You are on page 1of 4

Liste de vocabulaire

UNITÉ 1 : FAIRE CONNAISSANCE

Identité
être d’origine (algérienne) van Algerijnse afkomst zijn
avoir 18 ans 18 jaar zijn
être âgé(e) de 18 ans 18 jaar (oud) zijn
être né(e) < naître geboren zijn < geboren worden
une date de naissance een geboortedatum
un anniversaire een verjaardag
l'aîné(e) de oudste (van de kinderen)
le cadet / la cadette de jongste (van de kinderen)
un(e) enfant unique een enig kind
un animal domestique een huisdier
une filière een (studie)richting
s'appeler heten
habiter wonen
Loisirs
une activité de loisirs een vrijetijdsbesteding, hobby
un passe-temps een tijdsbesteding, hobby
favori(te) favoriet, lievelings-
le hobby de hobby
le temps libre de vrije tijd
la détente de ontspanning
se détendre zich ontspannen
jouer spelen
un joueur een speler
un jeu een spel
un jeu de société een gezelschapsspel
un membre een lid
un mouvement de jeunesse een jeugdbeweging
le Patro de Chiro
les scouts de scouts
un moniteur een leider (jeugdbeweging)
un membre een lid
une association vereniging
une salle de spectacle een toneelzaal, bioscoopzaal
le bricolage het klussen
le jardinage het tuinieren
sortir en boîte naar de discotheek gaan
faire du lèche-vitrine gaan funshoppen
faire du shopping gaan shoppen
le défoulement het afreageren
une rencontre een (toevallige) ontmoeting
un job d'étudiant een studentenjob

1
un jobiste een jobstudent
Sports
le plaisir het plezier
rester en forme fit blijven
se sentir bien dans sa peau goed in zijn vel zitten
le bien-être het welzijn
un équilibre een evenwicht, balans
pratiquer (un sport) (een sport) beoefenen
une association sportive een sportvereniging
s'entraîner trainen
un entraîneur een trainer
un entraînement een training
la compétition de competitie
un sport collectif een teamport
collectif, collective groeps-, team-
un sport d'équipe een teamsport
une équipe een ploeg, team
un sport individuel een individuele sport
individuel(le) individueel
les sports d'hiver de wintersporten
les sports nautiques de watersporten
un sport de glisse een sport waarbij men over sneeuw, ijs, water of
verharde onderdergrond glijdt of rolt
une randonnée een (trek)tocht
l'alpinisme het alpinisme, bergbeklimmen
l'athlétisme (m) de atletiek
le basket(ball) het basket(bal)
la bicyclette het fietsen
la boxe het boksen
la course à pied het hardlopen
la chasse de jacht
le cyclisme het wielrennen
la danse het dansen
l'escrime (f) het schermen
l'équitation (f) het paardrijden
le foot(ball) het voetbal
le golf het golven, de golfsport
la gymnastique de gymnastiek
le hockey het hockey
le jogging het joggen
le judo het judo
le karaté het karate
la natation het zwemmen
le parapente de paragliding
le patinage het schaatsen
la pêche het vissen

2
la pétanque de petanque
la planche à voile het (wind)surfen, ook: windsurfplank
les rollers de skeelers
le ski (alpin) het (alpine)skiën
le ski de fond het langlaufen
le snowboard het snowboarden
le tennis de tennis
le vélo tout terrain (V.T.T.) de mountainbike
la voile de zeilsport, ook : het zeil
le volley(ball) het volleybal
Réseaux sociaux
un réseau social een sociaal netwerk
un ordinateur een computer
un impact croissant een groeiende invloed, een groeiende impact
croître toenemen, groeien
quotidien(ne) dagelijks
se divertir zich vermaken, ontspannen
télécharger downloaden
numérique digitaal
un, une adepte een aanhanger, beoefenaar
un jeu vidéo, des jeux vidéo de videospelletjes
le (téléphone) portable de gsm
le GSM de gsm
un smartphone een smartphone
la tablette numérique de tablet-pc
chatter chatten
un inconnu(e) een onbekende
des infos d'ordre privé Info van persoonlijke aard
une console de jeux een spelcomputer
jouer à la console op de spelcomputer spelen
jouer à la Playstation op de Playstation spelen
(devenir) accro verslaafd (raken)
Voyages
se dépayser veranderen van omgeving
le dépaysement (aangename) verandering van omgeving
échapper à qqch iets ontvluchten, ontsnappen aan iets
les congés payés het betaald verlof
la réduction du temps de travail de arbeidsduurverkorting (ADV)
(RTT)
un week-end prolongé een verlengd weekend
un pont een brug
faire le pont de brug maken (er een lang weekend van maken)
un jour férié een feestdag
la fin de semaine = het weekend
le weekend
à la campagne op het platteland

3
une résidence secondaire een tweede verblijf
un parc de loisirs een recreatiepark
un parc à thème een themapark
une excursion een uitstap
un site een plaats, plek
récréatif, récréative recreatief
la variété de verscheidenheid
le patrimoine het historisch en cultureel erfgoed
une habitude gastronomique een eetgewoonte
un vacancier, une vacancière een vakantieganger
un séjour een verblijf
une formule een formule
une croisière een cruise
une aventure een avontuur
une agence de voyages een reisbureau
un club de vacances een vakantieorganisatie

You might also like