You are on page 1of 2

Rubric voor OLR 13 communicatie

algemeen beheersingsniveau

onvoldoende voldoende goed Excellent Expert

onvoldoende voldoende goed Excellent Expert

Je geeft feedback Je geeft feedback De feedback gaat Je maakt een duidelijk Je vertelt jouw
Feedback geven
over feiten die de op basis van over feiten die de onderscheid tussen interpretatie van
ander toch niet kan feiten. ander kan wat je vaststelt en de feiten en welk
veranderen. veranderen. jouw interpretatie effect het heeft op
hiervan. jou.
Je feedback beperkt Je verwoordt je
zich tot een feedback op een Je geeft feedback over Je formuleert je
algemeen oordeel opbouwende recente feiten. feedback zodanig
(bv. ‘goed’). Je durft zowel manier. dat de andere zich
positieve als Je kiest een gepast spontaan
negatieve Je formuleert je moment uit om je uitgenodigd voelt
feedback geven. feedback in de ik- feedback te geven. om te reageren.
vorm.
Je vraagt naar een
Je geeft suggesties reactie van de andere.
ter verbetering.

Je staat open voor


de reactie van de
andere.

Je uit je standpunt Je uit constructief Je uit spontaan en Je uit spontaan en


Mening uiten
zelden en staan je standpunt als constructief je constructief je
zelden open voor dat wordt standpunt en staan standpunt en je
het standpunt van gevraagd en staan open voor het nodigt anderen uit om
anderen. open voor het standpunt van hun mening te geven.
standpunt van anderen.
anderen.

Mondelinge Je hebt tijdens je Je tracht de Je hebt tijdens je Je hebt tijdens je


communicatie mondelinge mondelinge mondelinge mondelinge
communicatie geen communicatie af communicatie communicatie
afstemming op de te stemmen op de afstemming op je afstemming op de
gesprekspartner (bv gesprekspartner, gesprekspartner. gesprekspartner.
ongepast gebruik dit door een Interactie met de Optimale Interactie
van vakjargon, aangepaste gesprekspartner met de
afkortingen,…). woordkeuze en/of waarbij een aantal gesprekspartner dit
aanpak ( in functie van onderstaande door:
Je hebt te beperkte van de elementen
interactie. Je achtergrond/kenn gerealiseerd - Actief luisteren
bewaakt de isdomein). Er is worden:d - Een onbevangen
structuur van het interactie, al kan houding zonder
gesprek niet dit nog beter. - Actief luisteren veronderstellinge
waardoor - Een onbevangen n
gesprekspartners houding zonder - Duidelijke
afdwalen van veronderstelling bewoording en
eigenlijke en vlot taalgebruik.
onderwerp. - Duidelijke - Goed intonatie en
bewoording en stemgebruik
vlot taalgebruik. - De structuur en
- Goed intonatie tijdskader van het
en stemgebruik gesprek
- De structuur en handhaven
tijdskader van - De sfeer bewaken
het gesprek - De conclusie
handhaven helder
- De sfeer formuleren
bewaken
- De conclusie
helder
formuleren
Schriftelijk Je hebt moeite met Je tekst sluit aan Je schrijft heldere Je hebt de Je weet je
communicatie schrijven op wat gevraagd en duidelijke beschikbare doelpubliek te
(spreektaal, fouten, is in de opdracht. teksten zonder informatie goed boeien met je
doelgericht…). Je teksten zijn overbodige verwerkt tot een goed teksten. Je teksten
inhoudelijk informatie. Je gestructureerd en nodigen de lezer
relevant. Je hebt schrijfstijl is samenhangend uit om verder te
oog voor vorm en aangepast aan je geheel. Je past de lezen.
opmaak. doelpubliek. Je basisprincipes van het
gebruikt een correct gebruik van
Je respecteert gepaste vorm informatie in je
grammatica- en (tabellen, rapporten zelfstandig
spellingregels en opsommingen, en systematisch toe.
normen (zakelijke schema’s, …) om de
brief). informatie duidelijk
weer te geven.
Je herkent en
benoemt de Je past de
basisprincipes basisprincipes van
voor het correct het correct gebruik
gebruik van van informatie
gevonden zelfstandig toe.
informatie.

You might also like