You are on page 1of 559

Martijn Molenaar

Master Black Belt

Green Belt Lean


Inhoud dagen

November 2022
Doel van de training

Aan het einde van de training is de Lean Green Belt:


• in staat om zelfstandig een Lean Green Belt project te draaien
• dit te doen binnen de Lean Managementfilosofie

Deze vaardigheden worden getoetst via:


• Een schriftelijk examen
• Een verbeterproject
Aanpak

Leerstof wordt afwisselend aangeboden:


• Sheets
• Verhalen
• Leergesprekken
• Spelletjes
• Eigen onderzoek
• Presentaties van medecursisten
• Filmpjes
• Boeken
• Artikelen
Alle behandelde onderwerpen behoren tot de leerstof
Inhoud dagen Green Belt LeanN

Dag 1: Dag 2:

•Toyota Kata • Basale statistiek


•DMAIC • Nulhypothese
•CTQ • Meetplan
•Normaalverdeling • ANOVA
•Variatie • T-Toets
•Cp, Cpk • Stakeholderanalyse
Inhoud dagen Green Belt LeanN

Dag 3: Dag 4:

•Chi-Kwadraattoets • Control Chart


•Regressie-analyse • Anscombe
•Pareto • VSM + Makigami
•14 management- • Theory of Contraints
principes • Jidoka
•SMED
Inhoud dagen Green Belt LeanN

Dag 5: Dag 6:

•Examentraining • Schriftelijk examen


•EPL
•Genchi Genbutsu
•A3
Martijn Molenaar
Master Black Belt

CTQ en DMAIC

November 2022
CTQ

• Critical to Quality
• Oftewel: wat is er in dit proces echt belangrijk voor de klant?
• Datgene wat er echt toe doet
• Meetbaar!

• Meest voorkomende CTQs in Green Belt projecten:


• Doorlooptijd
• Bewerkingstijd
• Fouten/foutpercentage

2
DMAIC

Define
Measure
Analyse
Improve
Control
DMAIC

• Bepaal je CTQs
Define
• Snap aan welk proces je begint
Measure • Vind een goede opdrachtgever/Champion

Analyse
Improve
Control
DMAIC

• Onderzoek huidige prestatie van je CTQ


Define
• Begrijp het gedrag in de tijd
Measure • Begrijp de prestatie t.o.v. de normen
• Creëer een 0-meting
Analyse
Improve
Control
DMAIC

• Onderzoek de invloedsfactoren (x’en) op je CTQ (y)


Define
• Bepaal ook het gewicht van de invloedsfactoren
Measure • Stel de vital few vast

Analyse
Improve
Control
DMAIC

• Verbeter je proces en meet dit af aan je CTQ


Define
• Experimenteer met verbeteringen
Measure • Voer alleen in als er een positief resultaat op de CTQ
plaats zal vinden

Analyse
Improve
Control
DMAIC

• Zorg dat de CTQ blijvend verbetert


Define
• Verbeteringen moeten goed geborgd zijn
Measure • Prestatie moet continu gemonitord blijven.

Analyse
Improve
Control
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Normaalverdeling

November 2022
Normale Verdeling
14

12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Ook wel Gausskromme genoemd.


Komt typisch voor bij metingen van continue data bijv. lengtes,
foutpercentages, bewerkingstijden, IQ van groepen mensen etc. 2
Normale Verdeling – assen (1)
14

Aantal Waarnemingen 12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Waarde van de Waarnemingen


3
Normale Verdeling – assen (2)
14

12
Komt 8 keer voor
10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

De waarneming ’10’
4
Eigenschappen Normale Verdeling

Waarneming die
Gemiddelde = Mediaan = Modus het meest
voorkomt

Middelste waarneming, als je


alle waarneming van klein naar
groot ordent

Symmetrie rondom het gemiddelde


50% van de waarnemingen is hoger dan het gemiddelde en 50% lager

5
Normale Verdeling – eigenschappen
14

12

10

4
50% 50%
2

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Gemiddelde (𝝁) = 𝟏𝟑
Standaarddeviatie

𝑁
1
Populatie 𝜎= ෍(𝑥𝑖 − 𝜇)2
𝑁
𝑖=1

𝑁
1
Steekproef 𝑠= ෍(𝑥𝑖 − 𝑥)ҧ 2
𝑁−1
𝑖=1

7
Standaarddeviatie

𝑁
1
Populatie 𝜎= ෍(𝑥𝑖 − 𝜇)2
𝑁
𝑖=1

𝑁
1
Steekproef 𝑠= ෍(𝑥𝑖 − 𝑥)ҧ 2
𝑁−1
𝑖=1

8
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld

Meting (i) Aantal fouten (𝑥𝑖 )


1 14
2 10
3 13
4 16
5 12

𝑁
1
𝑠= ෍(𝒙𝒊 − 𝑥)ҧ 2
𝑁−1
𝑖=1

9
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld

Meting (i) Aantal fouten (𝑥𝑖 ) Stap1:


1 14
Bereken gemiddelde (𝑥)ҧ
2 10
3 13
4 16
5 12

𝑁
1
𝑠= ෍(𝒙𝒊 − 𝑥)ҧ 2
𝑁−1
𝑖=1

10
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld

Meting (i) Aantal fouten (𝑥𝑖 ) Stap2:


1 14
Trek van elke waarneming (𝑥𝑖 )
2 10
3 13
het gemiddelde (𝑥)ҧ af
4 16
5 12

𝑥ҧ = 13
𝑁
1
𝑠= ഥ )2
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
𝑁−1
𝑖=1

11
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld

Meting (i) Aantal fouten (𝑥𝑖 ) (𝒙𝒊 − 𝒙ഥ) Stap 3:


1 14 1
ഥ)
Kwadrateer (𝒙𝒊 − 𝒙
2 10 -3
3 13 0
4 16 3
5 12 -1

𝑥ҧ = 13
𝑁
1
𝑠= ഥ )𝟐
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
𝑁−1
𝑖=1

12
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld
Meting Aantal fouten Stap 4:
(𝒙𝒊 − 𝒙 ഥ)𝟐
ഥ) (𝒙𝒊 − 𝒙
(i) (𝑥𝑖 )
1 14 1 1 Tel alle kwadraten op.
2 10 -3 9
3 13 0 0
4 16 3 9
5 12 -1 1

𝑥ҧ = 13
𝑁
1
𝑠= ഥ )𝟐
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
𝑁−1
𝑖=1

13
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld
Meting Aantal fouten Stap 5:
ഥ)𝟐
ഥ) (𝒙𝒊 − 𝒙
(𝒙𝒊 − 𝒙
(i) (𝑥𝑖 )
1 14 1 1 Deel de som door het aantal
2 10 3 9 waarnemingen min 1 (N-1)
3 13 0 0
4 16 3 9
5 12 1 1
Som: 20

𝑵
1
𝑠= ഥ )𝟐
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
𝑁−1
𝒊=𝟏

14
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld
Meting Aantal fouten Stap 6:
ഥ)𝟐
ഥ) (𝒙𝒊 − 𝒙
(𝒙𝒊 − 𝒙
(i) (𝑥𝑖 )
1 14 1 1 Neem de wortel uit die
2 10 3 9 uitkomst
3 13 0 0
4 16 3 9
5 12 1 1
Som: 20

𝑵
𝟏
20 20 𝑠= ഥ )𝟐
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
= =5 𝑵−𝟏
5−1 4 𝒊=𝟏

15
Standaarddeviatie - rekenvoorbeeld
Meting Aantal fouten
ഥ)𝟐
ഥ) (𝒙𝒊 − 𝒙
(𝒙𝒊 − 𝒙
(i) (𝑥𝑖 )
1 14 1 1
2
3
10
13
3
0
9
0
𝑠= 5 = 2,24
4 16 3 9
5 12 1 1
Som: 20

𝑵
𝟏
20 20 𝑠= ഥ )𝟐
෍(𝒙𝒊 − 𝒙
= =5 𝑵−𝟏
5−1 4 𝒊=𝟏

16
Standaarddeviatie in Excel

= STDEV.S([selecteer hier alle waarnemingen])

Dus bijvoorbeeld:

= STDEV.S(B2:B6)

17
Standaardafwijking
14

12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
𝝁 − 𝟑𝝈 𝝁 − 𝟐𝝈 𝝁−𝝈 𝝁 𝝁+𝝈 𝝁 + 𝟐𝝈 𝝁 + 𝟑𝝈

Standaarddeviatie (𝝈) = 𝟑
Standaardafwijking
14

12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
𝝁−𝝈 𝝁 𝝁+𝝈

68%
Standaardafwijking
14

12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
𝝁 − 𝟐𝝈 𝝁 𝝁 + 𝟐𝝈

95%
Standaardafwijking
14

12

10

0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
𝝁 − 𝟑𝝈 𝝁 𝝁 + 𝟑𝝈

99,74%
Strookjesknippen

Martijn Molenaar
December 2019
Rollen en benodigdheden

3 rollen:
• Knipper
• Rol kassa-bonpapier
• Schaar
• Meter
• Liniaal
• Pen of potlood
• Kwaliteitsmedewerker
• PC
• Excelbestand

2
Eisen

Strookjes zijn 10 cm lang


Marge: 3% (naar boven en naar beneden)
• Dus: 9,7 cm t/m 10,3 cm

Werk exact volgens de procedure

Knippen gebeurt uit de losse pols, met alleen je handen als maatstaf.
• Geen linealen
• Geen Markeringen
• Geen hulpmiddelen, alleen je handen als maatstaf!

3
Procedure:
1. De knipper knipt 5 strookjes af en geeft elk van die 5
strookjes direct door aan de meter
2. De meter meet elk strookje en schrijf op elk strookje de
lengte in centimeters op 1 decimaal nauwkeurig.
Rechtsboven schrijft de meter het batchnummer en het
volgnummer binnen die batch: 2-4
9,8

Voorbeeld: dit is het 4e strookje uit de 2e batch en is 9,8 cm lang


3. De kwaliteitsmedewerker voert de gegevens in en
communiceert de cijfers terug aan de knipper
4. Ga nu pas weer door naar stap 1.

Herhaal deze stappen totdat er 8 batches gereed zijn! 4


Maak histogram

5
Maak histogram

1. Bepaal de range van de waarnemingen door


de hoogste en de laagste van elkaar af te
trekken
2. Bepaal de klassenbreedte:
Deel de range door 𝑁 (de wortel van het
aantal waarnemingen)
3. Kies een handige indeling, zodat alle
waarnemingen in een klasse vallen.
4. Maak hier een histogram van
Klassenbreedte is hier 5
6
Capabiliteitsanalyse
In hoeverre voldoet het proces aan de eisen
die we eraan gesteld hebben?

Die eisen noemen we specificaties:


• Upper Specification Limit: USL
• Wat is de maximaal toegestane prestatie van y
?

• Lower Specification Limit: LSL


• Wat is de minimaal toegestane prestatie van y
?

7
Capabiliteitsanalyse

In het geval van het strookjesknippen:


• USL = 10,3 cm
• LSL = 9,7 cm

De tolerantiebreedte (T) bereken we als volgt:

T = USL – LSL (= 0,6 cm)

8
Capabiliteitsanalyse

𝐶𝑝 geeft aan in hoeverre het proces kan passen


tussen de tolerantiegrenzen:

𝑇
𝐶𝑝 =
6𝜎

9
Capabiliteitsanalyse
Voorbeeld:
𝑇 0,8
𝐶𝑝 = = = 1,33
6𝜎 6 ∗ 0,1
T

6𝜎
LSL USL
10
Capabiliteitsanalyse

Interpretaties:

𝐶𝑝 = 0,5 → Proces is tweemaal zo breed als de tolerantie.

𝐶𝑝 = 1 → Proces is even breed als de tolerantie.

𝐶𝑝 = 2 → Proces past tweemaal binnen tolerantiebreedte.

11
Capabiliteitsanalyse

Grafische interpretatie:
𝐶𝑝 = 0,5
T

6𝜎
LSL USL
12
Capabiliteitsanalyse

Grafische interpretatie:
𝐶𝑝 = 1,0
T

6𝜎
LSL USL
13
Capabiliteitsanalyse

Grafische interpretatie:
𝐶𝑝 = 2,0
T

6𝜎
LSL USL
14
Capabiliteitsanalyse
Dan heb je ook nog:

𝐶𝑝𝑘 = min(𝐶𝑝𝑘𝑙, 𝐶𝑝𝑘𝑢 )


Met:
𝜇 − 𝐿𝑆𝐿
𝐶𝑝𝑘𝑙 =
3𝜎
𝑈𝑆𝐿 − 𝜇
𝐶𝑝𝑘𝑢 =
3𝜎 15
Capabiliteitsanalyse

𝐶𝑝𝑘 geeft aan hoe het proces ligt ten


opzichte van de tolerantiegrenzen.

Zowel de locatie als de breedte van


het proces worden hierin
meegenomen.

16
Martijn Molenaar

Toyota Kata
Master Black Belt

Verdieping Lean
Toyota Kata

Mei 2022
Projecten en
Workshops
≠=
𝐶𝑜𝑛𝑡𝑖𝑛𝑢 𝑣𝑒𝑟𝑏𝑒𝑡𝑒𝑟𝑒𝑛
Projecten en
Normale staat van het proces
Workshops
is niet verbeteren


𝐶𝑜𝑛𝑡𝑖𝑛𝑢 𝑣𝑒𝑟𝑏𝑒𝑡𝑒𝑟𝑒𝑛
Normale staat van het proces
is altijd verbeteren
Wat is een kata?
Onbewust Bewust
Denken Denken
Verbeterkata
De verbeterpraktijk
Situatie nu
Wat staat hier?

WI L ZJ IN FCHT QNTZFTTEND SI IM
Wat staat hier?

WI L ZJ IN FCHT QNTZFTTEND SI IM
Wat zien we hier?
Wat zien we hier?

Filmpje: Failed Challenge


Kennisgrens
Laaghangend fruit
Dit LIJKT mij wel een goede richting
Verbeterkata
1. Begrijp de richting

True North:

 0 fouten
 100% waarde toevoeging
 seriegrootte 1
 op klantvraag
 op volgorde
1. Begrijp de richting
2. Begrijp de huidige toestand
3. Vastleggen Doeltoestand
Verbeterkata
Opdracht: Probeer elkaar te helpen

1. Bespreek in tweetallen wat de betekenis van de True North voor


de eigen organisatie is

2. Probeer een antwoord te vinden op deze vraag:


Aan welke uitdaging werk je op dit moment?

(Misschien op verschillende niveaus: organisatie, afdeling, team, individu)


15minuten
Coachingskata

Vijf Coachingsvragen Toyota Kata

1. Wat is de doeltoestand?
2. Wat is de actuele toestand?
3. Welke obstakels denk je dat je
verhinderen om de doeltoestand te bereiken?
Met welke éne ben je nu bezig?
4.Wat is je volgende stap?
Wat verwacht je?
5.Hoe snel kunnen we gaan kijken wat we
hebben geleerd van het zetten van deze
stap?
Coachingskata

1.Wat is de doeltoestand?
Coachingskata

2.Wat is de actuele toestand?

1)Wat was je plan voor je laatste stap?


2)Wat was je verwachting?
3)Wat gebeurde er werkelijk?
4)Wat heb je geleerd?
Coachingskata

3.Welke obstakels denk je dat je


verhinderen om de doeltoestand te
bereiken?

Met welke éne ben je nu bezig?


Coachingskata

3.Welke obstakels denk je dat je


verhinderen om de doeltoestand te
bereiken?

Met welke éne ben je nu bezig?


Coachingskata

4.Wat is je volgende stap?

Wat verwacht je?


Coachingskata

5.Hoe snel kunnen we gaan kijken


wat we hebben geleerd van het
zetten van deze stap?
Coachingskata

5.Hoe snel kunnen we gaan kijken


wat we hebben geleerd van het
zetten van deze stap?
Martijn Molenaar
Master Black Belt

ANOVA

December 2022
Achtergrond

ANOVA is de manier vast te stellen of een:

• Categorische X invloed heeft op


• Waarbij X bestaat uit minimaal 3 verschillende categorieën
• NB: heb je slechts 2 categorieën, dan gebruik je een T-toets

• Een Continue Y
Visueel
Y

Continu /
Categorisch
Numeriek

X X

Continu/ Continu/
Categorisch Categorisch
Numeriek Numeriek

Aantal Aantal
Logistische
Chi-Kwadraat categorieën categorieën Regressie
regressie
=2 >2

T-toets ANOVA 3
Voorbeeld

Er zijn drie typen aanvraag:


• A: Vergunningen
• B: Verlengingen
• C: Ontheffingen

Nu willen we weten of de bewerkingstijd afhankelijk is van het


type aanvraag.

Voor dit vraagstuk gebruiken we een ANOVA

4
Hypotheses

De nulhypothese is dat er gemiddeld geen significant verschil is tussen de groepen,


dus:

𝐻 : 𝜇 =𝜇 =𝜇

En

𝐻 : Minimaal één van de gemiddelden wijkt significant af van de anderen

5
Voorbeelddata
De gemeten bewerkingstijden per aanvraag zijn:

6
Analyse

Klik op Gegevens en vervolgens


op Gegevensanalyse
7
Analyse

Dubbelklik op Unifactoriële variantie-analyse


8
Analyse

Selecteer via deze knop de volledige tabel


9
Analyse

In dit geval staat de data per categorie in kolommen:


selecteer Kolom 10
Analyse

In dit geval staat naam van de categorie in de eerste kolom:


selecteer Labels in de eerste rij 11
Analyse

Vul bij Alfa 0,05 in 12


Analyse

Selecteer hier de cel waar de output moet komen en


13
druk op OK
Output ANOVA

Vergelijk de waarde onder F met de Kritische gebied van F-toets


Als F groter dan het Kritische gebied
 dan zal de P-waarde kleiner zijn dan 0,05
 dan verwerp je H0
en is er dus een significant verschil tussen de groepen

14
Output

Selecteer hier de cel waar de output moet


15
komen en druk op OK
Conclusie

De gemiddelden van A, B en C zijn niet allemaal gelijk aan


elkaar.

16
Oefening

De rekentoets!
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Meetplan

December 2022
Meet een kopje thee
Waarom Meetplan?

Nadat je hebt vastgesteld wat je wil weten, moet je bepalen hoe je gaat meten.
Een goed meetplan zorgt dat je metingen:
• Herleidbaar zijn
• Begrijpelijk zijn
• Herhaalbaar zijn
• Betrouwbaar zijn
Let op: Meten is zowel zelf meten, als data uit systemen halen! (dat laatste doe je
alleen als je je data helemaal kan vertrouwen).

3
Meetplan

Een meetplan bestaat uit:


• Basis meetplan
• Een Excelbestand waar je data kan verzamelen
• Meetformulieren

4
Basis meetplan

Eenheid Hoe wordt de


Steek-
(per wat? per taak? Wie verzamelt de data
CTQ Meetprocedure Proef- Wanneer?
per aanvraag? per data? geanalyseerd/
grootte
uur? per dag?) weergegeven?

Travelsheets op Elk 10de dossier,


Bewerkingstijd dossier 3 x 30 Medewerker Via Minitab
dossier max. 6 per dag

Travelsheets op Elk 10de dossier,


Wachttijd dossier 3 x 30 Medewerker Via Minitab
dossier max. 6 per dag

5
Meetformulieren
Turflijst
Checksheet

Kenmerk: type fouten in de kaarten

Meetperiode: week 43
Gemeten door: Jan de Wit
Type fout Aantal keer gevonden Totaal

Niet op de lijn ||||| || 7


Kaart gekreukt ||||| | 6
Verkeerde kleur ||| 3
Te laat ||||| ||||| ||||| ||||| ||||| 25
7
Data-verzamelbestand
WT Ophalen
Oud of Dat. Dat. Lopende Andere BT Brief maken Afhandelen BT brief aanmaken
Meting Functionaris in opdracht
nieuw Verwerkt Ontv. ZW? uitkering? ophalen + printen Lola en afh. LOLA
voorr. uit Lola

1 oud Ingrid 16-nov 7-nov 8 09:00 nee nee 2 09:02 09:05 3


niet
2 oud Ljiljana 16-nov 7-nov 8 09:28 ja 4 09:32 09:46 14
opgezocht
3 oud Cynthia 16-nov 7-nov 8 10:02 ja nee 2 10:04 10:10 6

4 oud Ingrid 16-nov 7-nov 8 10:30 nee nee 4 10:34 10:38 4

5 oud Ljiljana 16-nov 7-nov 8 10:56 Nee nee 3 10:59 11:03 4

6 oud Cynthia 16-nov 7-nov 8 11:33 * * 1 11:34 11:38 4


niet
7 oud Ingrid 16-nov 8-nov 7 13:01 ja 2 13:03 13:08 5
opgezocht
8 oud Ljiljana 16-nov 8-nov 7 13:27 ja nee 7 13:34 13:40 6

9 oud Cynthia 16-nov 8-nov 7 14:00 nee nee 4 14:04 14:06 2

10 oud Ingrid 16-nov 8-nov 7 14:32 ja * 2 14:34 14:37 3

11 oud Cynthia 19-nov 8-nov 8 09:02 * * 2 09:04 09:06 2


Meetformulieren
Travel Sheet
Test meetplan!

Ervaring leert dat een meetplan nooit in één keer goed is.
Test het dus op kleine schaal in de praktijk, voordat je je officiële meting start.

9
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Steekproeven en
datatypen

December 2022
Steekproef vs Populatie

2
Steekproef vs Populatie

De steekproef moet
gedrag populatie
voorspellen

3
Steekproef
Een goede steekproef is:

(1) Representatief
• Geeft een zelfde soort verhoudingen weer als binnen de
populatie
• Bijv. Populatie bestaat voor 80% uit vrouwen en 20% man, dan moet die
verhouding er in de steekproef ook ongeveer zijn
• Aselect getrokken
• Van te voren is niet bekend welke gevallen er wel en niet worden
meegenomen in de steekproef
• Gebruik hiervoor een vast patroon of statistische software
• Groot genoeg is
• De juiste steekproefgrootte kan berekend worden

4
Steekproef
(2) Gebruikt een goed meetinstrument dat:

1. Betrouwbaar is
 Je meet elke keer hetzelfde
2. Valide is
 Je meet wat je wilt meten

5
Twee soorten Data

Twee soorten data:


• Continue/Variabele data
• Eenheden waar je mee kan rekenen, bijv.:
• Tijd
• Afstand
• Gewicht
• Categorische data
• Indeling in categorieën die elkaar wederzijds uitsluiten, bijv.:
• Afdeling
• Soort fout
• Geslacht

6
Categorische data

Categorische data zie je overal:


• Kledingmaten (S, M, L, XL)
• Bestelling bij JustEat ‘op tijd’ of ‘te laat’
• Afdelingen (Financiën, Marketing, Receptie, etc.)
• Werknemers (Hans, Lotte, Job, etc.)
• Merk Scanner (Xerox, Kodak, etc.)
• Geslacht (man, vrouw)
Het zijn vaak ondersteunende variabelen voor je CTQ.

Measure 7
Categorische data

Bron: http://statsthewayilikeit.com/
Continue data

CTQs worden vaak gemeten met continue data, bijv.:

• Doorlooptijd
• Bewerkingstijd
• Wachttijd
• Foutpercentages

9
Continue data

Ook invloedsfactoren kunnen een continu karakter hebben, bijv.:

• Ervaring (gemeten in jaren)


• Afstand
• Kostprijs
• Lengte

10
Steekproefgrootte

Bij categorische data is de benodigde steekproefgrootte een stuk groter


dan bij continue data.
Er zijn formules om de steekproefgrootte te berekenen  valt buiten
dit curriculum

Vuistregel:
• Continue data: steekproefgrootte is minimaal 30

11
Martijn Molenaar
Master Black Belt

T-toets

December 2022
Achtergrond
De t-toets (of t-test) is een manier om vast te stellen of er een verschil
is in gemiddelde tussen twee groepen.

De Y is een continue variabele


De X is een categorische variabele

De t-toets lijkt op de ANOVA. Het verschil:


• T-toets is voor het vergelijken van 2 groepen
• ANOVA voor het vergelijken van meer dan 2 groepen

2
Visueel
Y

Continu /
Categorisch
Numeriek

X X

Continu/ Continu/
Categorisch Categorisch
Numeriek Numeriek

Aantal Aantal
Logistische
Chi-Kwadraat categorieën categorieën Regressie
regressie
=2 >2

T-toets ANOVA 3
Hypotheses

De nulhypothese bij een t-toets luidt:

𝐻0 : 𝜇𝐴 = 𝜇𝐵

De alternatieve hypothese is:

𝐻𝐴 : 𝜇𝐴 ≠ 𝜇𝐵

4
Type t-toetsen
Er zijn 3 type T-toetsen:

1. Independent samples t-test


• Vergelijkt twee groepen met elkaar
2. Paired samples t-test
• Vergelijkt één groep op twee momenten
• Bijv.: aantal fouten februari 2014 met februari 2015
3. One sample t-test
• één groep toetsen tegen een bekend gemiddelde

5
1. Independent samples t-test

Vergelijkt twee groepen met elkaar

Voorbeeld: twee team in een pub quiz houden elke week bij hoeveel vragen zij
goed hadden. Na tien weken willen zij weten of er een significant verschil is
tussen team A en team B.

6
1. Independent samples t-test

Team A Team B
14 18
16 11
15 14
17 17
16 16
15 13
12 15
11 14
14 17
15 15

7
1. Independent samples t-test

1. Klik op GEGEVENS
2. Klik op Gegevensanalyse

8
1. Independent samples t-test

3. Klik op T-toets: twee steekproeven met


ongelijke varianties en daarna op OK
9
1. Independent samples t-test

4. Selecteer team A met alle gegevens


5. Selecteer team B met alle gegevens

6. Geef aan dat er labels/titels boven de


gegevens staan
7. Kies de Alfa/het significantieniveau:
standaard 0,05

6. Schat het verschil tussen beide groepen:


standaard 0

7. Selecteer een handige cel voor de


uitkomsten (naast de tabel die je analyseert)

8. Druk ok OK 10
1. Independent samples t-test
1. Independent samples t-test

NB: Als er een negatief getal (-)


staat, dan moet je deze als positief
beschouwen in de verdere analyse

 Als T-statische gegevens, groter is dan het Kritiek gebied van de T-toets:
tweezijdig, dan verwerp je de 0-hypothese, dus is er wel een verschil.
 Je kan ook kijken naar de waarde P (T<=t) tweezijdig: als deze kleiner is dan
0,05, dan verwerp je de 0-hypothese, dus is er wel een verschil.
 Beide methoden geven dezelfde uitkomst: nl. dat er in dit geval GEEN verschil
is tussen de twee teams.
2. Paired samples t-test
Werkt hetzelfde als de Independent samples t-test. Alleen
selecteer je bij 3:

3. Klik op T-toets: twee gepaarde steekproeven


voor gemiddelden

 Deze test gebruik je als je dezelfde groep op twee


verschillende tijdstippen toetst.
3. One sample t-test
Werkt hetzelfde als de Independent samples t-test.
Je hebt alleen slechts één dataset van een te toetsen groep en
een gemiddelde.

Bijvoorbeeld:
• je wil weten of de gemiddelde inhoud van een flesje bier gelijk is
aan 0,33 liter.
• Je neemt een steekproef van 30 flesjes en meet in inhoud van die
flesjes.

14
3. One sample t-test
Metingen Colaflesjes: Toetsen tegen een
0,318 0,325
gemiddelde van:
0,345 0,320
0,314 0,313 0,33 liter
0,315 0,305
0,338 0,312
0,319 0,339
0,335 0,315
0,311 0,323
0,353 0,332
0,339 0,322
0,320 0,329
0,346 0,344
0,316 0,313
0,305 0,319
0,319 0,330
15
3. One sample t-test
0,318 0,33
0,345 0,33
0,314
0,315
0,33
0,33
Stappenplan:
0,338 0,33
0,319 0,33
0,335
0,311
0,33
0,33
1. Zet alle waarnemingen in één kolom
0,353
0,339
0,33
0,33 2. Zet in de kolom daarnaast in elke cel
0,320 0,33
0,346 0,33 het te toetsen gemiddelde
0,316 0,33
0,305 0,33 3. Volg daarna de stappen van de
0,319 0,33
0,325 0,33 Independent Samples t-test.
0,320 0,33
0,313 0,33
0,305 0,33
0,312 0,33
0,339 0,33
0,315 0,33
0,323 0,33
0,332 0,33
0,322 0,33
0,329 0,33
0,344 0,33
0,313 0,33
0,319 0,33
0,330 0,33 16
Martijn Molenaar
Master Black Belt

14 managementprincipes

December 2022
The Toyota Way (2007)
14 managementprincipes
Filosofie

1. Baseer management beslissingen op een lange termijn strategie, zelfs


wanneer dat ten koste gaat van korte termijn (financiële) doelstellingen.
14 managementprincipes
Proces (1)
2. Creëer een onbelemmerde doorstroming (flow) om de problemen aan de oppervlakte te
krijgen.

3. Gebruik een ‘pull’ systeem om overproductie te vermijden.

4. Balanceer de werklast, creëer een gelijkmatige werkritme (heijunka).

5. Creëer een cultuur van ‘line stop’ en structureel oplossen van de problemen om het
systeem steeds betrouwbaarder te krijgen.
14 managementprincipes
Proces (2)

6. Gestandaardiseerde taken zijn de basis voor continue verbetering door iedere


werknemer op eigen initiatief.

7. Gebruik visuele systemen om problemen zichtbaar te maken en te houden.

8. Gebruik alleen betrouwbare, uitvoerig geteste technologie ter ondersteuning van mens
en proces.
14 managementprincipes
Mensen

9. Ontwikkel leiders die het werk volledig begrijpen en doorgronden, de cultuur leven en
anderen onderwijzen en inspireren.

10. Ontwikkel excellente mensen en teams die de organisatiedoelen onderschrijven, daag


ze uit en ondersteun ze.

11. Respecteer het uitgebreide netwerk van partners en leveranciers door hen uit te dagen
en te ondersteunen.
14 managementprincipes
Problemen oplossen

12. Ga zelf kijken en doorgrond de situatie (genchi genbutsu).

13. Besluit langzaam op basis van consensus, overweeg alle opties, implementeer snel.

14. Word een lerende organisatie door onverbiddelijke reflectie (hansei) en continue
verbetering (kaizen).
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Chi-kwadraattoets

December 2022
Achtergrond
De Chi-Kwadraattoets is de manier vast te stellen
of:
• Twee categorische variabelen invloed hebben op
elkaar.

Categorische data zijn:


• Onderling onderscheidend
en
• Elkaar uitsluitend

2
Visueel
Y

Continu /
Categorisch
Numeriek

X X

Continu/ Continu/
Categorisch Categorisch
Numeriek Numeriek

Aantal Aantal
Logistische
Chi-Kwadraat regressie
categorieën categorieën Regressie
=2 >2

T-toets ANOVA 3
Voorbeeld
Je wil graag weten of iemands geslacht van invloed is op
de voorkeur voor een televisieprogramma
Er is onderzoek gedaan onder 106 mannen en 143
vrouwen
De respondenten moesten uit de volgende vier
programma’s kiezen wat hun favoriet was:
• Het NOS 8-uur Journaal
• Boer Zoekt Vrouw
• De Wereld Draait Door
• Studio Sport Eredivisie
4
Data

Studio
Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 28 11 22 42 103
Vrouw 38 57 38 15 148
Totaal 66 68 60 57 251

5
Hypotheses

De nulhypothese is

𝐻 : Iemands geslacht is niet van invloed op de voorkeur voor een


bepaald programma

En de alternatieve hypothese is:

𝐻 : Iemands geslacht is wel van invloed op de voorkeur voor een


bepaald programma
6
De test
1
Stap 1: Reken de verwachte waarde (V) uit
van elke cel:

𝑇𝑅 ∗ 𝑇𝐾
𝑉=
𝑁

• TR : Totaal van de rij


• TK : Totaal van de kolom
• N : Totaal aantal waarnemingen
7
De test
2
Stap 2: Reken de χ uit:

(𝑊 − 𝑉)
χ =
𝑉

• W: de werkelijke waarde van een cel


• V : de verwachte waarde van een cel
• ∑ : Som

8
De test
3
Stap 3: bereken het aantal
‘vrijheidsgraden’ (df):

𝑑𝑓 = 𝑟 − 1 ∗ 𝑘 − 1

• r : aantal rijen
• k : aantal kolommen

9
De test
4
Stap 4a: Bepaal je betrouwbaarheidsniveau (𝛼).
• Wij doen dat standaard op 95%

Stap 4b: zoek in de tabel de kritieke waarde op van χ


• Kijk in de kolom van χ.
• Dit is een betrouwbaarheidsniveau van 95%:
• 1 – 0,95 = 0,05

Stap 4c: Als de χ groter is dan de kritieke waarde, verwerp je


de nulhypothese

10
Voorbeeld uitgewerkt:
1
Werkelijke waarden:
Studio
W Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 28 11 22 42 103
Vrouw 38 57 38 15 148
Totaal 66 68 60 57 251

Studio
V Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 103
Vrouw 148
Totaal 66 68 60 57 251 11
Voorbeeld uitgewerkt:
1
Reken de verwachte waarden (V) uit.

𝑇𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑅𝑖𝑗 ∗ 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑘𝑜𝑙𝑜𝑚


𝑉=
𝑇𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑛𝑒𝑚𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛

Studio
V Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 27,1 103
Vrouw 148
Totaal 66 68 60 57 251 12
Voorbeeld uitgewerkt:

Studio
W Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 28 11 22 42 103
Vrouw 38 57 38 15 148
Totaal 66 68 60 57 251

Studio
V Journaal BZV DWDD Totaal
Sport
Man 27,1 27,9 24,6 23,4 103
Vrouw 38,9 40,1 35,4 33,6 148
Totaal 66 68 60 57 251 13
Voorbeeld uitgewerkt:
2 W Journaal BZV DWDD Studio Sport Totaal
Man 28 11 22 42 103
Vrouw 38 57 38 15 148

Totaal 66 68 60 57 251

𝝌𝟐 Journaal BZV DWDD Studio Sport


(𝑊 − 𝑉)
Man 0,031 χ =
𝑉
Vrouw

V Journaal BZV DWDD Studio Sport Totaal


Man 27,1 27,9 24,6 23,4 103
Vrouw 38,9 40,1 35,4 33,6 148
14
Totaal 66 68 60 57 251
Voorbeeld uitgewerkt:

𝝌𝟐 Journaal BZV DWDD Studio Sport


(𝑊 − 𝑉)
Man 0,031 10,241 0,279 14,806 χ =
𝑉
Vrouw 0,022 7,127 0,194 10,304

Als je alle cellen bij elkaar optelt krijg je:

𝟐
𝝌 = 43,003
Voorbeeld uitgewerkt:
3

Aantal kolommen (k) = 4

𝝌𝟐 Journaal BZV DWDD Studio Sport


Aantal rijen Man 0,031 10,241 0,279 14,806

(r) = 2 Vrouw 0,022 7,127 0,194 10,304

𝑑𝑓 = 𝑟 − 1 ∗ 𝑘 − 1 = 2 − 1 ∗ 4 − 1 = 3

𝒅𝒇 = 𝟑
Voorbeeld uitgewerkt:
4

𝒅𝒇 = 𝟑

𝑲𝑾 = 7,815
Voorbeeld uitgewerkt:

𝒅𝒇 = 𝟑

𝝌𝟐 = 43,003 18
Voorbeeld uitgewerkt:

𝑲𝑾 = 7,815 𝝌𝟐 = 43,003

𝝌𝟐 > 𝑲𝑾
Dus H0 wordt verworpen
Dus iemands geslacht is wel van
invloed op de voorkeur voor een
bepaald programma 19
Pareto Diagram

Martijn Molenaar
Master Black Belt
Maart 2021
Achtergrond

Vilfredo Pareto (1848 – 1923) kwam erachter dat


80% van het land in Italië in handen was van 20%
van de populatie.

Later heeft Joseph Juran (1904 – 2008)


geformuleerd dat in het algemeen 20% (the vital
few) van de oorzaken verantwoordelijk is voor
80% van de problemen.

2
Waarom relevant?

Door het wegnemen wat een relatief klein aantal (vuistregel: 20%) van de
oorzaken van een probleem, is deze voor een groot deel (80%) opgelost.
Voorkomt dat er te veel tijd wordt besteed aan relatief kleine verbeteringen

3
Voorbeeld: IJsjes

Een ijsverkoper heeft bijgehouden hoeveel ijsjes van welke smaak hij heeft
verkocht.
Maak een Pareto-diagram van deze gegevens:
Verkochte smaak Aantal
Framboos 6
Mokka 2
Vanille 57
Kersen 13
Banaan 7
Malaga 3
Chocolade 36
Mint 1
Aarbei 42
Pistache 4
4
Stap 1: Sorteer van groot naar klein

Verkochte smaak Aantal


Vanille 57
Aardbei 42
Chocolade 36
Kersen 13
Banaan 7
Framboos 6
Pistache 4
Malaga 3
Mokka 2
Mint 1
TOTAAL 171

5
Stap 2: Bereken de percentages

Verkochte
smaak Aantal Percentage
Vanille 57 33,3%
Aardbei 42 24,6%
Chocolade 36 21,1%
Kersen 13 7,6%
Banaan 7 4,1%
Framboos 6 3,5%
Pistache 4 2,3%
Malaga 3 1,8%
Mokka 2 1,2%
Mint 1 0,6%
TOTAAL 171 100,0%

6
Stap 3: Bereken de cumulatieve percentages

Voorbeeld:
De bovenste 3 categorieën (Vanille, Aardbei en
Chocolade) vormen samen 78,9% van alle verkochte
Verkochte Cumulatief smaken:
smaak Aantal Percentage percentage
Vanille 57 33,3% 33,3% 33,3% + 24,6% + 21,1%
Aardbei 42 24,6% 57,9% =
Chocolade 36 21,1% 78,9% 78,9%
Kersen 13 7,6% 86,5%
Banaan 7 4,1% 90,6%
Framboos 6 3,5% 94,2%
Pistache 4 2,3% 96,5%
Malaga 3 1,8% 98,2%
Mokka 2 1,2% 99,4%
Mint 1 0,6% 100,0%
TOTAAL 171 100,0% 100,0%
Grafiek maken

(a)
(b)
(c)

2. Klik op (a) Invoegen 


(b) Combinatie  (c)
Gegroepeerde kolom
– lijn op secundaire
8 as
1. Selecteer de hele tabel
Grafiek maken

4. Pas Maximum aan naar 1,0

1.3.Selecteer
Dubbelklikde
op hele
de secundaire
tabel as
Grafiek maken

4. Pas Maximum aan naar 1,0

5. Klink onder ONTWERPEN op


Gegevens selecteren
1.3.Selecteer
Dubbelklik op hele
de de secundaire
tabel as
Grafiek maken

6 Vink Percentage uit en druk op OK


Grafiek

Pareto IJsjes
60 100,0%

90,0%

50
80,0%

70,0%
40

60,0%

30 50,0%

40,0%

20
30,0%

20,0%
10

10,0%

0 0,0%
Vanille Aardbei Chocolade Kersen Banaan Framboos Pistache Malaga Mokka Mint

Aantal Cumulatief percentage

12
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Regressie-analyse

December 2022
Download Dataset

https://bit.ly/greenBD2
Visueel
Y

Continu /
Categorisch
Numeriek

X X

Continu/ Continu/
Categorisch Categorisch
Numeriek Numeriek

Aantal Aantal
Logistische
Chi-Kwadraat
regressie
categorieën categorieën Regressie
=2 >2

T-toets ANOVA 3
Correlatie

Correlatie:
is een maat voor samenhang tussen 2 continue variabelen
veronderstelt een lineair verband
wordt aangegeven met de letter r
varieert in waarde tussen -1 en 1

4
Correlatie - visueel
Perfect positief Sterk positief Zwak positief Geen correlatie

Geen correlatie Zwak negatief Sterk negatief Perfect negatief

5
Voorbeeld - correlatie
Werkeloosheids- Werkeloosheids-
Jaar percentage percentage
Mannen vrouwen
1 2,9 4,0
2 6,7 7,4
3 4,9 5,0
4 7,9 7,2
5
6
9,8
6,9
7,9
6,1
Is er
7
8
6,1
6,2
6,0
5,8
correlatie?
9 6,0 5,2
10 5,1 4,2
11 4,7 4,0
12 4,4 4,4
13 5,8 5,2 6
Voorbeeld - correlatie

=correlatie(B7:B19;C7:C19)

7
Voorbeeld - correlatie

Correlatie blijkt 0,91, dus sterk positief.

Kunnen we hier ook een voorspellend


model van maken en zo ja, hoe
voorspellend is het?

8
Regressie-analyse
Stap 1: maak een ‘Scatterplot’

Stap 1a:
Selecteer de data
Let op:
De linker kolom is altijd je X
(de onafhankelijke variabele)
en de rechter kolom altijd de
Y (de afhankelijke variabele /
CTQ). 9
Regressie-analyse
Stap 1: maak een ‘Scatterplot’

9,0
Stap 1b:
8,0 Druk op in het tabblad
7,0 Invoegen
6,0
Let op:
Werkel.% VROUWEN

5,0

4,0
Zorg dat je de x-as en de y-as de
3,0
juiste namen geeft (bijv. die je ook
2,0
in de tabel gebruikt)
1,0

0,0
0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0
Werkel.% MANNEN

10
Regressie-analyse
Stap 2: voeg een trendlijn toe

Stap 2a: klik op een van de punten in de grafiek, Stap 2b: Vink bij de opties voor
zodat ze allemaal geselecteerd zijn. Trendlijn de Vergelijking in grafiek
Klik vervolgens op de rechter muisknop en kies weergeven en de R-kwadraat in
Trendlijn toevoegen… grafiek weergeven aan 11
Regressie-analyse
Stap 3: Analyseer de formule

Je ziet in de grafiek de volgende gegevens verschijnen:

y = 0,6945x + 1,4341
R² = 0,8213

Eerst gaan de de formule ‘herschrijven’. In stap 1 heb je bepaald welke


variabele y is en welke x. Daarnaast maken we de afspraak dat we
afronden op 2 decimalen. Hieruit volgt:

[W% VROUW] = 0,69*[W% MAN] + 1,43


12
Regressie-analyse

Stap 3: Analyseer de R²

In dit geval:

R² = 0,8213

Wat hier staat is dat het model de Y (CTQ) voor 82% verklaart. De overige
18% komt door andere bronnen van variatie. Dit lijkt een heel sterk model,
maar we moeten nog één stap zetten:

13
Regressie-analyse

Stap 4: Analyseer de residuen


Werkeloosheidsperc Werkeloosheidsperc Voorspeld WP
Stap 4a: Bereken voor elke x de Jaar entage Mannen entage vrouwen VROUW
1 2,9 4,0 3,45
voorstelde waarden van y op basis 2 6,7 7,4 6,09
3 4,9 5,0 4,84
van de formule. 4 7,9 7,2 6,92
5 9,8 7,9 8,24
Maak een nieuwe kolom met 6 6,9 6,1 6,23
7 6,1 6,0 5,67
Voorspeld Y en gebruik in de geval 8 6,2 5,8 5,74
9 6,0 5,2 5,60
deze formule: 10 5,1 4,2 4,98
11 4,7 4,0 4,70
=0,6945*B2+1,4341 12 4,4 4,4 4,49
13 5,8 5,2 5,46

14
Regressie-analyse
Stap 4b: Bereken de verschillen (residuen) tussen de werkelijke
waarde van y en de op basis van het model voorspelde waarde
van y.
Werkeloosheidspe Werkeloosheidspe Voorspeld WP
Jaar Residuen
rcentage Mannen rcentage vrouwen VROUW
1 2,9 4,0 3,45 0,6
2 6,7 7,4 6,09 1,3
3 4,9 5,0 4,84 0,2
4 7,9 7,2 6,92 0,3
5 9,8 7,9 8,24 -0,3
6 6,9 6,1 6,23 -0,1
7 6,1 6,0 5,67 0,3
8 6,2 5,8 5,74 0,1
9 6,0 5,2 5,60 -0,4
10 5,1 4,2 4,98 -0,8
11 4,7 4,0 4,70 -0,7
12 4,4 4,4 4,49 -0,1
13 5,8 5,2 5,46 -0,3

15
Regressie-analyse
Stap 4c: Zet de residuen uit tegen de onafhankelijke variabele (X)
in een Scatterplot. 1,5

0,5

0
0 2 4 6 8 10 12

-0,5

-1

Check of je geen patronen ziet. Je zou een mooie spreiding moeten zien, zo
niet: dan is er geen sprake van eenvoudige lineaire regressie.  Bel je Black
Belt, want dat is geen Green Belt-stof.
16
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Stakeholderanalyse

December 2022
Afdeling/ Manager/
Stakeholder Collega’s Medewerkers Staf
Organisatie Opdrachtgever
Martijn - -
Molenaar
Stap 1:
Jeroen Bal
Vul de eerste kolom met
Jeroen stakeholders die je al in het vizier
Alderliesten hebt
Marc Kerdijk
William
Driessen
Afdeling/ Manager/
Stakeholder Collega’s Medewerkers Staf
Organisatie Opdrachtgever
Martijn Creating Caroline Olieroock Eric Eggermont - -
Molenaar Insights de la Fuente Saez Manon Duintjer
…….
……. Stap 2:
Vul per stakeholder de andere kolommen
…… in.
Je doet een 360 graden analyse van de
……
betreffende stakeholder.
Huiswerk
Bereid een presentatie voor over:
Groep 1: 5S
Groep 2: Poka Yoke
Groep 3: Genchi Gentbutsu
 Zorg dat het begrip duidelijk wordt aan de rest van de groep
 Zorg voor een voorbeeld uit één van jullie praktijksituaties behandeld wordt
o Waar kan deze techniek helpen?
o Waar is de techniek al toegepast

17
Afdeling/ Manager/
Stakeholder Collega’s Medewerkers Staf
Organisatie Opdrachtgever
Martijn Creating Caroline Olieroock Eric Eggermont - -
Molenaar Insights de la Fuente Saez Manon Duintjer
Caroline OdlFS
Eric Eggermont

Manon Duintjer
Stap 3:
Elk van de mensen in de kolommen
manager, collega’s, medewerkers en staf, is
een stakeholder op zichzelf.
Vul deze aan in de eerste kolom.
Afdeling/ Manager/
Stakeholder Collega’s Medewerkers Staf
Organisatie Opdrachtgever
Martijn Creating Caroline Olieroock Eric Eggermont - -
Molenaar Insights de la Fuente Saez Manon Duintjer
Caroline OdlFS Creating Peter (Directeur) nvt Bas ….
Insights Daniëlle ….
…. ….
….
Eric Eggermont

Manon Duintjer
Stap 4:
Herhaal stap 2 door voor de nieuw
aangevulde stakeholders de overige
kolommen aan te vullen.
Stap 5:
Zet elke stakeholder op een post-it.
Laat met de kleur zien hoeveel
invloed de stakeholder heeft op het
project.

Weinig Gemiddelde Veel


invloed invloed invloed
Stap 6:
Plak de post-its
Positief
t.o.v. project
in dit figuur.
Weinig Gemiddelde Veel
invloed invloed invloed

Lage Hoge
betrok- betrok-
kenheid kenheid

Negatief
Veel
Positief
invloed
t.o.v. project Weinig
Veel
invloed
Veel
invloed invloed
Weinig
invloed

Weinig Veel
invloed invloed

Veel
invloed

Gemiddel
de invloed

Gemiddel
de invloed
Gemiddel
de invloed

Lage Hoge
betrok- betrok-
kenheid kenheid
Veel
invloed

Gemiddel
de invloed

Weinig

Negatief invloed Gemiddel


de invloed
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Visualisatie Data
Boxplots - Anscombe

Januari 2023
Hans Rösling www.gapminder.org

2
Hans
Rösling
www.gapminder.org

3
Boxplots
Gebruik je voor ANOVA (of T-toetsen)

Interkwartielafstand (IKA)

max: 1,5*IKA max: 1,5*IKA

Uitschieter Laagste 3e kwartiel Hoogste


1e kwartiel 2e kwartiel /
waarneming waarneming
(behalve als
mediaan (behalve als
deze meer dan deze meer dan
1,5*IKA van het 4 van het
1,5*IKA
1e kwartiel ligt) 3e kwartiel ligt)
Boxplots
Dataset– tabblad Airquality:

32 °C

27 °C

21 °C

16 °C
Anscombe
Tabblad Anscombe van de Dataset

Francis Anscombe (1918 – 2001)


Brits statisticus

6
Anscombe

7
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Control Charts

Januari 2023
Control Charts

Ontwikkeld door Walther Shewhart in


de jaren ‘20 van de vorige eeuw.

Doel: statistische data-controle


Randvoorwaarde

De control chart werkt alleen met continue


data die normaal verdeeld zijn.

Als vuistregel zijn er minimaal 30


datapunten nodig om een control chart te
maken.
Stap 1: Zet de datapunten in
chronologische volgorde
40

35

30

25

20
Aantal fouten

15

10

100
4
1

25
10
13
16
19
22

28
31
34
37
40
43
46
49
52
55
58
61
64
67
70
73
76
79
82
85
88
91
94
97
Stap 2: Bereken het gemiddelde

40

35

30

25

20 Aantal fouten
gemiddelde
15

10

100
4
1

25
10
13
16
19
22

28
31
34
37
40
43
46
49
52
55
58
61
64
67
70
73
76
79
82
85
88
91
94
97
Stap 3: Bepaal UCL en LCL

De Upper en Lower Control Limit bereken je als volgt:

• UCL = gemiddelde + 3*standaarddeviatie


• LCL = gemiddelde -/- 3*standaarddeviatie

Alle waarden die binnen gedragen zich normaal. Er is echt wat aan de hand als
een waarde buiten de controlgrenzen valt.
Stap 3: Bepaal UCL en LCL

40

35

UCL
30

25
Aantal fouten
20 gemiddelde
dfafd
Gemiddelde
gemidd. + 3*st.dev.
15 gemidd. -/- 3*st.dev.

10

LCL
5

100
1
4
7

16

97
10
13

19
22
25
28
31
34
37
40
43
46
49
52
55
58
61
64
67
70
73
76
79
82
85
88
91
94
Stap 3: Bepaal UCL en LCL

40
Uitschieter:
Hier is wat aan de hand.
35

UCL
30

25
Aantal fouten
20 gemiddelde
dfafd
Gemiddelde
gemidd. + 3*st.dev.
15 gemidd. -/- 3*st.dev.

10

LCL
5

100
1
4
7

16

97
10
13

19
22
25
28
31
34
37
40
43
46
49
52
55
58
61
64
67
70
73
76
79
82
85
88
91
94
Verder gebruik

De UCL en LCL kunnen gebruikt blijven worden om toekomstige data te


analyseren.

Zo zie je direct of er echt iets aan de hand is of dat je reageert op ruis (= alles
binnen de controlgrenzen).
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Jidoka

Januari 2023
Traditionele productie

Herstel

Kwaliteits- Product naar


Processtap 1 Processtap 2 Processtap 3
controle klant

Afkeuren/
weggooien
Leanproductie

Herstel

Kwaliteits- Product naar


Processtap 1 Processtap 2 Processtap 3
controle klant

Problemen met dit systeem Afkeuren/


Alleen de eindproducten worden gecontroleerd weggooien

Er is geen directe feedback per processtap


Het herstelproces kost veel tijd en geld

3
Leanproductie

Kwaliteits- Kwaliteits- Kwaliteits-


controle in de controle in de controle in de
processtap processtap processtap

Product naar
Processtap 1 Processtap 2 Processtap 3
klant

Een processtap levert alleen aan de volgende stap als


het product/de dienst van goede kwaliteit is

4
Leanproductie

Kwaliteits- Kwaliteits- Kwaliteits-


controle in de controle in de controle in de
processtap processtap processtap

Product naar
Processtap 1 Processtap 2 Processtap 3
klant

• Voordelen
Een processtap levert alleen aan de volgende stap als • Directe feedback per processtap
het product/de dienst van goede kwaliteit is • Problemen worden bij de bron
aangepakt
Hoe bouw je kwaliteit in de processtappen?

1. Zorg ervoor dat afwijkingen zichtbaar worden, ook als de


processen zelf niet zo zichtbaar zijn.
2. Zorg ervoor dat medewerkers snel om hulp vragen
3. Zorg ervoor dat er snel een reactie/analyse volgt op de
geconstateerde afwijking
4. Implementeer tegenmaatregelen
5. Blijf het proces monitoren om te controleren of de
tegenmaatregelen ook in de praktijk werken (en dus
oplossingen worden)
6
Andon

Het zichtbaar maken van


afwijkingen/fouten.

Een bekend voorbeeld is het Andon-


touwtje bij Toyota en Scania. Door
hieraan te trekken ziet de leidinggevende
dat er een probleem is en als dat niet
binnen de gegeven tijd wordt opgelost,
stopt de hele productielijn
7
Andon

Menselijke Andon Automatische Andon


Bij een afwijking en/of fout Bij een afwijking en/of fout
maakt de medewerker deze maakt een systeem deze
zichtbaar. automatisch zichtbaar

Voor het zichtbaar maken kan Het is aan medewerkers en/of


wel een systeem worden leidinggevenden hierop te
gebruikt of bijv. een alarmlicht reageren.

8
Welke leantools gebruik je hiervoor?

Andon JIDOKA
• Menselijke Jidoka is filosofie dat je kwaliteit moet
• Automatische inbouwen in het proces. De leantools en het
stappenplan helpen om dit in de praktijk in te
brengen.
Poka Yoke
• Waarschuwende KAIZEN
• Corrigerende Kaizen staat voor het continu verbeteren via
kleine verbetertrajecten. In Kaizenprojecten
spelen de Andonsignalen en de Poka Yoke-
verbeteringen een belangrijke rol.
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Theory of Contraints

Januari 2023
Theory of Constraints

Eliyahu Goldratt (1984)


Theorieboek geschreven in romanvorm

Heeft geen basis in het Toyota Production System


Heeft wel veel overlap met Lean Thinking
Beoordeling verbeteractie
Goldratt stelt dat je bij elke verandering moet kijken naar drie effecten:

• Op de Throughput
• Op de Voorraad
• Op de Operationele kosten
Er is pas sprake van verbetering als minimaal één van de bovenstaande factoren
verbetert, zonder dat de andere factoren verslechteren.
Twee voorbeelden in de film:

Schrijf mee:
Wat zijn de belangrijkste lessen?
Welke theorie ontdekken we?

4
5
Aanpak

1. Vind de Constraint (de beperkende factor, oftwel de bottleneck)


2. Haal het maximale uit de Constraint door de verspilling te eruit te halen
3. Maak alle andere processen ondergeschikt aan de Constraint
4. Vergroot de capaciteit van de Constraint
5. Ga terug naar stap 1
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Eenpuntslessen

Februari 2023
Opdracht
Werk in groepjes van 2-3 personen

Zorg voor een werkinstructie voor het tekenen van een huis op een A4-papiertje.

De werkinstructie moet zo zijn dat:


Iedereen ‘m kan volgen
Elke tekening gemaakt met de instructie exact hetzelfde is
Iedereen de gemaakte tekeningen herkent als huizen

15 minuten
Bedoeling

Eenpuntslessen:
moeten in één A4’tje, zowel visueel als in tekst, weergeven hoe een proces moet worden
uitgevoerd.
zijn zo opgesteld dat medewerkers er goed mee kunnen werken.
zijn idealiter ook opgesteld door deze zelfde medewerkers
bieden een uitstekende vastlegging van de standaard (ook te gebruiken in bijv. een ISO-
certificering)

3
Uiterlijk

Naam proces Bedrijfsnaam


Naam Opsteller Datum Versienummer

Gevaar /
Foto/screenshot Beschrijving stap
extra aandacht

4
Voorbeeld

Bron: Arend Oosterhoorn 5


Martijn Molenaar
Master Black Belt

Genchi Genbutsu

Februari 2023
Genchi Genbutsu

De echte locatie, daar waar het echt om gaat


Oftewel: het concept dat je problemen alleen kan
oplossen door naar de (fysieke) bron te gaan en zelf
waar te nemen wat er gebeurt.

Gemba Walk: hele waardestroom

Ohno Circle: één plek


Ohno Circle

Statisch, lange tijd op één plek diep het proces observeren


Kijken, niet praten
Gemba Walk

(Hoger) Management
Loop met de waardestroom mee
Selecteer één of twee thema’s waar men op let
Observeer eerst!
Bevraag eventueel medewerkers op de thema’s
Rapporteer kort terug
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Makigami

Januari 2023
Makigami

Ideaal voor het in kaart brengen van administratieve processen


Combinatie VSM, swimming lanes en overzicht
informatiedragers.
Analyseert:
• Processtroom
• Overdrachtsmomenten
• Verspilling
• Bewerkings- en Wachttijd
• Benodigde systemen/informatie
Proces: Auteur:
Datum:
Versie:

Afdeling/ Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8


persoon

Benodigde
Systemen en
formulieren

Verspillingen

Doorlooptijd
Bewerkingstijd
Value Add Tijd
Proces: Auteur: Martijn Molenaar
Voorbeeldproces Datum: Januari 2023
Versie: 1.0

Afdeling/ Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8


persoon
Persoon 1
Persoon 2
Afdeling A
Afdeling B
Afdeling C
Benodigde
Systemen en
formulieren

Verspillingen

Doorlooptijd 0,2 dag - 2 dgn 1 dag 3 dgn 1 dgn - -


Bewerkingstijd 2 min. 10 min. 5 min. 4 min. 35 min. 1 min. 11 min. 6 min.
Value Add Tijd 2 min. 5 min. 5 min. 4 min. 28 min. - 2 min. 6 min.
Makigami – stappenplan (1)

1. Bepaal je processtappen en maak per processtap één


post-it (NB: Processtap vindt per definitie plaats
binnen 1 afdeling)
2. Vul alle betrokken afdelingen/personen in
3. Plak elke Post-it in chronologische volgorde, bij de
juiste afdeling/persoon in de Makigami
4. Maak screenprints of kopieën van gebruikte
systemen / formulieren en plak deze in de Makigami
Makigami – stappenplan (2)

5. Stel met de groep verspillingen vast en schrijf deze op post-


its. Plak de verspillingen in de Makigami
6. Meet doorloop- en bewerkingstijden (dit is vaak niet voor
handen, dus zal je in de praktijk moeten meten!) en verwerk
deze in de Makigami
7. De Makigami van de huidige toestand staat. Nu is het tijd om
te dromen! Schets met de relevante mensen een Makigami in
de ideale situatie.
Martijn Molenaar
Master Black Belt

SMED

Januari 2023
SMED

Single Minute
•Single digit minute
•Oftewel, minder dan 10 minuten

Exchange of Dies
•Omwisselen van sjablonen
SMED

Ontwikkeld door Shigeo Shingo bij Toyota

Het doel van SMED is het mogelijk maken van continue


flow.

Omsteltijden zijn verspilling, omdat deze de continue


flow verstoren en daarmee de klant laten wachten.
FLOW
3 niveaus van SMED

1. Omsteltijd onder de 10 minuten  SMED


2. Omsteltijd onder de 1 minuut  One Touch
Setup
3. Geen omsteltijd  Zero Setup

Het streven is altijd Zero setup.


Stappenplan
1. Observeer de huidige methode
2. Scheiding van interne en externe (offline) omstelactiviteiten.
3. Maak (waar mogelijk) van
interne activiteiten  externe activiteiten.
4. Vereenvoudig en stroomlijn de overgebleven interne
activiteiten.
5. Vereenvoudig en stroomlijn de externe activiteiten.
6. Leg de nieuwe procedure vast (bijvoorbeeld via een EPL)
7. Herhaal de methode.
Voorbeeld – Pit stops in de Formule 1

Formule 1:
Pitstops
1950 tot nu
Ishikawa Diagram

Stappenplan

Martijn Molenaar
Master Black Belt

Juli 2018







Subcategorie 1

Subcategorie 2





Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1

Subcategorie 2 Subcategorie 2 Subcategorie 2


Subcategorie 2

Subcategorie 4

Subcategorie 4
Subcategorie 2
Subcategorie 3 Subcategorie 3

Subcategorie 2 Subcategorie 2

Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1






• 4 pnt
• 3 pnt
• 2 pnt
Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1 • 1 pnt

Subcategorie 2 Subcategorie 2 Subcategorie 2


Subcategorie 2

Subcategorie 4

Subcategorie 4
Subcategorie 2
Subcategorie 3 Subcategorie 3

Subcategorie 2 Subcategorie 2

Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1


• 4 pnt
• 3 pnt
• 2 pnt
Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1 • 1 pnt

Subcategorie 2 Subcategorie 2 Subcategorie 2


Subcategorie 2

Subcategorie 4

Subcategorie 4
Subcategorie 2
Subcategorie 3 Subcategorie 3

Subcategorie 2 Subcategorie 2

Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1


• 4 pnt
• 3 pnt
• 2 pnt
17 Subcategorie 1
Subcategorie 1 Subcategorie 1 • 1 pnt

Subcategorie 2 Subcategorie 2 7 Subcategorie 2


Subcategorie 2
2
Subcategorie 4

5 Subcategorie 4
Subcategorie 2
Subcategorie 3 8 Subcategorie 3
4 2
3
Subcategorie 2 Subcategorie 2

Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1





Value Stream Mapping
Stappenplan

Martijn Molenaar
Master Black Belt
Februari 2022
Eindresultaat VSM

Leve-rancier klant

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3


39 Stap 4 Stap 5 7 Stap 6

BT: 23 sec BT: 20 sec BT: 17 sec BT: 50 sec BT: 14 sec BT: 21 sec

#m.: 1 #m.: 1 #m.: 1 #m.: 2 #m.: 1 #m.: 1


BT: 145 sec

DLT:
2 dagen

© 2014 MOLENAAR LEAN TRAININGEN en © 2018 LEAN NEDERLAND


Voorbereiding
Zorg dat je de volgende zaken bij aanvang beschikbaar hebt:

-Een groot stuk brown paper of 3 grote


Flip-overvellen
-Vierkante post-its in minimaal 3 kleuren
-Zwarte en rode stiften
-Schilderstape of plakband

En zorg ervoor dat je van alle functionarissen, die een rol hebben
in het proces, een vertegenwoordiger hebt (max. 8 personen,
anders wordt het te druk)
© 2014 MOLENAAR LEAN TRAININGEN en © 2018 LEAN NEDERLAND
Stap 0
Zorg ervoor dat je als begeleider niet zelf schrijft, maar laat één
van de deelnemers dat doen. Zo kun je zelf overzicht houden
over de groep.

Geef de schrijver de post-its en de zwarte stift.


Stap 1

Plak de flip-overvellen, of de brown


paper, met schilderstape op een muur.
Brown paper
Laat de flip-overvellen licht
overlappen.

Flip-over vellen
Stap 2
Vraag de groep wie de klant is van dit proces. Schrijf dit op één van de kleuren
post-its.
Plak de klant rechtsboven.
klant
Stap 3
Vraag de groep wat je de klant levert/ wat de output is. Schrijf dit
op een andere kleur post-it.

Plak de output linksonder de klant.

klant

output
Stap 4
Vraag de groep wat de laatste stap is voordat de klant de output ontvangt. Schrijf die
stap op een andere kleur post-it. en plak die linksonder de output.

klant

output

Stap 6
Stap 5
Vraag wat de stap is voor de laatste stap en plak die links van die
laatste stap.

Blijf
bovenstaande klant

herhalen, totdat
je aan het begin output

van het proces


bent gekomen Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6
Stap 6
Vraag wat de input van het proces is/ wat ervoor zorgt dat het proces start.

Schrijf dit op
dezelfde kleur klant

post-it als de
input output
output. Plak de
input Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6
linksboven de
laatste stap
Stap 7
Vraag wie de input levert. Schrijf dit op dezelfde kleur post-it als de klant. Plak de
leverancier linksboven de input.

Leve-
klant
rancier

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6


Stap 8
Ga na of dit het volledige proces is en verbind de stappen met pijlen (getekend met
de zwarte stift).

Leve-
klant
rancier

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6


Stap 9
Maak van de post-its in de input/output-kleur ruiten en
schrijf daar het aantal stuks voorraad op. Plak deze post-its
op de logische plaats in het proces:
Leve-
klant
rancier

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3 39 Stap 4 Stap 5 7 Stap 6


Stap 10
Noteer per stap bijv. bewerkingstijden (BT) en het aantal medewerkers (#m).
Relevante grafieken mogen ook onder de stappen geplakt worden.

Let op: Leve-


rancier
klant

Wat relevante
data is, is input output

afhankelijk van
het proces en Stap 1 Stap 2 Stap 3 39 Stap 4 Stap 5 7 Stap 6
het doel van je
project. BT en BT: 23 sec BT: 20 sec BT: 17 sec BT: 50 sec BT: 14 sec BT: 21 sec

#m zijn hier #m.: 1 #m.: 1 #m.: 1 #m.: 2 #m.: 1 #m.: 1

slechts een
voorbeeld
Stap 11
Noteer de totale bewerkingstijd (BT) en de totale doorlooptijd
(DLT) rechtsonder

Leve-
klant
rancier

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3 39 Stap 4 Stap 5 7 Stap 6

BT: 23 sec BT: 20 sec BT: 17 sec BT: 50 sec BT: 14 sec BT: 21 sec BT: 145 sec
#m.: 1 #m.: 1 #m.: 1 #m.: 2 #m.: 1 #m.: 1
DLT:
2 dagen
Stap 12 (eind)
Teken de 7+1 verspillingen (zie volgende sheet) met de rode stift
in op de VSM.

Leve-
klant
rancier

input output

Stap 1 Stap 2 Stap 3 39 Stap 4 Stap 5 7 Stap 6

BT: 23 sec BT: 20 sec BT: 17 sec BT: 50 sec BT: 14 sec BT: 21 sec BT: 145 sec
#m.: 1 #m.: 1 #m.: 1 #m.: 2 #m.: 1 #m.: 1
DLT:
2 dagen

© 2014 MOLENAAR LEAN TRAININGEN en


7 + 1 Verspillingen
1.Transport
7 2.Inventory (Voorraad)
Let op:
3.Motion (Beweging) de symbolen kun je zelf
verzinnen: zorg dat ze
4.Waiting (Wachttijd) goed tekenbaar zijn voor
alle deelnemers. Ze zijn
5.Overprocessing (Complexiteit) prima in staat deze zelf
6.Overproduction te verzinnen!

7.Defects (fouten)
8. Talent (Onderuitnutting van talent)
Gouden tips (1)
1.Priegel nooit! Als je te weinig ruimte dreigt te krijgen: plak er dan
een extra stuk papier aan.
2.Hou in het proces altijd één lineaire lijn aan. Heb je meerdere
takken in je proces, dan heb je twee opties:
1. Schrijf het meest uitgebreide proces op en zet onder elke stap in
welk percentage van de gevallen je deze uitvoert
2. Maak twee (of meerdere) Value Stream Maps. Dit doe je als het
proces er na de splitsing heel anders uitziet.
Gouden tips (2)
3. Als je bepaalde informatie niet hebt: niet verzinnen, maar
gaan opzoeken of meten.
4. Ga niet direct over tot verbeteren, maar breng eerst het hele
proces goed in kaart zoals het nu loopt
5. Laat één bijeenkomst niet langer duren dan 1,5 uur. De
mensen zullen je dankbaar zijn!
Green Belt | Lean Nederland | Martijn Molenaar | februari 2023
Define| Wat is het probleem? Improve | Hoe lossen wij het probleem op?
Line Balancing
Definieer CTQ SIPOC Verbeter de prestatie van de CTQ
PDCA Poka Yoke
CTQ Project Charter
SMED
Measure | Wat zijn de feiten? Gemiddelde Kanban Jidoka
Doorlooptijd,
bewerkingstijd Modus 5S
Huidige prestatie CTQ Mediaan Control | Hoe houden we de verbeterde situatie in stand?
Value Stream Map/
Makigami Borg de verbeterde prestatie van de CTQ voor de lange
(huidig) Cp – USL/LSL Normaalverdeling termijn
EPL
Control Chart Andon
7+1 verspillingen Control Chart
Muri, mura, muda Meetplan
Steekproeven
Generieke methoden/technieken (of: lessons learned)
Analyse | Waar wordt het probleem door veroorzaakt? SQDC Genchi Genbutsu
Grondoorzaken van het probleem Chi Kwadraat Achtergrond Lean
T-toets
Pareto 5x Why Kaizen
Value Stream Map ANOVA 5 Lean Principes
ToC Ishikawa (gewenst) Regressie
Martijn Molenaar
Master Black Belt

Orange Belt
Dag 2

2021
A3

D I

M
C

A
LL
7 + 1 verspillingen

T
I
M
W
O
O
D
T
Bruce

© 2014 Onno Oskam


Genchi Genbutsu
Genchi Genbutsu

• 1 van de 14 principes van Toyota


• Beschreven in Toyota Way (Jeffrey Liker)
• Ga er naar toe en kijk
Gemba Walk

• (Hoger) Management
• Loop met de waardestroom mee
• Selecteer één of twee thema’s waar men op let
• Observeer eerst!
• Bevraag eventueel medewerkers op de thema’s
• Rapporteer kort terug
Poka Yoke

• Processen zo inrichten dat


vergissingen worden voorkomen
• Twee vormen:
• corrigerende
• detecterende poka yokes
Poka Yoke op kantoor (1)

11-proef op BSN-nummers

Verplichte velden in
een formulier

Spellingscontrole in
Word

9
Kanban
Nooit meer misgrijpen naar formulieren:

Secretaresse

Bron: Orange Belt Project van Ellen Boom (UWV


Werkbedrijf)
Ishikawa

Cat. 3 Cat. 6 Cat. 2

17 Subcategorie 1
Subcategorie 1 Subcategorie 1

Subcategorie 2 Subcategorie 2 7 Subcategorie 2


Subcategorie 2
2
Subcategorie 4
Probleem

5 Subcategorie 4
Subcategorie 2
Subcategorie 3 8
4 2
3
Subcategorie 2 Subcategorie 2

Subcategorie 1 Subcategorie 1 Subcategorie 1


Cat. 5 Cat. 4 Cat. 1
5x Why

• Identificeren van de kernoorzaak van een probleem


• Toepassen: de waardoor-vraag blijven herhalen,
totdat je bij de kern komt
• 5x staat voor vaak. Het kan de ene keer bij 4x waarom duidelijk zijn wat de
kern is, de andere keer na 9x
Uitgangspunten 5x Why

• 5x why is een onderzoeksmethode en je bent dus op zoek naar causale


verbanden (oorzaak-gevolg)
• Je stelt de waardoor-vraag dus aan jezelf en jij moet het causale verband
aannemelijk maken.
5x Why: voorbeeld

Voorbeeld: hoge schoonmaakkosten


Jefferson Memorial

Waardoor?
• Hoge schoonmaakkosten • Scherpere targets

•Vaak veel vogelpoep •Schoonmaken

• Veel vogels • Wegjagen

• Veel spinnen (voedsel voor vogels) • Spinnen verdelgen

• Veel insecten (voedsel voor spinnen) • Insecten verdelgen

• Ze komen af op het licht • Lampen later aan

14
5S

1. Scheiden - noodzakelijk / overbodig

2. Schikken - geschikte plek vinden voor middelen in werkomgeving

3. Schoonmaken - reinigen, maar ook elimineren van oorzaken

4. Standaardiseren - invoer van methoden voor duurzaamheid

5. Standhouden- borgen van / zorg voor behoud en continuïteit


5S

Getallenspel
A3

D I

M
C

A
LL
Project: Eisen voor certificering (1)

Checklist:

❑ Ik heb daadwerkelijk iets ten positieve veranderd in mijn


werkomgeving

❑ De mensen die in het proces werken weten dat er iets


veranderd is

❑ Ik heb minimaal één van de methoden/technieken van


Lean Six Sigma gebruikt

❑Ik ben klaar voor de deadline


Project: Eisen voor certificering (1)

Checklist:

❑ Ik heb daadwerkelijk iets ten positieve veranderd in mijn


werkomgeving

❑ De mensen die in het proces werken weten dat er iets


veranderd is

❑ Ik heb minimaal één van de methoden/technieken van


Lean Six Sigma gebruikt

❑Ik ben klaar voor de deadline


Project: Eisen voor certificering (2)

• Certificering door middel van posterpresentatie

Daarin moet terugkomen:


• Wat is het probleem?
• De situatie voor
• De gebruikte methode(n)/techniek(en)
• De situatie na
• Het resultaat
Projecten

• Maak je eigen poster:

• Werk in coachings-groepjes van


3 of 4 personen

Lean Six Sigma – Orange Belt 21


Presentatie eisen

• Je hebt maximaal 5 minuten om te presenteren

• Gebruik een poster op A0 formaat waarin het verhaal


(aan de hand van de DMAIC) van je project wordt
verteld.
Presentatie Review

• Let op: t/m 1 week voor de presentatie heb je


de mogelijkheid om je presentatie door Martijn
te laten reviewen.

• Mail naar: martijn@leannederland.nl


Martijn Molenaar
Master Black Belt

Orange Belt
Dag 1

Juni 2021
Wat is Lean?
Werkafspraken
• Opleiding
• Certificering
• 100% aanwezig
• Iedereen doet een project
• Alles afgrond voor het presentatiemoment
• Onderlinge coaching
• Je hebt huiswerk

• Huishoudelijk
• Bellen bij hoge uitzondering of in pauzes
Wat is Lean?

Concurrentievoordeel!
Wat is Lean?

Doel:
Concurrentievoordeel
Manier:
• Ontwikkelen van excellente medewerkers en processen
• Continu verbeteren en leren
Voor wie:
Managers
Wat is een proces?

SIPOC
6
Historisch perspectief

1911 1913 7
Historisch perspectief

Plan

Act Do

Check

1924-1931 1950’s 8
Historisch perspectief
Lean Six Sigma

1945 - 1987 ->


9
Historisch perspectief

Lean Six Sigma


2000 ->

10
Verspilling

TIM WOODT

11
Verspilling

Met dank aan Onno Oskam


12
Verspilling

Transport
Inventory
Motion
Waiting
Overproduction
Overprocessing / Complexiteit
Defects
---
Talent
13
Line Balancing (1: niet in balans)

10

20
15

3
Line Balancing (2: in balans)

12

12
12

12
Huiswerk – algemeen

Volgende week Presentaties:

• 3 groepen, elk een eigen onderwerp

• Elke groep heeft 8 minuten om te presenteren

• Vorm is vrij: jullie creativiteit is de grens.

16
Meting (i) Aantal fouten (xi) Gemiddelde Xi - gemiddelde Xi - gemiddelde kwadraat 1/(N-1)
1 14 13 1 1
2 10 13 -3 9
3 13 13 0 0
4 16 13 3 9
5 12 13 -1 1
0 20 0,25
s s-formule Notitie:
Stap 1: bereken afwijking per waarneming Xi ten opzichte van het gemiddelde
Stap 2: kwadrateer, zodat negatieve afwijkingen niet de positieve afwijking oph
Stap 3: Som de afwijkingen op
Stap 4: vermenigvuldig met 1/N-1. N is aantal waarnemingen
Stap 5: neem worden met het geheel.
2,236068 2,236068
n opzichte van het gemiddelde van alle waarnemingen x-bar
n niet de positieve afwijking opheffen

aarnemingen
Gemiddelde 1 13,1 Standaardafwijking 1 0,8
Gemiddelde 2 10,58 Standaardafwijking 2 0,584807661
Gemiddelde 3 10,34 Standaardafwijking 3 0,336154726
Gemiddelde 4 10,34 Standaardafwijking 4 0,167332005
Gemiddelde 5 9,46 Standaardafwijking 5 0,350713558
Gemiddelde 6 10,22 Standaardafwijking 6 0,216794834
Gemiddelde 7 9,84 Standaardafwijking 7 0,114017543
Gemiddelde 8 9,9 Standaardafwijking 8 0,244948974
Gemiddelde 9 9,82 Standaardafwijking 9 0,204939015
Gemiddelde 10 9,94 Standaardafwijking 10 0,250998008
totaal gemiddelde 10,354 Standaardafwijking totaal 1,035731034
Gemiddelde batch 6-10 9,944
St.dev 6-10 0,24338

Batch 1 Batch 2 Batch 3 Batch 4 Batch 5


12,5 10,4 10,4 10,6 9,5
14,5 11 10,1 10,4 9,4
12,9 10,4 9,9 10,2 9,7
12,9 9,8 10,7 10,2 9,8
12,7 11,3 10,6 10,3 8,9

Capabiliteitsanalyse Cp
Cpk=laagste van onderstaande
0,035941
Upper specification limit (USL) 10,3 CM Cpku 0,035941
Lower specification limit (LSL) 9,7 CM Cpkl 8,660536
Tolerantiebreedte (T) 0,6 CM

Cp = T/6sigma 0,23289 Interpretatie: hoe hoger de C, hoe beter het proces aansluit met de klantwens. Industrie
Om dat te bereiken, moeten de USL en LSL buiten de verdeling vallen. Cp van 1 is exact ev
Cp zegt iets over of het proces constant genoeg is, niet of het gemiddelde klopt.
Cp boven 1 -> verbeter het gemiddelde
Cp onder 1 -> verbeter de consistentie
Histogram totaal
Laagste 8,9 Klasse 1 8,90
Hoogste 14,5 Klasse 2 9,69
Range 5,6 Klasse 3 10,48
Klassenbreedte 0,79196 Klasse 4 11,28
Klasse 5 12,07
Klasse 6 12,86
Klasse 7 13,65
Klasse 8 14,44
Klasse 9 15,24

Batch 6 Batch 7 Batch 8 Batch 9 Batch 10


9,9 9,7 9,9 9,8 10
10,2 9,8 9,9 10 10
10,3 9,9 10,1 9,5 9,5
10,5 10 9,5 10 10,1
10,2 9,8 10,1 9,8 10,1

ces aansluit met de klantwens. Industriestandaard ongeveer 1,3. Vergelijking: St. Dev. Mag ongeveer 0,8mm zijn in deze test.
en de verdeling vallen. Cp van 1 is exact even breed als de verdeling.
is, niet of het gemiddelde klopt.
Histogram batch 2 tot batch 10
Laagste 8,9 Klasse 1 8,70
Hoogste 11,3 Klasse 2 9,06
Range 2,4 Klasse 3 9,42
Klassenbreedte 0,357771 Klasse 4 9,77
Gemiddelde 10,04889 Klasse 5 10,13
st dev 0,429388 Klasse 6 10,49
6sigma 2,576326 Klasse 7 10,85
Klasse 8 11,20
Klasse 9 11,56

er 0,8mm zijn in deze test.


Steekrpoef data
Tab 5: Steekproef: Als je met data werkt die je niet zelf hebt verzameld, wees dan extra voorzichtig op validiteit en betrouw
Tab 7: Categorische data ondersteund de CTQ (CTQ is de meeting waaruit blijkt of je proces succesvol is).
Voorbeeld: lostijd in een warehouse. De Categorische data die daar ondersteund is bijvoorbeeld de werknemers/ge
CTQ's zijn vaak continue data. Bijv.
Doorlooptijd (Doorlooptijd = wachttijd + bewerkingstijd)
Bewerkingstijd
Wachttijd
Foutpercentages
-> Volg de SIPOC om het perspectief te vinden. Denk vanuit de customer (bijv. vergunningen die van het ene bakje n
-> SIPOC = Supplier , input, proces, output, customer

Meetplan
- Consistentie is belangrijker dan de keuzes die je maakt. Je kunt verschillende plannen maken, maar belangrijkst is
- CTQ is de Y in je formule. De X is de variabele die je kunt wijzigen om invloed te maken op de CTQ.
- Dat iets makkelijk te meten is, maakt het nog niet belangrijk (kan wel kosten/baten afweging zijn). Bijvoorbeeld, h
- Test altijd 1 factor tegelijk binnen LEAN (dus geen last van homegeniteit etc bij onderlinge afhankelijkheid van var
- Let op hoe je je CTQ en je variabelen definieert.

Bestaat uit:
- Meetplan
- Database voor meetresultaten (Excel, Stata, Minitab, etc)
- Meetformulier (optioneel)
-> houd rekening met de praktijk als je een meetformulier maakt. Test daarom op kleine schaal voordat je je meting

Hypothese toetsen
0-hypothese is de hypothese die je probeert te verwerpen.

- Nulhypothese: Er is geen significant verschil tussen de groepen


bijv.
gemiddelde van groep A is gelijk aan het gemiddelde van groep B

- Het resultaat van de test geeft alleen aan dát er een verschil is (P<0,05; bij 95% significatie). De 0-hypothese word
zichtig op validiteit en betrouwbaarheid. Data in het systeem is niet per definitie betrouwbaar en valide.
uccesvol is).
bijvoorbeeld de werknemers/geslacht. Op basis van hypotheses neem je dit soort categorische datum op.

nningen die van het ene bakje naar het andere bakje gaan. Daarbij is de ambtenaar altijd aan het werk omdat het bakje altijd vol is, maar de

nen maken, maar belangrijkst is steeds hetzelfde plan gebruiken.


ken op de CTQ.
n afweging zijn). Bijvoorbeeld, het kopje thee in de les: temperatuur is makkelijk te meten, maar het gaat uiteindelijk om de smaak (smaak is
derlinge afhankelijkheid van variabelen). Doel is namelijk ook om het proces te leren kennen. Een voor een geeft meer inzicht voor de meest

eine schaal voordat je je meting start.

nificatie). De 0-hypothese wordt verworpen en de alternatieve hypothese aangenomen (de groepen zijn niet gelijk). Er wordt niets gezegd o
at het bakje altijd vol is, maar de individuele vergunningen (klanten) liggen lang te wachten. Lijkt efficient omdat de ambtenaar niet stil staa

eindelijk om de smaak (smaak is moeilijk meten, maar opzich wel mogelijk).


eeft meer inzicht voor de meeste mensen op de werkvloer.

gelijk). Er wordt niets gezegd over welke groep beter/hoger etc is.
mdat de ambtenaar niet stil staat, maar de doorlooptijd is erg lang.
Analysis of Variance
Categorische X heeft 3 of meer categoriën (bijv. X=afdeling, er zijn 5 verschillende afdelingen). Bij twee categ

Nul-hypothese: alle categoriën zijn gelijk aan elkaar


in formule H0 = µBTA = µBTB = µBTC
In woorden H0 = Gemiddelde bewerkingstijd van A is gelijk aan B en aan C
Ha = Minimaal een van de gemiddelde bewerkingstijden wijkt af van de andere.

Meting A B C
1 30 27 32
2 35 28 31
3 40 23 33

Variantie = Standaardeviatie in kwadraat


F-waarde > dan kritische gebied van F-toets = significant
p-waarde < dan alpha? => is significant

Interpretatie:
De kans dat de gemiddelden van groep A, B en C gelijk zijn aan elkaar, is kleinder dan 5%
er zijn 5 verschillende afdelingen). Bij twee categoriën gebruik je de T-test.

kt af van de andere.
Unifactoriële variantie-analyse

SAMENVATTING
Groepen Aantal
A 3
B 3
C 3

Variantie-analyse
Bron van variatie Kwadratensom
an elkaar, is kleinder dan 5% Tussen groepen 126
Binnen groepen 66

Totaal 192
Som Gemiddelde Variantie
Wortel variantie is st.St.
devdev Variantie
105 35 25 5 5 25
78 26 7 2,645751 2,645751 7
96 32 1 1 1 1

Vrijheidsgraden Gemiddelde kwadraten F P-waarde


Kritische gebied van F-toets
2 63 5,727273 0,040619 5,143253
6 11

8
T-toets gebruik je om een categorische variabel met twee categoriën te testen.

H0 = Gemiddelde Groep A is gelijk aan gemiddelde groep B


Ha = Gemiddelde groep A is niet gelijk aan gemiddelde groep B

Drie typen T-toetsen


1. Independent samples (2 groepen)
2. Paired sample (1 groep, of bijv. 1 proces op twee momenten)
3. One sample t-test (1 groep testen tegen een bekend gemiddelde)

Team A Team B
14 18
16 11
15 14
17 17
16 16
15 13
12 15
11 14
14 17
15 15

- Interpretatie van een test geef je in context van de vraag.


T-toets: twee steekproeven met ongelijke varianties

Team A
Gemiddelde 14,5
Variantie 3,388888889
Waarnemingen 10
Schatting van verschil tussen gemiddelden 0
Vrijheidsgraden 18
T- statistische gegevens -0,564932683
P(T<=t) eenzijdig 0,289546515
Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,734063607
P(T<=t) tweezijdig 0,579093029
Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 2,10092204

T-toets: twee gepaarde steekproeven voor gemiddelden

Team A
Gemiddelde 14,5
Variantie 3,388888889
Waarnemingen 10
Pearson-correlatie 0
Schatting van verschil tussen gemiddelden 0
Vrijheidsgraden 9
T- statistische gegevens -0,564932683
P(T<=t) eenzijdig 0,292961626
Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,833112933
P(T<=t) tweezijdig 0,585923253
Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 2,262157163
Team B
15
4,444444444
10

Team B
15
4,444444444
10
CTQ1: Accuratesse (aantal vragen goed)
CTQ2: Snelheid (bewerkingstijd per blok)

10 blokken van 4 vragen


- X1 = rekenvaardigheid
- X2 = moeilijkheidsgraad (van blokken onderling)
- X3 = leeftijd
- X4 = Geslacht
- X5 = Competitiedrang/stress
Toetsversie Namen BT1 BT2
L Kees-Jan 10 13
L Jules 14 36
L Stanley 23 83
L Eric 33 83
S Kyara 10 23
L Huub 10 21
L Anthony 11 21
S Daphne 13 29
L Marc 12 26
som 136 335

Y=Categorisch/numeriek? X=Categorisch/numeriek? Toets?


Test personen Numeriek (doorlooptijd) Categorisch (persoon 1, 2, n) -> 3 of meer categoriën Anova (Unifactoriële varian
Test Blokken Numeriek (doorlooptijd) Categorisch (Blok 1;2;n) -> 3 of meer categoriën Anova (Unifactoriële varian
Test Geslacht Numeriek (doorlooptijd) Categorisch (M/V) -> 2 categoriën T-test
Numeriek (doorlooptijd) Categorisch (MBO,HBO, WO) 3 categoriën Anova (unifactorieel)
Numeriek (doorlooptijd) Categorisch (leeftijd 1, 2, 3) Anova (unifactorieel)
Test aantal goedNumeriek (doorlooptijd) Numeriek (aantal goed) Regressie
Test MultifactorNumeriek
ANOVA (doorlooptijd) Categorie 1 (blok 1,2,n) en categorie 2 (persoon 1,2,n)Multifactoriël ANOVA (two

=> Huiswerk, zie foto met CTQ en X-definities etc

Boxplots
Kees-Jan Jules Stanley Eric Kyara

Huub Anthony Daphne Marc

160
140
120
100
80
60
40
20
0
1
BT3 BT4 BT5 BT6 BT7 BT8 BT9 BT10 som (seconden)
9 30 11 27 9 21 19 9 158
45 75 43 63 26 45 33 38 418
42 106 55 110 150 52 59 31 711
95 149 93 146 26 124 52 63 864
42 19 21 14 11 19 19 18 196
35 97 65 15 10 20 40 18 331
25 39 20 33 28 23 33 13 246
35 19 12 9 6 14 14 10 161
26 84 21 75 10 34 32 15 335
354 618 341 492 276 352 301 215

Hypotheses
H0 = Alle gemiddelde doorlooptijden per persoon zijn gelijk
H0 = Alle gemiddelde doorlooptijden per blok zijn gelijk voor ieder blok
H0 = De gemiddelde doorlooptijd voor mannen = de gemiddelde doorlooptijd voor vrouwen
H0 = De gemiddelde doorlooptijd voor Mbo = HBO = WO
H0= De gemiddelde doorlooptijd per leeftijdsgroep is gelijk
H0 = Er is geen relatie tussen de doorlooptijd en het aantal vragen goed
H01 en H02 in 1 keer => andere P-waardes en F-waardes. Nazoeken wat het verschil is, want ik zie geen interactie tussen variabe
=> Niet voor de greenbelt. Er is hier te weinig data om goede resultaten te krijgen. In LEAN gedachte bij voorkeur 1 variabele teg
Gemiddelde bewerkingstijd 38 Bewerkingstijd per blok lager dan gemiddel

Totaal goed BT1 BT2 BT3 BT4 BT5


40 JA JA JA JA JA
34 JA JA NEE NEE NEE
36 JA NEE NEE NEE NEE
33 JA NEE NEE NEE NEE
37 JA JA NEE JA JA
36 JA JA JA NEE NEE
35 JA JA JA NEE JA
39 JA JA JA JA JA
34 JA JA JA NEE JA

interactie tussen variabele 1 en variabele 2 in de output data


voorkeur 1 variabele tegelijk testen, zodat je oorzaken isoleert.
tijd per blok lager dan gemiddelde ja/nee?

BT6 BT7 BT8 BT9 BT10


JA JA JA JA JA
NEE JA NEE JA NEE
NEE NEE NEE NEE JA
NEE JA NEE NEE NEE
JA JA JA JA JA
JA JA JA NEE JA
JA JA JA JA JA
JA JA JA JA JA
NEE JA JA JA JA
Gemiddelde bewerkingstijd 38 Bewerkingstijd per blok lager dan gemiddelde ja/nee?
Getransponeerd
Namen Kees-Jan Jules Stanley Eric Kyara Huub Anthony
BT1 JA JA JA JA JA JA JA
BT2 JA JA NEE NEE JA JA JA
BT3 JA NEE NEE NEE NEE JA JA
BT4 JA NEE NEE NEE JA NEE NEE
BT5 JA NEE NEE NEE JA NEE JA
BT6 JA NEE NEE NEE JA JA JA
BT7 JA JA NEE JA JA JA JA
BT8 JA NEE NEE NEE JA JA JA
BT9 JA JA NEE NEE JA NEE JA
BT10 JA NEE JA NEE JA JA JA

Namen Kees-Jan Jules Stanley Eric Kyara Huub Anthony


JA 10 4 2 2 9 7 9
NEE 0 6 8 8 1 3 1
Totaal 10 10 10 10 10 10 10

Verwachte waarden
Namen Kees-Jan Jules Stanley Eric Kyara Huub Anthony
JA 6,777777778 6,7778 6,77777778 6,777778 6,777778 6,777778 6,777778
NEE 3,222222222 3,2222 3,22222222 3,222222 3,222222 3,222222 3,222222
Totaal 10 10 10 10 10 10 10

P-waarde Chi^2 0,000004562


P < 0,05, dus 0-hypothese verwerpen.
Interpretatie: Niet iedere persoon heeft dezelfde verhouding blokken boven en onder het gemiddelde van de groep
lager dan gemiddelde ja/nee? H0: Het aantal blokken lager dan en boven het gemiddelde is gelijk per persoon
Ha: Het aantal blokken lager dan en boven het gemiddelde is niet gelijk per per
Daphne Marc
JA JA
JA JA
JA JA
JA NEE
JA JA
JA NEE
JA JA
JA JA
JA JA
JA JA

Daphne Marc Totaal


10 8 61
0 2 29
10 10 90

Daphne Marc Totaal


6,777778 6,777778 61
3,222222 3,222222 29
10 10 90

en onder het gemiddelde van de groep gemaakt.


gemiddelde is gelijk per persoon
emiddelde is niet gelijk per persoon
H0: Opleidingsniveau is gelijk voor mannen en vrouwen
Ha: Opleidingsniveau is niet gelijk voor mannen en vrouwen

Data
MBO HBO WO Totaal
Man 1 5 1 7
Vrouw 0 2 0 2
Totaal 1 7 1 9

Voorspelde waarden
MBO HBO WO Totaal
Man 0,777778 5,444444 0,777778 7
Vrouw 0,222222 1,555556 0,222222 2
Totaal 1 7 1 9

Chi-kwadraattest (=chikw.test(waarnemingen;verwachte waarnemingen))

P-waarde Chi^2 is: 0,692569


P > 0,05, dus 0-hypothese niet verwerpen.
Data
MBO HBO WO Totaal
Man 100 500 100 700
Vrouw 1 200 1 202
Totaal 101 700 101 902

Voorspelde waarden
MBO HBO WO Totaal
Man 78,55556 544,4444444 78,55556 701,5556
Vrouw 22,44444 155,5555556 22,44444 200,4444
Totaal 101 700 101 902

P-waarde Chi^2 is: 0,00000000000000103


P < 0,05, dus 0-hypothese niet verwerpen.
=> Dataset bij vorige test is te klein. In dezelfde proporties krijg je wel een significant resultaat bij x100
significant resultaat bij x100 waarnemingen.
Unifactoriële variantie-analyse

SAMENVATTING
Groepen Aantal Som Gemiddelde Variantie
Kees-Jan 10 158 15,8 63,06667
Jules 10 418 41,8 302,4
Stanley 10 711 71,1 1626,322
Eric 10 864 86,4 1916,044
Kyara 10 196 19,6 79,6
Huub 10 331 33,1 788,1
Anthony 10 246 24,6 79,6
Daphne 10 161 16,1 84,1
Marc 10 335 33,5 655,6111

Variantie-analyse
Bron van variatie Kwadratensom
Vrijheidsgraden
Gemiddelde kwadratenF P-waarde
Kritische gebied van F-toets
Tussen groepen 49874,4 8 6234,3 10,02864 1,32E-09 2,054882
Binnen groepen 50353,6 81 621,6494

Totaal 100228 89
e gebied van F-toets
Unifactoriële variantie-analyse

SAMENVATTING
Groepen Aantal Som Gemiddelde
BT1 9 136 15,11
BT2 9 335 37,22
BT3 9 354 39,33
BT4 9 618 68,67
BT5 9 341 37,89
BT6 9 492 54,67
BT7 9 276 30,67
BT8 9 352 39,11
BT9 9 301 33,44
BT10 9 215 23,89

Variantie-analyse
Bron van variatie Kwadratensom Vrijheidsgraden Gemiddelde kwadraten
Tussen groepen 18174,66667 9 2019,407407
Binnen groepen 82053,33333 80 1025,666667

Totaal 100228 89
Variantie
61,61
712,69
560,75
2029,25
796,86
2304,25
2076,25
1177,61
229,78
307,61

F P-waarde Kritische gebied van F-toets


1,968873 0,053846358 1,999114806

P-waarde >0,05, dus de nul hypothese dat alle blokken aan elkaar gelijk zijn kan niet verworpen worden.
verworpen worden.
=> eerst transponeren, dan alle mannen en alle vrouwen in 1 kolom slepen
Namen M M M M V M M V
BT1
BT2
BT3
BT4
BT5
BT6
BT7
BT8
BT9
BT10
M M V
12 10
26 23
26 42
84 19
21 21
75 14
10 11
34 19
32 19
15 18
11 13
21 29
25 35
39 19
20 12
33 9
28 6
23 14
33 14
13 10
10
21
35
97
65
15
10
20
40
18
33
83
95
149
93
146
26
124
52
63
23
83
42
106
55
110
150
52
59
31
14
36
45
75
43
63
26
45
33
38
10
13
9
30
11
27
9
21
19
9
T-toets: twee steekproeven met ongelijke varianties

M V
Gemiddelde 43,75714286 17,85
Variantie 1279,027122 80,76578947
Waarnemingen 70 20
Schatting van verschil tussen gemiddelden 0
Vrijheidsgraden 87
T- statistische gegevens 5,484899923
P(T<=t) eenzijdig 2,0011E-07
Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,662557349
P(T<=t) tweezijdig 4,00221E-07
Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 1,987608282

Conclusie: De gemiddelde bewerkingstijd van mannen en vrouwen is niet gelijk


Naam som (seconden) Totaal goed Verwachte Y
Residu
Kees-Jan 158 40 37,3472 2,6528
Jules 418 34 35,7612 -1,7612
Stanley 711 36 33,9739 2,0261
Eric 864 33 33,0406 -0,0406
Kyara 196 37 37,1154 -0,1154 Gegevens voor d
Huub 331 36 36,2919 -0,2919
Anthony 246 35 36,8104 -1,8104
Daphne 161 39 37,3289 1,6711
Marc 335 34 36,2675 -2,2675

Correlatie
Trendlijn

Interpretatie
SAMENVATTING UITVOER

Gegevens voor de regressie


Meervoudige correlatiecoëfficiënt R 0,647451483
R-kwadraat 0,419193423
Aangepaste kleinste kwadraat 0,336221055
Standaardfout 203,4255903
Waarnemingen 9

Variantie-analyse
Vrijheidsgraden Kwadratensom Gemiddelde kwadraten
Regressie 1 209070,2045 209070,2045
Storing 7 289673,7955 41381,97078
Totaal 8 498744

Coëfficiënten Standaardfout T- statistische gegevens


Snijpunt 2861,545455 1106,112624 2,587029018
Variabele X 1 -68,93181818 30,66756162 -2,247711084

Er is geen significante relatie tussen de doorloo

-0,647451483
y = -0,0061x + 38,311
Totaal goed
45
40
35
30
Aantal goed

25 y = -0,0061x + 38,311
20 R² = 0,4192
15
10
5
0
0 100 200 300 400 500 600
Som seconden

Scatterplot residu
3

0
0
0 100 200 300 400 500 600 700
-1

-2

-3
F Significantie F
5,052205118 0,059398332

P-waarde Laagste 95% Hoogste 95% Laagste 95,0% Hoogste 95,0%


0,036100682 246,0047198 5477,086189 246,0047198 5477,086189
0,059398332 -141,4490781 3,585441769 -141,4490781 3,585441769

cante relatie tussen de doorlooptijd en het aantal goede antwoorden

-0,0061x + 38,311
R² = 0,4192

700 800 900 1000

lot residu
700 800 900 1000
Y1 = Bewerkingstijd per blok
Y2 = Aantal vragen goed

Benodigde data
Waarnemingen
Aantal vragen
Gemiddelde
goed tijd van alle blokken
Deelnemer 1
Deelnemer 2
Deelnemer n

Namen BT1 BT2 BT3 BT4 BT5 BT6 BT7


Kees-Jan 10 13 9 30 11 27 9
Jules 14 36 45 75 43 63 26
Stanley 23 83 42 106 55 110 150
Eric 33 83 95 149 93 146 26
Kyara 10 23 42 19 21 14 11
Huub 10 21 35 97 65 15 10
Anthony 11 21 25 39 20 33 28
Daphne 13 29 35 19 12 9 6
Marc 12 26 26 84 21 75 10
som 136 335 354 618 341 492 276
Geg

BT8 BT9 BT10 som (seconden) Gemiddelde tijd Totaal goed


21 19 9 158 15,8 40
45 33 38 418 41,8 34
52 59 31 711 71,1 36
124 52 63 864 86,4 33
19 19 18 196 19,6 37
20 40 18 331 33,1 36
23 33 13 246 24,6 35
14 14 10 161 16,1 39
34 32 15 335 33,5 34
352 301 215
SAMENVATTING UITVOER

Gegevens voor de regressie


Meervoudige correlatiecoëfficiënt R 0,647451
R-kwadraat 0,419193
Aangepaste kleinste kwadraat 0,336221
Standaardfout 1,910703
Waarnemingen 9

Variantie-analyse
Vrijheidsgraden
Kwadratensom
Gemiddelde kwadratenF Significantie F
Regressie 1 18,44451 18,44451 5,052205 0,059398332
Storing 7 25,55549 3,650784
Totaal 8 44

Coëfficiënten
Standaardfout
T- statistische gegevens
P-waarde Laagste 95%
Snijpunt 38,31088 1,209398 31,67764 8,07E-09 35,45111229
Gemiddelde tijd -0,06081 0,027055 -2,24771 0,059398 -0,124788658
Steekrpoef data
Tab 5: Steekproef: Als je met data werkt die je niet zelf hebt verzameld, wees dan extra voorzichtig op validiteit en betrouw
Tab 7: Categorische data ondersteund de CTQ (CTQ is de meeting waaruit blijkt of je proces succesvol is).
Voorbeeld: lostijd in een warehouse. De Categorische data die daar ondersteund is bijvoorbeeld de werknemers/ge
CTQ's zijn vaak continue data. Bijv.
Doorlooptijd (Doorlooptijd = wachttijd + bewerkingstijd)
Bewerkingstijd
Wachttijd
Foutpercentages
-> Volg de SIPOC om het perspectief te vinden. Denk vanuit de customer (bijv. vergunningen die van het ene bakje n
-> SIPOC = Supplier , input, proces, output, customer

Meetplan
- Consistentie is belangrijker dan de keuzes die je maakt. Je kunt verschillende plannen maken, maar belangrijkst is
- CTQ is de Y in je formule. De X is de variabele die je kunt wijzigen om invloed te maken op de CTQ.
- Dat iets makkelijk te meten is, maakt het nog niet belangrijk (kan wel kosten/baten afweging zijn). Bijvoorbeeld, h
- Test altijd 1 factor tegelijk binnen LEAN (dus geen last van homegeniteit etc bij onderlinge afhankelijkheid van var
- Let op hoe je je CTQ en je variabelen definieert.

Bestaat uit:
- Meetplan
- Database voor meetresultaten (Excel, Stata, Minitab, etc)
- Meetformulier (optioneel)
-> houd rekening met de praktijk als je een meetformulier maakt. Test daarom op kleine schaal voordat je je meting

Hypothese toetsen
0-hypothese is de hypothese die je probeert te verwerpen.

- Nulhypothese: Er is geen significant verschil tussen de groepen


bijv.
gemiddelde van groep A is gelijk aan het gemiddelde van groep B

- Het resultaat van de test geeft alleen aan dát er een verschil is (P<0,05; bij 95% significatie). De 0-hypothese word
zichtig op validiteit en betrouwbaarheid. Data in het systeem is niet per definitie betrouwbaar en valide.
uccesvol is).
bijvoorbeeld de werknemers/geslacht. Op basis van hypotheses neem je dit soort categorische datum op.

nningen die van het ene bakje naar het andere bakje gaan. Daarbij is de ambtenaar altijd aan het werk omdat het bakje altijd vol is, maar de

nen maken, maar belangrijkst is steeds hetzelfde plan gebruiken.


ken op de CTQ.
n afweging zijn). Bijvoorbeeld, het kopje thee in de les: temperatuur is makkelijk te meten, maar het gaat uiteindelijk om de smaak (smaak is
derlinge afhankelijkheid van variabelen). Doel is namelijk ook om het proces te leren kennen. Een voor een geeft meer inzicht voor de meest

eine schaal voordat je je meting start.

nificatie). De 0-hypothese wordt verworpen en de alternatieve hypothese aangenomen (de groepen zijn niet gelijk). Er wordt niets gezegd o
at het bakje altijd vol is, maar de individuele vergunningen (klanten) liggen lang te wachten. Lijkt efficient omdat de ambtenaar niet stil staa

eindelijk om de smaak (smaak is moeilijk meten, maar opzich wel mogelijk).


eeft meer inzicht voor de meeste mensen op de werkvloer.

gelijk). Er wordt niets gezegd over welke groep beter/hoger etc is.
mdat de ambtenaar niet stil staat, maar de doorlooptijd is erg lang.
Analysis of Variance
Categorische X heeft 3 of meer categoriën (bijv. X=afdeling, er zijn 5 verschillende afdelingen). Bij twee categ

Nul-hypothese: alle categoriën zijn gelijk aan elkaar


in formule H0 = µBTA = µBTB = µBTC
In woorden H0 = Gemiddelde bewerkingstijd van A is gelijk aan B en aan C
Ha = Minimaal een van de gemiddelde bewerkingstijden wijkt af van de andere.

Meting A B C
1 30 27 32
2 35 28 31
3 40 23 33

Variantie = Standaardeviatie in kwadraat


F-waarde > dan kritische gebied van F-toets = significant
p-waarde < dan alpha? => is significant

Interpretatie:
De kans dat de gemiddelden van groep A, B en C gelijk zijn aan elkaar, is kleinder dan 5%
er zijn 5 verschillende afdelingen). Bij twee categoriën gebruik je de T-test.

kt af van de andere.
Unifactoriële variantie-analyse

SAMENVATTING
Groepen Aantal
A 3
B 3
C 3

Variantie-analyse
Bron van variatie Kwadratensom
an elkaar, is kleinder dan 5% Tussen groepen 126
Binnen groepen 66

Totaal 192
Som Gemiddelde Variantie
Wortel variantie is st.St.
devdev Variantie
105 35 25 5 5 25
78 26 7 2,645751 2,645751 7
96 32 1 1 1 1

Vrijheidsgraden Gemiddelde kwadraten F P-waarde


Kritische gebied van F-toets
2 63 5,727273 0,040619 5,143253
6 11

8
T-toets gebruik je om een categorische variabel met twee categoriën te testen.

H0 = Gemiddelde Groep A is gelijk aan gemiddelde groep B


Ha = Gemiddelde groep A is niet gelijk aan gemiddelde groep B

Drie typen T-toetsen


1. Independent samples (2 groepen)
2. Paired sample (1 groep, of bijv. 1 proces op twee momenten)
3. One sample t-test (1 groep testen tegen een bekend gemiddelde)

Team A Team B
14 18
16 11
15 14
17 17
16 16
15 13
12 15
11 14
14 17
15 15

- Interpretatie van een test geef je in context van de vraag.


T-toets: twee steekproeven met ongelijke varianties

Team A
Gemiddelde 14,5
Variantie 3,388888889
Waarnemingen 10
Schatting van verschil tussen gemiddelden 0
Vrijheidsgraden 18
T- statistische gegevens -0,564932683
P(T<=t) eenzijdig 0,289546515
Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,734063607
P(T<=t) tweezijdig 0,579093029
Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 2,10092204

T-toets: twee gepaarde steekproeven voor gemiddelden

Team A
Gemiddelde 14,5
Variantie 3,388888889
Waarnemingen 10
Pearson-correlatie 0
Schatting van verschil tussen gemiddelden 0
Vrijheidsgraden 9
T- statistische gegevens -0,564932683
P(T<=t) eenzijdig 0,292961626
Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,833112933
P(T<=t) tweezijdig 0,585923253
Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 2,262157163
Team B
15
4,444444444
10

Team B
15
4,444444444
10
CTQ1: Accuratesse (aantal vragen goed)
CTQ2: Snelheid (bewerkingstijd per blok)

10 blokken van 4 vragen


- X1 = rekenvaardigheid
- X2 = moeilijkheidsgraad (van blokken onderling)
- X3 = leeftijd
- X4 = Geslacht
- X5 = Competitiedrang/stress
Multifactoriële analyse zonder herhaling

SAMENVATTING Aantal Som


Kees-Jan 10 158
Jules 10 418
Stanley 10 711
Eric 10 864
Kyara 10 196
Huub 10 331
Anthony 10 246
Daphne 10 161
Marc 10 335

BT1 9 136
BT2 9 335
BT3 9 354
BT4 9 618
BT5 9 341
BT6 9 492
BT7 9 276
BT8 9 352
BT9 9 301
BT10 9 215

Variantie-analyse
Bron van variatie Kwadratensom Vrijheidsgraden
Rijen 49874,4 8
Kolommen 18174,66667 9
Fout 32178,93333 72

Totaal 100228 89
Gemiddelde Variantie
15,8 63,06666667
41,8 302,4
71,1 1626,322222
86,4 1916,044444
19,6 79,6
33,1 788,1
24,6 79,6
16,1 84,1
33,5 655,6111111

15,11111111 61,61111111
37,22222222 712,6944444
39,33333333 560,75
68,66666667 2029,25
37,88888889 796,8611111
54,66666667 2304,25
30,66666667 2076,25
39,11111111 1177,611111
33,44444444 229,7777778
23,88888889 307,6111111

Gemiddelde kwadraten F P-waarde Kritische gebied van F-toets


6234,3 13,94917586 5,01473E-12 2,069831642
2019,407407 4,518401273 9,96618E-05 2,012704841
446,9296296
Namen BT1 BT2 BT3 BT4
03:45 Kees-Jan 10 13 9 30
Jules 14 36 45 75
Stanley 23 83 42 106
Eric 33 83 95 149
04:05 Kyara 10 23 42 19
Huub 10 21 35 97
Anthony 11 21 25 39
04:45 Daphne 13 29 35 19
Marc 12 26 26 84
som 136 335 354 618

Waarneming 15,11111111 37,22222222 39,33333333 68,66667


stdev.s 7,84927456 26,69633766 23,68016047 45,0472
gem stdev.s 29,20837964 29,20837964 29,20837964 29,20838
UCL 70,74598015 70,74598015 70,74598015 70,74598
LCL -12,32922088 -12,32922088 -12,32922088 -12,3292

gem 38
stdev 33,3713117
ucl 138,1139351
lcl -62,11393509
Hypotheses

H0 = Alle gemiddelde doorlooptijden per persoon zijn gelijk voor alle personen
H0 = Alle gemiddelde doorlooptijden per blok zijn gelijk voor ieder blok
H0 = De gemiddelde doorlooptijd voor mannen = de gemiddelde doorlooptijd voor vrouwen
H0 = De gemiddelde doorlooptijd voor Mbo = HBO = WO
H0= De gemiddelde doorlooptijd per leeftijdsgroep is gelijk

Y1: BT per blok


Y2: Aantal vragen goed?

Waarneming X gem tijd alle blokken


Y: # aantal goed Kolom1
Kees-Jan 15,8 40
Jules 41,8 34
Stanley 71,1 36
Eric 86,4 33
Kyara 19,6 37
Huub 33,1 36
Anthony 24,6 35
Daphne 16,1 39
Marc 33,5 34

x en y zijn continue
dus regressie

Waarneming X gem tijd alle blokken


Y: # aantal goed Verwachting Residue
Kees-Jan 15,8 40 37,35036 -2,64964
Jules 41,8 34 35,76956 1,76956
Stanley 71,1 36 33,98812 -2,01188
Eric 86,4 33 33,05788 0,05788
Kyara 19,6 37 37,11932 0,11932
Huub 33,1 36 36,29852 0,29852
Anthony 24,6 35 36,81532 1,81532
Daphne 16,1 39 37,33212 -1,66788
Marc 33,5 34 36,2742 2,2742

Kyra: -0,06*19,6
uitkomst = -1,2+38,3= ongeveer 37
BT5 BT6 BT7 BT8 BT9 BT10 som (seconden) gemiddeld
11 27 9 21 19 9 158 15,8
43 63 26 45 33 38 418 41,8
55 110 150 52 59 31 711 71,1
93 146 26 124 52 63 864 86,4
21 14 11 19 19 18 196 19,6
65 15 10 20 40 18 331 33,1
20 33 28 23 33 13 246 24,6
12 9 6 14 14 10 161 16,1
21 75 10 34 32 15 335 33,5
341 492 276 352 301 215

37,88888889 54,666667 30,66667 39,11111 33,44444 23,88889


28,22872847 48,002604 45,56589 34,31634 15,15842 17,53885
29,20837964 29,20838 29,20838 29,20838 29,20838 29,20838 gem van stdevs 13,845867
70,74598015 70,74598 70,74598 70,74598 70,74598 70,74598
-12,32922088 -12,32922 -12,3292 -12,3292 -12,3292 -12,3292

Daphne
gem 38 Waarneming
stdev 33,3713117 13
ucl 138,1139351 29
lcl -62,11393509 35
19
12
9
6
14
14
10
y = -0,0608x + 38,311
Y: # aantal goed R² = 0,4192
45 aantal goed is gelijk aan -0,0
40
35
30
25 50
20
15 40
10
15 40
10
5 30
0
20
0 20 40 60 80 100

Y: # aantal goed Lineair (Y: # aantal goed) 10

0
1
-10

Residue -20

0
0 20 40 60 80 100
-1

-2

-3
gem stdev ucl lcl
L 15,8 7,533923 38,40177 -6,80177
L 41,8 16,49727 91,29182 -7,69182
L 71,1 38,2582 185,8746 -43,6746
L 86,4 41,52638 210,9791 -38,1791
S 19,6 8,464042 44,99212 -5,79212
L 33,1 26,6325 112,9975 -46,7975
L 24,6 8,464042 49,99212 -0,79212
S 16,1 8,70 42,20 -10,00
L 33,5 24,29094 106,3728 -39,3728

Daphne
Gemiddeld Stdev UCL LCL Waarneming
GemiddeldStdev
16,1 8,7 42,2 -10 15,11111 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 37,22222 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 39,33333 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 68,66667 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 37,88889 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 54,66667 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 30,66667 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 39,11111 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 33,44444 38 33,37131
16,1 8,7 42,2 -10 23,88889 38 33,37131

antal goed is gelijk aan -0,06*gem BT+38,3

Grafiektitel

150
150

100

50

0
1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 -50

-100

Waarneming Gemiddeld UCL LCL


UCL LCL
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139
138,1139351 -62,1139

Grafiektitel
2 3 4 5 6 7 8 9 10

Waarneming Gemiddeld UCL LCL


Y = Continu
X = Continu
Bijv. Reistijd (Y) en Afstand (X)

Zoek naar Correlatie (r)


Varieert tussen -1 en 1 (1 is perfecte positieve correlatie, -1 is perfecte negatieve correlatie)
-> Scatterplot maken voor visualisatie correlatie
-> Voeg trendlijn toe
-> Voeg vergelijking + R2 toe. R2 moet minimaal 0,3 zijn.
-> bereken voorspelde Y
-> Bereken residu
-> Maak scatterplot van de residuen -> Hier mag geen patroon in zitten. Als een patroon, dan is het model niet valide.

Huiswerk: maak een regressiemodel van de data over US Spending en Suicides.

Dataset
US spendingSuicides Predicted Suicides
Residue
1999 18,079 5,427 5,631803 -0,2048 Correlatie r
2000 18,594 5,688 5,792844 -0,10484 R2
2001 19,753 6,198 6,155263 0,042737
2002 20,734 6,462 6,462022 -2,2E-05
2003 20,831 6,635 6,492354 0,142646
2004 23,029 7,336 7,179668 0,156332
2005 23,597 7,248 7,357282 -0,10928
2006 23,584 7,491 7,353217 0,137783
2007 25,525 8,161 7,960168 0,200833
2008 27,731 8,578 8,649984 -0,07198
2009 29,449 9 9,187202 -0,1872
t model niet valide.

0,992082 Scatterplot
0,984226 y = 0,3127x - 0,0215
10 R² = 0,9842
9
8
7
6
Suicides

5
4
3
2
1
0
0 5 10 15 20 25 30 35
US Spending

Scatterplot Residu
0,25
0,2
0,15
0,1
0,05
0
-0,05 0 5 10 15 20 25 30 35

-0,1
-0,15
-0,2
-0,25
X en Y zijn categorisch
Categorische data is onderling onderscheidend en onderling uitsluiting (een datapunt is altijd maar 1 variabele)

Stap
1. Reken voor elke cel de verwachte waarde uit

2. Reken de chi kwadraat uit


=chikw.test(werkelijke waarnemingen;verwachte waarnemingen)
interpretatie: P<0,05 => De H0 verwerpen.

Stap 3 niet nodig bij de Chikw.test formule


3. Bereken vrijheidsgraden (aantal rijen -1) x (aantal kolommen - 1)
=> gebruik Df om in de standaardtabel om de kritieke Chi2 waarde te bepalen.
=> Is de Chi2 uit de test groter dan de kritieke waarde, dan verwerp je H0
maar 1 variabele)
Gedurende het project bijhouden (?)

Eerst in kaart brengen


Dan strategie bepalen

stap 5 Je kunt hem openbaar maken. Dat levert vaak reacties op, waardoor je meer leert over 'hoe de hazen lopen'.

-> Als je het zelf niet weet (nieuwe opdracht), ga je uitvragen bij de mensen die het proces/organisatie wel kenn
Je kunt dan zelf de rol nemen om vragen te stellen.
ver 'hoe de hazen lopen'.

roces/organisatie wel kennen.


2. Flow maakt problemen zichtbaar (als er nergens stapeltjes zijn, dan geeft een stapeltje met wachttijd een pro
peltje met wachttijd een probleem aan. Als iedereen stapels heeft, dan weet je niet of en waar er een probleem is)
Inleiding over project uitvoeren
Toyota Kata -> Doeltoestand. Ergens in die doeltoestand ligt vaak je CTQ verweven.
Niet wat kunnen we verbeteren, maar wat moeten we verbeteren.
PDCA voor elk probleem dat je oppakt tussen je beginsituatie naar je doeltoestand (Check met betrekking tot je plan, niet t
-> Green Belt project: zelf niet de verandering maken, maar je leidt de mensen in het project tot verandering. De veranderin
"Het oplossen is niet het probleem, daar zijn mensen goed in. De uitdaging licht in de juiste doeltoestand en de relevante p

PDCA voorbeeld
Probleem: Geen tijd om de rapportage op te stellen
Plan: Hoe kunnen we tijd maken. Idee 1, 2, 3. Neem 1 idee en maak 1 plan, inclusief verwachting.
Do: voer plan uit
Check: Wat is het resultaat van DO
Act: wat doen we naar aanleiding van de resultaten van DO
repeat

Herhaling
Beslisboom statische techniek:

Y/CTQ X/Invloedsfactor Aantal categoriën? Statistiek


CHI-Kwadraat
Categorisch
Categorisch hoeven we niet te kennen
Continu - Logistische regressie
2 T-test
Categorisch
Continue >2 ANOVA
Continu - Regressie

gapmind.com -> Voorbeeld voor datavisualisatie

Examen:
15 MC vragen.
3 open vragen
kleine casus
2 uur
betrekking tot je plan, niet ten opzicht van je act)
t verandering. De verandering moet uit die mensen zelf opkomen (je neemt de groep mee in het verhaal en de problemen en ideëen kom
eltoestand en de relevante problemen te vinden."

niet te kennen
de problemen en ideëen komen vanzelf naarboven).
Boxplot
Boxplot gebruik je voor ANOVA (of T-toets)

2 boxen zijn samen de InterKwartielAfstand (IKA). Deze is tussen 1e kwartiel en 3e kwartier. 2e kwartiel scheidt de boxen, d
Laagste/Hoogste waarneming is max. 1,5*IKA. Dus als er lager/hoger is, dan zien we dat als outlier.
Outliers zet je neer met een sterretje buiten de boxplot. Je zet de boxplot neer op het getal van het hoogste getal binnen de
wartiel scheidt de boxen, dat is de mediaan.

het hoogste getal binnen de maximale IKA ruimte.


JIDOKA = kwaliteit inbouwen in je proces

- een processtap levert niet aan de volgende processtap, als de kwaliteit niet in orde is. Dus iedere stap controleert kwalitei
- Toepassen in stap IMPROVE van DMAIC (Define Measure Analyse Improve C)

Andon: Door te trekken aan het andon touwtje wordt het proces gestopt. Hiermee maak je het probleem zichtbaar.
Aantal keren touwtje trekken is géén KPI (in de zin dat weinig trekjes goed is). Je wilt juist dat alle problemen zichtbaar gem
Andon: menselijk of automatisch
re stap controleert kwaliteit van zijn werk

probleem zichtbaar.
e problemen zichtbaar gemaakt worden. (Blame the process, not the people)
Doel: statische data-controle. -> hoeveel wijkt de meting af van de verwachting?
We hebben een toegestane variatie. Als die toegestane variatie overschreden wordt, is het niet goed.
Dit kan met continue data die normaal verdeeld is. Vuistregel: minimaal 30 datapunten

Stap 1: Data in chronologische volgorde in grafiek


Stap 2: voeg gemiddelde toe in een lijn
Stap 3: UCL en LCL (Upper control limit en Lower control limit)
UCL = Gemiddelde + 3*standaarddeviatie
LCL = Gemiddelde - 3*standaarddeviatie. Als dit <0 is, dan gebruik je 0 en noem je het LB (low Bound)
-> vergelijk met capabiliteitsanalyse!
Stap 4: Alles buiten de UCL en LCL vereist aandacht. Dit zijn abnormale afwijkingen.
et LB (low Bound)
BT1 BT2 BT3 BT4 BT5 BT6 BT7 BT8
Kees-Jan 10 13 9 30 11 27 9 21
Jules 14 36 45 75 43 63 26 45
Stanley 23 83 42 106 55 110 150 52
Eric 33 83 95 149 93 146 26 124
Kyara 10 23 42 19 21 14 11 19
Huub 10 21 35 97 65 15 10 20
Anthony 11 21 25 39 20 33 28 23
Daphne 13 29 35 19 12 9 6 14
Marc 12 26 26 84 21 75 10 34
st dev 7,400367 25,16955 22,32587 42,47091 26,6143 45,25729 42,95993 32,35375

Kees-Jan Jules Stanley Eric Kyara Huub Anthony Daphne


BT1 10 14 23 33 10 10 11 13
BT2 13 36 83 83 23 21 21 29
BT3 9 45 42 95 42 35 25 35
BT4 30 75 106 149 19 97 39 19
BT5 11 43 55 93 21 65 20 12
BT6 27 63 110 146 14 15 33 9
BT7 9 26 150 26 11 10 28 6
BT8 21 45 52 124 19 20 23 14
BT9 19 33 59 52 19 40 33 14
BT10 9 38 31 63 18 18 13 10
Gemiddelde 15,8 41,8 71,1 86,4 19,6 33,1 24,6 16,1
St.dev 7,533923 16,49727 38,2582 41,52638 8,464042 26,6325 8,464042 8,7
LCL -6,80177 -7,69182 -43,6746 -38,1791 -5,79212 -46,7975 -0,79212 -10
UCL 38,40177 91,29182 185,8746 210,9791 44,99212 112,9975 49,99212 42,2
Grafiektitel
Kees-Jan GemiddeldeLCL UCL 45
BT1 10 15,8 0 38,40177 40
BT2 13 15,8 0 38,40177 35
BT3 9 15,8 0 38,40177 30
BT4 30 15,8 0 38,40177 25
BT5 11 15,8 0 38,40177 20
BT6 27 15,8 0 38,40177 15
BT7 9 15,8 0 38,40177 10
BT8 21 15,8 0 38,40177 5
BT9 19 15,8 0 38,40177 0
BT10 9 15,8 0 38,40177 BT1 BT2 BT3 BT4 BT5

Kees-Jan Gemiddelde

90
GemiddeldeGemiddelde
BT alle personen
st. dev. LCL - LB UCL
80
BT1 15,11111 38 14,21059 0 80,63176
70
BT2 37,22222 38 14,21059 0 80,63176
60
BT3 39,33333 38 14,21059 0 80,63176
50
60
50
BT4 68,66667 38 14,21059 0 80,63176
40
BT5 37,88889 38 14,21059 0 80,63176
30
BT6 54,66667 38 14,21059 0 80,63176
20
BT7 30,66667 38 14,21059 0 80,63176
10
BT8 39,11111 38 14,21059 0 80,63176
0
BT9 33,44444 38 14,21059 0 80,63176
BT1 BT2 BT3
BT10 23,88889 38 14,21059 0 80,63176
Gemiddelde BT alle personen

=> vergelijk ook eens de st devs per blok. Waarom is die niet gelijk?
=> Ga meten waarom st dev niet altijd gelijk is.
GemiddeldeGemiddelde
BT alle personen
st. dev. LCL - LB UCL
BT1 7,400367 27,53792 12,38412 0 64,69028 70

BT2 25,16955 27,53792 12,38412 0 64,69028 60


BT3 22,32587 27,53792 12,38412 0 64,69028 50
BT4 42,47091 27,53792 12,38412 0 64,69028
40
BT5 26,6143 27,53792 12,38412 0 64,69028
BT6 45,25729 27,53792 12,38412 0 64,69028 30
BT7 42,95993 27,53792 12,38412 0 64,69028 20
BT8 32,35375 27,53792 12,38412 0 64,69028 10
BT9 14,2915 27,53792 12,38412 0 64,69028
0
BT10 16,53578 27,53792 12,38412 0 64,69028
BT1

H0 = complexiteit zorgt voor verschil in BW. Meer keersommen = meer complet

ANOVA:

Cat 1: 1 keersom
Cat 2: 2 keersom
Cat 3: 3 keersom
BT Blok 1 BT Blok 2 BT Blok 3
BT Blok 3

-> test was niet gelijk. Mannen hebben andere test dan vrouwen
-> eventueel kun je een t-test doen tussen toetsen

=> relevantie voor een LEAN project:


- Als je verschil ziet tussen bepaalde personen -> weet je zeker dat die personen exact hetzelfde werk doen?
- Observeren: is er verschil in werkwijze, is er verschil in het werk dat ze te doen hebben
-> let ook op: ga niet alleen maar op zoek naar verschillen. Begin bij vragen stellen en ga dan zoeken. In dit geval
BT9 BT10
19 9
33 38
59 31
52 63
19 18
40 18
33 13
14 10
32 15
14,2915 16,53578

Marc Alle BT's op een rij


12 15,11111 1
26 37,22222 2
26 39,33333 3
84 68,66667 4
21 37,88889 5
75 54,66667 6
10 30,66667 7
34 39,11111 8
32 33,44444 9
15 23,88889 10
33,5 11
24,29094 12
-39,3728 13
106,3728 14
Grafiektitel 15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
BT5 BT6 BT7 BT8 BT9 BT10 26
27
Gemiddelde LCL UCL
28
29
30
31
32
33
Control chart per blok 34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
BT3 BT4 BT5 BT6 BT7 BT8 BT9 BT10
46
Gemiddelde BT alle personen Gemiddelde LCL - LB UCL 47
48
49
50
51
Grafiektitel 52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
BT1 BT2 BT3 BT4 BT5 BT6 BT7 BT8 BT9 BT10
64
Gemiddelde BT alle personen Gemiddelde LCL - LB UCL 65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
t hetzelfde werk doen? 80
81
n ga dan zoeken. In dit geval: je ziet variatie in de tijd die het kost om een blok te beantwoorden, dus dan ga je vanuit82
de hypothese dat h
83
84
85
86
87
88
89
90
Alle BT's op een rij gemiddeldest dev LCL UCL
10 38 33,37131 0 138,1139 Alle sommen op een
14 38 33,37131 0 138,1139
160
23 38 33,37131 0 138,1139
140
33 38 33,37131 0 138,1139
10 38 33,37131 0 138,1139 120

10 38 33,37131 0 138,1139 100


11 38 33,37131 0 138,1139 80
13 38 33,37131 0 138,1139 60
12 38 33,37131 0 138,1139 40
13 38 33,37131 0 138,1139 20
36 38 33,37131 0 138,1139
0
83 38 33,37131 0 138,1139 1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40
83 38 33,37131 0 138,1139
23 38 33,37131 0 138,1139 Alle BT's op een rij
21 38 33,37131 0 138,1139
21 38 33,37131 0 138,1139
29 38 33,37131 0 138,1139
26 38 33,37131 0 138,1139
9 38 33,37131 0 138,1139
45 38 33,37131 0 138,1139
42 38 33,37131 0 138,1139
95 38 33,37131 0 138,1139
42 38 33,37131 0 138,1139
35 38 33,37131 0 138,1139
25 38 33,37131 0 138,1139
35 38 33,37131 0 138,1139
26 38 33,37131 0 138,1139
30 38 33,37131 0 138,1139
75 38 33,37131 0 138,1139
106 38 33,37131 0 138,1139
149 38 33,37131 0 138,1139 boven ucl
19 38 33,37131 0 138,1139
97 38 33,37131 0 138,1139
39 38 33,37131 0 138,1139
19 38 33,37131 0 138,1139
84 38 33,37131 0 138,1139
11 38 33,37131 0 138,1139
43 38 33,37131 0 138,1139
55 38 33,37131 0 138,1139
93 38 33,37131 0 138,1139
21 38 33,37131 0 138,1139
65 38 33,37131 0 138,1139
20 38 33,37131 0 138,1139
12 38 33,37131 0 138,1139
21 38 33,37131 0 138,1139
27 38 33,37131 0 138,1139
63 38 33,37131 0 138,1139
110 38 33,37131 0 138,1139
146 38 33,37131 0 138,1139 boven ucl
14 38 33,37131 0 138,1139
15 38 33,37131 0 138,1139
33 38 33,37131 0 138,1139
9 38 33,37131 0 138,1139
75 38 33,37131 0 138,1139
9 38 33,37131 0 138,1139
26 38 33,37131 0 138,1139
150 38 33,37131 0 138,1139 boven ucl
26 38 33,37131 0 138,1139
11 38 33,37131 0 138,1139
10 38 33,37131 0 138,1139
28 38 33,37131 0 138,1139
6 38 33,37131 0 138,1139
10 38 33,37131 0 138,1139
21 38 33,37131 0 138,1139
45 38 33,37131 0 138,1139
52 38 33,37131 0 138,1139
124 38 33,37131 0 138,1139
19 38 33,37131 0 138,1139
20 38 33,37131 0 138,1139
23 38 33,37131 0 138,1139
14 38 33,37131 0 138,1139
34 38 33,37131 0 138,1139
19 38 33,37131 0 138,1139
33 38 33,37131 0 138,1139
59 38 33,37131 0 138,1139
52 38 33,37131 0 138,1139
19 38 33,37131 0 138,1139
40 38 33,37131 0 138,1139
33 38 33,37131 0 138,1139
14 38 33,37131 0 138,1139
32 38 33,37131 0 138,1139
9 38 33,37131 0 138,1139
38 38 33,37131 0 138,1139
31 38 33,37131 0 138,1139
63 38 33,37131 0 138,1139
18 38 33,37131 0 138,1139
18 38 33,37131 0 138,1139
13 38 33,37131 0 138,1139
10 38 33,37131 0 138,1139
15 38 33,37131 0 138,1139
Alle sommen op een rij

37 40 43 46 49 52 55 58 61 64 67 70 73 76 79 82 85 88

gemiddelde LCL UCL


Managementprincipe
De echte locatie, daar waar het echt om gaat.
Je zoekt de locatie/bron van het probleem op. Daar ga je waarnemen. Bijvoorbeeld echt naar de plek in de fabriek gaan staa

Gemba Walk: bekijk de gehele waardestroom .(Gemba = werkvloer)


-> Pak je proces (bijv. via SIPOC of VSM). Dan ga je per processtap het proces fyiek af.
-> draait om nieuwsgierigheid. Open staan voor de informatie, zonder al commentaar te geven.
-> Start bij input, loop naar output (volg de waardestroom). Focus eventueel op een specifiek thema.

Ohno circle: Ga op één plek staan


-> Statisch, voor lange tijd observeren, zonder te praten.
examenvraag: Waar komt de term LEAN vandaan? -> Toen het westen merkte dat Toyota succesvol was, kwamen de onderz
-> Kan toegepast worden in de LEAN projecten. Bijv. in measure fase van DMAIC

Eenpuntsles (EPL of OPL)


-> laat je maken door degenen die daadwerkelijk in een proces werken
-> kun je als resultaat uit je opdracht maken. Als onderdeel van de Control in de DMAIC
-> EPL is de manier van hoe je je instructie opstelt.
e plek in de fabriek gaan staan.

vol was, kwamen de onderzoekers er achter dat Toyota geen stap teveel zet, er zijn 'afgeslankte' processen. In het westen zijn er FAT proc
het westen zijn er FAT processes.
Makigami = Groot vel papier

Is een vorm van VSM (Value stream mapping) die goed werkt voor administratieve processen. VSM staat tussen Orange Belt

- Bovenin maak je rijen met 'swimming lanes'. Door processtappen in een bepaalde lane te zetten, horen ze bij een bepaalde
- Op de plekken waar je tussen rollen switcht, is vaak kans op vertraging
- Per kolom 1 post-it.
Informatiedragers: Dat zijn de benodigde systemen, formulieren
Verspillingen: Timwoodt
Doorlooptijd/bewerkingstijd/value add tijd toevoegen. -> deze data moet traceerbaar zijn (dus meetplan+meting)
Value add tijd = Tijd die waarde toevoegt. Bijvoorbeeld, het opstarten van de PC/applicatie kost tijd, maar voegt geen waar

Je volgt steeds 1 geval tegelijk. Daarna kan je van meerdere gevallen de map vergelijken.

Stappenplan in sheets
Als je de verantwoordelijke mensen per processtap hebt, kun je aan de hand daarvan je meetplan maken (wie meet wat). Di
SM staat tussen Orange Belt sheets

n, horen ze bij een bepaalde persoon/rol.

meetplan+meting)
t tijd, maar voegt geen waarde toe. (tijd waar de klant voor zou willen betalen)

an maken (wie meet wat). Dit is dus een mooie actie om aan het begin van je project te doen.
Single Minute
Minder dan tien minuten

Exchange of Dies
Omwisselen van Sjablonen

-> Snel omstellen. Want het omstellen zelf voegt geen waarde toe. Je kunt dit toepassen op machines in een fab
Het doel is om een continue flow mogelijk te maken.

Stappenplan in de sheets

2. Scheiding tussen interne en externe omstelactiviteiten> Dit is de scheiding tussen wat kan omgesteld worde
ssen op machines in een fabriek, maar ook op taken in een administratieve omgeving

n wat kan omgesteld worden tijdens de flow en voor welke activiteiten de flow stil moet staan.
DMAIC -> Start met CTQ -> Wat is het probleem, wat wil je beinvloeden (De Y)
Measure -> Hoe ga je de CTQ meten
Analyse -> Wat is de oorzaak (X) van je probleem. Dit wil je statistisch bevestigen. P<0,05
Improve -> Je weet hoe je de Y kan beïnvloeden. Je gaat de X veranderen, zodat de Y verbeterd wordt.
Control -> Andon is het touwtje om het proces stil te zetten om het probleem eerst op te lossen, voordat er fouten geprodu

In het zwart: methoden en technieken die ook in de Orange Belt zitten


Blauw: De methoden van Les 5 van Green Belt

Wat is de taak van managers: SQDC


Safety: De manager moet er voor zorgen dat iemand niet zieker naar huis gaat dan dat die binnenkomt.
Quality: Zorg er voor dat medewerkers in staat zijn om foutvrij hun product af te leveren aan de volgende processtap (en du
Delivery: De klant van het product krijgt het product geleverd als hij het ook verwacht. Dus betrouwbaar leveren.
Costs: Niet te dure producten.

Waar wordt vaak op gefocust: kosten omlaag brengen.


-> Als je focust op kosten, gaat vaak de delivery, quality en safety omlaag (bijv. als je iemand ontslaat en hetzelfde werk doo
-> Als je focust op safety, quality en delivery, gaan de kosten vanzelf omlaag?

Bijv. Safety omhoog brengen door procedures. Door de procedures gaat de quality ook omhoog, want als we gewend zijn a
Delivery gaat dan ook mee, en uiteindelijk zijn de kosten dan alsnog lager.
, voordat er fouten geproduceert worden of er voorraden ontstaan.

volgende processtap (en dus zelf de kwaliteitscontrole te doen).


rouwbaar leveren.

slaat en hetzelfde werk door minder mensen laat uitvoeren.)

g, want als we gewend zijn aan de structuur van veiligheidsprocedures, kunnen we ook goed kwaliteitsprocedures volgen.
edures volgen.
Werkelijke waarden
Fout W Fout X Fout Y Fout Z
Afdeling A 10 44 17 29 100
Afdeling B 64 41 42 53 200
Afdeling C 11 20 11 8 50
85 105 70 90 350

Verwachte waarden
Fout W Fout X Fout Y Fout Z
Afdeling A 24,29 30,00 20,00 25,71 100
Afdeling B 48,57 60,00 40,00 51,43 200
Afdeling C 12,14 15,00 10,00 12,86 50
85,00 105,00 70,00 90,00 350

p 3,04686E-05
p<0,05 -> Dus afdeling heeft invloed op de fouten
Voor de toets hoef je eigenlijk alleen de cel F13 te berekenen. Je hoeft alleen de totalen in de eerste tabel te ber
alen in de eerste tabel te berekenen. Dan de verhouding van B te berekenen en die te vermenigvuldigen.
Normale verdeling / variatie
De -1 in de formule is een veligheidsmarge tegen te kleine steekproeven

Cp, Cpk (Capability)


In hoeverre doet het proces aan de eisen die we eraan gesteld hebben?

De tolerantiebreedte = Wat je minimaal accepteert + wat je maximaal accepteert


T = LSL + USL
Cp geeft aan in hoeverre het proces kan passen tussen de tolerantiegrenzen
Cp = T/6 σ (=3 σ *2)
Antwoord van 1 betekent dat het precies past. Boven de 1 let je op het gemiddelde. Onder 1 moet je
constanter worden.

Cpk = min(Cpkl,Cpku)
Min = laagste getal
Cpkl = µ – LSL / 3σ
Cpku = USL – µ / 3σ

Toyota Kata
Continue verbetering van processen

Improvement Kata
Begrijp de richting
- 0 fouten
- 100% waarde toevoegen
- Seriegrootte 1
o First in, first out
- Op klantvraag
- Op volgorde
- Veiligheid voor de mensen

Begrijp de huidige stand


-

Vastleggen volgende doeltoestand


Bepaal je doeltoestand
Van: wat kunnen we verbeteren à wat moeten we verbeteren

Plan, do, check, act Richting Doelstoestand


Ken je processen, hoe het werkt en de relevante data
Coaching Kata

CTQ (Critical to quality)


- Wat is er in dit proces echt belangrijk voor de klant
- Datgeene wat er echt toe doet (relevantie)
- Meetbaar! Niet kunnen meten is niet CTQ

Meest voorkomende CTQ


- Doorlooptijd
- Bewerkingstijd
- Wachttijd
- Fouten/foutpercentage

Doorlooptijd = Bewerkingstijd + Wachttijd

Doorlooptijd = een losstaand process

Steekproefgrootte
Vuistregel:
Continue data: steekproefgrootte is 1 steekproef van minimaal 30 metingen
Variabele data: 300 metingen

Meetplan

y = datgene (categorie/meting) dat we willen beinvloeden (afhankelijk)


x = Invloedsfactor (onafhankelijk)

y = f(x)

ANOVA
Twee soorten data

- Continue data (rekenbaar)


- Categorische data (niet rekenbaar)

De manier om vast te stellen of een Categorische X invloed heeft:


- Waarbij X bestaat uit minimaal 3 verschillende categorieën, ANOVA
- NB: heb je slechts 2 categorieën, dan doe je te T-Toets

Een Continue y

Nulhypothese (x heeft geen invloed op de y)


Gemiddelde van groep A tussen groep B zijn gelijk
H0 : µA = µB

Kansen kleiner dan 5% gelijk zijn, wil zeggen dat er wel verschil zit (P-waarde < 0,05)
Alternatief hypothese (x heeft invloed op y)
HA = 1 ≤ µA ≠ µB

T-Toets
3 typen T-toetsen
1. Independent samples t-test
a. Vergelijkt twee groepen met elkaar
2. Paired samples t-test
a. Vergelijkt één groep op twee momenten (meestal vergelijking met tijd)
3. One sample t-test
a. Één groep toetsen tegen een bekend gemiddelde

Regressie-analyse

Correlatie
Toont de samenhang van 2 variabelen

Chi-kwadraat

De chi-kwadraat is de manier om vast te stellen


- Twee categorische variabelen invloed hebben

DMAIC (Define, Measure, Analyse, Improve, Control)


Define
- Bepaal je CTQ
- Snap aan welke process je begint
- Vind een goede opdrachtgever/champion
-

Measure
- Onderzoek huidige prestatie van je CTQ
- Begrijp het gedrag in de tijd
- Begrijp de prestatie t.o.v. de normen
- Creeer een 0-meting

Analyse
- Onderzoek de invloedsfactoren (x) op je CTQ (y)
- Bepaal ook het gewicht van de invloedsfactoren
- Stel de vital few vast
o Alleen focus op veel beïnvloedde factoren

Improve
- Verbeter je proces en meet dit af aan je CTQ
- Experimenteer met verbeteringen
- Voer alleen in als er een positief resultaat op de CTQ plaats zal vinden

Control
- Zorg dat de CTQ blijvend verbetert
- Verbeteringen moeten goed geborgd zijn
- Prestatie moet continu gemonitord blijven

CTQ gebruik in alle fasen van DMAIC


14 managementprincipes

Filosofie
1. Baseer management beslissingen op een lange termijn strategie zelfs als het ten koste gaat
van korte termijn (financiële) doelstellingen
Proces
2. Creëer een onbelemmerde doorstroming (flow) om de problemen aan de oppervlakte te
krijgen
3. Gebruik een ‘pull’ systeem om overproductie te vermijden
4. Balanceer de werklast, creeer een gelijkmatige werkritme
5. Creëer een cultuur van ‘ line stop’ en structureel oplossen van de problemen om het systeem
steeds betrouwbaarder te krijgen
6. Gestandaardiseerde taken zijn de basis voor continue verbetering door iedere werknemers
op eigen initiatief
7. Gebruik visuele systemen om problemen zichtbaar te maken
8. Gebruik alleen betrouwbare, uitvoerig geteste technologie ter ondersteuning van mens en
proces (blame the proces, not the people)

Mensen
9. Ontwikkel leiders die het werk volledig begrijpen en doorgronden, de cultuurleven en andere
onderwijzen en inspireren.
10. Ontwikkel excellente mensen en teams die de organisatie doelen onderschrijven, daag ze uit
en ondersteun ze.
11. Respecteer het uitgebreide netwerk van partners en leveranciers door hen uit te dagen en te
ondersteunen

Problemen oplossen
12. Ga zelf kijken en doorgrond de situatie
13. Besluit langzaam op basis van consensus, overweeg alle opties, implementeer snel
14. Word een lerende organisatie door onverbiddelijke reflectie en continue verbetering
OEFENVRAGEN EXAMEN GREEN BELT
GESLOTEN VRAGEN
1. De nulhypothese is altijd:

a. P < 0,05
b. De data volgen de normale verdeling
c. Beter dan de alternatieve hypothese
d. Er is geen verschil tussen de groepen

2. Je hebt de volgende werkelijke waarden gevonden:

Afdeling \ Soort fout: Fout W Fout X Fout Y Fout Z


Afdeling A 10 44 17 29
Afdeling B 64 41 42 53
Afdeling C 11 20 11 8

Als je een Chi-kwadraattoets doet. Wat is dan de verwachte waarde (afgerond op hele
getallen) die je zal vinden bij afdeling B, fout Y?

a. 40
b. 41
c. 42
d. Geen van bovenstaande antwoorden
Tabblad: Univ. Salarissen

1. Een Amerikaanse universiteit heeft in 1985 de salarissen van een aantal


medewerkers (professoren, assistent-professoren en universitair docenten)
onderzocht. Naast de rang van de medewerker is ook in kaart gebracht: het
geslacht, het aantal jaren dat zij de rang al bekleden, de hoogst behaalde
academische titel en het aantal jaren dat zij deze titel al bezitten.

Nu bent u als Green Belt ingehuurd om vast te stellen in hoeverre er


gediscrimineerd wordt op basis van geslacht. Met andere woorden: verdienen
mannen meer dan vrouwen? Ook wil de opdrachtgever weten of er een verband is
tussen het aantal jaren dat men de functie bekleedt en het jaarsalaris.

A. Welke statistische methoden gebruikt u om bovenstaande twee vragen


te beantwoorden? (2 punten)
B. Onderzoek of er een aanwijzing is dat vrouwen minder verdienen dan
mannen (5 punten)

C. Wat is de relatie tussen het aantal jaren in een bepaalde functie en het
jaarsalaris? (5 punten)
D. Ga ervan uit dat het aantal jaren in een bepaalde functie de enige
invloedsfactor is. Hoeveel jaar moet iemand dan ongeveer in dienst zijn
om tot een jaarsalaris van €35.000 te komen? (5 punten)

E. Analyseer de antwoorden van vraag A. t/m D. Wat zijn uw conclusies


en hoe zou uw verdere onderzoek eruit zien? (3 punten)
1 Introductie op Lean Six Sigma en Verbetermanagement
1.1 Processen en procesmanagement
Waaruit bestaat een proces. Beschrijf de elementen?
Een proces bestaat uit de volgende elementen:

Input
Bewerking
Output
Randvoorwaarden
Middelen

1.2.2 House of Toyota en het Toyota Productie Systeem


Welk thema is geen onderdeel van het House of Toyota?
Verkorten van de doorlooptijd Jidoka Continu Verbeteren Statistische Proces
Beheersing
4 Statistische Proces Beheersing
1.2.3 De 14 principes van het Lean denken
Wat zijn de 4 hoofdthema's van Lean denken
Lange termijn filosofie
Een goed proces leidt tot het gewenste resultaat
Voeg waarde aan de organisatie toe door het ontwikkelen van mensen
Continu leren
1.3 Lean Six Sigma een krachtige combinatie
wat is he belangrijkste doel van de Lean filosofie?
Manier van werken waarbij alles en iedereen zich richt op het creëren van waarde in alle
processen en het elimineren van verspillingen.
1.3.1 Lean en de vijf principes van Lean
Wat zijn de 5 principes van Lean?
Waarde
Waardestroom
Flow
Pull
Perfectie
Leg de volgende termen uit: Value Add (VA)Business Non Value Add (BNVA)Non Value Add
(NVA)
Value Add (VA) = Activiteiten die voor de klant waarde toevoegen en waar de klant dus voor
bereid is te betalen
Business Non Value Add (BNVA) = Activiteiten die voor de klant geen waarde toevoegen,
maar wel verplicht zijn in het bedrijfsproces. Wet en regelgeving etc.
Non Value Add (NVA) = Activiteiten die voor de klant geen waarde toevoegen. Ook wel
verspillingen genoemd.

1.3.2 Six Sigma: de kracht van het getal


Waarom is Six Sigma een krachtige methode?
Six Sigma focust op fouten, zoals die vanuit het perspectief van de klant worden ervaren.
Een universele meetmethode is die kan worden toegepast op ieder product of dienst
Helpt mensen te motiveren om de kwaliteti te verbeteren van 99% tot 99,99%

Six Sigma is een getal voor kwaliteit. Geef per getal de defects weer.
Zie de tabel
1.3.3 Lean Six Sigma een gouden combinatie
3 Vul de ontbrekende woorden in de onderstaande zin in.
Lean richt zich op het elimineren van 1..... en het zoveel mogelijk verlagen van de
2....., Six Sigma richt zich daarentegen op het verminderen van de 3......
2 (1) Verspillingen, (2) Doorlooptijd (3) Verspilling
1.5.1 DMAIC
Leg uit waar DMAIC voor staat
Dit is de kapstok methode voor Six Sigma om te verbeteren.

Define (definiëren)
Measure (Meten)
Analyze (analyseren)
Improve (verbeteren)
Control (borgen)

1.5.2 Tollgates
Wat zijn tollgates en waar pas je dit toe?
Tollgates zijn tussentijdse beoordelingen aan het einde van iedere fase van de DMAIC Six
Sigma methode
Hierbij komt aan bod het beoordelen van de status van project
Het beoordelen van de levensvatbaarheid van het project
Het toetsen en herijken van de eerdere aannames uit de Project Charter
Het vast stellen welke aanpassingen op basis van de inzichten nodig zijn
Het nemen van een Go / No-Go beslissing

7 Wie hoeft niet verplicht te zijn bij een Tollgate?


Proces ExpertOpdrachtgeverProces EigenaarGreenbelt
1 Proces Expert
1.5.3 De structuur van Lean Six Sigma en verandermanagement

2 De start van een Lean Six Sigma Verbeterproject


4 Wat is de absolute basisvoorwaarde voor het succesvol implementeren van Lean Six
Sigma?
4 Commitment van het management
2.1 Selecteren van het juiste Lean Six Sigma verbeterproject
Hoe beoordeel je of een project geschikt is voor Lean of Lean Six Sigma of niet geschikt is
voor een project?

Is er voldoende focus
Proces repetitief en met volume
MT in staat en bereid rol in te vullen
Voldoende urgentie
Proces heeft veel verspilling = dit laatste antwoord nee Lean Six Sigma anders Lean

De project selectie tool bestaat uit vijf basale criteria. Welke zijn dit?
Waaruit bestaat de verbetering en is de probleemstelling duidelijk?
Is het probleem herkenbaar voor de betrokkenen van de organisatie?
Wat is de kwantitatieve en / of kwalitatieve omvang van de verbetering?
Binnen welke tijd is het project af te ronden?
Zijn er ongewilde neveneffecten?
8 Bij projectselectie is/zijn de/ het belangrijkste criterium / criteria om prioriteit te krijgen
voor je project?
De hoogte van je kwalitatieve en kwantitatieve besparingen of je probleem helder en
herkenbaar is binnen welke tijd je je verbeteringen kan realiseren en of er negatieve
neveneffecten te verwachten zijn alle antwoorden zijn goed

2.2 Urgentiebesef de noodzaak om te veranderen


De belangrijkste bron van gebrek aan urgentiebesef volgens Kotter is?
Zelfgenoegzaamheid

2.3 De Project Charter geeft inzicht en richting


Wat staat er in een project charter?
Probleembeschrijving business case
Doelstelling
Geschatte financiële baten
Scope in en uit
Teamleden en vereiste capaciteit
Risico's en maatregelen
Deliverables
1 Wat is geen onderdeel van een Project Charter?Probleembeschrijving, Business
CaseTeamleden + vereiste capaciteitStakeholder analyseScope (in en uit)
3 Stakeholder analyse
19 In welke fase van een project stellen we de project charter op?
Planning of ontwikkelingInitiërenAfsluitenProductie of uitvoering
2 Initiëren
2.4 De betrokkenen bij een Lean Six Sigma verbeterproject
Hoe formeer je een team?
Form-Storm-Norm-Preform
16 Als je een workshop methode wil toepassen waarbij iedereen zijn / haar mening kan
geven, ongeachte de aanwezige, in hiërarchie hoger staande deelnemers, dan gebruik je
bij voorkeur?
Een puntvraagEen kaartvraagEen roepvraagMaakt niet uit, alle drie zijn hiervoor
geschikt
2 Kaartvraag
2.4.2 Het lijnmanagement
Het lijnmanagment is een kritische succesfactor voor het slagen van verbetertrajecten. De
houding van het lijnmanagment kenmerkt zich in dat geval door:
VerbazenDoenkenGo to the GembaAlle drie de bovenstaande antwoorden zijn juist
4 Alle drie de bovenstaande antwoorden zijn juist
Waarom is het belangrijk dat managers en leiders binnen een organisatie het dagelijks
werk tot in detail begrijpen?
3 Dan kunnen zij goed coachen bij het uitvoeren van hun werk en de bedrijfsfilosofie
uitdragen

2.4.3 Een leidend team samenstellen en ontwikkelen


Waar staat het woord Gemba voor?
De plaats waar de waarheid gevonden kan worden
4 Wat zijn de juiste stadia om een leidend team te formeren en in welke volgorde vinden
ze plaats?
Form - Storm - Norm - PerformNorm - Perform - Storm - ConformForm - Storm -
Conform - PerformStorm - Norm - Conform - Perform
1 Form - Storm - Norm - Perform
2.4.4 Stakeholders!
2 In een stakeholder analyse breng je diegenen in beeld die(substantieel) geraakt worden
door het verbeterproject(substantieel) invloed kunnen uitoefenen op het verbeterproject
Geen van beide groepen Beide groepen
4 Beide groepen
2.5 Project management
17 Zet de 5 fasen binnen een project op de juiste volgorde

4 Initiëren, Planning of ontwikkeling, Productie of uitvoering, Monitoring en Controleren,


afsluiten
2.5.1 Triple Constraint Management
18 Een Greenbelt die een project uitvoert ziet zich geconfronteerd met een
duivelsdriehoek. Welke elementen spelen daarin een belangrijke rol?
Tijd, Scope, Kwaliteit en kostenTijd, Planning, Kwaliteit en BemensingTijd, Inzicht,
Kosten en KwaliteitTijd, Projectdoelstelling, Besparing, Scope
1 Tijd, Scope, Kwaliteit en kosten
3 Het belang van de klant
3.2 Wat klanten van ons willen
12 Als je geen data hebt waarop je je feitelijk kan baseren, kan je ook van andere bronnen
gebruik maken. Welke bronnen zijn dat?
Meningen van directe collega'sExpert schattingenDe VOL (=Voice of je
Leidinggevende)Allemaal kan je ze altijd gebruiken
2 Expert schattingen
4 De waardestroom in beeld
4.1 Methoden om een proces in beeld te krijgen
11 Als je een proces gaat tekenen kan je verschillende tools gebruiken. In toenemede mate
van detail gebruik je achtereenvolgens
Vieze plaat - VSM - FDPM - SIPOCVSM - FDPM - SIPOC - Vieze plaatSIPOC - FDPM -
VSM - Vieze plaatSIPOC - FDPM - Vieze plaat - VSM
3 SIPOC - FDPM - VSM - Vieze plaat
4.6 Value Stream Mapping
12 Bij een VSM onderkennen we verschillende loops en decision points. Hoe word de loop
genoemd waarbij er interactie plaatsvindt tussen productie en afnemer?
3 De levelling loop
4.6.1 Selecteren van productgroepen
26 Welke kenmerken vertonen productfamilies?
3 Gemeenschappelijke processen
4.6.3 Lean metrics
9 De formule 'netto beschikbare productietijd / het aantal gevraagde eenheden per
dag'geeft inzicht in?
2 De Takt tijd
27 Als de netto beschikbare productietijd per jaar 100.000 minuten is en de klantvraag
50.000 stuks per jaar, wat is dat de Taktijd in minuten?0,5245.000.000
22
9 Een zorgcentrum heeft een uur nodig om 5 intake gesprekken te voeren. Gemiddeld zijn
er 25 intakes tegelijk in behandeling. Dit betekent dat de doorlooptijd....... uren . Als het
aantal intakegesprekken bij gelijkblijvende snelheid toeneemt van 25 naar 35, stijgt ook de
doorlooptijd naar...... uren. Neemt vanuit die situatie de intakesnelheid toe van 5 intakes
naar 7 intakes per uur (bijvoorbeeld door het inzetten van extra medewerkers, dan daalt
de doorloopsnelheid weer naar.... uur. Vul de ontbrekende getallen in de spaties van de
tekst in.5, 7, 57 , 5 , 75 , 5 , 77 , 5 , 5
1 5, 7, 5
15 Processtap A heeft een cyclustijd van 5 sec, Processtap B van 8 seconden, Processtap C
van 3 seconden, processtap D van 4 seconden. Het proces heeft op de moment 6 FTEs
ingezet, 3 FTEs op A, 1 FTE op B, C en D. De Takttijd bedraagt 7,5 seconden. Met hoeveel
FTEs zou ik, nadat ik de lijn heb gebalanceerd het prces kunnen uitvoeren?3456
24
Quick wins
Wat is een criterium om vast te stellen of je een Quick Win hebt?
De beoogde oplossing is.. Makkelijk om te implementeren Snel te implementeren
Goedkoop om te implementeren
Alle antwoorden zijn goed

5 Creëren van flow


Wat is de juiste implementatie van flow, te beginnen met de meest optimale Flow
techniek?
One - piece flow, FIFO lane, Pull

Bij het creëren van Flow gaat het om het inrichten van lijn balanceren
Creëren van een waardestroom zonder onderbrekingen, terugzendingen of verkeerde
informatie

Waar streeft Just in Time niet naar?


Uitvoeren van alle bewerkingen, tegen de hoogst mogelijke kosten

5.1 Vereenvoudig het proces


Muri kan bestreden of verminderd worden door
Gestandaardiseerd werk

5.1.2 Verspillingen
De verborgen fabriek is
Alle herbewerkingen in processen binnen een organisatie. Deze kost veel tijd en geld
28 Welke van de 8 vormen van Verspilling is 'de moeder aller verspillingen' omdat deze
vorm vaak de oorzaak is van andere vormen van verspillingen en moeilijk te bestrijden is?
Overproductie
5.1.3 Omsteltijden en Single Minute Exchange of Dies (SMED)
De performance rate in OEE wordt gedefinieerd als de werkelijke cyclustijd in relatie tot
de takttijd. Wat is de lean metriek voor performance rate?
Performance rate = Takttijd / Cyclustijd
5.1.4 De 5S methode
De vijf S-en staan voor?
Scheiden, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, Standhouden

5.2.4 Poka Yoke en broncontrole


Broncontrole betekent bovenal dat de:
Werkwijze op het werkstation wordt Poka Yoke gemaakt

6 Pull op basis van de klantvraag!


6.2 Kanban: communiceren met kaarten
Een Signal Kanban heeft tot doel
Het in gang zetten van batchproductie
LASHCARDS IN GREEN BELT DECK (66)
1

RIE - acronym stands for?

Rapid Improvement Event


2

RIE is also known as

Kaizen Blitz
3

What is Lean Six Sigma?

Lean Six Sigma is a Business Strategy of creating and sustaining Value for the
customer by identifying Value Streams and eliminating Waste. The THREE big
benefits are : Improve Quality, Reduce Costs, Saves Times
4

3 big benefits with Lean Six Sigma

Improve Quality
Reduce Costs
Saves time
5

Lean Six Sigma - other benefits name 3-6)

Increased efficiency
Increased Associate Engagement
Lower Inventory levels
Training/ Cross-Training
Career Pathing
Remaining Competitive in the Marketplace
6

Who created LEAN process? (The father of Lean)

Taiichi Ohno
7What company gets credit for LEAN?

Toyota (Toyoda)
8When did Taiichi create Lean?

Post WW2
9Who created Six Sigma process?

Bill Smith
10What company gets credit for Six Sigma?

Motorola
11When & Who popularized Six Sigma?

Jack Welsh at GE ($11B savings in 10 years)


12Who created the 80/20 rule?

Vilfredo Pareto
13What did Walter Shewhart create?

Special cause/ common cause (repeatable and predictable)


PDCA - plan/ do/ check /act
14What does PDCA stand for?

Plan, Do, Check, Act


15Who created the assembly line?

Henry Ford
16Who said “There is one best way to do things”

Fredrick Taylor
17What does “one best way to do things”mean?

Standardized processes
18What is Edward Demings given credit for?

Father of Quality (TQM)


19What is TQM?

Total Quality Management – SOP, Control Chart, Statistical process


20Who created the fishbone diagram?

Dr. Kaoru Ishikawa


21Who created Poka-yoke?

Dr. Shiged Shingo


22What is covered in Toyota production system (TPS)? (Think house)

Heijunka - Level out process


SOP - Standardized operating procedure
Kaizen - Make better (improve)
Jidoka - Stop the line
JIT - Just in Time
IRS - Improve quality, Reduce Costs, Save Time
23What is Toyota’s 2nd house?

Continuous improvement & Respect for people (columns of the house)


24What does Heijunka mean?

Level out process


25What does SOP mean?

Standardized Operating Procedure


26What does Kaizen mean?

Make better (Improve)


27What does Jidoka mean?

Stop the line


28What does JIT mean/ stand for?

Just in Time
29What does IRS mean/ stand for?
Improve Quality
Reduce Costs
Save Time
30What is Poka-yoke?

Mistake proofing
317 types of waste

TEMWOOD
Transportation
Excess Inventory
Motion
Waiting
Over producing
Over processing
Defects
8. Unused Employee Creativity
32Who determines value?

Customer
33Value Added Activities - service

An activity necessary to meet customer requirements or specific request for


which they are willing to pay for
34Value Added Activities - goods

Something that changes the shape or form of the product, something the
customer is willing to pay for
35Value Stream - Service

all activities or processes, both value adding and non value adding required for
carrying out service
36Value Stream - Goods

From the time the customer places the order until the time the customer
receives the product
37Cycle Time (CT)
Time from start to stop
wait
process
38Change Order Time (CO)

SMED - Single Minute Exchange Dye


TAT - Turn Around Time
39What does SMED stand for? (CO)

Single
Minute
Exchange
Dye
40What does TAT stand for? (CO)

Turn
Around
Time
41What does SIPOC stand for?

Supplier
Input
Process
Output
Customer
42How is a “pie chart” defined?

Percentage of a Whole
43How is a “bar chart” defined?

Trend over time


44What is the process improvement function?

f(x)=y+e
45What is Muda? (How many)

Waste - TEMWOOD
46What is Muri?
Overburdening of a person or machine
47What is Mura?

The unevenness of a workflow (batch vs single flow)


48In Heijunka, what do the X’s and O’s stand for?

X - heavy labor work


O - easy labor work
49Station - in a workflow - means?

It is a dedicated area designed for specific work functions (BATCH flow)


50Workcell - in a workflow - means?
Collection of stations. (one piece flow)
51What are the 5S’s?
Sort
Straighten
Shine
Standardize
Sustain
52What is TWI?
Training within Industry
53Why was TWI created?
During WWII when women entered the workforce.
54What does VOC stand for?
Voice of Customer
55When looking at pareto chart, what does 80% stand for?
Significant Few
56When looking at a pareto chart, what does 20% stand for?
Insignificant Many
57What does JDI mean?
Just Do It
58What is the difference between Lean and Six Sigma?
The problem-solving approach
59What types of Charts/ Graphs are there?
Pie
Bar
Line
Control
Histogram
Scatter Plot
Box Whisker
Pareto
60What are the limits of the Control Chart called?
UCL - Upper Control Limit
LCL - Lower Control Limit
61Where do the limits for a Control Chart originate?
Limits come from the data
62What are the limits of the Histogram called?
USL - Upper Spec Limit
LSL - Lower Spec Limit
63Where do the limits for a Histogram Chart originate?
The customer sets the limits
64Different types of scatter plots?
Positive correlation
Negative correlation
No correlation
65What are the 3 central tendencies
Mean
Median
Mode

66 What does a Box Whiker chart show?

Shows a quarter of the data. The shorter/ tighter the better.


FLASHCARDS IN SIX SIGMA DECK (20)
1
Q SMED

Single Minute Exchange of Die

2
Q Womack’s Lean Principles

Value
Value Stream
Flow
Pull
Strive for perfection

3
Q Kaizen Event

is planned and structured process-improvement effort that enables a small


group of people to improve some aspect of their business in a quick, focused
manner

4
Q Five Phase of the Six Sigma breakthrough strategy

Define-Measure-Analyze-Improve-Control (DMAIC)

5
Q Types of Waste

Waiting
Overproduction
Rework
Motion
Transportation
Processing
Inventory
Intellect
6
Q Flot Time Efficency

Flow Time Efficiency = Theoretical Flow Time


_____________________
Average Flow Time

7
Q5 Ss of Lean

Sort - out what's not needed


Store - what is needed
Shine - the area
Standardize - the layout
Sustain - the effort

8
Q Variation

is the range of difference between the statical mean and all the data points that
are used to calculate the mean

9
Q Defect

is any output of any process or business task that does not meet its intended
performance target

10
Q CT

Critical-To - is any feature of a product or process that is important to the


customer

11
Q Specifications
are the exacting requirements for CTs expressed mathematically so they can be
constntly measured and monitored

12
Q Statistical Population

is a distribution of data points around a mean, or average

13
Q Standard Deviation

is a measure of how spread out the values in a data set (population) are

14
Q Numerical definitionof Six Sigma

no more than 3.4 defects per million opportunities for defects

15
Q Three broad criteria by which you can make certain projects a priority and
other projects not:

Strategically Critical
Tactically necessary
Methodically determined

16
Q Strategically Critical
The boss or leadership team deems a project important for the success of the
business

17
Q Tactically Necessary

Customer require that you do something and this puts you in urgent firefightin
mode
18
Q Methodically Determined

businesss team decides which projects are a priority based on a structured


selection process using a Prioritization Matrix.

19 Write Problem Statement

Q
What is the problem?
Where does the problem occur?
When was the defect first observed?
How extensive is the problem?
How do you know the problem is a problem?

20
Q What does SIPOC Map stand for?

Suppliers-Inputs-Process-Outputs-Customers
FLASHCARDS IN LEAN SIX SIGMA DECK (41)
1
Q
Define, Measure, Analyze, Improve, Control

What does DMAIC stand for?


2
Q
Overproduction, Queuing, Transport, Over Processing, Inventory, Unnecessary
Motion, Defects & Errors
Additionally: waste of Human potential, Energy & Space

What are the Seven Deadly Wastes in Lean?


3
Q
Defining Value, Constructing Value Stream Map, Creating Flow Processes, Add
Pull as connector when flow not practical, Continually improve to achieve True
Lean State

What are the five steps to implementing Lean?


4
Q
Customer wants you to do it, The material / info being processed or transform to
final product, done right the first time

What are the Three Criteria for Value Adding?


5
Q
Determine the most common type of defect
Find the projects with the greatest return.
To prioritize

What are the two main uses of the Pareto Chart?


6
Q
Monitor stability of the process, determine if process is stable and ready for
improvement and demonstrate improved process performance.

What are the three uses of an I-MR Chart?


7
Q
Probability that the process will produce zero defects

What is the concept of rolled throughput yield?


8
Q
The best performance one can reasonably expect to get from a process.

What is the definition of Entitlement?


9
Q
All value added / non-value added, process inputs, process outputs and data
collection points.

What will a process map identify?


10
Q
Supplier, Inputs, Process, Outputs, Customers and Requirements.

What does SIPOCR stand for?


11
Q
"A systematic approach to identifying and eliminating waste (non-value adding
activities) through continuous improvement by flowing the product at the pull of
the customer in pursuit of perfection" The MEP Lean Network

What is the concept of Lean?


12
Q
Sort - out what's not needed
Store - what is needed
Shine - the area
Standardize - the layout
Sustain - the effort

What are the 5 S?


13
Q
Single Minute Exchange of Die

What is SMED?
14
Q
no more than 3.4 defects per million opportunities for defects

Six Sigma ?
15
Q
What is the problem?
Where does the problem occur?
When was the defect first observed?
How extensive is the problem?
How do you know the problem is problem?

LSS Problem Statement


16
Q
Improve Quality - ability of products & services to conform to the customer’s
wants and needs (requirements)
Eliminate Waste - make waste visible so you can eliminate any activity that takes
up time, resources, or space, but does not add value
Reduce Lead Time - improve the velocity of the process by reducing the total
time it takes to complete a series of tasks within a process
Reduce Total Costs -eliminating waste and reducing lead times will reduce both
direct and indirect costs associated with the production of a product or service

Goals of Lean
17
Q
) Specify Customer Value
) Map the Value Stream
) Establish Flow
) Implement Pull
) Pursue Perfection

5 Lean Principles
18
Q
Can be traced back to at least 1850 and the concept of interchangeable parts
which was perfected by Eli Whitney
Early 1900’s - Frederick Taylor and Frank Gilbreth introduced the concepts of
standardized work, time study, work standards, process charts and motion study
standardization (the idea of eliminating waste was originated here)
1910’s – Henry Ford took all the elements of production and arranged them in a
continuous system (considered to be the first practitioner of JIT and Lean
Manufacturing)
1940’s – Deming, Juran and Ishikawa introduced SPC and TQM
1940’s to 1970’s – Toyoda and Ohno developed the Toyota Production System
(TPS), JIT, stockless production (considered to be the first formal Lean
manufacturing system

History of Lean
1850
1910
1940’s
1940’s - 70’s
19
Q
Develop process measures
(KPIs, Operational definitions)
Collect process data
(data collection plans)
3.Check data quality
(MSA, Resolution)
4.Understand process behaviour
(distribution, process stability, short vs. long term variations)
5.Baseline process capability & potential

Steps of the Measure phase


20
Q
Analyse the process
2.Develop theories
(potential root causes)
Analyse the data
(what does the data say?)
Verify root causes & understand cause & effect
Steps of the Analyse phase
21
Q
Law of the Market
(customer is King)
2. Law of Flexibility
(speed &amp; flexibility are linked: flexible process allows fast product change)

3. Law of Focus
(focus on key time traps)
Law of velocity (Little’s law)
(Work In Progress slows down processes costs money & hide quality problems)
Law of Complexity & Cost

5 laws of Lean
22
Q
Failure Mode & Effect Analysis
=> when you have to prevent an event form ever happening
=> little opportunity to learn from past faillures (faillure rate too low)

What is FMEA?
23
Q
Severity * Occurence * Detection = RPN
RPN = Risk Priority Number

What is rated in a FMEA?


24
Q
25 minimum

Recommended minimum sample size for histograms?


25
Q
20 minimum

Recommended minimum data points for Run charts?


26
Q
Deciding if process is stable
Investigating Clustering, Mixtures, Trends & Oscillations in the process

Why use Run charts?


27
Q
80% of failures are generally caused by 20% of the root causes

80/20 principle?
28
Q
25 minimum
use Individual Value Plots if subgroups contain less than 25 data points

Recommended minimum subgroup size for Box Plots?


29
Q
Box Plots (if more than 25 data per subgroup)
Individual Value Plots (if less than 25 data per subgroup)
100% Stacked Bar Charts (to compare proportions of attribute oer categorical
data)

Graphical tools for analysing & comparing subgroups?


30
Q
Whiskers represent the data range (minimum to maximum)
BUT whiskers can be maximum 1.5 times the length of the box (points beyond
that are considered “outliers”)
What represent the Box Plot whiskers?
31
Q
Increased sample size is a major contributor to gaining statistical confidence

How to increase statistical confidence?


32
Q
Measure the strength of a correlation
varies from -1 to +1
Correlation can be statistically significant (p0.05)

What is the use of the Pearson coefficient?


33
Q
Analysis of Variance test
to compare average of 3 or more samples

What is ANOVA?
34
Q
In GR&R
to identify relative variations due to the gauge and the appraisers
In Regression
to identify relative variations due to the different process inputs
In DOEs
to assess the relative variations due to input factors & their interactions

Where is ANOVA used?


35
Q
All factors are significant (p
Criteria for judging the quality of a regression model ?
36
Q
The regression model should not be used beyond the bounds of the data used to
create it

What are the limitations of a regression model?


37
Q
ID the process output variable(s)
ID the process inputs that might affect the output
Design the experiment
Run the experiment
Analyse the result
run further experiments if necessary

DOE roadmap ?
38
Q
Screening of main influencing factors
Modelisation of inputs variations on the process output
Optimisation of process parameters

Objectives of a DOE?
39
Q
All factors are significant (p

Criteria for judging the quality of a multifactorial model ?


40
Q
Generate potential solutions
Select best solutions
Assess the the risks
Pilot & Implement
Steps of tthe Improve phase?
41
Q
An idea generation technique
Stands for
Substitute
Combine
Adapt
Modify
Put to another use
Eliminate
Reverse

What is SCAMPER?
FLASHCARDS IN SIX SIGMA GREEN BELT DECK (11)
1
Q
Define, Measure, Analyze, Improve, Control

What does DMAIC stand for?


2
Q
Overproduction, Queuing, Transport, Over Processing, Inventory, Unnecessary
Motion, Correction of Defects

What are the Seven Deadly Wastes in Lean?


3
Q
Defining Value, Constructing Value Stream Map, Creating Flow Processes, Add
Pull as connector when flow not practical, Continually improve to achieve True
Lean State

What are the five steps to implementing Lean?


4
Q
Customer wants you to do it, The material / info being processed or transform to
final product, done right the first time

What are the Three Criteria for Value Adding?


5
Q
To determine the most common type of defect and find the projects with the
greatest return.

What are the two main uses of the Pareto Chart?


6
Q
Monitor stability of the process, determine if process is stable and ready for
improvement and demonstrate improved process performance.

What are the three uses of an I-MR Chart?


7
Q
Probability that the process will produce zero defects

What is the concept of rolled throughput yield?


8
Q
The best performance one can reasonably expect to get from process.

What is the definition of Entitlement?


9
Q
All value added / non-value added, process inputs, process outputs and data
collection points.

What will a process map identify?


10
Q
Supplier, Inputs, Process, Outputs, Customers and Requirements.

What does SIPOCR stand for?


11
Q
"A systematic approach to identifying and eliminating waste (non-value adding
activities) through continuous improvement by flowing the product at the pull of
the customer in pursuit of perfection" The MEP Lean Network

What is the concept of Lean?


D M A I C L E A N / L E A N S I X S I G M A R E V I E W T E M P L AT E

PROJECT TITEL: <TITEL>


PROJECT TYPE: [LEAN / LEAN SIX SIGMA]

Organisatie: <Naam organisatie> Revisie: <v1.0>


Project manager: <Naam Belt> Datum: <xx-xx-xxxx>
Belt level: [Green Belt / Black Belt]

1
INTRODUCTIE

Doelstelling review template

• Om het project in te dienen voor certificering door de LSSA


• Om het project in de eigen organisatie te presenteren

Richtlijnen:
• De gevolgde aanpak moet goed te volgen zijn voor mensen met kennis van Lean en/of Six Sigma. Vermijd intern jargon.
Leg afkortingen direct bij eerste gebruik uit.
• In de notities (speaker notes) staan bij verschillende onderdelen een aantal vragen en acties. Lees deze goed door en
beantwoord de vragen zorgvuldig
• De self-assessment slides moeten ingevuld zijn als je het project indient
• Conclusies en beslissingen moeten duidelijk zijn
• Hou als richtlijn deze slides strak aan als je het project indient. Er mogen maximaal 5 slides extra worden toegevoegd.

Verwijder deze slide vóór het inleveren

© LSSA 2022 2

2
DEFINE
1 – D E F I N I E E R P R O J E C T E N B E PA A L A F B A K E N I N G

Probleemstelling

• …

Foto indien mogelijk

© LSSA 2022 3

Probleemomschrijving:
• Wat gaat er verkeerd? Bij welke klant? Gebruik de 5W2H methode
• Hoe vaak? Hoeveel? Waarom is het een probleem?
• Is het oplossen van het probleem een prioriteit voor de orgnisatie?
• De oplossing is bij de start van het project nog niet bekend

3
DEFINE
1 – D E F I N I E E R P R O J E C T E N B E PA A L A F B A K E N I N G

Meetbare
doelstelling:

Afbakening
In Scope

Afbakening
Out of Scope:

Tastbare
resultaten:

Harde
opbrengsten:

Zachte
opbrengsten:

Risico-
beheersing:
© LSSA 2022 4

• Meetbare doelstelling: Geef de meetbare doelstelling aan. Hoeveel / hoevaak /


wanneer is het goed? Hoe meten we dat?
• Afbakening In Scope: Wat is de afbakening van het project? Waar gaat het team zich
op richten? (afdeling, product, klant, machine, omvang?
• Afbakening Out of Scope: Waar gaat het team zich niet op richten? (afdeling,
product, klant, machine, omvang?
• Tastbare resultaten: Welk aantoonbaar bewijs gaat er op tafel gelegd worden om aan
te tonen dat het probleem is opgelost? Wat is de afspraak met de Champion?
• Harde besparingen: Geef een samenvatting van de berekening die een inschatting
geeft van de beoogde harde besparingen, op jaarbasis (xxx k€ / jaar). Voeg eventueel
een aparte slide toe.
• Zachte besparingen: Voeg bijkomende leuke opbrengsten toe, die niet in geld zijn uit
te drukken, zoals tevreden klanten en blije medewerkers.
• Risicobeheersing: Wat zijn de grootste risico’s van dit project? Hoe beheers je de
risico’s?

4
DEFINE
2 – D E F I N I E E R D E F E C T E N B E PA A L C TQ ’ S

VOC/VOB x

CTQext x x

CTQint x x

Specificatie x x

Meetmethode x x

Meetfrequentie x x

Prioriteit x x

© LSSA 2022 5

• VOC: Voice of Customer mag vaag zijn en is bijv. afkomstig van Net Promoter Score,
KANO, Pareto etc.
• VOB: Voice of Business gaat over de eisen/wensen van de ‘Interne klant’ of over het
belang voor de Organisatie als geheel.
• CTQext: De CTQext is de meetbare grootheid waarop de klant het product/dienst
beoordeelt. Dit getal is gekoppeld aan ‘het probleem’ of ‘de klacht’ of ‘de uitval’
• CTQint: De CTQint is de meetbare grotheden waarop de interne organisatie de
kwaliteit van het product of dienst meet. Is deze waarde goed genoeg om aan de
CTQext te voldoen?

5
DEFINE
3 – PLAN EN DOCUMENTEER PROJECT

Projectteam
Resource Mgr: Champion: Gebruiker: MBB/Coach:

Project Mgr (Belt):

Naam: Rol: Verantwoordelijkheden:

© LSSA 2022 6

• Resource manager: Optioneel, diegene die zorgt voor de middelen of teamleden


• Champion: Opdrachtgever
• Gebruiker: Optioneel, diegene die blij wordt van het resultaat
• MBB: Ervaren coach
• Projectmanager: Opdrachtnemer

6
DEFINE
3 – PLAN EN DOCUMENTEER PROJECT

Beschrijf de wijze waarop medewerkers van het process betrokken zijn in het project

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 7

• Wie gaan straks het vernieuwde proces uitvoeren?


• Is er weerstand tegen veranderingen?
• Benoem hoe je gedurende jouw project de medewerkers, die niet in de werkgroep
zitten, mee wil nemen in alle ontwikkelingen.
• Gebruik hier eventueel een communicatieplan voor

7
DEFINE
3 – PLAN EN DOCUMENTEER PROJECT

SIPOC
Leverancier Inputs Proces Outputs Klant

Specificatie Type Specificatie


START

EIND

© LSSA 2022 8

• Een SIPOC of Spaghettidiagram is een verplicht element om het proces op hoofdlijnen


te beschrijven en te visualiseren

• Leverancier: Diegenen die de inputs aanleveren


• Inputs: Inputvariabelen, ruisfactoren, procedures / protocollen
• Proces: Indien nodig, geef een detailuitwerking van het proces
• Outputs: Outputvariabelen
• Klant: Diegenen die het product of dienst in (ver)krijgen

8
DEFINE
ASSESSMENT

Check: zijn onderstaande elementen geadresseerd in de Define-fase?

1. Het project adresseert een klantklacht, probleem of business case.


2. Er is een duidelijke probleemdefinitie.
3. Doelstellingen zijn helder bepaald en zijn meetbaar.
4. VOC en VOB zijn gedefinieerd en specificaties zijn helder.
5. De scope van het project is duidelijk bepaald.
6. De belangrijkste stakeholders zijn in kaart gebracht.
7. Relevante CTQ(s) zijn geselecteerd en een CTQ-flowdown is gemaakt.
8. High level procesbeschrijving is gemaakt (b.v. SIPOC).

© LSSA 2022 9

9
MEASURE
4 – E VA L U E E R H E T M E E T S Y S T E E M

Evalueer de kwaliteit van de data en het meetssyteem

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 10

• Lean-project: geef een beoordeling van de nauwkeurigheid (geen systematische


afwijking) en betrouwbaarheid van de data
• Six Sigma project: laat de uitkomsten van de meetsysteemanalyse (MSA) zien voor de
betrouwbaarheid van de data, inclusief de conclusies die daar uit worden getrokken

• Omschrijf de bron en de kwaliteit van de gebruikte data


• Omschrijf hoe de data is verzameld. Hoe is de kwaliteit van de data geverifieerd?
• De CTQint is de meetbare grootheid waarop de interne organisatie de kwaliteit van
het product of dienst beoordeeld.

10
MEASURE
5 – B E PA A L H U I D I G E P R E S TAT I E

Geef de huidige (historische) score van de CTQ (prestatie van het huidige proces)

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 11

• Hoe is de CTQint in het verleden geweest?


• Plot historische data of data van een steekproef of data gerelateerd aan het
probleem in bijvoorbeeld een grafiek.
• Geef aan welke conclusie er kan worden getrokken over de prestatie van de
CTQ.

11
MEASURE
6 – B E PA A L V E R B E T E R D O E L S T E L L I N G E N

Beoogde doelstelling voor de CTQ’s

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 12

• Beoordeel of de eerder genoemde meetbare target voor de CTQint en/of


doelstelling realistisch is.
• Koppel de doelstelling aan de CTQint.
• Stel dat de CTQint deze meetwaarde haalt, is het probleem dan verholpen? Is
de klant / organisatie dan tevreden?

12
MEASURE
ASSESSMENT

Check: zijn onderstaande elementen geadresseerd in de Measure-fase?

1. De verzamelde data zijn representatief voor het project.


2. De kwaliteit van de data is geverifieerd (meetsyteemanalyse indien nodig).
3. Historische data zijn gebruikt om de prestatie in de tijd te visualiseren.
4. De procesprestatie is in beeld gebracht en beoordeeld t.o.v. de specificaties.
5. Procesvariatie is beoordeeld als natuurlijke variatie of bijzondere variatie.
6. Kortetermijnvariatie versus langetermijnvariatie is beoordeeld.

© LSSA 2022 13

13
A N A LY Z E
7 – BRENG HET PROCES EN DE INPUTS IN KAART

Proces stroomdiagram

Conclusie:
© LSSA 2022 14

• Suggestie:
• Gebruik een stroomdiagram voor een project met kwaliteitsproblemen (rework
en defects).
• Gebruik een Swimlane om verantwoordelijkheden van deelprocessen binnen
het totale proces te onderscheiden.
• Gebruik een VSM Current State voor een project met problemen over
doorlooptijden of onderhandenwerk.

14
A N A LY Z E
8 – B E PA A L FA C TO R E N VA N I N V L O E D ( X 1..N )

Factoren (X-en) die van invloed zijn op het process / CTQ’s

Meten Machine Mens

Probleem

Methode Milieu Materialen

Conclusie:
© LSSA 2022 15

• Ishikawa: Hou een brainstormsessie met het team over mogelijke oorzaken voor het
probleem.

15
A N A LY Z E
9 – R E L AT I E T U S S E N FA C TO R E N E N R E S U LTA AT Y = F ( X I )

De kernoorzaak (Root cause) van het probleem

• …

De relatie tussen de inputfactoren (X-en) en de output (Y)

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 16

• 5-Why: stel vijf keer de waarom-vraag om tot de grondoorzaak te komen


• Geef de grondoorzaak/grondoorzaken voor het probleem aan. Onderbouw deze
keuze.
• Lever bewijs dat er een verband bestaat tussen de genoemde
kernoorzaak/kernoorzaken en de performance van het proces.

16
A N A LY Z E
ASSESSMENT

Check: zijn onderstaande elementen geadresseerd in de Analyze-fase?

1. Een detail procesbeschrijving is gemaakt (b.v. VSM Current State).


2. Potentiële oorzaken zijn in kaart gebracht.
3. Analyses zijn gebruikt om invloedsfactoren te identificeren.
4. Hypotheses om de grondoorzaak te toetsen zijn opgesteld en onderzocht.
5. Data zijn correct geanalyseerd.
6. Grafische en/of statistische technieken zijn toegepast om de oorzaken te onderzoeken.
7. De belangrijkste grondoorzaken zijn vastgesteld en goed onderbouwd.
8. Conclusies zijn helder en (indien van toepassing statistisch) onderbouwd.

© LSSA 2022 17

17
IMPROVE
1 0 – B E PA A L O P T I M A L E P R O C E S I N S T E L L I N G

Het nieuwe process en/of beoogde verbeteringen

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 18

• VSM Future State: geef hier het nieuwe of het beoogde procesbeschrijving middels
een VSM
of
• Process map: beschrijving van het nieuwe process, werkwijze of technische
oplossing.

18
IMPROVE
11 – IMPLEMENTEER VOORGESTELDE VERBETERING

Geïmplementeerde en/of gerealiseerde verbeteringen

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 19

• Hier wordt hier een beschrijving gegeven van de gerealiseerde verbeteringen.


• Tools: Kaizen projecten, TPM, nieuwe specificaties, aangepast ontwerp, nieuwe tools,
balancering, eliminatie van Muda, Muri, Mura, Poka Yoke, instructie medewerkers,
etc.

19
IMPROVE
1 2 – VA L I D E E R I N G E V O E R D E V E R B E T E R I N G

Verbeterde prestatie van de CTQ’s

• …

Conclusie:
© LSSA 2022 20

• Hier wordt een beschrijving gegeven van de resultaten van het verbeterde process.
• Tools: (Rolled Throughtput) Yield verbetering, doorlooptijdverbetering, Mail van blije
klant, etc.
• Zijn de (meetbare) doelstellingen gehaald?
• Wat zijn de gerealiseerde besparingen en hoe verhouden deze zich tot de
beoogde besparingen? (hard en soft)
• Efficiëntieverbetering, reductie van bewerkingstijden of doorlooptijden,
vermindering van defects en uitval, verbetering OEE / TTE percentage etc.

20
IMPROVE
ASSESSMENT

Check: zijn onderstaande elementen geadresseerd in de Improve-fase?

1. Risico's zijn in kaart gebracht en geadresseerd (b.v. pFMEA).


2. Het verbeterde proces voldoet aan de specificaties van de VOC en VOB.
3. Er is een duidelijk communicatie- en actieplan richting de stakeholders.
4. De opdrachtgever (Champion) heeft de verbetervoorstellen goedgekeurd.
5. Er is een aantoonbare verbetering van de CTQ t.o.v. de nulmeting.

© LSSA 2022 21

21
CONTROL
13 – BORG VERBETERING

Bewijs voor borging van de verbetering


• CTQ van project wordt ook na project gemonitored (evenuteel met SPC-tools en OCAP)
• Aangepaste tekeningen …
• Update standaarden / werkinstructies …
• FMEA uitgevoerd en mitigerende maatregelen geïmplementeerd
• Documentatie (FMEA, Control Plan, …)
• Training medewerkers uitgevoerd en trainingsmateriaal aangepast
• Aanpassingen in systemen
• Aanpassingen in het product
• …

Open acties en opvolging


• …
• …

© LSSA 2022 22

• Borging van verbeteringen: Zijn alle kwaliteitsdocumenten aangepast / up to


date? Is iedereen juist geïnstrueerd?
• Open acties: Zijn de acties die nog open staan goed geregeld (wie, wat,
wanneer)?
• Borging: Wie zijn er aangewezen / aangesteld om de kwaliteit/gemaakte afspraken in
de toekomst te garanderen en eventuele situaties op te pakken? Op welke wijze
worden kwaliteit/gemaakte afspraken gecheckt? Geef aan hoe de prestaties van de
CTQ in de toekomst wordt gemonitord.

22
CONTROL
14 – SLUIT PROJECT AF

Gerealiseerde impact van het project


• …
• …

Aanbevelingen
• …
• …

Lessons learned
• …
• …

© LSSA 2022 23

• Conclusies: Wat zijn de belangrijkste conclusies van het project?


• Aanbevelingen: Wat zijn aanbevelingen van het team? Zijn er eventuele spin
offs?

Lessons learned:
• Wat zijn de lessen die we geleerd hebben?
• Wat zouden we de volgende keer anders willen / anders doen?
• Gaan onze college’s niet dezelfde fouten maken?
• Tav veranderkundige kant:
• Hoe heb je de organisatie meegekregen?
• Hoe ben je met de weerstand omgegaan en hoe heb je dat weten om te zetten naar
veranderbereidheid?
• Welke cultuuraspecten ben je tegengekomen en hoe ben je daar mee omgegaan?
• Wat zou je de volgende keer anders willen/anders doen?

23
CONTROL
14 – SLUIT PROJECT AF

Gerealiseerde harde opbrengsten


• …
• …

Gerealiseerde zachte opbrengsten


• …
• …

Ondertekening

Champion: -
Datum, Naam & Handtekening

© LSSA 2022 24

24
CONTROL
ASSESSMENT

Check: zijn onderstaande elementen geadresseerd in de Control-fase?

1. Standaarden zijn aangepast en documentatie is bijgewerkt (b.v. pFMEA, CP).


2. Rollen en verantwoordelijkheden zijn omschreven.
3. Medewerkers zijn geïnstrueerd en/of getraind.
4. Er is aangetoond dat het verbeterde proces stabiel en voorspelbaar is.
5. Er is aangetoond dat de verbetering standhoudt en geborgd is.
6. Er is aangegeven hoe de prestaties worden gemonitord in de toekomst.
7. Het eindrapport is gereed en lessons learned zijn gecommuniceerd.
8. De Champion geeft aan dat de doelstellingen en/of besparingen zijn behaald.
9. De Champion of controller heeft het project afgetekend.

© LSSA 2022 25

25
LSSA FEEDBACK SUMMARY

Volgens de richtlijnen van LSSA is dit project [Geslaagd / Niet geslaagd]


voor: [Lean / Lean Six Sigma] op het niveau van [Green Belt / Black Belt]

• Algemene opmerkingen:

• Define:

• Measure:

• Analyze:

• Improve:

• Control:

© LSSA 2022 26

26
M: info@lssa.eu
W: www.lssa.eu

© LSSA 2022 27

27
De behandellijn heeft invloed op digitale ondersteuning

Nullhypothese
H0: De behandellijn heeft invloed op het type ondersteuning

Alternatieve hypothese:
Ha: De behandellijn heeft geen invloed op het type ondersteuning (digitaal of niet digitaal)

Y= type ondersteuning
X=het aantal type ondersteuning van de behandellijn

Categoriaal
Chi kwadraat

Werkelijk aantal ingezette ondersteuning Behandellijn


Type ondersteuning ADHD Depressie Boorderline Systeem therapie Totaal
Geen digitale ondersteuning 125 100 120 135 480
Digitale ondersteuning 150 110 110 150 520
Totaal 275 210 230 285 1.000

Verwacht aantal ingezette ondersteuning Behandellijn Deze klopt niet!


Type ondersteuning ADHD Depressie Boorderline Systeem therapie Totaal
Geen digitale ondersteuning 120 100 150 150 520
Digitale ondersteuning 120 100 110 150 480
Totaal 240 200 260 300 1.000

Alpha = 0,05

p-waarde Chi Kwadraat 0,00103 Dus deze ook niet

Type ondersteuning ADHD Depressie Boorderline Systeem therapie Totaal


Geen digitale ondersteuning 132 100,8 110,4 136,8 480 48% Dit zijn de juiste verwachte waarden
Digitale ondersteuning 143 109,2 119,6 148,2 520 52%
Totaal 275 210 230 285 1000
P is dan: 0,497934697

P-waarde is lager dan H0


P is low, H0 must go
De behandellijn heeft dus geen invloed op het type ondersteuning
nulhypothese kleiner dan 0,05, dus H0 wordt verworpen.
Alternatieve hypothese Ha er is een verschil in in het type ondersteuning
Feedback Martijn: hier stond R2, maar dat klopt niet. Moet zijn:
Maanden Bezoek BuitenZwembad
Bezoek Binnezwembad
Voorspeld bezoek
verschil
binnenzwembad!
1 0 13 10,275 2,725 Dit is de juiste Residuen-analyse
2 0 9 10,275 -1,275 6
3 2 10 8,4822 1,5178 5
4 3 5 7,5858 -2,5858 4
5 4 6 6,6894 -0,6894 3
6 7 2 4,0002 -2,0002
2
7 10 1 1,311 -0,311
1
8 14 0 -2,2746 2,2746
9 9 2 2,2074 -0,2074 0

10 6 4 4,8966 -0,8966 -1 0 2 4 6 8 10 12 14 16

11 0 7 10,275 -3,275 -2
12 0 15 10,275 4,725 -3
gem 4,583333333 6,166666667 -4
stdev 4,462031177 4,597704741
correlatie -0,86995533
1 10,27520056
Bezoek zwembad
20

Bezoek Binnenzwembad Y1
15
Maak dataset in relatie tussen de gemiddelde bezoeken per gezin per maand aan buiten en binnen zwembaden
y = -0,8964x + 10,275
10 R² = 0,7568
SAMENVATTING UITVOER 5

0
Gegevens voor de regressie 0 5 10 15
Meervoudige correlatiecoëfficiënt
0,869955329 R -5
R-kwadraat 0,756822275 Bezoek Buitenzwembad X1
Aangepaste kleinste
0,732504502
kwadraat
Standaardfout 2,483668315
Waarnemingen 12

Variantie-analyse
VrijheidsgradenKwadratensom
Gemiddelde kwadraten F Significantie F
Regressie 1 191,9805837 191,9805837 31,12218742 0,000234522
Storing 10 61,68608301 6,168608301
Totaal 11 253,6666667

Coëfficiënten Standaardfout
T- statistische gegevens
P-waarde Laagste 95% Hoogste 95% Laagste 95,0%
Snijpunt 10,27520056 1,027828123 9,997002734 1,59393E-06 7,985056784 12,56534433 7,985056784
X1 -0,89640739 0,160683164 -5,57872633 0,000234522 -1,25443179 -0,53838299 -1,254431794
Purchase invoice NoRegistratiedatum Betaaldatum Betaal doorlooptijd Methode CTQ: Doorlooptijd betalen (tijd tussen registreren en betalen van een invoice)
1 01-01-2023 05-02-2023 35 oude betaalproces Er is een wijziging in het betaalproces doorgevoerd. Vanaf 18 januari worden invoices digitaal geaccordeerd. Is de gemiddelde betaaltermijn in het nieuwe proces veranderd?
2 02-01-2023 06-02-2023 35 oude betaalproces
3 03-01-2023 02-02-2023 30 oude betaalproces Vraag 1: Wat is de nulhypothese?
4 04-01-2023 08-02-2023 35 oude betaalproces
5 05-01-2023 27-01-2023 22 oude betaalproces
6 06-01-2023 27-01-2023 21 oude betaalproces Vraag 2: Welke statistische methode gebruik je?
7 07-01-2023 27-01-2023 20 oude betaalproces
8 08-01-2023 27-01-2023 19 oude betaalproces
9 09-01-2023 27-01-2023 18 oude betaalproces Vraag 3: Geef de output van de toets.
10 10-01-2023 05-02-2023 26 oude betaalproces
11 11-01-2023 06-02-2023 26 oude betaalproces
12 12-01-2023 02-02-2023 21 oude betaalproces Vraag 4: Wat is de interpretatie/conclusie van de toets?
13 13-01-2023 08-02-2023 26 oude betaalproces
14 14-01-2023 25-01-2023 11 oude betaalproces Uitwerking Martijn:
15 15-01-2023 25-01-2023 10 oude betaalproces T-toets: twee steekproeven met ongelijke varianties
16 16-01-2023 25-01-2023 9 oude betaalproces
17 17-01-2023 25-01-2023 8 oude betaalproces 1-17 jan 18-31 jan 1-17 jan 18-31 jan
18 18-01-2023 25-01-2023 7 nieuwe betaalproces Gemiddelde 21,88235294 15,5 35 7
19 19-01-2023 25-01-2023 6 nieuwe betaalproces Variantie 79,98529412 37,5 35 6
20 20-01-2023 05-02-2023 16 nieuwe betaalproces Waarnemingen 17 14 30 16
21 10-01-2023 06-02-2023 27 nieuwe betaalproces Schatting van verschil tussen gemiddelden 0 35 27
22 11-01-2023 25-01-2023 14 nieuwe betaalproces Vrijheidsgraden 28 22 14
23 12-01-2023 25-01-2023 13 nieuwe betaalproces T- statistische gegevens 2,348805568 21 13
24 13-01-2023 25-01-2023 12 nieuwe betaalproces P(T<=t) eenzijdig 0,013061206 20 12
25 14-01-2023 25-01-2023 11 nieuwe betaalproces Kritiek gebied van T-toets: eenzijdig 1,701130934 19 11
26 15-01-2023 10-02-2023 26 nieuwe betaalproces P(T<=t) tweezijdig 0,026122412 18 26
27 16-01-2023 05-02-2023 20 nieuwe betaalproces Kritiek gebied van T-toets: tweezijdig 2,048407142 26 20
28 17-01-2023 01-02-2023 15 nieuwe betaalproces 26 15
29 18-01-2023 02-02-2023 15 nieuwe betaalproces 1-17 jan 18-31 jan 21 15
30 19-01-2023 08-02-2023 20 nieuwe betaalproces 26 20
31 24-01-2023 08-02-2023 15 nieuwe betaalproces 40 11 15
10
9
35 8

30

25

20

15

10

0
1
Drie call centres (A, B en C) hebben elk hun eigen manier van het afnemen van
Meting A B C
vragenlijsten. Het is belangrijk dat de lijst op een zorgvuldige manier wordt
1 141 140 120
afgenomen, maar het moet ook efficiënt.
2 123 134 112 #NAAM?
3 132 127 105 Uit onderzoek blijkt dat de ideale afhandeltijd ligt tussen
4 137 137 158 1,5 en 2,5 minuten.
5 133 154 118
6 124 133 127
7 146 141 154 1. Bereken voor elk van de call centres de Cp
8 138 137 135 2. Wat concludeert u uit vraag 1?
9 121 129 110 3. Wat zijn de gemiddeldes van alle call centres?
10 140 134 110 4. Wat leert de extra informatie uit vraag 3. u?
11 145 124 124 5. Wat zou uw vervolgstap zijn in de Analyse-fase van een Green Belt project?
12 155 138 124
13 120 122 131
14 134 123 89 1. A B C
15 133 141 122 STDEV 10,49 8,58 16,13
16 113 128 107 6*STDEV 62,93 51,47 96,78
17 133 124 128 Cp 0,00 0,00 0,00
18 134 145 129
19 137 116 105 T= 60 seconden (2,5 -1,5 minuten = 1 minuut = 60 seconden)
20 133 139 151 2. Call centre B heeft een proces dat kan voldoen aan de norm, A zit er dichtbij, maar C toont teveel variatie.
21 131 142 127 We weten nog niet of de processen van A en B ook goed gericht zijn. (daar is de Cpk voor)
22 125 135 120
23 141 133 126 3. A B C
24 138 147 117 Gemiddelde 134,86 135,23 124,71
25 115 143 119
26 124 132 131 4. De processen A en B liggen rond de 1 minuut 35. Oftwel tegen de ondergrens aan.
27 143 130 144 Daarmee zal ongeveer de helft van de onderzoeken te snel worden afgehandeld
28 145 150 119 C ligt gemiddeld zelfs onder de norm en zal voor een nog groter gedeelte te snel worden
29 145 137 135 afgehandeld
30 150 151 150
31 141 133 150 5. Bekijken in de praktijk (op de Gemba) wat de redenen zijn dat het proces bij elk van de Call Centres
32 138 131 131 sneller verloopt dan de norm voorschrijft. Onderzoek ook welke invloed dit heeft op de kwaliteit
33 137 134 115 van de antwoorden op de vragenlijsten.
34 120 139 95 Voor C zou het interessant zijn te leren begrijpen waarom de variatie zo groot is.
35 155 130 127
1. Bereken het gemiddelde van dataset "C".

2. Hoe groot is de variatie voor "C"


C C zonder uitschieters C C zonder uitschieters
1 6,68 6,68 1 Gemiddelde 6,67 6,71 3. Visualiseer de data; wat valt op
2 6,69 6,69 2 Variatie 0,03
3 6,7 6,7 4. Pas de data aan op basis van de visualisatie
4 6,69 6,69 6. De uitschieters hebben flinke invloed op de variatie
5 6,76 6,76 (die wordt ruim 4 keer zo klein) 5. Herhaal stap 1 en 2 met de aangepaste dataset
6 6,69 6,69
7 6,7 6,7 6. Wat is de conclusie?
8 6,74 6,74
9 6,73 6,73
10 6,69 6,69
11 6,71 6,71
12 6,23 Grafiektitel
13 6,69 6,69
6,9
14 6,73 6,73
6,8
15 6,67 6,67
6,7
16 6,72 6,72
6,6
17 6,66 6,66
6,5
18 6,69 6,69
6,4
19 6,72 6,72
6,3
20 6,75 6,75
6,2
21 6,69 6,69
6,1
22 6,73 6,73
6
23 6,74 6,74
5,9
24 6,73 6,73
5,8
25 6,66 6,66 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
26 6,73 6,73
27 6,72 6,72
28 6,63 6,63
Grafiektitel
29 6,18
30 6,7 6,7 6,8

6,6

6,4

6,2

5,8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Complaint 100
Sort Complaint count cumulative % A Pareto
Overpriced 789 46%
Small portions 621 82% B
800 100%
Wait time 109 88%
700 90%
Food is tasteless 65 92%
80%
No atmosphere 45 95% 600
70%
Not clean 30 96% 500 60%
Too noisy 27 98%
400 50%
Food is too salty 15 99%
300 40%
Unfriendly staff 12 100%
30%
Food not fresh 9 100% 200
20%
100 10%
3. Voor een Internationele keten is er een onderzoek gedaan
0 0%
naar de klachten (complaints) die zijn binnengekomen.

ns

ff
ss

sh
e
d

is y
e

lty
an
Wat zou volgens u een goede manier zijn om deze klachten te visualiseren?

er
ti m

sta
ice

ele

re
tio

sa
no
le
ph

tc
pr

tf
st
or

dly
o
ait

os

o
er

to

no
ta

No
lp

To
W

en
m
Ov

is

is
al

od
at

fri
od

od
Sm
Maak deze visualisatie

Fo
No

Un
Fo

Fo
Stel, u bent de Green Belt die ergens in het project deze cijfers tegenkomt.
Welke klachtcategorie(ën) zal (zullen) het meest invloed op de CTQ hebben?
Onderbouw uw antwoord.
C We weten hier niet (1) wat de CTQ is en (2) wat de relatie tussen de CTQ en de klachten zou zijn
Zonder die gegevens is het niet mogelijk een uitspraak de doen over welke categorie het meeste invloed
heeft op de CTQ.
Bovendien is niet duidelijk of deze dataset is verzameld in het kader van het onderzoek dat je doet of
dat je deze toevallig tegenkwam en daarom denkt te moeten gebruiken.
Week Aanvragen
1 108 120 Bij een gemeente gaat men ervan uit dat er wekelijks 120 aanvragen binnen komen.
2 111 120 Daar is de formatie ook op vastgesteld.
3 120 120
4 113 120 Eind voor de begroting van volgend jaar wil de teamleider weten of het werkelijke
5 109 120 aantal aanvragen significant afwijkt van de verwachte norm.
6 119 120
7 130 120 Hiernaast staan over de eerste 40 weken van 2022 het aantal binnengekomen
8 156 120 aanvragen.
9 103 120
10 130 120 1. Via welke statistische analyse toets je of het aantal aanvragen per week significant
11 174 120 afwijkt van het verwachte aantal?
12 107 120
13 105 120 2. Wat is het gemiddeld aantal aanvragen per week?
14 137 120
15 128 120 3. Voer de analyse (zoals genoemd onder 1.) uit
16 155 120
17 138 120
18 117 120
19 159 120 1. T-toets
20 117 120
21 105 120 2. Gemiddeld aantal aanvragen per week: 125,425
22 135 120
23 115 120
24 106 120 2. H0: Gemiddeld aantal aanvragen per week = 120
25 107 120 HA: Gemiddeld aantal aanvragen per week = niet 120
26 125 120
27 135 120 T-toets: twee steekproeven met ongelijke varianties
28 150 120
29 123 120 Aanvragen
30 149 120 Gemiddelde 125,425 120
31 130 120 Variantie 375,6353 0
32 135 120 Waarnemingen 40 40
33 125 120 Schatting van verschil0tussen gemiddelden
34 126 120 Vrijheidsgraden 39
35 138 120 T- statistische1,770299
gegevens
36 140 120 P(T<=t) eenzijdig
0,042247
37 85 120 Kritiek gebied 1,684875
van T-toets: eenzijdig
38 84 120 P(T<=t) tweezijdig
0,084495
39 138 120 Kritiek gebied 2,022691
van T-toets: tweezijdig
40 130 120
P>0,05: H0 niet verwerpen

3. Dus het aantal aanvragen wijkt niet significant af van 120


Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs
Opleiding: Lean – Lean Green Belt

Instructies:

1. Alle 10 vragen moeten worden beantwoord.


2. Er is maar één correct antwoord per vraag.
3. U heeft 30 minuten voor dit examen.
4. U heeft minstens 7 correcte antwoorden nodig om te slagen.
5. Het is een open boek examen.
6. U kunt een eenvoudige rekenmachine gebruiken.

Dit examen blijft eigendom van LSSA B.V. Het is niet toegestaan dit examen te kopiëren of door
te geven/verkopen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van LSSA B.V.

Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs Vragen - Pagina 1 van 4


790-3400
1 Een project bevindt zich momenteel in week 9. Volgens de Gantt chart staat een levering door een
leverancier van een aantal producten ingepland in week 10. Indien deze levering niet in week 15
wordt ontvangen zal dat tot vertraging in het project leiden. De leverancier heeft beloofd dat deze
materialen zullen worden geleverd in week 13.
Wat is de totale speling in tijd ('float’) van de levering van deze materialen binnen dit project?

a. 2 weken

b. 3 weken

c. 5 weken

d. 6 weken

2 Wat wordt NIET gedeeld door Lean en Six Sigma?

a. Focus op continue verbetering

b. Betrokkenheid van het senior management

c. Focus op klanttevredenheid

d. Lange leercurve

3 Wat is karakteristiek bij het opstellen van een Swinlane Flowchart?

a. Het maken en vullen van de data-boxen

b. Het opstellen van een plattegrond van de verschillende werkstations

c. het aangeven in welke volgorde de processtappen worden uitgevoerd door de verschillende


afdelingen

d. Het stroomlijnen van het proces in een future state.

4 Welk kenmerk is vereist voor alle leden van een Lean verbeterteam?

a. Vermogen om personen te managen

b. Ervaring met statistische analyse

c. Altijd beschikbaar

d. Actieve luistervaardigheden

Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs Vragen - Pagina 2 van 4


790-3400
5 Een productiemanager heeft een lid van het productieteam gevraagd om een overzicht van de
teamresultaten over de afgelopen drie maanden te presenteren.De gepresenteerde data was duidelijk
en overzichtelijk, en werd op een professionele manier gepresenteerd. Helaas waren de prestaties
van het team lager dan verwacht, en één specifiek teamlid heeft een aantal van de
prestatiedoelstellingen niet kunnen verwezenlijken.
Welke reactie van de productiemanager zou NIET passend zijn?

a. Publiekelijk de presentator complimenten geven voor diens presentatie

b. Openlijk de individuele fouten met elkaar bespreken

c. Het gevaar uitleggen voor het bedrijf van het niet realiseren van de prestatiedoelstellingen

d. Het team vertellen dat ze slim en capabel zijn, en dat dit de reden is waarom van hen meer
verwacht wordt

6 Een productiebedrijf vervangt een bestaande horizontale zaag door twee nieuwe verticale zagen.
Deze zagen zullen nauwkeurigheden garanderen tot 0,0005", waardoor het makkelijker wordt om
grote panelen nauwkeurig in kleinere stukken te zagen en tegelijkertijd het gebruikte vloeroppervlak
van de productie te verminderen.
In het beginstadium van het DMAIC-project werd in elke klantfocusgroep en klantinterview als Voice
of the Customer (VOC) de noodzaak van veiligheid benadrukt.
De Proces Failure Modes en Effects Analysis (FMEA) onderzocht een aantal potentiële
veiligheidsissues en scoorden elk van deze met een relatief hoog ‘Risk Priority Number’ (RPN).
De projectleider heeft een Control plan opgesteld om de proces performance te monitoren en de
procesprestaties nauwgezet te controleren. Daarbij ontbraken echter criteria voor veiligheid.
Mag dit Control plan worden geïmplementeerd?

a. Nee, want nieuwe processen moeten GEEN potentiele storingen hebben

b. Nee, want dit plan moet acties bevatten om de belangrijkste storingen te detecteren of te
voorkomen.

c. Ja, omdat de projectleider beter geïnformeerd is dan de klant

d. Ja, want veiligheid is GEEN ‘CTQ’

7 Welke activiteit zal de totale productiekosten verhogen?

a. Centreren van het proces gemiddelde

b. Het verminderen van proces variatie

c. Het voorkomen van levering van producten met gebreken

d. Het identificeren van de grondoorzaak van fouten

Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs Vragen - Pagina 3 van 4


790-3400
8 Een taxibedrijf positioneert zich met lage tarieven. De taxi's zijn eenvoudig en functioneel. Er is
geïnvesteerd in een uitgekiend route-plansysteem, zodat de taxi's altijd de meest efficiënte route en
stipt op tijd rijdt. Welke strategie van Treacy & Wiersema volgt dit bedrijf?

a. Customer Intimacy

b. Operational Excellence

c. Center of Performance

d. Product Leadership

9 Welk kenmerk van een product of een service zal volgens het KANO model het meest waarschijnlijk
aan de verwachtingen van klanten voldoen?

a. Naleving van de industrienormen

b. Financiële prestaties van het productieproces

c. Bijzonder vriendelijke verkoopmedewerker

d. Betrouwbaarheid en robuustheid van de onderdelen

10 Wie is verantwoordelijk voor de goedkeuring van voltooide projecten?

a. Lean Facilitator

b. Master Black Belt

c. Coach

d. Champion

Bedankt voor uw deelname aan dit examen.

Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs Vragen - Pagina 4 van 4


790-3400
Correctiemodel

1. C 6. B
1 pt. 1 pt.

2. D 7. C
1 pt. 1 pt.

3. C 8. B
1 pt. 1 pt.

4. D 9. D
1 pt. 1 pt.

5. B 10. D
1 pt. 1 pt.

Lean Green Belt Oefenexamen_NL_10Qs Correctiemodel - Pagina 1 van 3


790-3400
Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_15Qs
Opleiding: Lean Six Sigma – Black Belt

Instructies:

1. Dit examen bestaat uit 15 multiple choice vragen.


2. Alle vragen worden gelijk gewogen.
3. Alle antwoorden moeten op het gegeven antwoordenformulier worden ingevuld met een pen.
4. Er is maar één correct antwoord per vraag.
5. U heeft 45 minuten voor dit examen.
6. U heeft minimaal 10 goede antwoorden nodig om te slagen.
7. U mag uw eigen aantekeningen gebruiken, de trainingsmap, een woordenboek en maximaal
twee andere boeken.
8. U mag een laptop gebruiken met Minitab.
9. Het gebruik van ander bronnen van informatie (op het internet) binnen of buiten de
examenruimte is niet toegestaan.

Kandidaat Naam:____________

Dit document blijft eigendom van Lean Six Sigma Academy B.V. (LSSA). Dit document mag niet
worden gereproduceerd of verhandeld zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke
toestemming van LSSA B.V.

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 1 van 12


1201-1237
1 Een nieuw team van medische studenten werkt al een paar weken samen. Een onderzoeksvraag is
gerezen naar de bruikbaarheid van lengte / gewicht-verhouding bij de berekening van de Body Mass
Index. Daar één van de teamleden een achtergrond heeft in gezondheid en fitness training, heeft de
rest van het team zich tot dat lid gewend voor advies.
In welke fase van ontwikkeling is dit team?

a. FormingForming

b. Storming

c. Norming

d. Adjourning

2 Een X-bar & Range controlekaart is gebaseerd op een steekproef van 4. Een operator heeft ten
onrechte 2 in plaats van 4 monsters genomen. Het gemiddelde en de range van de twee waarnemingen
worden uitgezet op de control chart.
Wat beschrijft het effect van deze fout het BEST?

a. Waarnemingen van een monster van 2 zijn altijd dichter bij de centerlijn van de kaarten

b. Een toename van de kans dat de R grafiek een ‘out-of-control’ conditie vertoont

c. Een toename van de kans dat de X-bar grafiek een ‘out-of-control’ conditie vertoont

d. Zal geen verkeerde beoordelingen veroorzaken als het proces onder controle is

3 Een verbeterteam heeft in een open kantooromgeving gewerkt aan de verbetering van de werkplek
organisatie. Veel onderdelen zijn voorzien van een rood label (red tag) en medewerkers kregen een
week de tijd om op de rode labels te noteren hoe vaak een onderdeel wordt gebruikt. Vele rode
gelabelde onderdelen zijn weggegooid als er een week lang niemand op heeft geschreven.

Aanvullende aankopen zijn gedaan van alle onderdelen die continue gebruikt werden voor het werk.
Onderdelen personeel het werk verricht. Terwijl onderdelen die minder vaak gebruikt worden,
verplaatst zijn naar een kast in het magazijn op de volgende verdieping. Een overzicht van de inhoud
van de kast is geplakt op de buitenkant van de kastdeur. De medewerkers waren allemaal op de hoogte
gebracht van de nieuwe indeling en de manager inspecteert het gebied tijdens zijn wekelijkse 'audit'
routine.
Wat zou er kunnen worden verbeterd?

a. Het was verkeerd om onderdelen weg te gooien die niet in de week zijn gebruikt

b. Het was een verspilling van geld om extra onderdelen te kopen

c. Het was verkeerd om zo veel in de kast te plaatsen

d. Het schema moet aan de binnenzijde van de kast bevestigd worden

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 2 van 12


1201-1237
4 Een fietsfabrikant is van plan om een nieuwe reeks van superlichtgewichte fietsen voor op de weg te
ontwerpen en in de markt te zetten. Het is duidelijk dat de markt voor dit soort producten exponentieel
is toegenomen na de groeiende aandacht voor triatlons. Deelname aan dergelijke evenementen laat
een toename zien van meer dan 300% in de afgelopen drie jaar.
In welk stadium van de productlevenscyclus mag de fabrikant verwachten dat de winst van deze nieuwe
producten zijn hoogtepunt zal bereiken?

a. Ontwikkeling

b. Groei

c. Volwassenheid

d. Afname

5 De beheerder van een koffiebar heeft een lijst van eisen van klanten gemaakt door klachten te
inventariseren, enquêtes uit te voeren, focusgroepen te organiseren en interviews met klanten te
houden. Een gemeenschappelijke behoefte was ‘goede klanttevredenheid’. Om te begrijpen wat er
nodig is om aan die wens van klanten te voldoen heeft de manager van de koffiebar een ‘Critical to
Quality (CTQ)’ gemaakt:
Noodzaak Quality Driver Critical to Quality (Ext)
Prijs Range €2.00 - € 3,50
Aangeboden ▪ Range
koffiesoorten keuze-aanbod
▪ Smaak van de
koffie
▪ Versheid - niet
ouder dan 5
minuten

Personeel ▪ Goed,
vriendelijk
personeel
▪ Stiptheid van
service <5
minuten

Omgeving ▪ Aangename
sfeer

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 3 van 12


1201-1237
Is dit een passende doorvertaling van de Voice of the Customer (VOC) naar Critical Quality (CTQ)
metrics?

a. Nee, want de prijs dient een vastgesteld bedrag te zijn in plaats van een range

b. Nee, want 'aangenaam' en 'lekker' zijn subjectief en moeten nader omschreven worden

c. Ja, want de kwaliteitscriteria bestrijken een breed scala van factoren

d. Ja, want dit diagram zou de invloedsfactoren moeten kunnen vaststellen

6 Welke van de volgende uitspraken zijn waar als we een dobbelstenen 100 keer gooien voor een
goodness-of-fit van de verwachte verdeling (expected distribution) met een betrouwbaarheid
confidentie) van 95%?

Category Observed Test Proportion Expected Contribution to Chi-Sq


1 13 0.166667 16.667 0.80667
2 26 0.166667 16.667 5.22667
3 19 0.166667 16.667 0.32667
4 13 0.166667 16.667 0.80667
5 9 0.166667 16.667 3.52667
6 20 0.166667 16.667 0.66667

1. De alternatieve hypothese voor de test wordt geaccepteerd


2. De kritieke waarde voor de Chi-kwadraat statistiek is 11.07
3. De verwachte data volgen een Chi-kwadraat verdeling
4. De berekende chi-kwadraat statistiek is te verwaarlozen op het 2,5% level

a. 1,2,3

b. 1,2,4

c. 1,3,4

d. 2,3,4

7 Om de Proces Capability te berekenen van een niet-normale verdeling van data wordt een Box-Cox
transformatie gebruikt met een lambda = 0,5.
Wat zal het effect op de USL van 16 zijn in de getransformeerde grafiek?

a. Blijft op 16

b. Veranderd naar 8

c. Veranderd naar 4

d. Veranderd naar 256

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 4 van 12


1201-1237
8 Een continue proces bestaat uit vijf opeenvolgende stappen. De tijd die één persoon nodig heeft om
één stuk te verwerken noemt men de ‘Touch Time’. Veronderstel dat de Takt Time = 4,5 minuten en
dat de ‘Touch Time’ geen variatie heeft. In elke shift van 8 uur nemen de medewerkers 30 minuten
voor de lunch en twee korte pauzes van 15 minuten.
Stap WIP Touch Time (minuten) Werknemers

A 10 8 2

B 40 15 3

C 2 3 1

D 10 20 5

E 2 12 4

Wat is de beste actie die kan worden ondernomen om de flow van het proces te verbeteren?

a. Verhoog aantal medewerkers, Work in Process (WIP) is aan het toenemen

b. Verlaag aantal werknemers, het proces is aan het over produceren

c. Houd het totaal aantal werknemers hetzelfde, train ze voor multi-skilling

d. Betaal de werknemers om een pauze van 15 minuten per shift door te werken

9 De verkoopdirecteur van een voertuig reparatiebedrijf heeft zijn bezorgdheid geuit over de invoering
van een nieuw verkoopproces. Hij ondersteund weliswaar de noodzaak om het huidige proces te
veranderen maar heeft er weinig vertrouwen in dat het door het huidige verkoopteam zal worden
aangenomen en het daarom niet succesvol zal zijn.

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 5 van 12


1201-1237
What is the relationship of the sales director to this program?Wat is de relatie van de verkoopdirecteur
in dit programma?

a. Coalitiepartner

b. Bondgenoot

c. Tegenstander

d. Scepticus

10 Gegeven de volgende output van een Gage R&R studie:


Bron % Study Variation

Total Gage R&R 9,52

Repeatability 7,70

Reproducibility 5,59

Operator 5,59

Part-to-Part 99,5

Total Variation 100,00

Wat kan worden afgeleid uit de studie?


1. Het %Contribution van de Total Gage R&R is ongeveer 10%
2. Er is geen part * operator interactie
3. Het meetsysteem is geclassificeerd als ideaal
4. De part-to-part component is de grootste oorzaak van de study variation

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 6 van 12


1201-1237
11 Er van uitgaande dat alle gegevens in de hieronder vermelde tabel correct zijn, is aan een shift
manager gevraagd de Overall Equipment Effectiveness (OEE) te berekenen.
Ploegduur: 7 uur en 30 minuten

Koffiepauze: twee maal 15 minuten

Lunchpauze: 30 minuten

Productietijd: 6 uur en 30 minuten

Storing tijd: 33 minuten

Beschikbare tijd: 5 uur en 57 minuten

Beschikbaarheidsgraad: 91,54%

Ideale productiesnelheid: 44 stuks / minuut

Geproduceerde items: 14.300 stuks

Prestatiegraad: 91,04%

Aantal defecten: 610 stuks

Kwaliteitsgraad: 95,73%

De shift manager heeft een OEE bepaald van 79,78%. Is dit juist?

a. Nee, want OEE is de som van de drie verschillende graden bij elkaar opgeteld

b. Nee, want OEE moet hetzelfde zijn als de Kwaliteitsgraad

c. Ja, omdat OEE het totaal van de drie verschillende graden met elkaar vermenigvuldigd moet
zijn

d. Ja, omdat OEE het percentage is dat de machine produceert binnen de beschikbare tijd

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 7 van 12


1201-1237
12 De kosten en baten van een verbeterproject zijn samengevat in onderstaande tabel.
Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2

Personeelskosten € 10.000 € 0 €0

Kapitaalkosten € 20.000 € 0 €0

Reduction in DefectsVermindering van fouten € 0 € 15.000 € 15.000

Herschikking van Middelen €0 € 9.000 € 9.000

Een rente van 5% wordt berekend voor de lening van het geld.
Which of the following are true?Welke van de volgende uitspraken zijn waar?
1. De ROI in jaar 1 bedraagt -20%.
2. De ROI in 2 jaar bedraagt 60%.
3. De NPV bedraagt € 14.60.
4. De NPV bedraagt € 13.900.

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_12Qs Pagina 8 van 12


1201-1237
13 Een ‘2-level Full Factorial’ wordt opgesteld met 4 kwantitatieve factoren A, B, C en D. Er worden 4
centrum punten en geen herhalingen gebruikt. De resultaten worden hieronder weergegeven:
Factorial Regression: Response versus A; Factorial regressie: Response versus A; B; C; D Analyse
van Variantie

Soure DF Adj ss Adj ms F-Value P-Value


Mode 11 2802.20 254.75 58.65 0.000
Linear 4 2701.25 675.31 155.47 0.000
A 1 256.00 256.00 58.94 0.000
B 1 2304.00 2304.00 530.42 0.000
C 1 20.25 20.25 4.66 0.063
D 1 121.00 121.00 27.86 0.001
2- way 6 93.75 15.62 3.60 0.049
Interactions
A*B 1 4.00 4.00 0.92 0.365

A*C 1 2.25 2.25 0.52 0.492


A*D 1 0.00 0.00 0.00 1.000
B*C 1 6.25 6.25 1.44 0.265
B*D 1 81.00 81.00 18.65 0.003
C*D 1 0.25 0.25 0.06 0.816
Curvature 1 7.20 7.20 1.66 0.234
Error 8 34.75 4.34

Lack-of-Fit 5 6.00 1.20 0.13 0.976


Pure Error 3 28.75 9.58
Total 19 2836.95

Wat kan uit de resultaten worden afgeleid met een 5% significantie level?

a. Hoofdeffecten A en C zijn significant

b. 3 belangrijke effecten en de 2-weg interactie B*D zijn significant

c. Er is geen significant hoofdeffect; slechts 2-weg interacties B*D als ook A*C

d. Alle response observatie zijn significant

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_15Qs Pagina 9 van 12


1201-1237
14 De hieronder getoonde Pareto toont de verf-defecten van een auto-assemblagefabriek

De assemblagemanager heeft besloten dat het vanzelfsprekend is welk probleem het eerst
aangepakt moet worden en dat is in zijn optiek ’Dirt’. Is dat een juiste conclusie van de
assemblagemanager?

a. Nee, want cumulatief vertegenwoordigt 'Color' het hoogste percentage van alle gebreken

b. Nee, want 80% van de gebreken worden opgelost door het oplossen van 20% van de
problemen

c. Ja, want cumulatief vertegenwoordigt 'Dirt' het laagste percentage

d. Ja, want 'Dirt' is de meest voorkomende reden van defecten

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_15Qs Pagina 10 van 12


1201-1237
15 Een econoom wil voorspellen hoeveel een persoon bereid is om uit te geven voor een nieuwe auto.
Als voorspellende variabelen (predictor) heeft hij daartoe in een meervoudige lineaire
regressieanalyse genomen: 'Inkomen', 'IQ', 'Leeftijd' en 'Vakantie' (hoeveel iemand uitgeeft in een
vakantie).

Coefficients

Term Coef. SE Coef. T-waarde P-waarde VIF

Constant -4574 1783 -2,56 0,022

Inkomen 0,5104 0,0806 6,33 0,000 11,04

IQ 8, 9 20,3 0,44 0,667 1,65

Leeftijd 0, 0 56,1 0,00 1,000 2,24

Vakantie 0,27 1,79 0,15 0,001 9,08

Wat is waar over deze analyse?

a. Het uiteindelijke model kan worden verkregen door de gegevens uit de ‘Coef’ kolom te
vermenigvuldigen met elke term

b. Het uiteindelijke model dient alleen de termen ‘Constant’, ‘Inkomen’ en ‘Vakantie’ te bevatten

c. De voorspellende factor (predictor) ‘Leeftijd’ dient van de dataset verwijderd te worden en een
nieuwe regressieanalyse moet uitgevoerd worden

d. Een van twee variabelen met een correlatie moet worden verwijderd uit de analyse

Bedankt voor uw deelnaam aan dit examen.

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_15Qs Pagina 11 van 12


1201-1237
Correctiemodel
1. C 9. A
1 pt.1 pt.

2. C 10. D
1 pt.1 pt.

3. C 11. C
1 pt.1 pt.

4. C 12. A
1 pt.1 pt.

5. B 13. B
1 pt.1 pt.

6. B 14. D
1 pt.1 pt.

7. C 15. D
1 pt.1 pt.

8. C
1 pt.

Lean Six Sigma Black Belt Oefenvragen NL_15Qs Pagina 12 van 12


1201-1237
Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen_NL
Opleiding: Lean Six Sigma – Yellow Belt

Multiple Choice:

1. Probeer alle 10 vragen te beantwoorden.


2. Bij 7 of meer goede antwoorden bent u geslaagd.
3. Er is slechts één juist antwoord per vraag.
4. U heeft 15 minuten voor dit examen.
5. Het is een open-boek examen.
6. U mocht geen rekenmachine gebruiken voor dit examen.

Kandidaat naam:_________________

Dit document blijft eigendom van Lean Six Sigma Academy B.V. (LSSA). Dit document mag niet
worden gereproduceerd of verhandeld zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke
toestemming van LSSA B.V.

Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen NL_10Qs Pagina 1 van 5


1177-1210
1 Welke methode is gericht op een snelle en efficiënte manier van ombouwen van een
productieproces van de productie van het huidige product naar de productie van een ander product?

a. Kaizen Continuous Improvement

b. Single Minute Exchange van Dies

c. Six Sigma

d. Value Stream Mapping

2 Waarom is de 'One-Factor-at-a-Time' (OFAT) benadering inferieur aan de 'Design van Experimenten'


(DOE) aanpak?

a. Experimenten zijn ingewikkelder

b. Expertkennis is nodig

c. De resultaten zijn moeilijk te interpreteren

d. Interacties tussen factoren worden niet zichtbaar

3 Welke van de volgende elementen moeten worden opgenomen in een Control Plan?
1. Failure Mode & Effect Analysis
2. Out-of-Control Actie-Plan
3. Product- en proces kenmerken
4. Maatregelen om mogelijke fouten te minimaliseren

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen NL_10Qs Pagina 2 van 5


1177-1210
4 Welke van onderstaande is het meest waarschijnlijk de oorzaak van dat een eindproduct niet voldoet
aan de verwachtingen van de klant?

a. Vertraging

b. Dubbel werk

c. Overproductie

d. Onduidelijke communicatie

5 Welke documentatie beschrijft hoe een specifieke taak uitgevoerd dient te worden binnen een
Kwaliteit Management Systeem (QMS)?

a. Eisenpakket

b. Standaard werkinstructie (SOP)

c. Tijd en beweging studie

d. Formulieren en documenten

6 Wat is de Process Capability index (Cp) formule, waarin USL de Upper Specification Limit (bovenste
specificatie grens) is, LSL de Lower Specification Limit (onderste specificatiegrens) is en S de
standaardafwijking is?

a. Cp = (LSL - USL) / 3S

b. Cp = (LSL - USL) / 6S

c. Cp = (USL - LSL) / 3S

d. Cp = (USL - LSL) / 6S

7 Wat is de filosofie die gedeeld wordt door Lean en Six Sigma?

a. Stel het klantbelang boven die van de organisatie

b. Stel je in om te winnen, ten koste van alles

c. Toegevoegde waarde voor de klant realiseren om zo een organisatie te helpen haar doelen te
bereiken

d. Focus op het produceren van grotere voorraden en ze goedkoop te verkopen

Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen NL_10Qs Pagina 3 van 5


1177-1210
8 Welke is niet een van de acht pijlers binnen het TPM 'House of Quality'?

a. Gericht verbeteren

b. Training en opleiding

c. Kwaliteitsmanagement

d. Noodplanning

9 Waarop is Operational Excellence gericht?

a. Het verhogen van de omzet

b. De behoeften van de klant

c. Verandermanagement

d. Managementvaardigheden

10 Wat is een Lean Principe?

a. Verlaging van kwaliteit om daardoor winst te verhogen

b. Het bereiken van de perfecte vraaggestuurde stroom

c. Bepalen van de waardestroom en elimineren van verspilling

d. Verhogen van de productie met minder personeel

Bedankt voor uw deelname aan dit examen.

Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen NL_10Qs Pagina 4 van 5


1177-1210
Correctiemodel
1. B 6. D
1 pt. 1 pt.

2. D 7. C
1 pt. 1 pt.

3. D 8. D
1 pt. 1 pt.

4. D 9. B
1 pt. 1 pt.

5. B 10. C
1 pt. 1 pt.

Lean Six Sigma Yellow Belt_Oefenvragen NL_10Qs Pagina 5 van 5


1177-1210
Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs
Opleiding: Lean Six Sigma – Green Belt

Instructies:

1. Dit examen bestaat uit 10 multiple choice vragen.


2. Alle vragen worden gelijk gewogen.
3. Alle antwoorden moeten op het gegeven antwoordenformulier worden ingevuld met een pen.
4. Er is maar één correct antwoord per vraag.
5. U heeft 30 minuten voor dit examen.
6. U heeft minimaal 7 goede antwoorden nodig om te slagen.
7. U mag uw eigen aantekeningen gebruiken, de trainingsmap, een woordenboek en maximaal
twee andere boeken.
8. U mag een laptop gebruiken met Minitab.
9. Het gebruik van ander bronnen van informatie (op het internet) binnen of buiten de
examenruimte is niet toegestaan.

Kandidaat Naam:____________

Dit document blijft eigendom van Lean Six Sigma Academy B.V. (LSSA). Dit document mag niet
worden gereproduceerd of verhandeld zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke
toestemming van LSSA B.V.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 1 van 8


1195-1231
1 Klanten bij de service kassa's van een supermarkt moeten elke aankoop scannen en in een plastic zak
plaatsen. Vaak krijgen de klanten daarbij een foutmelding 'Zorg er voor dat uw aankoop in de plastic
zak zit’. Meestal gebeurt dit omdat de klant de plastic zak niet snel genoeg geopend krijgt.
Wat wordt hieromtrent in een DMAIC project bepaald voordat de D-fase met de tollgate wordt afgesloten?
1. Het openen van de plastic zakken duurt langer dan het proces accepteert
2. Alle handelingen die betrokken zijn bij het vullen, scannen en wegen van de zakken
3. De gemiddelde tijd van het systeem om de foutmelding op het display te laten verschijnen
4. Wie heeft de meeste invloed op het proces, de klant, leverancier van de zakken of de
softwareleverancier van het systeem

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

2 Welk kenmerk van een product of een service zal volgens het KANO model het meest waarschijnlijk
aan de verwachtingen van klanten voldoen?

a. Naleving van de industrienormen

b. Financiële prestaties van het productieproces

c. Bijzonder vriendelijke verkoopmedewerker

d. Betrouwbaarheid en robuustheid van de onderdelen

3 Een eierdistributeur wil het aantal tijdens het transport gebroken eieren vastleggen. Elke krat bevat 288
eieren. Elke zending bevat een verschillend aantal kratten.
Het aantal tijdens transport gebroken eieren is geteld. Door het verschil in omvang tussen elke zending
variëren de controlegrenzen. Gemiddeld werd er 1 gebroken ei geconstateerd in elke zending.
Welk type grafiek zou geschikt zijn om deze informatie vast te leggen?

a. C chart

b. U chart

c. I-MR chart

d. NP chart

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 2 van 8


1195-1231
4 Na terugkeer van twee weken vakantie neemt een manager de Xbar-R grafieken in ogenschouw die
zijn opgesteld tijdens zijn afwezigheid. Een van de Xbar grafieken laat zien dat de laatste 50 datapunten
zeer dicht in de buurt van de middenlijn liggen. In feite liggen ze allemaal binnen ongeveer één sigma
van de centrumlijn. Wat is de BESTE verklaring voor dit voorval?

a. Iemand herstelde de oorspronkelijke, wijdere controle limieten

b. De processtandaarddeviatie is afgenomen en de control limits zijn niet herberekend

c. Er is geruime tijd een slechte kwaliteitsperformance gerealiseerd

d. Het toont aan dat de operators hun werk uitstekend hebben gedaan door het proces dicht bij de
doelwaarde te houden

5 Wat is NIET een perspectief beschreven door de Balanced Scorecard (BSC) om metrics te ontwikkelen,
data te verzamelen en te analyseren?

a. Zelfverbeteringen op individueel en bedrijfsniveau

b. Interne en externe klanttevredenheid

c. Verwacht rendement op investeringen

d. Commerciële en marktgevoeligheid

6 Een productiemanager heeft een lid van het productieteam gevraagd om een overzicht van de
teamresultaten over de afgelopen drie maanden te presenteren.De gepresenteerde data was duidelijk
en overzichtelijk, en werd op een professionele manier gepresenteerd. Helaas waren de prestaties van
het team lager dan verwacht, en één specifiek teamlid heeft een aantal van de prestatiedoelstellingen
niet kunnen verwezenlijken.
Welke reactie van de productiemanager zou NIET passend zijn?

a. Publiekelijk de presentator complimenten geven voor diens presentatie

b. Openlijk de individuele fouten met elkaar bespreken

c. Het gevaar uitleggen voor het bedrijf van het niet realiseren van de prestatiedoelstellingen

d. Het team vertellen dat ze slim en capabel zijn, en dat dit de reden is waarom van hen meer
verwacht wordt

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 3 van 8


1195-1231
7 Een proces levert de volgende statistieken op:
Stap Afval herbewerking uit

A 6 4 80

B 6 2 90

C 5 2 75

Totaal 17 8 245

Wat is de Rolled Throughput Yield (RTY) voor dit proces?

a. 74%

b. 85%

c. 92%

d. 93%

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 4 van 8


1195-1231
8 Een projectteam bij een pizzeria moet een value stream map (VSM) maken van de actuele situatie om
het productieproces van hun pizza’s te verbeteren.
De projectleider heeft een team samengesteld dat bestaat uit verschillende afdelingen, van
management tot bedienend en keukenpersoneel. Dit om ervoor te zorgen dat iedereen die betrokken
is bij het proces wordt vertegenwoordigd. Het team maakt een high level procesbeschrijving van het
proces door middel van het verzamelen informatie over elke stap, met inbegrip van activiteiten,
cyclustijden, fouten en voorraden.
De scope voor de Value Stream Map van het pizzaproductieproces start op het moment dat de klant
een bestelling doet en eindigt als de pizza aan de tafel van de klant wordt geleverd (er wordt gerekend
in minuten).
Totale tijd Waarde toevoegende
tijd

Wachten op ober 2,00 0,50

Ober brengt bestelling naar 2,00 0,00


keuken

Deeg maken 1,25 1,00

Verplaats bodem 2,00 0,00

Voeg garnering toe 0,75 0,50

Verplaats naar oven 4,00 1,50

Bakken 6,00 6,00

Afleveren aan tafel 2,00 0,50

Totaal 20,00 10,00

Welke actie zou de cyclustijd verminderen?

a. Introduceer een elektronische uitwisseling van informatie tussen de bediening en keuken

b. Installeer een pizzaoven met een transportband om een 'first in - first out (FIFO)' situatie te
creëren

c. Leg een voorraad aan van kant-en-klare pizza bodems

d. Implementeer een Kanban-systeem om het juiste aantal pizzabodems te maken

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 5 van 8


1195-1231
9 De Pareto grafiek hieronder toont de verf-defecten van een auto-assemblagefabriek:

De assemblagemanager heeft besloten dat het overduidelijk is welk probleem het eerst aangepakt dient
te worden en dat is ’Dirt’. Is dit een juiste conclusie?

a. Nee, want cumulatief vertegenwoordigt 'Color' het hoogste percentage van alle gebreken

b. Nee, want 80% van de gebreken worden opgelost door het oplossen van 20% van de
problemen

c. Ja, want cumulatief vertegenwoordigt 'Dirt' het laagste percentage

d. Ja, want 'Dirt' is de meest voorkomende reden voor gebreken

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 6 van 8


1195-1231
10 De beheerder van een koffieshop heeft een lijst van eisen van klanten gemaakt door te luisteren naar
klachten, het uitdelen van enquêtes, het organiseren van focusgroepen en het afnemen van interviews.
Een gemeenschappelijke behoefte was ‘Goede Klanttevredenheid’. Om te begrijpen wat er nodig is om
aan die klantwens te voldoen heeft de koffieshopmanager een ‘Critical to Quality (CTQ)’ gemaakt.

Need Quality Driver Critical to Quality (Ext)

Good customer satisfaction Price Range £2, 00 - £3, 50

Coffee on offer ▪ Range offering choice


▪ Tasty coffee
▪ Fresh, no older than 5 minutes

Staff ▪ Good, pleasant staff


▪ Prompt service < 5 minutes

Surroudings ▪ Pleasant ambience


▪ Clean and hygienic

Is dit een passende vertaling van de Voice of Customer (VOC) naar Critical Quality (CTQ) metrics?

a. Nee, want de prijs moet een vastgesteld bedrag zijn in plaats van een range

b. Nee, want 'aangenaam' en 'lekker' zijn subjectief en behoeven nadere omschrijving

c. Ja, want de kwaliteit drivers bestrijken een breed scala van factoren

d. Ja, want dit diagram zou de invloed factoren moeten kunnen vaststellen

Bedankt voor uw deelnaam aan dit examen.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 7 van 8


1195-1231
Correctiemodel
1. B 6. B
1 pt.1 pt.

2. D 7. A
1 pt.1 pt.

3. B 8. A
1 pt.1 pt.

4. B 9. D
1 pt.1 pt.

5. D 10. B
1 pt.1 pt.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 8 van 8


1195-1231
Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs
Opleiding: Lean Six Sigma – Green Belt

Instructies:

1. Dit examen bestaat uit 10 multiple choice vragen.


2. Alle vragen worden gelijk gewogen.
3. Alle antwoorden moeten op het gegeven antwoordenformulier worden ingevuld met een pen.
4. Er is maar één correct antwoord per vraag.
5. U heeft 30 minuten voor dit examen.
6. U heeft minimaal 7 goede antwoorden nodig om te slagen.
7. U mag uw eigen aantekeningen gebruiken, de trainingsmap, een woordenboek en maximaal
twee andere boeken.
8. U mag een laptop gebruiken met Minitab.
9. Het gebruik van ander bronnen van informatie (op het internet) binnen of buiten de
examenruimte is niet toegestaan.

Kandidaat Naam:____________

Dit document blijft eigendom van Lean Six Sigma Academy B.V. (LSSA). Dit document mag niet
worden gereproduceerd of verhandeld zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke
toestemming van LSSA B.V.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 1 van 8


1195-1231
1 Klanten bij de service kassa's van een supermarkt moeten elke aankoop scannen en in een plastic zak
plaatsen. Vaak krijgen de klanten daarbij een foutmelding 'Zorg er voor dat uw aankoop in de plastic
zak zit’. Meestal gebeurt dit omdat de klant de plastic zak niet snel genoeg geopend krijgt.
Wat wordt hieromtrent in een DMAIC project bepaald voordat de D-fase met de tollgate wordt afgesloten?
1. Het openen van de plastic zakken duurt langer dan het proces accepteert
2. Alle handelingen die betrokken zijn bij het vullen, scannen en wegen van de zakken
3. De gemiddelde tijd van het systeem om de foutmelding op het display te laten verschijnen
4. Wie heeft de meeste invloed op het proces, de klant, leverancier van de zakken of de
softwareleverancier van het systeem

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

2 Welk kenmerk van een product of een service zal volgens het KANO model het meest waarschijnlijk
aan de verwachtingen van klanten voldoen?

a. Naleving van de industrienormen

b. Financiële prestaties van het productieproces

c. Bijzonder vriendelijke verkoopmedewerker

d. Betrouwbaarheid en robuustheid van de onderdelen

3 Een eierdistributeur wil het aantal tijdens het transport gebroken eieren vastleggen. Elke krat bevat 288
eieren. Elke zending bevat een verschillend aantal kratten.
Het aantal tijdens transport gebroken eieren is geteld. Door het verschil in omvang tussen elke zending
variëren de controlegrenzen. Gemiddeld werd er 1 gebroken ei geconstateerd in elke zending.
Welk type grafiek zou geschikt zijn om deze informatie vast te leggen?

a. C chart

b. U chart

c. I-MR chart

d. NP chart

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 2 van 8


1195-1231
4 Na terugkeer van twee weken vakantie neemt een manager de Xbar-R grafieken in ogenschouw die
zijn opgesteld tijdens zijn afwezigheid. Een van de Xbar grafieken laat zien dat de laatste 50 datapunten
zeer dicht in de buurt van de middenlijn liggen. In feite liggen ze allemaal binnen ongeveer één sigma
van de centrumlijn. Wat is de BESTE verklaring voor dit voorval?

a. Iemand herstelde de oorspronkelijke, wijdere controle limieten

b. De processtandaarddeviatie is afgenomen en de control limits zijn niet herberekend

c. Er is geruime tijd een slechte kwaliteitsperformance gerealiseerd

d. Het toont aan dat de operators hun werk uitstekend hebben gedaan door het proces dicht bij de
doelwaarde te houden

5 Wat is NIET een perspectief beschreven door de Balanced Scorecard (BSC) om metrics te ontwikkelen,
data te verzamelen en te analyseren?

a. Zelfverbeteringen op individueel en bedrijfsniveau

b. Interne en externe klanttevredenheid

c. Verwacht rendement op investeringen

d. Commerciële en marktgevoeligheid

6 Een productiemanager heeft een lid van het productieteam gevraagd om een overzicht van de
teamresultaten over de afgelopen drie maanden te presenteren.De gepresenteerde data was duidelijk
en overzichtelijk, en werd op een professionele manier gepresenteerd. Helaas waren de prestaties van
het team lager dan verwacht, en één specifiek teamlid heeft een aantal van de prestatiedoelstellingen
niet kunnen verwezenlijken.
Welke reactie van de productiemanager zou NIET passend zijn?

a. Publiekelijk de presentator complimenten geven voor diens presentatie

b. Openlijk de individuele fouten met elkaar bespreken

c. Het gevaar uitleggen voor het bedrijf van het niet realiseren van de prestatiedoelstellingen

d. Het team vertellen dat ze slim en capabel zijn, en dat dit de reden is waarom van hen meer
verwacht wordt

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 3 van 8


1195-1231
7 Een proces levert de volgende statistieken op:
Stap Afval herbewerking uit

A 6 4 80

B 6 2 90

C 5 2 75

Totaal 17 8 245

Wat is de Rolled Throughput Yield (RTY) voor dit proces?

a. 74%

b. 85%

c. 92%

d. 93%

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 4 van 8


1195-1231
8 Een projectteam bij een pizzeria moet een value stream map (VSM) maken van de actuele situatie om
het productieproces van hun pizza’s te verbeteren.
De projectleider heeft een team samengesteld dat bestaat uit verschillende afdelingen, van
management tot bedienend en keukenpersoneel. Dit om ervoor te zorgen dat iedereen die betrokken
is bij het proces wordt vertegenwoordigd. Het team maakt een high level procesbeschrijving van het
proces door middel van het verzamelen informatie over elke stap, met inbegrip van activiteiten,
cyclustijden, fouten en voorraden.
De scope voor de Value Stream Map van het pizzaproductieproces start op het moment dat de klant
een bestelling doet en eindigt als de pizza aan de tafel van de klant wordt geleverd (er wordt gerekend
in minuten).
Totale tijd Waarde toevoegende
tijd

Wachten op ober 2,00 0,50

Ober brengt bestelling naar 2,00 0,00


keuken

Deeg maken 1,25 1,00

Verplaats bodem 2,00 0,00

Voeg garnering toe 0,75 0,50

Verplaats naar oven 4,00 1,50

Bakken 6,00 6,00

Afleveren aan tafel 2,00 0,50

Totaal 20,00 10,00

Welke actie zou de cyclustijd verminderen?

a. Introduceer een elektronische uitwisseling van informatie tussen de bediening en keuken

b. Installeer een pizzaoven met een transportband om een 'first in - first out (FIFO)' situatie te
creëren

c. Leg een voorraad aan van kant-en-klare pizza bodems

d. Implementeer een Kanban-systeem om het juiste aantal pizzabodems te maken

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 5 van 8


1195-1231
9 De Pareto grafiek hieronder toont de verf-defecten van een auto-assemblagefabriek:

De assemblagemanager heeft besloten dat het overduidelijk is welk probleem het eerst aangepakt dient
te worden en dat is ’Dirt’. Is dit een juiste conclusie?

a. Nee, want cumulatief vertegenwoordigt 'Color' het hoogste percentage van alle gebreken

b. Nee, want 80% van de gebreken worden opgelost door het oplossen van 20% van de
problemen

c. Ja, want cumulatief vertegenwoordigt 'Dirt' het laagste percentage

d. Ja, want 'Dirt' is de meest voorkomende reden voor gebreken

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 6 van 8


1195-1231
10 De beheerder van een koffieshop heeft een lijst van eisen van klanten gemaakt door te luisteren naar
klachten, het uitdelen van enquêtes, het organiseren van focusgroepen en het afnemen van interviews.
Een gemeenschappelijke behoefte was ‘Goede Klanttevredenheid’. Om te begrijpen wat er nodig is om
aan die klantwens te voldoen heeft de koffieshopmanager een ‘Critical to Quality (CTQ)’ gemaakt.

Need Quality Driver Critical to Quality (Ext)

Good customer satisfaction Price Range £2, 00 - £3, 50

Coffee on offer ▪ Range offering choice


▪ Tasty coffee
▪ Fresh, no older than 5 minutes

Staff ▪ Good, pleasant staff


▪ Prompt service < 5 minutes

Surroudings ▪ Pleasant ambience


▪ Clean and hygienic

Is dit een passende vertaling van de Voice of Customer (VOC) naar Critical Quality (CTQ) metrics?

a. Nee, want de prijs moet een vastgesteld bedrag zijn in plaats van een range

b. Nee, want 'aangenaam' en 'lekker' zijn subjectief en behoeven nadere omschrijving

c. Ja, want de kwaliteit drivers bestrijken een breed scala van factoren

d. Ja, want dit diagram zou de invloed factoren moeten kunnen vaststellen

Bedankt voor uw deelnaam aan dit examen.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 7 van 8


1195-1231
Correctiemodel
1. B 6. B
1 pt.1 pt.

2. D 7. A
1 pt.1 pt.

3. B 8. A
1 pt.1 pt.

4. B 9. D
1 pt.1 pt.

5. D 10. B
1 pt.1 pt.

Lean Six Sigma Green Belt Oefenvragen_NL_10Qs Pagina 8 van 8


1195-1231
Lean Yellow Belt Oefenexamen NL
Opleiding: Lean – Lean Yellow Belt

Instructies:

1. Alle 10 vragen moeten worden beantwoord.


2. Er is maar één correct antwoord per vraag.
3. U heeft 30 minuten voor dit examen.
4. U heeft minstens 7 correcte antwoorden nodig om te slagen.
5. Het is een open boek examen.
6. U kunt een eenvoudige rekenmachine gebruiken.

Dit examen blijft eigendom van LSSA B.V. Het is niet toegestaan dit examen te kopiëren of door
te geven/verkopen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van LSSA B.V.

Lean Yellow Belt Oefenexamen NL_10Qs Vragen - Pagina 1 van 4


1330-1372
1 Wat is een doel van Short Interval Management (SIM)?

a. Identificeren van de grondoorzaak (root cause) van fouten of problemen

b. Starten van passende en tijdige actie

c. Creëren van een visualisatie op hoog niveau van het proces

d. Begrijpen en prioriteren van de klanteisen

2 Welke is een ‘waarde toevoegende activiteit’ (Value Adding Activity)?

a. Een procesactiviteit waarvoor de klant niet bereid is te betalen

b. Een activiteit om het product te veranderen waarvoor de klant bereid is te betalen

c. Een actie om een defect of een fout in het proces te corrigeren

d. Een actie in het proces dat veranderingen in een product of dienst voorkomt

3 Welke van de volgende zijn gebruikelijke brainstorm technieken die worden gebruikt bij het
brainstormen naar oorzaken of effecten?
1. Affinity diagram
2. Clustering van items
3. 5S-stappen
4. 6 M’s

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Yellow Belt Oefenexamen NL_10Qs Vragen - Pagina 2 van 4


1330-1372
4 Welke activiteit behoort niet tot de Plan-stap binnen de PDCA-aanpak?

a. Vaststelling van het probleem

b. Bedenken van een verbetering

c. Implementatie van een verbetering

d. Analyse van het probleem

5 Welk element wordt benoemd in een probleemstelling?

a. Scope van het project

b. De leden van het verbeterteam

c. Urgentie voor actie

d. De te behalen opbrengsten

6 Wat is 'Little's’ formule voor de berekening van de gemiddelde doorlooptijd?

a. Aantal eenheden in het proces gedeeld door de productiecapaciteit

b. Productiecapaciteit gedeeld door het aantal benodigde eenheden

c. Aantal benodigde eenheden vermenigvuldigd met de productiecapaciteit

d. Productiecapaciteit vermenigvuldigd met het aantal benodigde eenheden

7 Hoe zijn de inputs gedefinieerd in de SIPOC methode?

a. Mensen die het proces beïnvloeden of profiteren van de uitkomst

b. Variabelen van het proces die kritisch zijn voor de kwaliteit

c. Personen of teams die inputs geven in het proces

d. Items die nodig zijn om het proces uit te voeren en de outputs te leveren

Lean Yellow Belt Oefenexamen NL_10Qs Vragen - Pagina 3 van 4


1330-1372
8 Welke is een stap in het Global 8D problem solving proces?

a. Stel de gewenste doelen

b. Het nemen van interim containment maatregelen

c. Evalueren van het meetsysteem

d. Implementatie van beheersstrategieën

9 Wat is een doel van ‘Volume leveling’ in Lean manufacturing?

a. Plan de productie zodanig dat deze de vraag van de klant nauwgezet volgt

b. Uitvlakken van de verschillen tussen de cyclustijden van deelprocessen

c. Maximaliseren van de capaciteit van een productielijn

d. Stabiliseren van de productie wanneer de vraag van de klant fluctueert

10 Welke is een uitspraak over een Kaizen event?

a. Typisch voor grote veranderingsprojecten

b. De nadruk ligt op de verwijdering van verspilling

c. Doel is om Cycle Time te verhogen

d. Maakt gebruik van een top-down benadering

Antwoorden:

1. B 8. B
2. B 9. D
3. B 10. B
4. C
5. C
6. A
7. D

Lean Yellow Belt Oefenexamen NL_10Qs Vragen - Pagina 4 van 4


1330-1372
Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen
NL_10Qs
Opleiding: Lean Six Sigma – Orange Belt

Multiple Choice
Instructies:

1. Probeer alle vragen te beantwoorden.


2. Alle antwoorden moeten ingevuld worden op het gegeven antwoordenformulier.
3. Schrijf s.v.p. met pen op het antwoordenformulier.
4. Er is slechts één juist antwoord per vraag.
5. U heeft 20 minuten voor dit examen.
6. Bij 7 of meer goede antwoorden bent u geslaagd.
7. Het is een open boek examen.

Kandidaat naam _______________________

Dit document blijft eigendom van Lean Six Sigma Academy B.V. (LSSA). Dit document mag niet
worden gereproduceerd of verhandeld zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke
toestemming van LSSA B.V.

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 1 van 6


1189-1225
1 Welke parameter wordt gebruikt om de effectieve productietijd te beschrijven in termen van
beschikbaarheid, prestatie en kwaliteit?

a. Takt Time

b. Overall Equipment Effectiveness

c. Cycle Time

d. Process Capability Analysis

2 Kwaliteitscontrole bracht een probleem aan het licht van een onjuist boorpatroon (34 gaten geboord
in plaats van 36). De oorzaken waren een combinatie van ontbreken van toezicht door engineering en
een gebrek aan kwaliteitsinspecties door de operator.
Wat moet worden beschreven in de probleemstelling om dit probleem op te lossen?

a. Een procedure die er voor zorgt dat telkens 36 gaten geboord worden volgens het ontwerp

b. Het probleem zou niet optreden als een mal werd gebruikt om te waarborgen dat alle gaten
worden geboord

c. Het probleem met de kwaliteitsprocedure moet op de werkvloer worden aangepakt

d. De fout trad op tijdens het laatste uur van de ploeg terwijl de operator haast had

3 Welke van de volgende geeft een goed meetsysteem weer?


1. Het gemeten proces is stabiel
2. Meetinstrument worden regelmatig gekalibreerd
3. Minimale variatie word veroorzaakt als verschillende mensen meten 4. Meetprocedure is
duidelijk en wordt gebruikt

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 2 van 6


1189-1225
4 Stel dat een regressieanalyse wordt uitgevoerd op de verkoop van een product in relatie tot de
temperatuur.

Welke observaties kunnen worden gedaan ten aanzien van de relatie tussen deze twee factoren?

a. Er is geen directe lineaire correlatie tussen de verkoop en de temperatuur

b. Een stijging van de temperatuur heeft een sterke positieve correlatie met een toename van de
verkoop

c. Een stijging van de temperatuur veroorzaakt enkel verkoopdaling

d. Er is zowel een hoge positieve correlatie en een lage negatieve correlatie tussen de factoren

5 Wat beschrijft een 'systematische’ aanpak van het verzamelen van een representatieve steekproef
van populatie data?

a. Neem alle objecten in een populatie

b. Schik objecten in een lijst en selecteer vervolgens elke vijfde meetpunt na een willekeurige start

c. Sorteer in categorieën en neem vervolgens twee willekeurige objecten uit elke groep

d. Veronderstel dat alle objecten gelijk zijn en selecteer een willekeurige steekproef

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 3 van 6


1189-1225
6 Indien een proces parameter een Capability Index van Cp = 1 heeft, welk percentage van de
geproduceerde eenheden valt dan binnen de tolerantiegebied?

a. 100%

b. 95,45%.

c. 98,76%

d. 99,73%

7 De gewichten van 100 eenheden hebben de in het diagram vermelde normale verdeling.

Hoeveel standaarddeviaties is 1,85 uit de buurt van het gemiddelde?

a. -1

b. 0

c. 1

d. 3

8 Welke doelstelling heeft GEEN betrekking op het statistisch beheersen van het proces?

a. Vaststellen van de grenzen voor common cause variaties

b. Begrijpen van het aanvaardbare niveau van special cause variaties

c. Beheersen van het proces, zodat de capability kan worden bepaald

d. Realisatie van stabiele prestatie van het proces

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 4 van 6


1189-1225
9 Welke conclusie kan worden getrokken ten aanzien van de hoeveelheid benodigde slaap per dag per
leeftijdscategorie?

a. Zevenjarigen hebben 20 uur nodig

b. Twaalfjarigen hebben 12 uur nodig

c. Jongere mensen hebben minder slaap nodig

d. Oudere mensen hebben minder slaap nodig

10 Wat zijn Six Sigma metrics?


1. Repeatability en Reproducibility
2. Rolled Throughput Yield
3. Proportie van producten met defecten
4. Process Capability index

a. 1, 2, 3

b. 1, 2, 4

c. 1, 3, 4

d. 2, 3, 4

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 5 van 6


1189-1225
Correctiemodel
1. B 6. D
1 pt.1 pt.

2. A 7. D
1 pt.1 pt.

3. D 8. B
1 pt.1 pt.

4. A 9. D
1 pt.1 pt.

5. B 10. D
1 pt.1 pt

Lean Six Sigma Orange Belt Oefenvragen NL_10Qs Pagina 6 van 6


1189-1225

You might also like