

Hee, ga weg! Hee, kom hier! Ik wil dat je gaat, nu!

Jij luistert niet! Vraag het dan!

resoneren klinken in de ruimte/ volume


somberedennenlanenomgavenhunwoningenmaaktendiesomberominteleven
(sombere dennenlanen omgaven hun woning en maakten die somber om in te leven)

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 24


Periode 1 les 1 t/m 5 oefenteksten

dialoog

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 25


Periode 1 les 5 t/m 10 podcast verhalen Toon Tellegen
[1]
Op een keer had de egel zoveel spijt van zichzelf dat hij al zijn stekels uit zijn rug trok.
‘Er komt ook nooit iets van mij terecht!’ riep hij, terwijl hij wit en bibberend onder
de linde stond.
Het was een koude dag, laat in het najaar. De wind gierde door de kale takken van
de bomen en de golven zwiepten hoog op in de rivier. De kraai zat diep in zijn veren
gedoken in de eik, en de eekhoorn trok zijn staart stevig om zijn nek.
Zo stond de egel daar midden in het bos, met al zijn stekels in zijn hand.
‘Ik had het kunnen weten,’ zei hij, meer tegen zichzelf dan tegen wie dan ook. ‘Ik
had het moeten weten.’
De eekhoorn zag hem daar zo staan en riep, vanuit zijn deur: ‘Egel! Wat is er met
jou gebeurd?’
‘Iets wat ik had kunnen weten,’ riep de egel terug.
‘Wat had je kunnen weten?’
‘Dat het zo ver met mij zou komen.’
‘Hoe ver is het dan met je gekomen?’
De egel maakte een hulpeloos gebaar, terwijl er kleine rode stippeltjes op zijn
witte vel verschenen en zijn lippen steeds blauwer werden. Maar hij zei niets. De
eekhoorn liet zich uit de beuk zakken en ging naar hem toe.
‘Ik betreur toch zoveel,’ zei de egel toen de eekhoorn voor hem stond. ‘En ik weet
nog niet half wat!’
‘Egel, egel,’ zei de eekhoorn. ‘Wat heb je gedaan? Zo kun je toch niet verder?’
‘Nee,’ zei de egel. ‘Dat bedoel ik.’
Toen liet hij zijn hoofd zakken en keek hij alsof hij de grond in wilde kruipen.
‘Zo ken ik je niet,’ zei de eekhoorn.
‘Zo zonder stekels?’ vroeg de egel. ‘Of zo moedeloos?’
‘Zo beide,’ zei de eekhoorn. ‘En zo bedroefd.’
‘Ja,’ zei de egel. ‘Zo ken ik mezelf al heel lang niet. En dat is verschrikkelijk.’
Het begon te sneeuwen en de eekhoorn vroeg de egel of hij met hem meeging,
naar huis, om een beetje warm te worden.
‘Goed,’ zei de egel.
In het huis van de eekhoorn dronken zij zoete thee, terwijl een sneeuwstorm begon
te razen. En toen het donker was vertelde de eekhoorn een treurig verhaal over een
kiezelsteen, waar de egel tot zijn verbazing heel vrolijk van werd.
Later die avond stak de eekhoorn de stekels een voor een terug in de rug van de egel.
‘Blijf vannacht maar hier,’ zei hij.
‘Dat had ik nooit gedacht,’ zei de egel, stralend. En voor hij in slaap viel, op de
bank van de eekhoorn, zei hij nog: ‘Misschien is het toch minder ver met mij gekomen
dan ik dacht.’
‘Welterusten,’ zei de eekhoorn die niet meer wilde weten wat de egel bedoelde.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 26


[2]
‘Zullen we ergens heengaan?’ vroeg de zwaluw, terwijl hij voor de eekhoorn en de mier landde.
De eekhoorn en de mier waren al lang nergens meer heen geweest en vonden het een goed idee.
‘Ja,’ zeiden zij. ‘Stap dan maar op.’
Zij stapten op de rug van de zwaluw. De mier zat vooraan, de eekhoorn achteraan.
Er was niet veel ruimte en het kostte de zwaluw grote moeite de lucht in te komen.
‘Zijn we te zwaar?’ vroeg de mier.
‘Niet zo schommelen,’ zei de zwaluw.
Zij stegen op en al spoedig waren zij ver weg. Als zij naar beneden keken konden
zij niets meer herkennen. De wind suisde langs hun oren en de zon was groot en
dichterbij dan ooit.
De eekhoorn boog zich naar voren naar de mier en vroeg: ‘Waar gaan we heen?’
‘Dat weet ik niet,’ zei de mier.
‘Vraag het dan eens,’ zei de eekhoorn.
De mier boog zich naar voren en riep in het oor van de zwaluw: ‘Waar gaan we heen?’
‘Niet zo schreeuwen,’ zei de zwaluw.
De mier ging weer rechtop zitten. De eekhoorn tikte hem op zijn schouder.
‘Wat zei hij?’ vroeg hij.
‘Niet zo schreeuwen,’ zei de mier.
‘Schreeuwde je dan?’
De mier haalde zijn schouders op en zei: ‘Vraag het hem zelf maar.’
‘Dat is goed,’ zei de eekhoorn. Hij probeerde eerst langs de mier naar voren te
klimmen, maar dat lukte niet. Toen klom hij over de mier heen.
Toen hij boven op het hoofd van de mier stond en even nadacht sloeg de zwaluw
juist rechtsaf.
‘Kijk uit,’ riep de mier.
‘Wat is er nu weer?’ vroeg de zwaluw. Maar de eekhoorn had zijn evenwicht al
verloren en viel.
‘Hij valt!’ riep de mier en schudde de zwaluw aan zijn nek.
‘Niet doen,’ zei de zwaluw.
Met grote snelheid vloog hij door, de wolken in, steeds verder weg. Het duurde lang
voordat hij ergens landde en zag dat de eekhoorn ontbrak.
De eekhoorn viel ondertussen naar beneden. Hij had geen tijd om ergens over na
te denken, en met een harde klap kwam hij in het gras terecht, precies tussen de
kraanvogel en zijn spiegel.
‘Ga eens opzij,’ zei de kraanvogel.
Maar de eekhoorn was te versuft om zich te verroeren.
‘Hé, ik kan niets zien, ga toch opzij,’ zei de kraanvogel opnieuw. ‘Ik moet zo naar
een feest, zit mijn kroon goed?’
De kraanvogel begon aan de eekhoorn te sjorren, maar daardoor viel de kroon van
zijn hoofd. De eekhoorn rolde opzij en kwam op de kroon terecht.
‘Nu lig je op mijn kroon!’ schetterde de kraanvogel.
De eekhoorn opende zijn ogen en zag het opgewonden kale hoofd van de
kraanvogel, die aan de kroon stond te rukken. Maar het ding was totaal verkreukt en
verfomfaaid, en toen de kraanvogel hem op zijn hoofd zette gleed hij er meteen weer af.
‘Je komt ook wel op een zeer ongelukkig moment uit de hemel vallen!’ riep hij tegen de eekhoorn.
In de verte klonk een schreeuw.
‘Het feest begint al!’ riep hij. ‘Wat moet ik nu? Moet ik me daar soms lopen te schamen? Door jou?’
‘Ukhrtsd,’ steunde de eekhoorn.
‘Dat slaat nergens op,’ zei de kraanvogel. ‘Ach, mijn kroon, mijn mooie kroon.’

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 27


Er klonk weer een schreeuw uit de verte, nu met moeite herkenbaar als: ‘Waar blijf je?’
‘Het is jóúw schuld,’ zei de kraanvogel. ‘Dat zal ik zeggen.’
Toen rende hij weg.
De eekhoorn bleef liggen. Uren later vonden de zwaluw en de mier hem daar. De
eekhoorn was nog niet in staat iets verstaanbaars te zeggen.
‘Waar was je?’ vroeg de mier.
‘Wou je eigenlijk niet mee?’ vroeg de zwaluw. ‘Zeg het maar eerlijk.’
Even later vlogen zij weer verder. Maar zij vroegen niet meer waarheen. Zij wilde
niets meer weten.

[3]
Op een dag zwom de walrus met trage slagen langs de rivier de vijver in.
Het was windstil die dag, het water glinsterde in de zon en in het riet rustte de
walrus uit. Hij stak zijn hoofd boven water, keek om zich heen en zag de kikker zitten.
‘Neemt u mij niet kwalijk,’ zei de walrus, ‘maar komt het u hier bekend voor?’
‘Ja zeker,’ zei de kikker.
‘Mij niet,’ zei de walrus en hij wrong wat water uit zijn snor.
De kikker keek hem met grote ogen aan.
‘Dat alles zegt mij niets,’ zei de walrus en wees met een breed gebaar om zich heen.
‘Dat is riet,’ zei de kikker, ‘en dat is kroos.’
‘En ik?’ zei de walrus en keek de kikker met een sombere blik aan.
‘Nee,’ zei de kikker. ‘Ik weet niet wie u zou kunnen zijn.’
‘De walrus,’ zei de walrus.
‘Ik ben de kikker,’ zei de kikker.
Geruime tijd wisten zij niet wat te zeggen. Toen schraapte de kikker zijn keel en
vroeg: ‘Bent u op weg ergens heen?’
‘Nee,’ zei de walrus. ‘Ik zwom zo maar wat rond.’
‘O,’ zei de kikker.
‘Ik ben bang dat ik te veel één kant heb aangehouden.’
‘Zat u aan iets anders te denken?’ vroeg de kikker.
‘Misschien wel,’ zei de walrus.
‘Dat overkomt mij ook zo vaak,’ zei de kikker. ‘Dan ben ik rustig aan het kwaken
en dan denk ik aan iets anders en dan kwaak ik opeens de raarste dingen.’
‘Ja,’ zuchtte de walrus.
‘Aan wat voor andere dingen denkt u zo in het algemeen?’ vroeg de kikker.
‘Ik meestal aan kroos of taart of vleugels.’
Bij het woord vleugels gleed er een schaduw over zijn gezicht en zweeg hij.
‘Nee,’ zei de walrus, ‘als ik aan iets anders denk denk ik aan niets of hooguit aan de woestijn.’
‘Aan de woestijn??’ vroeg de kikker.
‘Ja, bestaat die eigenlijk?’ vroeg de walrus. ‘Nu ik u toch ontmoet...’
De kikker haalde zijn schouders op, en zo praatten zij nog urenlang door.
Toen de zon onderging nodigde de kikker de walrus uit om bij hem te blijven slapen.
‘Doet u nog iets aan geluid?’ vroeg de kikker toen zij die avond aan de soep zaten.
‘Ik bedoel kwaken of krijsen of zo iets?’
‘Ik geloof het niet,’ zei de walrus.
‘Ook niet piepen?’ vroeg de kikker. ‘Bijna iedereen piept wel.’
Maar de walrus schudde zijn hoofd.
‘Vindt u het dan goed als ik u iets voorkwaak, speciaal voor u?’ vroeg de kikker.
‘Nee nee, ja natuurlijk,’ zei de walrus, ‘gaat uw gang.’

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 28


De kikker kwaakte een lang verhaal.
Daarna gingen zij nog even naar buiten en zwommen zij zachtjes met elkaar pratend
door de vijver. Het water was zwart en klotste tegen hun flanken.
‘Springt u wel eens?’ vroeg de kikker.
‘Nee,’ zei de walrus. ‘Ik geloof het niet.’
‘Wat doet u dan wel?’ vroeg de kikker.
‘Ik weet het niet,’ zei de walrus. ‘Ik weet het echt niet.’
Zij zwommen terug naar huis.
‘Bent u moe?’ vroeg de kikker toen zij weer in zijn ondergelopen kamer tussen
de rietpluimen zaten.
‘Ja!’ zei de walrus. ‘Dat ben ik. Wat leuk dat u dat vraagt!’
Niet lang daarna sliepen zij, in het riet, onder de waterlelie, niet ver van de kant.

[4]
Op een dag besloot het nijlpaard om zich terug te trekken en in de lucht te gaan wonen.
Hij had nog ergens een paar ladders liggen, timmerde ze aan elkaar vast
en zette ze rechtop in het gras naast de rivier.
Hij besloot alleen het allernoodzakelijkste mee te nemen, dacht een tijd na en nam
toen zijn bed, een krukje en een vork mee. Meer is vast niet allernoodzakelijkst, dacht hij.
Hij klom omhoog, wrong zich door een wolk heen en vestigde zich in de lucht.
Er waren daar geen muren, geen vloer, geen plafond, geen deur, geen dak en geen
ramen. Maar daar heb je toch niets aan, dacht het nijlpaard. Hij zette het krukje neer,
legde de vork eronder, schoof het bed ernaast en was tevreden.
Hij woonde zó hoog dat de zon altijd onder hem door scheen, terwijl er boven zijn
hoofd verder niets meer was.
Soms, bij helder weer, konden de dieren in het bos hem zien zitten, op zijn krukje.
Maar hij keek nooit terug en had het vermoedelijk goed naar zijn zin.
Soms wilde iemand wel eens bij hem langsgaan, maar dan riep hij naar beneden,
langs de ladder: ‘Het komt nu niet goed uit...’ en ging de bezoeker onverrichter zake
weer naar huis.
Maar toen hij jarig was besloten de mier en de eekhoorn echt bij hem op bezoek te gaan.
‘Wat zullen we hem geven?’ vroeg de eekhoorn.
De mier stelde voor om de vijver te geven.
‘Volgens mij,’ zei hij, ‘wil hij best weer eens zwemmen.’
De eekhoorn was het met hem eens.
Zij liepen naar de vijver en zetten hem met kroos en al op de rug van de eekhoorn.
‘Zit hij goed?’ vroeg de mier.
‘Ja,’ kreunde de eekhoorn.
‘Zullen we dan maar gaan?’ zei de mier.
Even later klommen zij langs de ladder omhoog, de eekhoorn met de vijver op
zijn schouders en de mier voorop.
Het was een mooie dag en zij hoefden niet één wolk te passeren.
‘Zou jij daar wel willen wonen, mier?’ vroeg de eekhoorn, toen zij een uur hadden
geklommen en nog lang niet halverwege de lucht waren. Hij bleef even staan.
‘Nee,’ zei de mier.
‘Waar zou jij wel willen wonen?’ vroeg de eekhoorn.
‘Nou,’ zei de mier, ‘ik zou wel wat hoger willen wonen. Zo'n beetje iets boven het gras,
zodat je nog net je voordeur in en uit kan springen, maar wel helemaal los.
Of op de zon.’
De eekhoorn zweeg. De vijver zakte steeds verder opzij en het leek hem

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 29


verstandiger zwijgend te klimmen.
Maar even later zei hij toch: ‘Hij is wel zwaar.’
‘Wie?’ vroeg de mier. ‘De vijver.’
‘Ja,’ zei de mier. ‘Dat dacht ik wel. Hij ziet er heel zwaar uit.’
‘Ja,’ zei de eekhoorn.
Zo klommen zij verder.
Vroeg in de middag kwamen ze bij het nijlpaard aan, die juist wat zat te dommelen.
‘Gefeliciteerd met je verjaardag, nijlpaard,’ zeiden de mier en de eekhoorn. Het
nijlpaard schrok wakker en viel van verbazing achterover toen hij de mier en de
eekhoorn zag. Hulpeloos hing hij op zijn rug in de lucht.
‘We hebben een cadeautje voor je!’ zei de mier.
Hij tilde de vijver van de rug van de eekhoorn en legde hem neer, niet ver van het krukje.
‘O!’ riep het nijlpaard. ‘De vijver!’ Hij krabbelde overeind, nam een aanloop en
verdween meteen onder water.
‘Dank jullie wel!’ riep hij toen hij weer bovenkwam.
Hij begon opgewonden in het rond te zwemmen en na elke ronde riep hij:
‘Mijn verjaardag! Mijn verjaardag!’
De mier en de eekhoorn gingen naast elkaar op het krukje zitten. Zij rustten uit
van hun tocht en knikten naar het nijlpaard telkens als hij voorbij zwom. Maar zij
zaten tamelijk ongemakkelijk en na enige tijd vroegen zij zich af of er misschien taart was.
‘Ik had gehoopt,’ fluisterde de mier in het oor van de eekhoorn, ‘op iets luchtigs.
Met honing bovenop.’
‘Ja,’ zei de eekhoorn, ‘dat zou lekker zijn. Luchtige beukennoten met honing.’
Maar er was nergens iets te bekennen en het zag er ook niet naar uit dat er nog
iets te voorschijn zou komen.
‘Mijn verjaardag!’ riep het nijlpaard nog steeds, terwijl hij rondzwom. Hij klom
pas uit de vijver toen de mier en de eekhoorn van het krukje opstonden en aanstalten
maakten om naar huis te gaan.
Hij bedankte hen uitvoerig, en breed glimlachend wuifde hij hen na toen zij langs
de ladder naar beneden gingen. ‘Ahoi!’ riep hij nog.
Toen dook hij weer in de vijver. Een klein regenbuitje viel op de mier en de
eekhoorn, en diep onder hen op de wereld.
Pas laat in de avond waren zij weer terug in het bos. Het nijlpaard lag toen al te slapen,
met zijn hoofd tussen het kroos. Zijn bed was leeg, terwijl de maan voorzichtig
over de rand van de vijver klom.

[5]
‘’s Ochtends, als ik wakker word,’ zei de slak, ‘dan heb ik altijd zo'n pijn aan mijn steeltjes.’
‘O ja?’ zei de giraffe. ‘Wat grappig! Ik ook. Net alsof ze steken.’
‘Ja,’ zei de slak. ‘Alsof ze in brand staan.’
‘Alsof iemand hard aan ze trekt,’ zei de giraffe.
‘Ja,’ zei de slak. ‘Zo'n pijn is het.’
Ze knikten naar elkaar en waren trots op hun gemeenschappelijke ochtendkwaal.
‘Kijk,’ zei de giraffe, ‘dat kan ik nou nooit eens uitleggen aan de mus.’
‘Nee,’ zei de slak. ‘Of aan de schildpad. Hoewel ik het met hem wel over
verbouwen kan hebben.’
‘Verbouwen?’ vroeg de giraffe. ‘Wat is dat??’ En hij zette zeer grote ogen op.
‘Ja...’ zei de slak met een trage, gewichtige stem, ‘dat is heel moeilijk uit te leggen.’
De giraffe probeerde iets te bedenken wat ook heel moeilijk uit te leggen was,
maar hij kon zo gauw niets vinden. Hij bromde iets en liep toen door.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 30


De slak had kort tevoren uitvoerig met de schildpad gesproken. Zij woonden te
klein, vonden zij. Zeker als er bezoek was, als het regende. De schildpad wilde wel
een schuurtje met een afdak hebben. Maar hoe sleep ik dat mee? vroeg hij zich af.
Of een vleugel, opzij. Dat leek hem ook wel wat.
De slak voelde meer voor een verdieping.
Die ochtend, na zijn gesprek met de giraffe, besloot hij meteen met de verbouwing
te beginnen. Het was nog vroeg in de dag en het hoefde ook maar één verdieping te worden.
Aan het einde van de middag was de verdieping klaar. Er zat aan de voorkant zelfs
een klein balkon aan. Voor als ik iemand in de verte wil zien aankomen, zei de slak
tegen zichzelf en hij was zeer tevreden.
Ter ere van zijn verbouwing gaf hij die avond een feest. Een voor een mochten
de dieren op het balkon staan en zwaaien naar de anderen, beneden.
‘Hallo!’ riepen de anderen dan terug.
Als een van de laatsten betrad de giraffe het balkon. Hij boog zich
ver voorover en kwam met zijn nek bijna bij de grond. Hij wenkte de flamingo.
‘Zullen we het over dansen hebben?’ vroeg hij luid. ‘Daar kan ik het nou nooit
eens over hebben...’
Maar de slak hoorde hem niet. Hij deed juist de deur naar de benedenverdieping
dicht. Hier, dacht hij tevreden, heeft nooit meer iemand iets te zoeken. Hier woon ik
voortaan echt op mijzelf.
En terwijl buiten het feest nog luidruchtig druiste stapte hij in zijn bed.

[6]
Op een donkere dag aan het eind van het jaar waren alle dieren bijeen
op de open plaats in het midden van het bos. Er blies een gure wind tussen de kale bomen door,
en de meeste dieren hoestten of niesten of rilden luidkeels van de kou.
‘Dit is nou barre koude,’ zei de kikker die trots was dat hij dat wist.
‘Ja,’ zei de vlieg die naast hem stond te klappertanden.
‘Laten we ons allemaal verstoppen,’ zei de krekel.
‘Maar wie moet ons dan zoeken?’ vroeg de mus.
‘Niemand,’ zei de krekel. ‘Maar we kunnen de wind vragen om naar ons te fluiten
als het lente wordt. Misschien kan hij de eerste bladeren wel laten zeggen:
“Kom maar te voorschijn” en dan komen we allemaal te voorschijn.’ ‘Goed!’ huilde de wind.
De dieren keken elkaar treurig aan. Iedereen gaf iedereen een hand en ging zich toen verstoppen.
De snoek verborg zich onder het blad van de waterlelie en de roerdomp ging achter
een grijs paaltje staan. De slak trok zich terug in het donkerste hoekje van zijn huis
en de kraai verdween in zijn veren. De gloeiworm verborg zich in het duister,
de beer had nog een oude honington waarin niemand hem zou kunnen vinden, met hier
en daar nog wat honing op de bodem, en de eekhoorn ging in zijn kast zitten tussen
twee flessen met beukennotensiroop.
Niemand wist waar iemand anders was. En iedereen wachtte op de lente.
Toch kon de eekhoorn het niet laten een heel klein briefje aan de mier te sturen.
Tot zijn onuitsprekelijke genoegen kreeg hij op de allerlaatste dag van het jaar een
briefje terug. Een felle sneeuwstorm blies het envelopje onder zijn voordeur door,
liet het door zijn kamer dwarrelen en schoof het door een kier de kast in.
‘Hallo eekhoorn!’ schreef de mier en de eekhoorn prikte het briefje op de
binnenkant van zijn kast en keek ernaar zolang het winter was en iedereen zich verborgen hield.
‘Hallo mier,’ zei hij zo nu en dan tegen het briefje. Zo ging de tijd sneller en minder saai voorbij.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 31


Beoordeling podcast verhaal Toon Tellegen
Training expressie, stemkleur en standaard Nederlands, repeteren, presenteren en opnemen.

Ieder groepje van 2 of 3 personen krijgt een verhaal van Toon Tellegen om voor te bereiden. Je maakt een
rolverdeling voor de verteller en de verschillende dieren. Ieder heeft een keer de rol van verteller en de rol van
een dier. Je gaat de tekst dus onderverdelen. Voor de dieren mag je stemmetjes bedenken. Ook mag je
achtergrondgeluiden maken. De verteller vertelt het verhaal op een boeiende manier met de juiste intonatie in
Standaard Nederlands.

Je wordt beoordeeld op:

a. Ik spreek met goede intonatie, zinsaccenten en zinsmelodie


b. Ik kan mijn stem expressief inzetten en schakelen in stemkleur en dynamiek
c. Ik ben goed verstaanbaar, mijn dictie en spreektempo zijn goed
d. Ik kan het Standaard Nederlands toepassen in opdrachten en theaterteksten
e. Ik pas de lage ademhaling toe bij het stemgeven

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 32


Periode 2 les 1 t/m 5 opdracht spoken word

Spoken word: een persoonlijke tekst op eigen wijze voorgedragen. Training in het experimenteren met ritme en
melodie in taal, het zoeken van een eigen persoonlijke kleur.

Spoken word is de kunst om de woorden van het papier te halen en ze tot leven te brengen. Spoken word is bam, in
your face. Waar laten we zeggen ‘gewone poëzie’ vooral voor papier geschreven is, en de woorden soms het witte
vlak van de pagina verlaten om op een podium voorgedragen te worden, is spoken word juist vooral bedoeld om te
klinken. In de les beluister je een aantal voorbeelden en vervolgens ga je zelf een tekst in het Nederlands schrijven.
De spoken word voordracht die je schrijft en voordraagt duurt ongeveer een minuut.

Je wordt beoordeeld op:

a. Ik kan mijn stem expressief inzetten en schakelen in stemkleur en dynamiek


b. Ik spreek met goede resonantie en voldoende volume zonder daarbij mijn stem te forceren
c. Ik sta geaard en gebruik voldoende energie en fysieke kracht om actieve ademsteun te kunnen
toepassen

Periode 2 les 6 t/m 10 monoloog Antigone

Monoloog Antigone voorbereiden. Zoek achtergrond informatie van Antigone en beschrijf wat voor een personage
Kreon is en wat de boodschap is die hij wil overbrengen. In groepjes van 3 ga je de eerste of de tweede helft van de
monoloog voorbereiden. Je verdeelt de tekst onderling, repeteert en geeft elkaar feedback.

Je wordt beoordeeld op:

a. Ik sta geaard en gebruik voldoende energie en fysieke kracht om actieve ademsteun te kunnen
toepassen
b. Ik pas de lage ademhaling toe bij het stemgeven
c. Ik ben goed verstaanbaar, mijn dictie en spreektempo zijn goed
d. Ik kan het Standaard Nederlands toepassen in opdrachten en theaterteksten
e. Ik spreek met goede resonantie en voldoende volume zonder daarbij mijn stem te forceren
f. Ik spreek met goede intonatie, zinsaccenten en zinsmelodie
g. Ik kan mijn stem expressief inzetten en schakelen in stemkleur en dynamiek

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 33


Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 34
Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 35
Periode 3 les 1 t/m 3 opdracht monoloog

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 36


Periode 3 les 4 t/m 6 opdracht dialoog
Uit: LE FABULEUX DESTIN DE PAPA van Simon Weeda

Dochter: Papa! Je moet niet zo over je heen laten lopen.


Je had toch al gekozen?

Vader: Als niet iedereen deze leuk vindt dan kies ik er toch één van je broer?
Dan doen we volgend jaar gewoon weer die van jou, hè?

Dochter: “Volgend jaar”?

Zoon: Hier, ik lees de achterkant wel even voor:


Een uitgebluste-

Dochter: Ho even.
Dit vind ik niet goed.

Zoon: Misschien wil papa ook wel eens iets nieuws zien.

Dochter: Hij zegt net dat hij het niet meer weet.

Zoon: Sorry hoor.


Ik wil ook alleen maar dat het voor iedereen leuk is.

Dochter: O, ben je daarom zo aan het zeiken? Kan jij nou nooit eens gezellig doen?
Het moet altijd zo moeilijk met jou.
Zelfs op de verjaardag van je vader, misschien wel zijn laatste.

Zoon: Waar slaat dat nou weer op?

Dochter: Dat het hoog-

Zoon: Hoe kun je dat nou zeggen, hij zit daar!

Dochter: Alsof hij het niet weet.

Zoon: Wat ben jij een kutwijf, zeg.


Om hierover te beginnen.

Dochter: Je kunt er wel omheen draaien-

Zoon: Ja, ik ben daar liever niet mee bezig!

Dochter: Man, doe niet zo verkrampt.

Zoon: Verkrampt?
Wie schotelt hem al acht jaar dezelfde kutfilm voor?

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 37


Dochter: Omdat hij die leuk vindt!

Zoon: Omdat dat ooit één keertje leuk was!

Dochter: Jij kan het gewoon niet accepteren.

Zoon: Wat accepteren?


Hij leeft toch nog?

Dochter: Hij moet naar een tehuis.

Zoon: Wat?

Dochter: Kijk hem nou.

Zoon: Ja, en?

Dochter: Die man kan niet meer voor zichzelf zorgen.


Ja, sorry hoor, ik was er ook liever niet over begonnen.

Zoon: Hou dan je smoel!

Ontmoet Simon Weeda, oprichter De Tekstsmederij Rotterdam


Dus jij bent Simon Weeda. Vertel es (wie ben je, wat doe je, wat is je lievelingsdier?)
Ik ben toneelschrijver, Rotterdammer. Op het moment ben ik niet minder dan twee teksten aan het
schrijven over de Rotterdamse havens, en natuurlijk druk bezig met de Tekstsmederij Rotterdam. Mijn
lievelingsdier komt hier echter niet voor. Dat is de veelvraat. Marterachtigen vind ik sowieso geweldig. De
meeste boeken heb ik echter over de rat.

Je bent geboren en getogen in Rotterdam. Wat vind je het mooiste aan de stad?
M’n wijffie. Nee, even serieus. De Euromast natuurlijk. Rotterdam heeft bijna geen ruimte voor vals
sentiment, of pretentie. Een Rotterdammer zal je niet gauw vragen wat je mooi vindt aan de stad, want als
’t je niet zint is dat jouw probleem en niet dat van ons.

Je miste iets in cultureel Rotterdam en hebt ons toen benaderd om je te ondersteunen om dat op te zetten.
Leg uit.
Het is misschien heel persoonlijk, maar ik heb het idee dat de theatermakers hier soms wat langs elkaar
heen kachelen. Da’s niet altijd erg, en het past ook wel bij de stad: je nergens ene reet van aan trekken en
gewoon je ding doen. Maar de talentdoorstroom komt het niet ten goede. Daarom wil ik dat talent gaan
laten zien, de theatermakers bij elkaar brengen, en daarbij schrijvers als startpunt nemen. Want
verdomme, Rotterdam is een kolos, een wonderland dat met maatschappelijke vraagstukken vaak jaren
voorloopt op de rest van Nederland, in zowel goede als kwade zin. Dus waar zijn die verhalen? Nou, hier.

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 38


Format reflectieverslag

Reflectieverslag naam Tekst klasTekst periode Tekst les- blok Tekst

Oriëntatie fase

• Wat wil ik leren (leerdoel)?


• Hoe ga ik dat doen?
• Hoe vind ik het?

Monitoring

• Wat ben ik aan het leren?


• Hoe pak ik het aan
• Hoe beleef ik het leerproces tot nu toe?

Evaluatie

• Wat heb ik geleerd?


• Heeft de strategie gewerkt?
• Hoe heb ik mijn leerproces beleefd?

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 39


Beroepskaart stem

Train je stem/ stemlessen MBO Theateropleiding Brabant/ Cora van Rijn 40

You might also like