Professional Documents
Culture Documents
https://manualpost.com/download/ford-ecosport-engine-1-5l-duratorq-tdci67kw-91
ps-repair-manual/
Murray had geen ander middel meer dan in het bosch te vluchten; het
instinct van het paard bracht er hem heen en weldra vloog het er met
vreeselijke vaart in. De olifant was zich zelven ondertusschen weer meester
geworden, en begon de vervolging op nieuw, terwijl hij den ongelukkigen
hond heen en weer slingerde en diens kop tegen een vijgeboom
verpletterde, toen hij het bosch inrende. Het paard sprong in het dichte
struikgewas, dat door de met doorns bezette slingerplanten bijna
ontoegankelijk was, en bleef staan. De Engelschman had, hoewel hij zich
overal gekwetst gevoelde en met bloed bedekt was, geen oogenblik zijne
tegenwoordigheid van geest verloren; hij keerde zich om, legde zijne buks
met de grootste omzichtigheid aan, en mikte tusschen de struiken door op
den schouder van den olifant. De kogel stuitte tegen een been en ontplofte.
Het dier wankelde, en bijna op hetzelfde oogenblik trof hem van den rand
van het woud een tweede kogel in de linker zijde. Hij viel op de knieën, bij
een kleinen waterplas, half onder het hooge gras verborgen. Daar slurpte hij
met zijn snuit het water op en begon zijne wonden te besproeien, terwijl hij
nu en dan een klagend geluid liet hooren. Op dit oogenblik verscheen de
Boschjesman.
Inderdaad, het reusachtige dier was doodelijk gewond. Het stiet smartelijke
kreten uit en haalde moeilijk adem; zijn staart bewoog zich slechts even en
met zijn snuit, waarmede het in den door hem gevormden bloedplas slurpte,
spoot het een rood gekleurden regen over het hem omringende kreupelhout
uit. Toen begonnen de krachten hem te begeven, hij zonk geheel op de
knieën en stierf.
»Een verschrikkelijk beest, Boschjesman!” zeide hij, terwijl hij het bekeek,
»een verschrikkelijk beest, maar een weinig te zwaar voor mijn weitasch!”
»Goed, mijnheer!” antwoordde Mokum. »Wij zullen hem hier uit elkander
snijden en slechts de keurigste stukken medenemen. Zie eens welke
prachtige slagtanden de natuur hem gegeven heeft! Zij wegen minstens elk
vijf en twintig pond, en dat tegen vijf shillings (ƒ 3) het pond, maakt een
mooi sommetje.”
Terwijl hij zoo sprak, begon de jager het dier in stukken te hakken; hij
hieuw met zijn bijl de slagtanden door, en vergenoegde zich verder met de
voeten en den snuit, omdat dit de meest geliefkoosde stukken waren,
waarop hij de leden der wetenschappelijke commissie wilde onthalen. Hij
had voor dit werk eenigen tijd noodig, zoodat hij met den Engelschman niet
voor twaalf uren in de legerplaats terug was. Daar liet de Boschjesman de
voeten van het reusachtige dier op de Afrikaansche manier koken, door ze
te begraven in een gat dat evenals een oven eerst met gloeiende kolen heet
was gemaakt. Het spreekt van zelf dat dit gerecht op zijne wezenlijke
waarde geschat werd, zelfs door den onverschilligen Palander, en dat John
Murray de gelukwenschen van het geheele gezelschap ontving.
X.
De snelle strooming.
Gedurende hun verblijf bij de kraal waren kolonel Everest en Mathieu Strux
volstrekt niet met elkander in aanraking geweest. De breedteopnamen
hadden zonder hunne hulp plaats gehad; daar zij niet verplicht waren
elkander »wetenschappelijk” te ontmoeten, hadden zij elkander niet
opgezocht. Den dag voor het vertrek had de kolonel dood eenvoudig zijn
kaartje met P. P. C. aan den Russischen sterrekundige gezonden, en had er
een met dezelfde letters van Mathieu Strux terug ontvangen.
»Neem zoo’n hoogen toon niet aan, mijnheer, met sterrekundigen, die aan
het observatorium van Pulkowa geplaatst zijn en die met hunne groote
kijkers hebben kunnen ontdekken dat de schijf van Uranus volkomen rond
is!”
Waarop de kolonel Everest antwoordde dat men recht had nog veel hooger
toon aan te slaan, wanneer men de eer had te behooren tot het
observatorium van Cambridge, met welks kolossalen kijker men de
nevelvlek van Andromeda onder de onregelmatige nevelvlekken had
kunnen rangschikken!
Daarop dreef Mathieu Strux den twist zóóver, dat hij beweerde met den
kijker van Pulkowa met zijn objectief van veertien centimeters, sterren van
de 13e grootte te kunnen zien, waarop Everest antwoordde, dat het objectief
van den kijker van Cambridge even goed veertien centimeters groot was, en
dat hij in den nacht van 31 Januari 1852 daarmede eindelijk den
geheimzinnigen satelliet ontdekt had, die de storingen in de loopbaan van
Sirius teweegbrengt!
Gelukkig had tot nog toe de twist nergens anders over geloopen dan over
stelsels of geodesische feiten. Soms was men het oneens geweest over
metingen, die met den theodoliet of met den repetitiecirkel gedaan waren;
maar in plaats van er stoornis in teweeg te brengen, had dit verschil
integendeel gediend om ze des te nauwkeuriger te bepalen. De keuze der
stations had tot nog toe geen punt van geschil opgeleverd.
Terwijl de matrozen de boot gereed maakten. (Blz. 75.)
Den 30sten Mei veranderde het weder, dat tot nog toe helder en dus zeer
gunstig voor de waarnemingen geweest was, bijna plotseling. In elke andere
hemelstreek zou men zeker onweder met stortregens voorspeld hebben. De
hemel werd met sombere wolken bedekt. Nu en dan schoot een
bliksemstraal door de nevelmassa zonder evenwel door een donderslag
gevolgd te worden. De verdichting van den waterdamp tot vloeibaren
toestand had in de bovenste lagen der lucht echter geen plaats, zoodat de
uitgedroogde grond door geen enkelen regendroppel verfrischt werd. Alleen
bleef de hemel gedurende eenige dagen zeer somber. Deze ontijdige mist
moest de waarnemingen noodzakelijk hinderen; de stations waren op een
kilometer afstands niet meer te zien.
Den 17den Juni kwam hun een vrij breede stroom, een zijtak van de
Oranjerivier dwars in den weg. De leden der wetenschappelijke commissie
waren voor hun persoon niet verlegen om er overheen te komen; zij hadden
eene boot van caoutchouc, die bestemd was om hen over middelmatige
rivieren en meren heen te brengen; maar de wagen en het materieel van de
karavaan konden er zoo niet over. Men moest stroomop- of stroomafwaarts
eene waadbare plaats opzoeken. Men besloot derhalve tegen het gevoelen
van Mathieu Strux, dat de Europeanen met hunne instrumenten over den
stroom zouden gaan, terwijl de karavaan onder geleide van Mokum eenige
kilometers lager eene waadbare plaats zou opzoeken, die de jager beweerde
te kennen.
Deze zijtak van de Oranjerivier had op deze plaats een halven kilometer
breedte. De snelle stroom, hier en daar door rotspunten of boomstammen
afgebroken, was dus vrij gevaarlijk voor een licht vaartuig. Mathieu Strux
had daarover een en ander in het midden gebracht, maar daar hij den schijn
niet wilde hebben voor het gevaar, dat zijne makkers zouden loopen, terug
te deinzen, had hij zich aan de zijde der meerderheid geschaard.
Nadat men afgesproken had om ten noorden van den stroom weder bij
elkander te komen, begon de karavaan onder leiding van den jager langs
den linkeroever voort te trekken. Weldra waren de laatste wagens in de
verte verdwenen, en kolonel Everest, Mathieu Strux, Emery, Zorn, John
Murray, twee matrozen en een Boschjesman, die zeer ervaren was in al wat
de riviervaart betrof, bleven op den oever der Nosoub achter. Zóó toch werd
door de inlanders deze stroom genoemd, die op dat oogenblik door de in
den regentijd gevormde beken zeer gestegen was.
»Een zeer schoone rivier,” zeide Michel Zorn tegen zijn vriend William,
terwijl de matrozen de boot gereed maakten.
»Zeer schoon, maar moeilijk om over te komen,” was het antwoord. »Deze
snelle stroomen hebben weinig tijd van bestaan, maar genieten hun bestaan
dan ook volop! Binnen eenige weken, in het drooge jaargetijde zal er
misschien niet zóóveel water van overblijven om eene karavaan te lesschen,
en nu is het een bijna onoverkomelijke rivier! Zij stroomt snel, maar zal
spoedig uitdroogen. Zoo is, waarde vriend, de wet van de natuur. Maar wij
hebben geen tijd om ons in wijsgeerige bespiegelingen te verdiepen. De
boot is gereed, en ik wil wel eens zien hoe zij zich op den snellen stroom
houden zal.”
Het touw, waarmede de boot aan den oever was vastgemaakt, werd
losgelaten, en de riemen hadden haar spoedig buiten de branding gevoerd.
Men begon den invloed van den stroom te gevoelen, die honderd ellen
verder zeer in snelheid toenam. De bevelen door den stuurman aan de beide
matrozen gegeven, werden stipt uitgevoerd. Nu eens moest men de riemen
opbeuren om een half onder water verborgen boomstronk te vermijden, dan
weder met dubbele snelheid roeien om door een maalstroom te komen, die
door een tegenstroom gevormd werd. Als vervolgens de gang al te sterk
werd, liet men de lichte boot met den stroom afdrijven. De inboorling, de
hand aan het roer, met vasten blik en onbeweeglijk hoofd, voorkwam alle
gevaren van deze vaart. De Europeanen beschouwden met zekere
ongerustheid dezen nieuwen toestand. Zij voelden dat zij met
onwederstaanbare kracht door den onstuimigen stroom werden
medegesleept. Kolonel Everest en Mathieu Strux keken elkander aan met
stijf gesloten lippen. John Murray zat met zijne onafscheidelijke buks
tusschen de beenen en zag naar de tallooze vogels, wier vleugels de
oppervlakte des waters schoren. De beide jonge sterrekundigen
bewonderden, zonder door iets afgetrokken te worden, de schoone oevers,
die met duizelingwekkende snelheid onder hun oog voorbijvlogen.
Maar John Murray was er bij. (Blz. 78.)
Weldra had de lichte boot het snelste gedeelte van den stroom bereikt; men
moest daar dwars doorheen om den tegenoverliggenden oever te bereiken,
waar het water stiller was. Op een teeken van den Boschjesman deden de
matrozen krachtiger riemslagen; maar niettegenstaande hunne inspanning
werd de boot onwederstaanbaar en evenwijdig met de oevers medegesleept
en gleed stroomafwaarts. De sloep gehoorzaamde niet meer aan het roer; de
toestand werd zeer gevaarlijk, want een stoot tegen eene rots of een
boomstam zou de boot onvermijdelijk hebben doen omslaan.
De reizigers begrepen het gevaar, maar geen hunner sprak een woord. De
stuurman was half opgestaan en keek in de richting, die de boot volgde. Hij
kon hare vaart niet matigen in dezen stroom, die dezelfde snelheid had als
het vaartuig, dat aan het roer niet meer gehoorzaamde. Op twee honderd
meters voor de boot stak een soort van eilandje, eene gevaarlijke
opeenhooping van steenen en boomstammen, uit de bedding van de rivier
uit. Het was onmogelijk het te vermijden. Binnen weinige oogenblikken
moest de boot het eilandje bereiken en er bijna zeker op verbrijzeld worden.
Maar John Murray was er bij; zijne koelbloedigheid verliet hem geen
oogenblik; hij legde bedaard zijn geweer aan en schoot het dier met een
kogel vlak achter het oor. De hippopotamus liet niet los, en schudde de boot
evenals een hond met een haas doet. Aanstonds werd het geweer weder
geladen en trof het dier nogmaals in den kop. Het schot was doodelijk, want
de geheele vleeschklomp zonk bijna onmiddellijk na met eene laatste
krachtsinspanning de boot weder midden in den stroom geduwd te hebben.
Vóór de reizigers tot zichzelven konden komen, draaide de boot, die dwars
op stroom was gekomen, als een tol, en dreef schuin weder in de richting
van den snellen stroom voort. Een plotselinge bocht in de rivier, eenige
honderden meters stroomafwaarts, brak den snellen stroom van de Nosoub.
In twintig seconden bereikte de sloep deze plaats. Een hevige schok hield
haar tegen en de reizigers sprongen gezond en wel op den oever na over een
afstand van twee kilometers te zijn medegesleept.
XI.
Nikolaas Palander teruggevonden.
Men hernam den geodesischen arbeid. Er werden achtereenvolgens twee
stations aangenomen, die met het laatste aan deze zijde van den stroom
verbonden, dienden om een nieuwen driehoek te vormen. Dat werk
geschiedde zonder eenige moeielijkheid. Evenwel moesten de astronomen
zich wachten voor de vergiftige slangen, waarvan het in deze streken
wemelde. Het waren zeer venijnige mamba’s, die tien tot twaalf voet lang
waren, en wier beet doodelijk was.
Dien dag sloegen de geleerden een kamp op met het doel om de karavaan af
te wachten. De door den jager opgegeven tijd was bijna verstreken, en
indien hij zich in zijne berekening niet vergist had, moest de karavaan dien
dag aankomen, na op eene waadbare plaats de Nosoub te zijn
overgetrokken.
Mathieu Strux merkte bij deze gelegenheid op, dat hij van meening was
geweest dat men de karavaan had moeten vergezellen, na het laatste station
aan deze zijde der rivier met de beide stations aan de andere zijde
verbonden te hebben; dat, als het goede slagen der meting door dat
oponthoud in de waagschaal werd gesteld, de verantwoording daarvoor in
allen gevalle viel op hen, die gemeend hadden, enz... Dat de Russen in elk
opzicht, enz.....
Men kan zich voorstellen dat kolonel Everest tegen deze aantijgingen van
zijn ambtgenoot te velde trok, door er aan te herinneren, dat men eerst na
gemeen overleg eene beslissing genomen had, maar Murray kwam
tusschenbeiden en vroeg of men dat overigens geheel onnutte twisten niet