Afgiftekantoor: Brussel X

april - mei - juni 2002

M A G A Z I N E

Inhoud

Editoriaal
2

Gedachtenis
Zeger Van Hee
3

Fotoverslag Alumnidag
4

Alumni in de kijker:
Bert Schoofs
Monica De Jonghe
5-7-8-9

De Benelux
Economische Unie
10-11

Valknieuws
15

www.law.kuleuven.ac.be/alumni
foto Rob Stevens

• Verantwoordelijke uitgever: Roger Blanpain, Tiensestraat 41, 3000 Leuven •

 E d i t o r i a a l

Beste alumni,

Uw secretaris is er de voorbije jaren – weliswaar meer uit onhandigheid dan uit slechte wil – in zijn kort
optreden op de academische zitting tijdens de Alumnidag in geslaagd een aantal belangrijke minderheden
voor het hoofd te stoten. Dit was achtereenvolgens het geval voor de vrouwen, de West-Vlamingen en de
Limburgers. Dat wij desondanks het vorige werkingsjaar hebben afgesloten met het recordaantal van 2650
leden, is dan ook grotendeels op het conto te schrijven van de Antwerpse en Vlaams-Brabantse mannen
onder onze alumni. Teneinde deze al bij al wankele basis voor onze ledenwerving niet nog verder te onder-
mijnen, werd mij gevraagd mijn tussenkomst in deze kolommen zo kort mogelijk te houden.

Ik beperk mij dan ook tot enkele algemene beschouwingen.

Ondanks de woelige tijden die wij beleven, was het jaar 2001 een grand cru voor VRG-Alumni. Als één
van de weinige grote ondernemingen in dit land hebben wij geen omzet- of winstwaarschuwing moeten
geven, plooien wij niet terug op onze kernactiviteiten en koesteren wij evenmin plannen om ons
personeelsbestand te halveren, hetgeen ons door Mevr. Christine Verhoeven, ons enige en overigens zeer
toegewijde personeelslid, ongetwijfeld in dank zal worden afgenomen. Integendeel hebben wij zoals gezegd
andermaal een nieuw ledenrecord gevestigd van 2650 leden, en zijn wij er tegelijk in geslaagd de facul-
teit te sponsoren met 1 miljoen in oude Belgische franken.

Wij beschikken dan ook over grote troeven.

In de eerste plaats wordt onze vereniging geleid door een jonge en dynamische voorzitter, die trouwens
plechtig heeft beloofd dat hij aanblijft tot wij de kaap van de 5.000 leden zullen hebben gerond.
De toekomst van VRG-Alumni is dus nog enige tijd verzekerd. Daarnaast kunnen wij voor de dagelijkse
werking terugvallen op het reeds geroemde secretariaat, dat vele andere alumniverenigingen ons terecht
benijden en tenslotte heeft de schitterende redactieploeg onder leiding van Iris Van Tilborgh alweer
een nieuw magazine voor u klaargestoomd. Daar heb ik niets meer aan toe te voegen, tenzij dat ik u veel
leesgenot toewens.

Robbie Tas

VRG-Alumni
Secretariaat
Tiensestraat 41, 3000 Leuven. Open ma-do: 8-12 u, 13-16 u. Tel. : (016) 32 54 81 Fax: (016) 32 54 80
e-mail: christine.verhoeven@law.kuleuven.ac.be Website: http://www.law.kuleuven.ac.be/alumni/

Bestuursleden Redactieleden
Benoît Allemeersch, Peter Anthonissen, Roger Blanpain, Hilde Burie-Witters, Roger Blanpain, Laurent Coppens,
Tom Burin, Yves Butaye, Patricia Ceyssens, Omer Coenen, Paul Cooreman, Cindy Lauwers, Kristof Macours,
Herman Cousy, Joris De Boeck, Pascale De Neef, Paul De Scheemaecker, Bart Meulemans, Luc Peeters,
Mark De Zutter, Wouter Devroe, Wilfried Donceel, Dimitri Droshout, Frank Katlijn Perneel, Robbie Tas,
Fleerackers, Erik Gobin, Wim Goossens, Frank Hendrickx, Frank Hutsebaut, Iris Van Tilborgh (hoofdredactrice),
Bernard Kerckhoven, Nathalie Labeeuw, Dirk Lambrecht, Michel Looyens, Christine Verhoeven, Frank
Kristof Macours, Remy Merckx, Bart Meulemans, Dominic Muyldermans, Hendrickx, Nathalie Labeeuw
Willem Rycken, Sigrid Simons, Robbie Tas, Bernard Tilleman, Karel Van de
Velde, Miche Van den Bosch, Christel Van Haecke, Olivier Van Obberghen,
Dieter Van Tendeloo, Iris Van Tilborgh, Danielle Vandeputte, Frans Vanistendael,
Stijn Vanoppen, Stijn Verbist, Jan Wouters, Olivier Wouters, Luc Wynant
2
 A l u m n i d a g
Gedachtenis aan Zeger Van Hee, eerste decaan
van de Nederlandstalige rechtsfaculteit
D ertig jaar is in art. 2262 van het burgerlijk wet-
boek de langste verjaringstermijn. Het is ruim
dertig jaar geleden dat Zeger Van Hee de eerste
decaan van de zelfstandige Nederlandstalige rechts-
faculteit is heengegaan, op Kerstnacht 1971. De
gedachtenis aan Zeger Van Hee zal in deze univer-
siteit evenwel nooit verjaren omwille van de histo-
rische rol die hij heeft gespeeld bij het tot stand
komen van de zelfstandige Nederlandstalige Katho-
lieke Universiteit Leuven en omwille van zijn ken-
merkende persoonlijkheid, die hem werkelijk uniek
maakte onder de collega’s van zijn generatie.
Naar de maatstaven van de personeelsevaluatie
die heden ten dage per decreet aan de professoren
worden opgelegd, zou hij ongetwijfeld een beoorde-
ling onvoldoende krijgen. Hij publiceerde nauwe-
lijks of niet, hij had geen cursus voor de talloze
colleges die hij gaf, laat staan transparanten of
modelantwoorden op het examen. Zijn examens
bestonden grotendeels uit monologen waarnaar de
student met een verstandige blik moest luisteren.
Toen men hem vroeg waarom tien zijn laagste quo-
tering was op het examen, antwoordde hij met een
twinkeling in zijn ogen: studenten krijgen één omdat
ze komen en nul omdat ze er niets van kennen.
Toch is hij één van de weinige professoren van
deze faculteit van wie men kan zeggen dat hij school
heeft gemaakt. Hij was absoluut wars van het leren
van regeltjes of lettertjes. Zijn belangrijkste betrach-
ting was de geesten van de studenten die er vatbaar
voor waren open te breken en alle kleuren van de
regenboog te laten zien. Hij was de prof die zijn
studenten ertoe bracht onoplosbare problemen zoveel
keren rond te draaien, tot er een gaatje gevonden
werd dat de weg opende naar een werkbare oplos-
sing. Hij vormde een hele generatie van universele
en beweeglijke geesten die lerend van zijn genie een
vooraanstaande rol hebben gespeeld aan en buiten
deze universiteit: denken we maar aan Dillemans,
Blanpain, Suetens en Van Gerven om er maar enke-
len te noemen.
Hij bracht ook de idee aan om in het vernieuwde
programma dat volledig in voege kwam in 1972,
het jaar na zijn overlijden, de vakken sociologie en
rechtstheorie binnen te brengen en bracht daar ook
de kandidaten voor aan in de personen van Luc
Huyse en Jan Broekman.
Zeger Van Hee verdient evenwel ook de erken-
ning van al die generaties die hem niet gekend
hebben, en die studeren aan de Nederlandstalige
rechtsfaculteit zoals ze vandaag reilt en zeilt. Hij
heeft een essentiële rol gespeeld om dit mogelijk te
maken. Het is vandaag de dag bijna onmogelijk om
zich voor te stellen welke hindernissen en barrières
er lagen voor de Nederlandstalige studenten en pro-
fessoren nu een halve eeuw geleden, met name op
het vlak van middelen en internationale contacten.
Samen met collega’s uit andere faculteiten en
met name met wijlen rector De Somer heeft hij als
voorzitter van de ‘Vereniging van Vlaamse Profes-
soren”, weliswaar veelal achter de schermen, de
beslissende stappen genomen die geleid hebben tot
de splitsing van de oude Alma Mater Lovaniensis, en
later tot de oprichting van een zelfstandige Vlaamse
universiteit. Hij nam die rol op zich met overtuiging,
maar zonder ideologische en nationalistische exces-
sen, want daarvoor was hij veel te schrander.
Het is passend dat de alumni van de faculteit van
wie de ouderen onder ons hem nog gekend hebben
hem huldigen op de dertigste verjaardag van zijn
overlijden. Hij is één van de weinigen die zich in de
ware zin van het woord “meester” mocht noemen.
Aan zijn herinnering heb ik op de 10de verjaardag
van zijn overlijden in 1981 dit korte vers gewijd, dat
ik ook voor deze gelegenheid heb aangepast.
Frans Vanistendael
Victori Anno Tergesimo
Wie kent de man die dertig jaar geleden
gedoofd werd als een kaars, op ’t einde van de nacht,
op kerstdag zelf uit ’t leven is gegleden
naar ’t grondeloze licht, waar hij lang werd verwacht?
Hij was genieter van het leven
met spits verstand getemperd door gevoel.
Zijn woord vervloog, werd nimmer neergeschreven;
speels flitste zijn geest trefzeker naar het doel.
Hij kon de dorste stof doen bloeien.
Hij schiep ideeën uit het ijle niet.
’t Genie waarmee hij ons omstoeide
was onnavolgbaar in een ver verschiet.
Velen van hen die zich zijn leerling heetten
volgden hem, bewust of onbewust,
in onderzoek, in onderwijs en weten.
Hij maakte school, waarop het nu berust.
Zo blijft hij leven in vele oud-studenten
die hem nu volgen in de kunst van ’t recht,
die hem na dertig jaar nog éénmaal gedenken
voor al het ongezegde dat hij heeft voorgezegd.
25.12.2001
3
 F o t o v e r s l a g A l u m n i d a g

VRG-Alumnidag vrijdag 15 maart 2002

Robbie Tas, secretaris VRG-Alumni Slotwoord door prof. André Oosterlinck, rector K.U.Leuven

Laudatio uitgesproken door prof. Walter van Gerven Laureaat VRG-Alumni 2002, Jean-Louis Duplat
voor Jean-Louis Duplat

het wandelbuffet
 A l u m n i i n
Alumni in de kijker
Bert Schoofs & Monica De Jonghe
Bert Schoofs studeerde in 1991 af aan onze rechts-
faculteit. Na een periode binnen de Vlaamse Gemeen-
schap te hebben gewerkt schreef hij zich in voor het
diplomatiek examen. Hij slaagde in de toelatings-
proeven en doet nu zijn diplomatieke stage. Stof
genoeg voor een interessant gesprek in een gezellig
Brussels stadscafé in de schaduw van de Beurs.
Laten we beginnen bij het begin: waarom heb je
rechten gestudeerd?
De keuze om rechten te studeren is geleidelijk
gegroeid toen ik in het laatste jaar van het middel-
baar zat. Ik vond het een boeiende richting waar
je veel kanten mee op kan. Het is in ieder geval
mijn eigen keuze geweest, van thuis uit kreeg ik de
vrijheid om te studeren wat ik wou.
Tijdens je studies heb je je behoorlijk geënga-
geerd. Waarom deed je dit?
Naast gewoon “studeren” heb ik inderdaad heel wat
andere dingen gedaan. Zo heb ik de studenten verte-
genwoordigd in de Sociale Raad, en ben ik ook een
jaar praeses geweest van het VRG. Ik ben er steeds
van overtuigd geweest dat rechten studeren meer is
dan 5 jaar op de banken van de Valk te zitten en exa-
mens af te leggen. Wie zich hiertoe beperkt, heeft
volgens mij wel wat gemist. Ik kan mij dus volledig
aansluiten bij de stelling van ererector Dillemans die
zei dat de vorming aan de universiteit niet alleen
studeren is, maar ook het ontwikkelen van een kriti-
sche geest gekoppeld aan een engagement.
Na je studies in Leuven ben je verder gaan
studeren.
Ik volgde een bijzondere licentie “Vergelijkende
politieke wetenschappen” in Aix-en-Provence. Daar
koos ik voor een bijkomend diploma dat een wat
ruimer perspectief gaf op wat er in de samenleving
gebeurt, omdat ik al snel door had dat ik eerder een
“generalist” ben en geen “specialist”. Rechten heb ik
altijd beschouwd als een zeer nuttige opleiding,
maar toch voelde ik mij niet totaal overgeleverd aan
het recht en zijn denken. Je moet dit zeker niet zien
als een kritiek op het recht en zijn beoefenaars, maar
ik vond voor mezelf de inpassing van het juridisch
denken in een bredere maatschappelijke context wel
noodzakelijk.
De universitaire opleiding wordt grondig her-
vormd door de invoering van de semester-
d e k i j k e r
examens. Wat denk jij hierover, gelet op je
verleden als studentenvertegenwoordiger?
Net zoals tien jaar geleden trouwens, beschouw ik
de invoering van semesterexamens niet als een
verbetering. Hoewel ik inzie dat dit allemaal kadert
binnen een Europese context waarbij harmonisering
van de opleidingen en mobiliteit van de studenten
centraal staan, vrees ik dat het nieuwe systeem voor
de gewone student vooral een verhoging van de
studiedruk met zich meebrengt, wat op zich geen
garantie is voor een verhoogde kwaliteit van het
onderwijs.
Toen ik studeerde – en de studiedruk lager lag –
moest je er voor zorgen dat je jezelf zo organiseerde
dat je er op het eind van het academiejaar “stond”.
En dat is belangrijk in het vormingsproces aan de
universiteit. Het “kritisch mens worden” vind ik
even belangrijk als het behalen van een diploma.
Je zou kunnen argumenteren dat kortere studie-
periodes de kans vergroten dat meer personen
slagen op universitair niveau. Is dit geen aspect
van de democratisering van het onderwijs?
Nee, dit is volgens mij een fout begrepen vorm van
democratisering. Democratisering wil zeggen dat
iedereen gelijke kansen moet krijgen, dat iedereen
gelijk moet kunnen beginnen. Daarom waren we in
onze studententijd resoluut tegen het decreet Coens,
dat onder meer voorzag in de invoering van ingangs-
examens, omdat de kans op slagen niet mag geba-
seerd zijn op het onderwijs dat men voordien geno-
ten heeft.
Democratisering mag evenwel niet betekenen dat de
uiteindelijke lat lager wordt gelegd om meer perso-
nen een universitair diploma te laten behalen.
En hoe ging het verder na je studies in Frankrijk?
Nadat ik afstudeerde in Frankrijk bleek dat het zelfs
met twee universitaire diploma’s niet evident was om
een job te vinden, zeker niet in de recessieperiode
aan het begin van de jaren ’90. Bovendien had ik
voor mezelf uitgemaakt om niet aan de balie te gaan.
Zo ben ik bij het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap terechtgekomen, waar ik me voorna-
melijk heb bezig gehouden met het financieel toe-
zicht op de lokale besturen, iets waarover ik me nog
altijd niet beklaag.
Je werkt je in in een nieuwe materie –boekhouden en
financiële analyse-, maar tegelijkertijd komt je juri-
dische bagage enorm goed van pas: telkens er zich
5
 A l u m n i i n
echte problemen voordoen, wordt het een procedu-
rekwestie en moet er minder in cijfertjes en eerder
juridisch worden gedacht. Daarnaast hield ik me ook
met gemeentefiscaliteit bezig, een (voor velen onbe-
kende) materie voor juridische fijnproevers, zeker in
Vlaams-Brabant, waar ik ook een tijdje medewerker
ben geweest van gouverneur De Witte.
Studeren bleef voor mij belangrijk, want enkele
jaren geleden volgde ik een aanvullende opleiding
overheidsmanagement bij het Instituut voor de over-
heid, eveneens aan onze universiteit, iets wat ik
iedereen die enkele jaren in de publieke sector zit,
kan aanbevelen.
Je reist ook veel…
Inderdaad. Ik heb in 1996 en in 2000 één jaar loop-
baanonderbreking genomen om te reizen. Gedu-
rende deze reizen heb ik heel wat delen van de
wereld, voornamelijk in Azië en Latijns-Amerika,
gezien. Deze reislust is ook een van de elementen
die ertoe bijgedragen hebben dat ik meegedaan heb
aan het diplomatiek examen. Ik maakte mij gedu-
rende mijn tweede reis de bedenking dat ik graag in
het buitenland zit en dat ik ervaring had in over-
heidswerk: waarom zou ik beiden niet kunnen com-
bineren? Daarnaast was er natuurlijk ook de
gedachte dat ik er allicht spijt zou van krijgen indien
ik het nooit zou gedaan hebben… trouwens even-
eens één van de redenen bij de beslissing om lang-
durig te gaan reizen.
Heeft een jurist een typisch profiel om een diplo-
maat te kunnen zijn?
Er zijn heel wat juristen in diplomatieke dienst, maar
een rechtendiploma is geen vereiste. Een diplomaat
moet vooral een goed “menswetenschapper” zijn,
die weet wat er rond hem aan de hand is, zowel in
zijn werkland als in zijn eigen land. Een juridische
opleiding helpt wel volgens de niet-juristen. Je wordt
immers heel veel geconfronteerd met regels, instel-
lingen en procedures.
Maar in essentie moet een diplomaat vooral over een
groot ‘empatisch vermogen’ beschikken: hij moet
flexibel zijn, situaties kunnen inschatten en anticipe-
ren daar waar mogelijke problemen zich voordoen.
Geduld is ook een belangrijke eigenschap van een
diplomaat. Maatschappelijke veranderingen gebeu-
ren enorm traag, maar zoals Pierre Gillon het eens
formuleerde: “Bien que le boeuf soit lent, la terre
reste patiente…”, we krijgen er de tijd voor.
Hoe ziet het opleidingsparcours er uit?
Het duurt twee jaar. Eerst is er een periode van een
viertal maanden waarin de belangrijkste politieke
6 actoren van de Belgische samenleving waarmee je te
d e k i j k e r
maken kan krijgen aan bod komen. Daarna volgt een
periode van binnenlandse en buitenlandse stage,
telkens van een viertal maanden, waarbij je in de
structuren wordt ingepast, zowel in het buitenland
als in België. Men mag niet uit het oog verliezen
dat nogal wat diplomaten een belangrijk deel van
hun loopbaan doorbrengen in Brussel. Na deze fase
van de stage volgt een examen over een doorge-
dreven kennis Frans en Engels en is er een econo-
mische stage van acht maanden met examen.
België is een complex land, met al zijn instel-
lingen en administratieve indelingen. Levert dit
geen problemen op in het buitenland?
De veelheid van overheden levert soms verwarring
op in de ogen van de buitenlanders. Maar tegelij-
kertijd is men van oordeel dat België deze zaken
goed aanpakt. Het Europese Voorzitterschap heeft
overigens bewezen dat het federale en het regionale
niveau vlot kunnen samenwerken.
België is een heel goede microkosmos voor Europa
en andere regio’s in de wereld. Belgen staan bekend
voor het oplossen van problemen op een pragmati-
sche manier en daarom kan een Belgische diplomaat
vaak de persoon zijn die de juiste linken legt en de
nodige bruggen kan slaan, wat ons imago in het bui-
tenland natuurlijk ten goede komt.
Wat gebeurt er na je opleiding?
Na het succesvol afronden van de stage en de exa-
mens krijg je een eerste “post” toegewezen. Dit
gebeurt volgens de noden van Buitenlandse Zaken,
maar men houdt toch ook rekening met de eigen
voorkeuren. Een organisatie heeft er alle belang bij
dat de mensen die voor haar werken zich goed in
hun vel voelen.
De inhoud van je functie hangt af van de bestem-
ming en de ambassadeur ter plaatse. België heeft
voornamelijk posten met relatief weinig diplomaten
(1 à 3), dus ‘van alle markten thuis zijn’ is vaak de
boodschap. Na 3 à 4 jaar – 2 jaar voor ‘moeilijke
bestemmingen’ – krijg je een andere post toegewezen.
Een reeks artikelen die Mia Doornaert in de zomer
2001 in de Standaard heeft gepubliceerd, geven een
heel goed beeld weer van het diplomatieke leven.
Tenslotte, Bert, jij vertrekt binnenkort naar
Wenen?
Inderdaad, in het kader van mijn buitenlandse stage
verblijf ik vier maanden op onze ambassade te
Wenen, die tevens de permanente vertegenwoordi-
ging is bij de VN-instellingen aldaar. Het werk zal
afwisselend zijn en Wenen is natuurlijk een aange-
name stad om in te leven…
Bart Meulemans
 A l u m n i i n
Monica de Jonghe is 37 jaar. Zij is gehuwd met Hans
Vanackere, afgevaardigd bestuurder van een familie-
bedrijf in West-Vlaanderen. Samen hebben zij 3
kinderen van respectievelijk 8 jaar, 6 jaar en 2,5 jaar.
Monica de Jonghe is “counsel” bij het advocatenkan-
toor Lontings&Partners in het departement sociaal
recht, met specialisatie internationale tewerkstelling.
Kan u ons kort het verloop van uw carrière schet-
sen sinds uw afstuderen aan de KULeuven.
Na het beëindigen van mijn studies in Leuven ben
ik een jaar naar Duitsland vertrokken, in het kader
van het programma DAAD voor buitenlandse juris-
ten. Deze opleiding was enerzijds bedoeld als inlei-
ding in de verschillende takken van het Duitse Recht
(gedoceerd aan het Oberbandesgericht van Nord-
rhein Westfalen te Düsseldorf) en anderzijds om de
Duitse taal te leren (gedoceerd aan de universiteit
van Tübingen). Het theoretische deel van de oplei-
ding werd aangevuld met een stage van 3 maanden,
naar keuze in de bedrijfswereld of in een advoca-
tenkantoor. Ik koos voor een advocatenkantoor te
Düsseldorf. Na het einde van mijn stage heb ik
gesolliciteerd aan de Brusselse balie. Ik heb bewust
gezocht naar een advocatenkantoor dat zich toespit-
ste op Duits cliënteel, om zo mijn opgedane ervaring
te kunnen gebruiken. Zo ben ik terechtgekomen in
een middelgroot Brussels kantoor, dat onder haar
cliënten een behoorlijk aantal grote Duitse bedrij-
ven mocht rekenen, waar ik als generalist ben
begonnen. Omwille van een belangrijke herstructu-
rering van het kantoor, heb ik na vijf jaar beslist om
de balie te verlaten. Er bood zich toen een mooie
opportuniteit aan bij KPMG Belasting Adviseurs,
om daar als eerste juridisch adviseur te werken. In
een eerste periode hield ik mij bezig met vragen van
vennootschaps-, handels- en arbeidsrecht, doch ik
heb al na een jaar beslist om mij nog enkel op
arbeidsrecht toe te leggen. Anderhalf jaar geleden
scheidde KPMG Juridisch adviseurs zich af van
KPMG Belasting- en Juridisch Adviseurs om het
advocatenkantoor Lontings& Partners op te richten.
Vandaag werk ik als counsel in de afdeling Employ-
ment (arbeids- en sociale zekerheidsrecht), waarbij
ik mij grotendeels bezighoud met problemen van
internationale tewerkstelling.
U bent aan de balie gestart als jong advocaat –
hebt daarna de balie verlaten voor de bedrijfswe-
reld en keert nu als ervaren advocaat terug naar
de balie. Kan men beide werelden vergelijken?
Voor mijzelf kan ik de vergelijking tussen beide
werelden best maken wanneer ik terugblik op mijn
eerste ervaring aan de balie en de voornaamste reden
waarom ik die destijds heb verlaten. Het toenmalige
d e k i j k e r
advocatenkantoor was een traditioneel kantoor
met interessant juridisch werk, voornamelijk
ondernemingsrecht. Ik werkte daarin als jonge
stagiair op de dossiers van mijn stagemeester
en diens vennoot. In de relatie naar de cliën-
ten toe, hield dit weinig zelfstandigheid in. De
vennoten van het kantoor waren dominus litis,
de medewerkers werden vergoed in verhou-
ding tot de geleverde prestaties op deze dos-
siers. Bovendien was er weinig ruimte om een
eigen cliënteel uit te bouwen. Naar aanleiding
van de herstructurering van het kantoor, heb ik
ernstig nagedacht over mijn toekomstper-
spectieven aan de balie en uiteindelijk besloten het
beroep van advocaat, voorlopig althans, vaarwel te
zeggen. De financiële aspecten verbonden aan het
statuut van medewerker van een traditioneel kantoor
hebben mij er zeker toe aangezet om de balie te ver-
laten. Daarenboven leek mij als jonge moeder de
investering in de uitbouw van eigen cliënteel
niet haalbaar. Door mijn overstap naar een Big Five
kantoor kon ik mij verder toeleggen op juridische
adviesverlening aan grote multinationale onder-
nemingen. Ik kon wel niet langer optreden voor de
rechtbanken. De druk om eigen cliënteel te zoeken
viel volledig weg en ik kreeg de kans om op hoog
niveau dossiers zelfstandig te behandelen. Niet lang
nadat ik als eerste juriste bij KPMG begonnen ben,
werd de beslissing genomen om bijkomende juristen
aan te werven en naar specialisaties toe te werken.
Zodoende kon ik mij al gauw exclusief toeleggen op
het arbeidsrecht.
In mijn KPMG periode heb ik een andere werk-
methode moeten aanleren. In een Big Five kantoor
wordt van iemand op managementniveau verwacht
dat je ervoor zorgt dat jongere medewerkers worden
opgeleid en dat werk wordt verdeeld en gedelegeerd.
Aan begrippen als coaching en mentoring wordt erg
veel belang gehecht. Ik had ook al spoedig een groep
van ongeveer zes medewerkers onder mij, voor wie
ik eindverantwoordelijkheid droeg. Ik heb ontzettend
veel kunnen leren uit deze manier van werken, doch
de keerzijde van de medaille is dat je als jurist soms
teveel bezig bent met managen en te weinig met juri-
disch werk. Op die manier dreig je een deel van de
grondige juridische kennis te verliezen. Door de mul-
tidisciplinaire manier van werken heb ik veel kunnen
leren van andere disciplines, wat mijn blik op de
ondernemingswereld verruimd heeft. Dit heeft ook
een positieve invloed gehad op de aanpak van
dossiers waarbij je leert oplossingsgericht te werken,
in plaats van probleemgericht. Met mijn terugkeer
naar de balie in het kantoor Lontings&Partners is
weer meer ruimte gecreëerd om juridisch bezig te
zijn en is het managementgedeelte van de job meer 7
 A l u m n i i n
op de achtergrond geraakt. Dit laat mij toe om zeer
specialistisch te werken en om de jarenlange opge-
dane ervaring te kunnen aanwenden in complexe
dossiers. In het departement Employment moeten
alle advocaten een grondige kennis van het arbeids-
recht –en sociale zekerheidsrecht hebben, doch zijn
er een aantal preferente materies waarvoor de advo-
caten kiezen. Ik heb hierbij geopteerd voor proble-
men van internationale tewerkstelling, waarmee ik
in de KPMG periode reeds veelvuldig werd gecon-
fronteerd.
Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor u uit?
Je hebt verschillende dagen. Dagen waarbij je buiten
het kantoor werkt omwille van een cliëntenvergade-
ring of een zitting op de rechtbank en dagen dat je
de dossiers behandelt op kantoor. Verder besteed je
relatief veel tijd aan telefonische contacten met de
cliënten, het lezen en beantwoorden van e-mails, ver-
gaderingen met medewerkers, of collega’s advoca-
ten van de andere departementen, advieswerk, het
opvolgen van wetgeving, rechtspraak en doctrine,
opzoekingswerk, enz. Er zijn bovendien ook een aan-
tal marketingactiviteiten, zoals organiseren van een
cliëntenseminarie, het geven van externe opleidin-
gen, enz. Meestal begin ik om 9 uur en eindig ik mijn
dagtaak op kantoor rond kwart voor zeven. Dit wil
evenwel niet zeggen dat dit het einde van de werk-
dag is. Het gebeurt wel eens dat, wanneer de kinde-
ren naar bed zijn, ik nog wat verder werk aan bij-
voorbeeld het schrijven van een advies. Vrije tijd
thuis durf ik ook wel eens te gebruiken om adviezen
van medewerkers na te lezen, wat administratief
werk te verrichten, literatuur door te nemen en heel
sporadisch cliënten bij te staan in dringende gevallen.
De combinatie van deze dagtaak met drie
kleine kinderen maakt waarschijnlijk dat de dag
meer inhoudt dan voormelde.
Absoluut. Mijn dag begint meestal rond 6 u 30.
Nadat ik mijzelf heb klaargemaakt, is het de beurt
aan de kinderen. Vooral de jongste vraagt nog veel
hulp. Dikwijls moet je nog van alles bijeenzamelen:
zwemgerief, de boekentasjes vullen met koekjes en
drankjes, centjes meegeven voor tal van activiteiten.
Na het ontbijt met het hele gezin, breng ik de kinde-
ren naar school. Vooral de kleinste kan zijn mama
nog moeilijk loslaten, zodat ik meestal pas rond 8
uur 30 de school verlaat. De kinderen worden na de
school opgevangen. Als ik thuiskom eisen de kinde-
ren mijn aandacht voor 100% op. Ik luister naar hun
verhalen en belevenissen van de dag en breng ze dan
naar bed rond 20 uur, wat meestal wordt afgesloten
met een leuk verhaaltje. Daarna is er wat tijd voor
8 mijzelf en kan ik met mijn partner nog wat bijpraten.
d e k i j k e r
Veel vrouwelijke professionals maken op een
gegeven ogenblik de keuze om de carrière
terug te schroeven of stop te zetten. Hoe staat
u hier tegenover, heeft u deze mogelijkheid
persoonlijk overwogen?
Dit is een zeer persoonlijke keuze. Iedereen dient
voor zich uit te maken op welke manier hij zijn
leven invult en de prioriteiten die hij hierbij wenst te
stellen.
Persoonlijk heb ik nooit overwogen om mijn car-
rière stop te zetten. Ik heb wel zeer bewust gekozen
voor een 80% regeling om meer tijd door te kunnen
brengen met de kinderen. Vandaar ook dat ik mijn
vrije dag neem op woensdag. Dit is een dag dat ik
er volledig ben voor hen. Het feit dat ik in een 80%
regeling werk heeft natuurlijk wel enige impact op
mijn carrièremogelijkheden. Met een 80% regeling
is het voor mij in principe onmogelijk om door te
groeien tot vennoot in het kantoor. Dit weet je als je
deze keuze maakt.
Persoonlijk ervaar ik ook dat de mogelijkheid om
een carrière en een gezinsleven te combineren in
grote mate afhangt van je partner en je omgeving.
Dit kan je alleen doen met hun steun en begrip.
Het spreekt voor zich dat je een dergelijke combi-
natie niet alleen aankan. Als je naast de dagelijkse
“moeilijkheden” ook dient op te boksen tegen
een negatieve houding van je omgeving hou je dit
niet vol.
Zie ik het juist als ik zeg dat flexibiliteit en time-
management van fundamenteel belang zijn?
Ja, maar flexibiliteit van twee kanten. Zelf moet je
je flexibel kunnen opstellen en bereid zijn om bij-
voorbeeld ’s avonds of in het weekend bepaalde
zaken af te werken, maar ook het kantoor waar je
werkt moet openstaan voor flexibiliteit ten aanzien
van bepaalde onverwachte gezinssituaties. Dit mag
op zich geen probleem stellen. De moderne tele-
communicatiemiddelen maken het mij perfect
mogelijk om van thuis uit de zaken af te werken.
Verder kan mijn afwezigheid ook steeds tijdelijk
worden opgevangen door mijn secretaresse en de
medewerkers die met mij werken op de dossiers.
Wat het timemanagement betreft is het inderdaad zo
dat de zaken nu eenmaal vrij goed gepland moeten
zijn en vrij efficiënt moeten verlopen om alles gere-
geld te krijgen. Ik ben evenwel niet het ‘plan-type’.
Ik leef van dag tot dag. Als ik alles op voorhand zou
bedenken, denk ik soms dat ik er niet aan zou begin-
nen. Je leert evenwel heel snel oplossingen te vin-
den voor de problemen die zich onverwacht stellen.
Ik merk dat ik ook veel efficiënter ben geworden
sinds ik kinderen heb. Je moet wel! Evenwel, hoe
 A l u m n i i n
efficiënt je ook denkt te zijn, een dag lijkt veel
korter dan vroeger. Je hebt steeds tijd te kort.
Rechtenstudies worden langsom meer een
vrouwelijke studierichting. Wat zou u de jonge
vrouwelijke juriste willen meegeven vanuit uw
ervaring?
Doe vooral waar je jezelf goed bij voelt. Maak je
eigen keuzes en laat je daarin niet teveel beïnvloe-
den door de negatieve reacties van je omgeving.
Besef dat een combinatie van carrière en gezin niet
evident is maar laat deze keuze jouw keuze zijn,
weliswaar in overleg met je partner.
Blijft er naast gezin en werk nog tijd over voor
persoonlijke interesses?
Leuvense studenten winnen
internationale pleitwedstrijden
VRG-Alumni steunt elk jaar de studenten die
deelnemen aan internationale pleitwedstrijden
voor een bedrag van 75 000 BEF (/ 1859), aan-
gevuld met giften van de deelnemers aan de
Alumnidag. U vindt hierna een kort verslagje over
de resultaten van deze ‘sponsoring’.
Naar vaste traditie heeft de Leuvense rechtsfaculteit
dit jaar aan verschillende internationale pleitwed-
strijden deelgenomen. Dat leverde opnieuw indruk-
wekkende resultaten op.
De meest recente prestatie werd het afgelopen
weekend geleverd in de finale van de TELDERS-
pleitwedstrijd, voor rechters van het Internationaal
Gerechtshof in Den Haag. Op deze wedstrijd
behaalde het Leuvense team (Walter Jacob, Geer-
trui Lanneau, Yves Thiery en Kristien Vanvoorden)
de prijzen voor het team met de hoogste score
(“Max Huber Award for Best Overall Team”) en
tevens de prijzen voor de beste conclusie voor eiser
én voor de beste conclusie voor verweerder. In de
finale verloor Leuven heel nipt tegen Griekenland.
Leuven won dit jaar ook, voor de derde keer op rij,
de internationale pleitwedstrijd PICTET over inter-
nationaal humanitair recht (oorlogsrecht). Het team
(Bruno Demeyere, Euriza Dos Santos Rubio en
Andrea Wischer) haalde na een hele week pleit-
oefeningen in het Portugese Cascais de finales,
waar het uitkwam tegen de teams van Buenos
d e k i j k e r
Weinig en toch heb je dit nodig. Ik ben reeds 10 jaar
bezig met klassieke zang. Eén maal per week ga ik
naar de les, daarnaast probeer ik steeds deel te
nemen aan de activiteiten die worden georganiseerd,
zoals een optreden of een weekendje. Deze hobby
geeft mij de mogelijkheid om mij eens volledig te
concentreren op iets anders en de dagelijkse beslom-
meringen achter mij te laten. Ik zou bijna zeggen
dat het een therapeutische werking heeft.
U bent een bezige bij. Veel tijd om ‘for old
times sake’ in Leuven op stap te gaan zit er
misschien niet in, maar waar zouden we u
kunnen terugvinden op een raar vrij moment?
Ik ben een sociaal beestje, zoek mij maar daar waar
de ambiance te vinden is.
Cindy Lauwers
Aires, Fribourg, Galway, Utrecht en Pakistan.
Alleen Leuven slaagde erin de drie vragen, gesteld
door de vijftienkoppige jury, te beantwoorden.
Ook het Leuvense JESSUP-team presteerde goed.
Frank Goddeeris, Martin Haars, Yves Slachmuyl-
ders, Sten Verhoeven en Sylvie Vermeersch won-
nen in februari met glans de nationale voorronde
tegen de VUB. Zij kaapten daar alle prijzen weg:
prijs voor de beste conclusies en prijzen voor de
drie beste pleiters. In de internationale ronde in
Washington D.C., waaraan maar liefst 75 teams uit
61 verschillende landen deelnamen, behaalde het
Leuvense team 2 overwinningen, wat het een 37ste
plaats opleverde en een 30ste plaats qua punten-
totaal.
De CASSIN-competitie tenslotte telde dit jaar 56
deelnemende universiteiten uit meer dan 20 ver-
schillende landen. Het Leuvense team (Sarah
Coisne, Samuel de Jaegere en Karolien Phlips),
kwam in Straatsburg uit tegen de Universiteiten van
Versailles en Groningen. In beide wedstrijden was
Leuven de betere ploeg. Uiteindelijk leverde dit
de 21ste plaats op. Wat de Benelux betreft nam
Leuven hierdoor de tweede plaats in, na de ULB,
maar vóór het Europacollege en Groningen.
Hartelijk proficiat aan de teams en hun begeleiders!
Prof. Jan Wouters
Instituut voor Internationaal Recht
9
 V a l k n i e u w s
Even kennismaken met
de Benelux Economische Unie
O p 11 december 2001 was het bestuur van VRG-
Alumni te gast op het Secretariaat-Generaal
van de Benelux Economische Unie. Voor velen is
de Benelux een niet zo vertrouwde instelling.
Daarom deze korte bijdrage.
De Benelux Economische Unie is een intergouver-
nementele organisatie van België, Nederland en
Luxemburg. Sinds 1944 vormen de Beneluxlanden
een Douane-unie en sinds 1958 een Economische
Unie. Dankzij opeenvolgende successen is de Bene-
lux steeds een proeftuin geweest, tot op heden, voor
de Europese integratie.
Welke zijn nu de organen van deze organisatie?
Op uitvoerend vlak
• het comité van ministers
Dit is het hoogste besluitvormend orgaan van de
Unie. De drie Ministers van Buitenlandse zaken
staan er aan het hoofd van de nationale delegatie.
Voor het overleg op terreinen zoals verkeer, ruimte-
lijke ordening, personenverkeer, administratieve
zaken, naast andere, zijn afzonderlijke ministeriële
werkgroepen opgericht. Waar zij bevoegd zijn
nemen de Gewestministers in België deel aan het
Benelux overleg.
• De Raad van de Economische Unie
Zij coördineert de werkzaamheden van de commis-
sie en vormt een tussenschakel tussen deze en het
Comité van Ministers.
• De Commissies
Commissie voor het Verkeer; Bijzondere commissie
voor het Personenverkeer;
Bijzondere commissie voor de Ruimtelijke Ordening;
Bijzondere commissie voor het Leefmilieu-Natuur-
behoud en Landschapsbescherming;
Bijzondere commissie voor de Kwaliteitsverklarin-
gen in de Bouw; Bijzondere commissie voor de
Grensoverschrijdende Samenwerking;
Directiecomité Interne Markt.
Ook zijn er werkgroepen met betrekking tot per-
soonsgebonden grensoverschrijdende samenwerking
(bijv. grensarbeiders, jeugdbeleid).
10
Op adviserend vlak:
• de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad
(Benelux-Parlement):
deze bestaat uit de 49 afgevaardigden uit de parle-
menten van de drie landen: 21 Nederlanders, 21 Bel-
gen (Federaal Parlement, Gewest- en Gemeen-
schapsparlementen) en 7 Luxemburgers. De 49
leden zijn grensoverschrijdend georganiseerd in poli-
tieke fracties. De bevoegdheden van de Interparle-
mentaire Raad omvatten naast de Economische Unie
ook terreinen als de culturele toenadering tussen de
drie Staten, de samenwerking op het gebied van het
buitenlands beleid en de eenmaking van het recht.
De standpuntbepalingen komen naar buiten in de
vorm van adviezen, resp. vragen en aanbevelingen
aan de drie Regeringen. Periodiek wordt een poli-
tieke dialoog gevoerd tussen het Bureau van de Raad
en de fungerend Voorzitter van het Comité van
Ministers.
• De Economische en Sociale Raad van Advies
(ESRA):
Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de econo-
mische en sociale bedrijfsorganisaties. De 27 leden
worden in gelijke verhouding aangewezen door elk
van de bevoegde nationale organen.
Op Justitieel vlak:
• het Benelux-Gerechtshof
Dit heeft tot taak de eenheid te bevorderen bij de uit-
leg van de voor de drie landen gemeenschappelijke
rechtsregels. Daartoe kan het Hof door een nationaal
rechtscollege (rechtsprekende taak) of door een rege-
ring (adviserende taak) ingeschakeld worden.
Het Hof is ook bevoegd voor de beslechting van de
geschillen van ambtenaren in dienst van de Benelux
Economische Unie of van de Benelux-Bureaus te
Den Haag.
De administratieve spil van de Benelux-samen-
werking is het Secretariaat-Generaal gevestigd te
Brussel onder leiding van de Nederlandse Secreta-
ris-Generaal, de heer B.M.J. Hennekam, bijgestaan
door een Belgische adjunct, de heer E. Baldewijns,
en een Luxemburgse adjunct, Mevr. M.R. Berna.
 V a l k n i e u w s

Tot 1 mei 1999 was ook het Schengen-Secretariaat
ondergebracht in het Benelux Secretariaat-Generaal.
Bij de inwerkingtreding van het Verdrag van
Amsterdam is het Schengen-Secretariaat overgegaan
naar de Raad van de Europese Unie.
Terwijl de oorspronkelijke taken van de Benelux
zoals omschreven in het Univerdrag, op hoofdlijnen
uitgevoerd zijn, is het Comité van Ministers van
mening dat de Benelux een belangrijke functie moet
blijven vervullen. Benelux dient de voltooiing van
de onderlinge integratie voort te zetten, in het kader
van goed nabuurschap en gelet op de ontwikkelin-
gen binnen de Europese Unie. Daarnaast blijft de
Benelux een stuwende kracht bij de verdere uitbouw
van de Europese Unie.
ruimtelijke ordening, verkeer, natuurbehoud en land-
schapsbescherming evenals aan toepassingen van de
Overeenkomst inzake grensoverschrijdende samen-
werking en het Aanvullend protocol daarbij.
Ten aanzien van de persoonsgebonden grensover-
schrijdende samenwerking hebben de werkzaamhe-
den vooral betrekking op volksgezondheid, proble-
men van de grensarbeiders en jeugdbeleid.
Het gemeenschappelijk visumbeleid wordt voortge-
zet en de samenwerking op politieel en justieel ter-
rein wordt versterkt, dit laatste op basis van het
Memorandum van Overeenstemming van Sennin-
gen. Hieronder valt ook de samenwerking in het
kader van het drugsbeleid.

Meer concreet dient de Benelux zicht te richten op
de volledige voltooiing alsmede de versterking van
de interne markt en de voortzetting van de econo-
mische samenwerking op welbepaalde gebieden.
Daarnaast dient de grensoverschrijdende samenwer-
king voortgezet en geïntensiveerd te worden.
Bij de ruimtegebonden grensoverschrijdende samen-
werking wordt voornamelijk aandacht besteed aan
De directe politieke samenwerking tenslotte biedt
een middel voor betere behartiging van de gemeen-
schappelijke belangen, overwegend in het kader van
de EU, maar ook in andere internationale fora.
Karel Van de Velde
Administrateur I
PR-Officer

Jaarlijkse studiereis naar Genève

N aar jaarlijkse gewoonte trokken

onze studenten van 3 tot 9 maart
naar Genève waar ze onder leiding van
de Professoren Roger Blanpain, Chris
Engels en Frank Hendrickx stage liepen
bij de Internationale Arbeidsorganisatie
en de VN in samenwerking met de
Belgische Ambassade aldaar en de Inter-
nationale werkgevers- en werknemers-
organisaties. Meer dan 50 studenten uit
12 landen namen er aan deel, waaronder
20 uit Leuven. Dit bezoek aan Genève
is het 35ste in de rij en staat voor vol-
gend jaar opnieuw op het getouw.

11
 V a l k n i e u w s

Salzburg
31 januari - 3 februari 2002
het laat in de avond, door de ganse vergadering
unaniem bijgetreden.
De nacht bracht voldoende rust opdat wij
zaterdagochtend uitgerust het Orchesterkonzert,
gebracht door de Kremerata Baltica, onder leiding
van Gidon Kremer, op geëigende wijze zouden
waarderen. Jonge musici brachten met veel gedre-
venheid schitterende oude en ook hedendaagse
muziek. Durf was hen niet vreemd en innoverend
was dan ook de overheersende indruk die hun optre-
den naliet. Feit is dat het als traditioneel gekende
Salzburgse publiek in zijn applaus een enorm
enthousiasme manifesteerde. Deze dag werd culi-

O vereenkomstig de costuymen vertrok op don-

derdag 31 januari een delegatie van de alumni-
leden onder de vleugels van haar voorzitter, Profes-
sor BLANPAIN, richting Salzburg, ad honorem
Johannes Chrysostomos Wolfgang Amadeus Mozart.
Gunstig bleek het gesternte. De weergoden had-
den blijkbaar geen oren naar de voorspellingen van
de weerman. Het werd een zonnig en zacht lente-
weer, en de terrassen lonkten.
Vrijdagochtend werd muzikaal gestart in het
Mozarteum met het Kammerkonzert onder leiding
van Alfred Brendel, een virtuoze pianist die menig-
een ontroerde. Vuurwerk, diezelfde avond gebracht
door de Wiener Philharmoniker -nur Männer-,
geleid door Sir John Eliot Gardiner. Muzieknoten,
vóór meer dan 200 jaar neergeschreven, door Juan
Crisostomo De Arriga, Mozart en Joseph Haydn,
vulden de zaal van het Grosses Festspielhaus en
brachten de toehoorders in vervoering. De avond
werd waardig afgesloten met een cantus van de oud
Lovanienses die met begrip en welwillendheid door
de andere gasten werd aanhoord…
De wens van de grote leider dat zijn weten-
schappelijke verwezenlijkingen over 200 jaar met
evenveel waardering zouden worden bejegend, zij
nair hoogstaand afgesloten met een diner in Das
Pfefferschiff zu Sölheim, waar diepgaande gesprek-
ken volkomen in verhouding met de kwaliteit van
spijs en drank, het resultaat van grondig universitair
onderricht weerspiegelden… Dit gezelschap genoot
het enorme voorrecht dan ook de vruchten te pluk-
ken van de ervaringen, gespreid over bijna 10 jaar,
van haar Voorzitter, die Salzburg en zijn Mozart-
woche als een niet te missen ervaring beschouwt en
wiens betrachting het is dit unieke en hoogstaande
gebeuren deelachtig te maken aan een zo groot
mogelijk aantal van zijn oud-studenten.
Zondag, slot der feestelijkheden. Het Camerata
Salzburg onder leiding van Trevor Pinnock met een
symfonie van Joseph Martin Kraus en modern
werk van Helmut Eder. In dit jaargetijde dat Jupi-
ter de sterrenhemel siert, kon de naar hem
genaamde Mozartsymfonie niet ontbreken.
Nog gezellig samen lunchen, een groepsfoto
met hindernissen en daar werden we huiswaarts
gevlogen door Tyrolean Airlines.
Heureux qui comme Ulysse, a fait un beau
voyage…
Jaak DEPREZ

VRG-Juniors 4-daagse Berlijn

30 oktober t.e.m. 3 november 2002
Vanaf: / 148 (busvervoer, 3 overnachtingen in 4-persoonskamer, ontbijt)

Voor info en inschrijvingen contacteer het secretariaat, Tiensestraat 41 te 3000 Leuven,

tel. 016/32 54 81, fax: 016/32 54 80, e-mail: christine.verhoeven@law.kuleuven.ac.be
of raadpleeg onze website http://www.law.kuleuven.ac.be/alumni/
12
 V a l k n i e u w s

Doctoraten
Melaku Geboye Desta Copromotoren: prof. em. S. De Batselier en prof.
“The Law of International Trade in Agricultural J. Casselman
Products Under the GATT/WTO System” Datum: 31 januari 2001
Promotor prof. H. Van Houtte
Datum: 3 oktober 2000 Frank Verbruggen
“Schaduwboksen in het donker: de dogmatische
Marta Pertegas Sender onderbouw van de strafrechtelijke aanpak van
“Cross-border enforcement of patent rights. georganiseerde criminaliteit.”
An analysis of the interface between intellectual Promotor: Prof. dr. C. Fijnaut en co-promotor:
property and private international law.” Prof. dr. R. Verstraeten
Promotor prof. H. Van Houtte. Datum: 9 mei 2001
Datum: 23 oktober 2000
Dirk Van Daele
Thanassios Valatsos Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid. Een
“Production swaps: politique de l’environment, rechtsvergelijkend onderzoek in België, Nederland
politique de concurrence, politique des transports.” en Duitsland.
Ppromotor prof. J. Steenbergen. Promotor: Prof. dr. C. Fijnaut en co-promotor:
Datum: 30 november 2000 Prof. dr. R. Verstraeten
Datum: 21 mei 2001
Kathleen Verreth
“Aanvullende Sociale Verzekeringen. Arbeids- Ivo Aertsen
mobiliteit en aanvullende pensioenen in België en Slachtoffer-daderbemiddeling: een onderzoek naar
Europa: een sociaalrechtelijke benadering.” de ontwikkeling van een herstelgerichte straf-
Promotor prof. B. Van Buggenhout. rechtsbedeling.
Datum: 11 december 2000 Promotor: Prof. dr. T. Peters
Datum: 20/06/2001
Peter Goris
“Analyse van relaties tussen professionele actoren in Amaryllis Verhoeven:
het kader van geïntegreerde preventie van veilig- The European Union in search of a democratic and
heidsproblemen in achtergestelde woonbuurten” constitutional theory.
Promotor prof. L. Walgrave. Promotor: Prof. dr. K. Lenaerts en co-promotor:
Datum: 18 december 2000 Prof. dr. R. Foqué
Datum: 25/06/2001
Selvarajan Dasan
“The Autonomy of the Diocesan Bishop. The Stefaan Christiaensen:
“Omnis Potestas” and Its Restrictions According Jules Lejeune. Tussen klassieke en moderne
to the 1983 Code.” criminele politiek.
Promotor prof. L. De Fleurquin. Promotor: Prof. dr. C. Fijnaut en co-promotor:
Datum: 21 december 2000 Prof. dr. T. Peters
Datum: 27/06/2001:
Kristof Uytterhoeven
“De staat van de transseksuele persoon. Rechts- Wouter Vandenhole:
vergelijkende analyse en proeve van oplossing naar Mensenrechten en ontwikkeling. Een rechtstheore-
Belgisch recht” tische studie van de mogelijke bijdrage van
Promotor prof. P. Senaeve. mensenrechten tot ontwikkeling, met een casestudy
Datum: 22 december 2000 van ‘social action litigation’ in India.
Promotor: Prof. dr. P. Lemmens
Anja Opdebeeck Datum: 10/09/2001
“Bijna-doodervaringen en de gevolgen voor de
betrokkene en de samenleving op micro en macro
psychosociaal vlak”
13
 V a l k n i e u w s

Caroline Uyttendaele seksualiteitsbeleving in het seksueel strafrecht

Het juridisch statuut van openbare informatie in sinds 1867.”
een convergerende mediaomgeving. Promotor: Prof. F. Hutsebaut
Promotor: Prof. dr. J. Dumortier Datum: 25 januari 2002.
Datum: 11/09/2001
Petra Foubert
Erik Claes ”The legal protection of the pregnant worker in the
“Legaliteit en rechtsvinding in het strafrecht. European Community. Sex equality, thoughts of
Een grondslagentheoretische benadering.” social and economic policy and comparative leaps
Promotor: Prof. R. Foqué en co-promotor: Prof. to the United States of America.”
L. Dupont Promotor: Prof. K. Lenaerts en co-promotor: Prof.
Datum: 26 september 2001 S. Prechal
Datum: 28 januari 2002
Machteld Verbruggen
“Tussen Subsidiariteit en harmonisatie. Een onder- Sofie Geeroms
zoek naar de instrumenten voor het voeren van een “Foreign Law in Civil Litigation: A Comparative
Europees onderwijsbeleid.” and Functional Analysis.”
Promotor: Prof. K. Lenaerts Promotor: Prof. W. Van Gerven
Datum verdediging: 8 oktober 2001 Datum: 8 februari 2002

Stefan Bogaerts Caroline Trouet

“Interpersoonlijke factoren bij de verklaring van “Juridische regeling van het nader gebruik van
pedoseksualiteit.” lichaamsmateriaal”
Promotor: Prof. J. Goethals en co-promotor: Promotor: Prof. H. Nys
Prof. G. Vervaeke Datum: 3 mei 2002
Datum: 17 december 2001

Liesbet Stevens Exemplaren van de afgelegde doctoraten zijn

”Strafrecht en seksualiteitsbeleving. Een analyse ter inzage in de bibliotheek van de Faculteit
van het strafrechtelijk kader, de beschermde rechts- Rechtsgeleerdheid, Tiensestraat 41 te Leuven.
goederen en de opvattingen inzake de menselijke

Zijn gekomen en gegaan…

Op emeritaat zijn gegaan:

Tony Peters (criminologie)
Greta Bourgeois (rechtsvergelijking)

Nieuwe aanstellingen:
Marie-Christine Janssens (intellectuele rechten)
Dirk Van Daele (strafrecht)
Geertrui Van Overwalle (intellectuele rechten)
Frank Verbruggen (strafrecht)
Ivo Aertsen (criminologie)
Wouter Devroe (rechtsvergelijking)
14
 V a l k n i e u w s

Verloren schapen Personalia

VRG-Alumni wil een netwerk zijn van oudstu-
denten van de rechtsfaculteit van de K.U. Leuven.
Daarom is van het groot belang dat wij de juiste
adressen hebben van zoveel mogelijk afgestudeer-
den. Hieronder vindt u de namen van een aantal
alumni waarvan wij het spoor bijster zijn. Als u
het juiste adres kent van één van de onderstaande
personen, aarzel dan niet om ons te verwittigen:
Tiensestraat 41, 3000 Leuven,
tel. 016/32.54.81 – fax 016/32.54.80,
e-mail: christine.verhoeven@law.kuleuven.ac.be
Wij ontvangen op deze oproep altijd een vloed
aan reacties. Wij danken al bij voorbaat iedereen
voor de geleverde inspanningen!
Bent u recent getrouwd of gescheiden, heeft u
nageslacht op de wereld gezet, bent u benoemd
of onderscheiden en wilt u dit graag meedelen
aan de juristengemeenschap… laat het ons
weten, wij zorgen er dan voor dat het in deze
kolommen op 12.000 exemplaren gedrukt wordt.
Geboortes, huwelijken, overlijdens, benoemin-
gen enz. van alumni kunt u meedelen op het
volgend adres:
VRG-Alumni, t.a.v. Christine Verhoeven,
Tiensestraat 40, 3000 Leuven, tel. 016/32.54.81
fax 016/32.54.80,
e-mail christine.verhoeven@law.kuleuven.ac.be

1985 Adriaensen Ludovic 1993 Guyonnaud Veronique Indien u een reünie plant met uw promotiejaar,
Aerden Greta Leys An
kunt u dat ook op deze pagina laten weten.
Anckaert Antoon Pulings Jan
Bos Paul Van Daele Dirk
Castelein Geertrui Weynants Liesbeth

1986 Bosman Pol 1994 Boonen Goedele

Celens Renaat Hupkes Johanna Verloving
Messiaen Bart Michiels Gert
Steyaert Henri Traen Peter
Frederic Van den Berghe (promotie 2000) is
Valkeniers Lieva Vincke Alexander verloofd met Aliénor Van den Bosch
1987 Denecker Albert 1995 Cornelis Peter
Heymans Benoit De Boeck Veerle Huwelijk
Leemans Anne Maria Poels Patrick
Muls David Vanlinthout Ellen Eric Vermeulen (promotie 1998) en Pascale
Verbist Christine Willocx Marie-Christine Verwimp (promotie 1999) zijn op 6 april 2002 in
het huwelijksbootje gestapt.
1988 Daeseleire Frederik 1996 Blancquaert Femke
Fontaine Filip Fevery Kristof
Leunen Charles Antoine
Lemmens Trudo
Niemans Freddy Thys Koen
Geboorte
Pauwels Thomas Verhoosel Gaetan Luna, 13 mei 2002, dochterje van Robbie (promo-
1989 Gemmel Annick 1997 Albrecht Valerie
tie 1994) en Miek Tas-Dedecker en zusje van
Leyssens Mario Dendauw Isabel Milan.
Nelissen Patrick Gabriels Bert
Steeno Christian Hartert William
Vandeborne Marc Verstraelen Katrien
Vincent, 14 mei 2002, zoontje van Jos en Patricia
(promotie 1988) Vermylen-Ceysens en broertje van
1990 Smolders Ellen 1998 Deisser Christophe Willem en Hendrik.
Tyberghien Lieve Hulpiau Rafael
Valvekens Elke Rentmeesters Johan
Verhaeghe Jessica Verhulst Inge
Verstraelen Maria Willems Catherine

1991 Blanckaert Bernard 1999 Coumans Ben

Claes Erik Nijs Stijn
Ekka Manjula Thielemans Patrick
Lein Nancy Vantomme Frederik
Wouters Els Verfaillie Grietje

1992 Basteleurs Inge 2000 Geenens Dominique

Dolfeyn Marleen Laethem Joke
Fermon Peter Mannaert Bart
Kindt Katrien Neyt Sylvia
Taillieu Inge Ververken Karlien

15