You are on page 1of 18

artikel 1 chrisklomp.

nl

Handen af van de tbs


Geplaatst op 05/12/2022 door Chris Klomp

Je kunt er de klok op gelijk zetten: als een tbs’er in de fout gaat, dan zijn er altijd politici die
roeptoeteren dat het hele systeem maar moet worden afgeschaft. Al snel komen critici met
de kritiek dat het systeem gevaarlijk is voor onschuldige burgers. Het tegendeel is echter
waar. Zonder de tbs zouden burgers aanzienlijk meer gevaar lopen.

Eind vorige maand wist een 31-jarige tbs’er tijdens een begeleid verlof aan de aandacht
van zijn begeleider te ontsnappen. Hij stak later een 27-jarige vrouw neer in Soest. Een
vreselijk incident en nader onderzoek moet uitwijzen hoe dit kon gebeuren.

Tweede Kamerlid Gidi Markuszower van de tweede partij van Nederland (PVV) was er
echter weer als de kippen bij om maar weer eens vanuit de onderbuik het hele
tbs-systeem aan te vallen.

‘Schaf TBS af. Hoeveel onschuldige mensen moeten nog slachtoffer worden van het
naïeve Nederlandse TBS beleid. Gevaarlijke, krankzinnige criminelen moeten
(levenslang) in de cel. Niet vrij op straat. Of met proefverlof. Bescherm de maatschappij
en schaf TBS af’

Onzinnig

Ik zou bijna niet weten waar ik moet beginnen om deze onzinnige tekst te fileren. Het is
een aaneenschakeling van populistische kreten die de werkelijkheid geweld aandoen.

Ten eerste is het zo dat mensen die tbs opgelegd krijgen deels of geheel
ontoerekeningsvatbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat ze in een psychose gehandeld hebben.
Kortsluiting in de hersenen dus waar ze doorgaans (tenzij zelf verwijtbaar ‘opgeroepen’
door bijvoorbeeld drugsgebruik) niets aan kunnen doen. Hun wil was niet vrij of vrij
genoeg om weerstand te bieden aan hun eigen gedrag.
Maatregel

Tbs is dan ook geen straf, maar een maatregel. Deskundigen bepalen dat zo iemand
behandeling nodig heeft om de kans op recidive te beperken. De meeste tbs’ers komen
door wat ze hebben gedaan niet in aanmerking voor een enorm lange of zelfs
levenslange straf. Het is een misverstand om te denken dat tbs’ers altijd een moord
hebben gepleegd of een gewelddadige verkrachting. Er zitten ook stalkers tussen
bijvoorbeeld of mensen die voor aanranding of bedreiging met een wapen zijn
veroordeeld. Komt bij dat we ook voor moord of verkrachting doorgaans geen
levenslange celstraf opleggen.

Je kunt van alles zeggen over het tbs-systeem, maar als je het afschaft dan komen deze
in potentie gevaarlijke mensen op den duur weer vrij. Zonder behandeling. Dat is pas
gevaarlijk voor onschuldige burgers.

Onvermogen

Een pleidooi voor het afschaffen van het verlof is helemaal een brevet van onvermogen.
Tbs’ers komen na hun veroordeling in een zeer strikt regime terecht in een kliniek. Een
leven van regelmaat, controle en inkadering. In die gecontroleerde omgeving wordt er
gewerkt aan een behandeling, zonder de externe prikkels die leven in een maatschappij
nu eenmaal met zich meebrengt. Het is dan ook in die klinische setting voor
behandelaars nooit in te schatten hoe een tbs’er gaat reageren buiten die ‘veilige’ en
gestructureerde omgeving. Daar is het verlof voor. Eerst onder strikte begeleiding en
uiteindelijk (en dan zijn we jaren verder) als de kliniek denkt dat het veilig kan, alleen.

Dat klinkt als een potentieel gevaar en het is ook niet helemaal zonder risico’s, maar als
je het niet doet rest jaren en jaren in een gestructureerde setting en dan plotsklaps het
vrije leven. Met alle prikkels en verleidingen waar de tbs’er dan zeker niet aan gewend
is.

Perspectief
Ieder incident met een tbs’er is een incident teveel, maar je moet het wel in het juiste
perspectief zien. Ieder jaar zijn er op ongeveer 1500 tbs’ers rond de 70.000
verlofbewegingen. In 2021 waren er maar 21 zogenaamde onttrekkingen aan het verlof,
waarvan het merendeel simpel bestond uit het te laat terugkeren in de kliniek. Dan
hebben we het over minder dan 0,1 procent.

Zo gemiddeld drie tot vier keer per jaar gaat het tijdens een dergelijk verlof echt fout. Als
je nu weet dat je met een groep te maken hebt met vaak complexe problematiek, dan is
dat een behoorlijk goede score. Zeker als je bedenkt dat zonder proefverloven de kans
op recidive aanzienlijk zal stijgen.

Hoewel tbs geen zaligmakend systeem is, is het beter dan kaal opsluiten en maar zien
wat ervan komt. Ik doe als rechtbankverslaggever geregeld zogenaamde
tbs-verlengingen en dan zie je hoe secuur er door rechtbanken wordt gekeken of een
tbs’er nog langer in een kliniek moet verblijven of gefaseerd weer terug kan keren in de
maatschappij. Er wordt gekeken naar zaken als recidivekans, naar de effectiviteit van de
behandelingen, zelfinzicht, medicatietrouw en een vangnet buiten de poort. Het is dus
aan de rechter om te beoordelen of een tbs’er de vrijheid weer aan kan. Totaal anders
dan bij een opgelegde celstraf, die uiteindelijk gewoon stopt zonder tussenkomst van
een rechter.

Recidive

Op zich is de zorgvuldigheid ook te zien aan de recidive-cijfers na tbs. Hoewel die cijfers
altijd afhangen van wat je precies meet en wanneer (na hoeveel jaar bijvoorbeeld) zie je
dat de recidive van tbs’ers zo tussen de 20 en 30% ligt.

Dat is behoorlijk lager dan de grofweg 50% van de groep detentiegestraften.

Natuurlijk kun je menen dat zelfs 1% recidive te veel is, maar het is nu eenmaal een
gegeven dat we geen waterdichte systemen hebben. Er is nooit een 100% garantie dat
het goed zal gaan. Je zit met een complexe groep patiënten die een behoorlijke
kwetsbaarheid heeft voor delictgedrag. Dan kun je voor de optie kiezen om de sleutel
weg te gooien en mensen met een stoornis hun hele leven op te sluiten, maar dat gaat
wel voorbij aan de mensen die niet recidiveren en die met behandeling, medicatie,
toezicht en begeleiding de draad van hun leven wel degelijk weer op kunnen pakken.

Je kunt een systeem niet bij het grofvuil zetten omdat het niet alles op kan lossen. Dat is
hetzelfde als autogordels afschaffen omdat er ook mensen verdrinken omdat ze
eenmaal te water hun gordel niet meer af kunnen krijgen.

Straffen

Afschaffen van de tbs en levenslange straffen opleggen zou een enorme verandering
van het strafrecht met zich meebrengen. Dat is op geen enkele manier realistisch.
Bovendien zou dit feitelijk neerkomen op het bij voorbaat afstraffen van een hele groep,
omdat een deel van de groep weer in de fout gaat.

Kritiek op het tbs-systeem is prima. Maar die kritiek zou zich niet moeten richten op het
systeem zelf, maar op de uitvoering. Door personeelstekorten en het aannemen van
bijvoorbeeld sociotherapeuten zonder ervaring kan een situatie ontstaan waarbij
recidivekans niet goed ingeschat wordt. En dan gaat de waarde van het systeem
omlaag. Ook het geweld binnen de klinieken is een bron van zorg.

Overigens zijn de problemen deels te wijten aan de politiek zelf. Zo werden in 2013 drie
tbs-klinieken gesloten, terwijl iedereen met een beetje verstand toen al zei dat dit niet zo
handig was. Door de sluiting werden tbs’ers overgeplaatst, waardoor ze verworven
verlofrechten verloren. De goed te begrijpen frustratie die dat opleverde, zorgde weer
voor gewelddadige incidenten binnen de kliniek.

Politici die zich oprecht zorgen maken over het tbs-systeem en de veiligheid van burgers
zouden zich eens wat harder moeten maken voor een systeem dat ook in staat is om
optimaal te kunnen draaien, in plaats van vanuit de onderbuik te pleiten voor het
afschaffen van een systeem dat uiteindelijk levens weet te redden.
artikel 2 sociale vraagstukken.nl

Voorkom de blinde vlekken van een tbs


De veroordeling van Julian C. laat onder meer de weerstand tegen tbs bij
verdachten zien. De motivatie van een voor tbs-behandeling kan bevorderd
worden door verbetering van het behandelmilieu in de kliniek. Dat vraagt om
meer meekijken van buiten.

Door Ko Hummelen

19 mei 2011

In de forensische psychiatrie is altijd sprake van dwang en drang. Patiënten met een
psychiatrische stoornis of ziekte hebben vrijwel niets te willen. Daardoor bestaat er bij
deze patiënten vaak weerstand tegen hun behandeling. Vooral de tbs-maatregel leidt
nog al eens tot heftig verzet. Dat valt recentelijk ook af te leiden uit het verzet van
Julian C. om mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek. (Formeel kan een
rechter alleen tbs opleggen als een stoornis is vastgesteld, red.) De opgave voor de
tbs-kliniek is om die weerstand zo veel mogelijk te overwinnen. Ze moeten patiënten
motiveren mee te werken aan hun (soms opgedrongen en gedwongen) behandeling.
Dat is nodig en nuttig want de meest effectieve behandeling is die waarvoor de patiënt
zelf ‘kiest’.

Tbs-behandeling is te sterk intern gericht


Of de patiënt gemotiveerd is voor de behandeling hangt niet alleen van hemzelf af,
maar ook van het behandelmilieu in de kliniek. Om een gunstig behandelmilieu te
kunnen creëren, scheidt elke klinische setting, dus ook de tbs-kliniek, zich af van de
omringende samenleving. Daarbinnen gelden eigen regels waardoor pathologisch
gedrag beter kan worden gehanteerd dan in de maatschappij. Door die afgrenzing kan
de tbs-kliniek de patiënten ruimte bieden om nieuw gedrag aan te leren.

Maar er zijn ook nadelen aan die afscherming verbonden. Bij medewerkers en
patiënten namelijk ontstaat, bewust of onbewust, een eigen norm van ‘zo doen we het
hier’. En dat werkt behoudzucht in de hand. Daarnaast leidt de interne gerichtheid
ertoe dat de kliniek relatief weinig aandacht heeft voor de vraag hoe de patiënt zich
straks in de samenleving moet handhaven. Niet de eisen om in een vervolgsetting of
de samenleving te kunnen functioneren, maar het actuele gedrag van de patiënt in de
kliniek staat centraal. En dat heeft negatieve gevolgen voor de kans op recidive en
daarmee voor de acceptatie van de terbeschikkingstelling in de samenleving. Elke
keer dat een tbs’er recidiveert, klinkt in de samenleving een steeds luidere roep om de
psychiatrische behandelingen stop te zetten en alle tbs’ers voor het leven op te
sluiten in de gevangenis.

Een deel van de bezwaren, die feitelijk voortvloeien uit een te sterke interne
gerichtheid, kan worden ondervangen als tbs-klinieken externe professionals
betrekken bij de inhoudelijke beoordeling van hun behandelingen. Die externe
beoordeling, te beschouwen als een second opinion, behoort een vast onderdeel te
zijn van de tbs-behandeling. Door een beroep te doen op second opinions, toont de
kliniek de bereidheid om haar eigen opvattingen ter discussie te stellen. Ze kan
daardoor een al te sterke interne gerichtheid voorkomen of doorbreken.

Second opinion maakt behandeling transparant


Onder de huidige wetgeving vindt formeel geen externe inhoudelijke toetsing van de
tbs-behandeling plaats. Pas wanneer de behandeling langer dan zes jaar duurt,
worden twee externe gedragsdeskundigen ingeschakeld om rapportage uit te
brengen. Om een verkorting van de behandelduur te realiseren en daarmee de
kwaliteit van de forensisch psychiatrische zorg te borgen, stellen de klinieken voor
dat externe professionals tbs-behandelingen toetsen. Dat kan gebeuren door middel
van periodieke voortgangsrapportages waarin de rapporteurs dwingende
aanwijzingen geven voor verdere behandeling. Om verdere juridisering van de toch al
zware tbs-procedure te voorkomen, moet gekozen worden voor een praktische
aanpak. Een dergelijke aanpak zou kunnen bestaan uit de jaarlijkse externe toetsing
van een behandeling aan de hand van een standaard vraagstelling. De toetsing moet
de volgende vragen beantwoorden: is de behandeling gericht op het voorkomen van
herhaling en op terugkeer in de samenleving; zijn er termijnen vastgesteld
waarbinnen voortgang dient te worden gemaakt met de gestelde behandelingsdoelen
en is er, desgewenst, een andere benadering geprobeerd?

Een regelmatige toetsing aan de hand van deze vragen kan de transparantie van de
behandeling inzichtelijk maken. En daardoor het draagvlak van de tbs-maatregel
versterken. In de samenleving en bij de patiënt. Dat laatste is van groot belang. Omdat
de tbs-maatregel telkens met twee jaar kan worden verlengd en dus in principe
oneindig is, weigeren jaarlijks zeventig verdachten van zware misdrijven mee te
werken aan observatie-onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Als zij hun
medewerking aan het observatieonderzoek weigeren, kan niet vastgesteld worden of
er aan het gepleegde misdrijf een psychiatrische stoornis of ziekte ten grondslag lag.
En dat laatste is een voorwaarde voor het opleggen van tbs.

Ook de samenleving is gebaat bij een externe toetsing van tbs-behandelingen.


Onderzoek toont namelijk aan dat door de interne gerichtheid van een tbs-kliniek een
vertekening kan ontstaan van de werkelijkheid buiten de instelling. Sociotherapeuten
die acht uur per dag met de patiënten in het leefmilieu verkeren, hebben de neiging
om positief gedrag van de patiënten versterkt waar te nemen en hun negatief gedrag
te negeren. Door een externe professional de behandeling te laten toetsen, mag
verwacht worden dat de wereld buiten de kliniek beter wordt gerepresenteerd. Ook zal
de externe beoordeling van het behandelbeleid in het algemeen de eigen kritische blik
van de kliniek versterken. Dit open venster werkt naar twee kanten. Niet alleen
ontvangt een instelling externe collegae, professionals kunnen ook zelf
behandelingen van andere instellingen inhoudelijk beoordelen.

Door het wederzijds verkrijgen van second opinions kunnen behandelaars zich
bewust worden van de eigen behandelvisie en eventuele blinde vlekken. Verder komt
er daardoor een inhoudelijk netwerk van professionals tot stand waardoor de in- en
uitstroom van patiënten zou kunnen verbeteren. En daar hebben patiënt, kliniek en
samenleving allen baat bij.

Ko Hummelen is bijzonder hoogleraar forensische psychiatrie aan de Rijksuniversiteit


van Groningen.
artikel 3 AD.nl

Ontsnapping tbs’er zwengelt


verhitte discussie aan: ‘Het lijkt
erop dat hij personeel voor de
gek hield’
De kritiek op het tbs-systeem zwelt aan, na weer een ontsnapping van een
gewelddadige gevangene woensdag vanuit de Nijmeegse Pompekliniek. Met dit keer
een zwaargewonde vrouw in Soest als dramatische afloop. Is de kritiek terecht? En
wat moet er veranderen?

Niek Opten 05-12-22, 07:00 Laatste update: 05-12-22, 11:08

Allereerst, wat is tbs eigenlijk precies?


Mensen die een ernstig misdrijf plegen terwijl ze ziek zijn in hun hoofd, kunnen
‘terbeschikkingstelling’ (tbs) opgelegd krijgen. Het idee daarvan is dat ze behalve een
mogelijke straf ook een behandeling krijgen. Zodat ze zich ‘normaal’ kunnen gedragen
als ze weer op vrije voeten komen. Anders dan een celstraf staat de duur van de tbs
niet van tevoren vast. Behandelaars en externe deskundigen bepalen gedurende de
behandeling of iemand met verlof kan en uiteindelijk weer vrij kan leven. In de praktijk
betekent dit voor sommige tbs’ers dat ze nooit meer op vrije voeten komen.

Vorig jaar zaten er 1490 mensen met tbs vast in speciale behandelklinieken, zoals die
van de Pompestichting in Nijmegen. De kans dat voormalige tbs’ers opnieuw de fout
ingaan, is volgens het Openbaar Ministerie een stuk kleiner dan bij ‘gewone’
gevangenen.

heeft gehad: ‘Je moet nu eerst een marathon lopen en dan mag je naar het
ziekenhuis’.”Om 13.30 uur werd woensdag bij een steekpartij een vrouw neergestoken
in Soest. Het bleek later om de ontsnapte tbs'er Kendrick M. te gaan, die eerder werd
veroordeeld voor moord op zijn ex-vriendin. © Caspar Huurdeman

Kendrick M., de tbs’er die woensdag vluchtte, pleegde in 2012 een gruwelijke moord.
Na negen jaar mag hij doodleuk met verlof. Hoe kan dat?
M. mocht woensdag onder begeleiding een stukje wandelen door winkelcentrum
Hatert in Nijmegen. Dat is onderdeel van de behandeling, maar betekent nog lang niet
dat hij aan het eind van van zijn behandeltraject zit. ,,Het kan dan nog jaren duren
voordat iemand voorgoed vrijkomt”, zegt tbs-advocaat Job Knoester. In kleine
stappen mag een tbs’er steeds iets meer buiten de kliniek, zo lang het de goede kant
opgaat. Over elk stapje buigt zich eerst een behandelteam en daarna nog externe
deskundigen.

Even een zijsprongetje: M. heeft eerst een gewone celstraf uitgezeten, daarna is zijn
tbs-traject ingegaan. Een slechte zaak, vindt Knoester, want van celstraf wordt zo
iemand meestal alleen maar slechter. ,,Je zegt tegen iemand: ‘Je bent ziek, maar eerst
ga je een paar jaar de cel in, zonder behandeling’. Alsof je zegt tegen iemand die een
hartaanval

Er zitten nog weinig goede juristen in de Kamer.


Wel veel populisten, die meteen roepen om het
afschaffen van verlof. Maar dat tbs-ver­lof is geen
pleziertje

Job Knoester, Tbs-advocaat

M. vluchtte in een gereedstaande auto, zijn ontsnapping lijkt een vooropgezet plan.
Een inschattingsfout van de behandelaars?
,,Het lijkt erop dat hij het personeel voor de gek heeft gehouden en bovendien vanuit
de kliniek contact heeft gehad met de buitenwereld”, zegt gepensioneerd tbs-rechter
Yvo van Kuijck uit Oosterbeek, die benadrukt dat hij de zaak alleen uit de media kent.
,,Beide zijn erg, maar zijn helaas niet te voorkomen. Op zichzelf is tbs een heel goed
systeem”, aldus Van Kuijck. Hij beoordeelt via een speciale commissie adviezen over
tbs’ers die langdurig in een kliniek verblijven.

Volgens de tbs-klinieken zelf vinden jaarlijks 70.000 verloven (begeleid en onbegeleid)


plaats. Daarvan zijn er dit jaar ‘slechts’ twee fout afgelopen. Je kunt niet 100 procent
garanderen dat het nooit misgaat, vindt ook Knoester. ,,Dat vindt het publiek vaak
lastig te accepteren. Maar we kunnen niet die 1500 mensen levenslang geven. We
moeten iets met hen. De vraag in deze zaak is: gaat het om een regulier incident of is
het een direct gevolg van de problemen die spelen binnen de sector? Dat zal nader
onderzoek moeten uitwijzen.”

Met welke problemen kampen de tbs-klinieken?


Om te weten te komen wat er mis is in de tbs moet er een parlementair onderzoek
komen. Daarvoor pleitte een andere tbs-advocaat, Jan-Jesse Lieftink, deze week in De
Gelderlander. Niet nodig, zeggen Knoester en Van Kuijck. Over de problemen zijn alle
partijen het wel eens: er is een tekort aan voldoende goed opgeleid personeel en er is
te weinig capaciteit. De laatste jaren is het aantal mensen dat tbs krijgt opgelegd met
honderden toegenomen, terwijl eerder tbs-klinieken zijn gesloten. ,,De druk op het
personeel is groot. Die mensen doen ontzettend hun best, ook in de Pompekliniek”,
zegt Knoester.

Van Kuijck: ,,Het is ontzettend zwaar werk. Ik heb diepe bewondering voor deze
mensen. Het is topsport.”

De klinieken zijn druk bezig met wervingsacties voor personeel, maar dat is niet
makkelijk. Het aanbod is net als in zo veel andere sectoren klein. En het imago zit ook
niet mee. Het zou daarom fijn zijn als de politiek niet bij ieder incident op zijn
achterste benen gaat staan, zegt Knoester. ,,Er zitten nog weinig goede juristen in de
Kamer. Wel veel populisten, die meteen roepen om het afschaffen van verlof. Maar dat
tbs-verlof is geen pleziertje. Mensen zonder verloftraject de maatschappij insturen, is
veel slechter. We hebben behoefte aan een langetermijnvisie.”
artikel 4 sdu.nl

17 november 2016

Mensen die zich met forensische zorg bezighouden weten het al langer; tbs maakt de
samenleving veiliger. In het tijdschrift voor de psychiatrie publiceerden wetenschapper
M.H. Nachtegaal, psychiater K. Goethals en hoogleraar psychiatrie G. Meynen
bevindingen naar aanleiding van een door hun gemaakte kosten- en baten analyse van de
tbs-maatregel (Tijdschrift voor Psychiatrie 58, (2016)10, 739-745).

Een van de dingen die zij benadrukken is het gunstige recidivecijfer bij ex-TBS-ers,
wanneer dat wordt afgezet tegen dat van ex-gedetineerden. Na een tbs-behandeling is de
recidive 9,3% na 2 jaar en 21,2% naar 9 jaar. Hierbij gaat het dan om TBS-waardige
delicten. Ex-gedetineerden recidiveren na 2 jaar in 38,9% van de gevallen en na 9 jaar
63,8%.

Minder tbs-opleggingen
Zo bezien zou de samenleving zich meer dan nu het geval lijkt te zijn bewust moeten zijn
van de positieve bijdrage van de tbs-behandeling aan onze veiligheid. Je zou het derhalve
zorgwekkend kunnen noemen dat in ieder geval sinds 2008 het aantal tbs-opleggingen per
jaar aanzienlijk is verminderd. Vaak gaat het zelfs om de helft van het aantal vonnissen
waarbij TBS wordt opgelegd ten opzichte van de periode daarvoor.

Taskforce TBS
Op 1 januari 2014 ging de taskforce TBS onder leiding van Bas Eenhoorn van start. De
opdracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was om de gemiddelde
behandelduur van de tbs omlaag te brengen. De bedoeling was het ook om het imago van
de tbs te verbeteren. Bijzonder aan de Taskforce was dat uit alle hoeken van de tbs-wereld
deskundigen met elkaar om de tafel gingen. Te denken valt aan rechters, leden van het
Openbaar Ministerie, reclasseringswerkers, forensische en GGZ-behandelaars,
tbs-klinieken, gemeentes en schrijver dezes als advocaat. De deelnemers aan de
Taskforce hadden bovenal de ambitie een bijdrage te leveren aan kwaliteitsverbetering
van het tbs-stelsel.

In het rapport van de taskforce behandelduur TBS dat op 22 december 2014 werd
gepubliceerd werden meerdere aanbevelingen gedaan om de doelstellingen te bereiken.
Op dat moment bleek de gemiddelde behandelduur van tbs terug te zijn gelopen tot 8 jaar.
De stelling viel zonder meer te betrekken dat we er nog lang niet waren, maar er was
sprake van een positieve beweging.
Instroom tbs neemt niet toe
Toch lijkt instroom van nieuw tbs-ers nog altijd niet toe te nemen. Dat is gelet op de
genoemde recidivecijfers jammer voor de veiligheid van de maatschappij er vanuit gaande
dat veroordeelden met een stoornis die niet in tbs terecht komen wel in de gevangenis
eindigen. Ex-gedetineerden die weer terugkeren samenleving lopen veel meer risico om
opnieuw in de fout gaan.

Voorkom detentieschade
Een van de aanbevelingen die de taskforce tbs deed was erop gericht dat detentieschade
zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Om dit te bereiken werden diverse adviezen
gegeven. Rechters zouden terughoudend kunnen zijn in het opleggen van lange
gevangenisstraffen in combinatie met tbs. Daarnaast kan de rechter die tbs naast
gevangenisstraf oplegt in zijn vonnis het advies geven dat eerder tijdens de detentie
gestart wordt met de behandeling in een tbs-kliniek of desnoods in een Penitentiair
Psychiatrisch Centrum.

Als een verdachte naast gevangenisstraf ook tbs opgelegd krijgt heeft de rechter in ieder
geval vastgesteld dat er sprake is van een stoornis. Het lijkt veilig om te veronderstellen
dat het niet goed is voor de geestestoestand van iemand met dergelijke problematiek om
hem of haar te plaatsen in een regulier detentieregime. Ook in het hogere recidivecijfer
van ex-gedetineerden kan steun voor deze stelling worden gevonden. De versobering in
de penitentiaire inrichtingen de laatste jaren als gevolg van bezuinigingen zijn hier ook al
niet behulpzaam. Je zou zelfs kunnen stellen dat een vergelijking te trekken valt met het
geven van een advies aan een hartpatiënt om eerst nog even een marathon te lopen voor
hij gedotterd wordt. Als verdachten ook gevangenisstraf wordt opgelegd moet die eerst
worden uitgezeten om daarna te worden behandeld in een tbs-kliniek. De kans is reëel dat
we dan eerst problemen toevoegen om later te trachten die op te lossen. Dit is dan wel
nog moeilijker geworden dan het in 1e instantie al was. Dat lijkt niet de veiligheid van de
samenleving ten goede te komen.

Geen detentie meer naast tbs


Aan plegers van ernstige delicten wordt naast een eventuele TBS-oplegging ook
gevangenisstraf opgelegd met het argument dat ook wraak een strafdoel is. Zeker voor
slachtoffers of nabestaanden geldt dit argument. Dat is ook begrijpelijk. Naar mijn idee is
het de verantwoordelijkheid van de samenleving om deze emoties bij slachtoffers en
nabestaanden te respecteren, maar ook om daarvan te abstraheren. Het grotere geheel
dient voor ogen te worden gehouden. Willen we een veiliger samenleving, dan moet de
combinatie van gevangenisstraf en tbs volledig, althans in ieder geval zoveel mogelijk
worden beperkt. Dit is ook te verdedigen tegen de achtergrond van de behoefte aan
wraak. Reeds in de lange duur die tbs-patiënten in de kliniek verblijven kan
tegemoetkoming aan deze emoties worden gezien. De gemiddelde duur dat tbs-ers in de
kliniek verblijven is dus acht jaar. Met name deskundigen uit de forensische zorgsector,
maar ook rechters, zijn het er vaak niet mee eens dat dit als straf wordt gezien. Zij stellen
dan dat de tbs een maatregel is en geen straf. Dat wordt door een tbs-patiënt bepaald niet
als zodanig ervaren. Het is mijn voorstel om ook de tbs nooit meer
een(behandel)maatregel te noemen, maar steevast een strafmaatregel. Veel belangrijker is
het om het opleggen van gevangenisstraf naast de tbs-maatregel uit te bannen en als dat
niet mogelijk is zoveel mogelijk terug te dringen.
artikel 5 tbsnedeland.nl
Over het Kwaliteitskader Forensische Zorg
Het Kwaliteitskader Forensische Zorg is een paraplu waaronder alle
ontwikkelingen van de afgelopen jaren op het gebied van kwaliteitsverbetering
een plekje hebben gekregen. Het brengt houvast en eenduidigheid binnen het
forensische werkveld voor zorgaanbieders, zorgprofessionals, patiënten en
hun naasten en DJI. Zo weten patiënten welke verwachtingen ze mogen
hebben en instellingen en zorgprofessionals wat herstelgerichte en
persoonsgebonden zorg is. Alle partijen in de forensische sector werken mee
aan de ontwikkeling, praktische uitwerking en implementatie van dit kader.

Het Kwaliteitskader bestaat uit 5 pijlers:

1. Veiligheid en persoonsgerichte zorg

In de Forensische Zorg staat de balans tussen veiligheid en persoonsgerichte


zorg centraal. De behandeling is gericht op het verminderen van het
recidiverisico om zo de veiligheid voor de maatschappij te vergroten. Dit wordt
gedaan door persoonsgerichte herstelzorg. Deze pijler beschrijft
kwaliteitsaspecten die je helpen invulling te geven aan deze balans, hoe de
persoonsgerichte zorg vorm krijgt binnen de strafrechtelijke kaders en wat
cliënten nodig hebben en
kunnen verwachten.

2. Forensisch Vakmanschap
Deze pijler zorgt ervoor dat professionals weten wat er van ze verwacht wordt
als het gaat om methodisch werken, competenties en leerdoelen. Daarnaast
maakt het inzichtelijk hoe jouw organisatie het Forensisch Vakmanschap moet
stimuleren en op het gewenste niveau krijgt en houdt.

3. Organisatie van zorg


Wat moeten organisaties zelf of samen organiseren om kwalitatief goede en
veilige Forensische Zorg mogelijk te maken, zowel voor patiënten als voor
professionals als voor de maatschappij? Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het
hebben van een werkend kwaliteitsmanagementsysteem en het op orde
hebben van de volledige bedrijfsvoering.

4. Samenwerken
De pijler samenwerken heeft betrekking op de samenwerking tussen en met
(zorg)organisaties in de keten in het kader van de Forensische Zorg.

5. Informeren over resultaten


Transparante informatieverstrekking zorgt ervoor dat cliënten, naasten,
professionals, DJI en maatschappij goed geïnformeerd worden over de
activiteiten en de resultaten binnen de Forensische Zorg. Proactief handelen
vanuit de sector helpt bij een (meer) realistisch beeld van de gespecialiseerde
zorg die wordt geleverd. Deze pijler beschrijft hoe en op welke manier jouw
organisatie informatie verstrekt.
artikel 6 rug.nl
Sociaal gedrag tbs’er voorspelt recidivegevaar
02 november 2011
De sociale relaties die een tbs’er aangaat tijdens zijn behandeling, helpen de kans
voorspellen dat hij recidiveert. Dat blijkt uit onderzoek van de socioloog Ruud van der
Horst, waarop hij 7 november 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert.

Van der Horst bracht honderden relaties tussen tbs’ers op vijf afdelingen van
forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag in Groningen in kaart. De
‘keuzes’ die de patiënt-gevangenen maken in hun vriendschappen, ‘zakelijke’ banden,
gelijkwaardige en ongelijkwaardige relaties blijken allemaal wat te zeggen over
probleeminzicht, impulscontrole en vaardigheden. En die drie zeggen op hun beurt
weer wat over de kans dat een vrijgelaten tbs’er in herhaling vervalt. Van der Horst:
'Met deze kennis kunnen we beter inschatten of iemand nog een gevaar voor de
samenleving vormt. Bovendien zou je het beïnvloeden van dit relationele gedrag als
instrument kunnen inzetten bij de behandeling.'

Veiligheid burger
De belangrijkste grond voor het systeem van terbeschikkingstelling is de veiligheid
van burgers. Daarom worden forensisch psychiatrisch patiënten voor langere tijd
vastgezet en ondergaan ze psychologische behandeling. Toch gebeurt het geregeld
dat een tbs’er, vrijgelaten of met verlof, zich schuldig maakt aan een nieuw misdrijf.
Daarom dringt de politiek aan op een goede inschatting van het recidivegevaar.

Persoonlijkheidsstoornis
Bekend was al dat sociale relaties van invloed zijn op iemands gedrag en
welbevinden. Dat geldt des te meer voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis.
Daarom onderzocht Van der Horst relaties van deze groep patiënten in de setting van
de kliniek, met als uitgangspunt dat dat een betrouwbare spiegel is van hoe het met
een patiënt gaat: ‘Als je bijvoorbeeld ziet dat iemand steeds minder relaties aangaat
die horen bij gezond gedrag, of steeds onvriendelijker wordt, of dat hij alleen maar
gebruik maakt van anderen of zichzelf in grote mate laat beïnvloeden, dan kun je
ervan uitgaan dat deze patiënt zich niet goed ontwikkelt. Op zo’n moment zou je
misschien zelfs kunnen ingrijpen door iemand in een andere sociale setting te
plaatsen.’

Sociale Netwerk Analyse


Van der Horst werkte eerder twee jaar als onderzoeker in FPC Van Mesdag. In die tijd
werd ook de basis voor het onderzoek gelegd. Hij bracht van vijf afdelingen alle
een-op-een relaties tussen de verschillende patiënten in kaart, op basis van
inschattingen van het personeel, middels een zogeheten Sociale Netwerk Analyse.
Dat levert per afdeling per soort relatie een kaart met twaalf stippen op die de
patiënten representeren, met hiertussen lijntjes die de relaties aangeven: ‘Er zijn tal
van soorten relaties. Het kan om vriendschappen gaan, maar soms zijn relaties zuiver
instrumenteel waarin de één gebruik maakt van de ander, ook kan gedacht worden
aan vertrouwens- of invloedsrelaties. Het gaat er dus niet alleen om wie naar wie
toetrekt, maar ook wat de inhoud van de interactie is. Hiernaast is het belangrijk om
het totaalplaatje van relaties helder te krijgen, dat geeft inzicht. Door stil te staan bij
die relaties, bleek bovendien het personeel zich meer bewust te worden van de
relationele context van het gedrag van patiënten.’

Haantjesgedrag
Van tien persoonlijkheidsstoornissen is gekeken of de kenmerken terug te zien waren
in de sociale omgang. Dat bleek vaak het geval: zo onderhouden patiënten met een
antisociale persoonlijkheidsstoornis meer vijandigheids-, meer invloeds- en meer
relationeel instrumentele relaties. Soms kwam Van der Horst ook wel een verrassing
tegen: ‘Bij de narcisten die normaal impulsief en competitief zijn verwacht je
vijandigheid en haantjesgedrag. Maar omdat ze allemaal bij elkaar op een afdeling
zitten was het daar juist vriendelijk en gemoedelijk.’

Recidivegevaar
Het sociale netwerk van patiënten, de personen die ze opzoeken of juist mijden en de
manier waarop ze met elkaar omgaan, zegt niet direct iets over het recidivegevaar,
maar wel indirect. Het beïnvloedt drie veranderbare factoren die worden gezien als
bepalend voor het inschatten van toekomstig recidivegedrag: inzicht in de eigen
problematiek, de mate van controle over de impulsen en (sociale) vaardigheden. Dat
zijn dan ook drie belangrijke factoren waar een tbs-behandeling zich op richt. Vooral
de laatste twee blijken sterk samen te hangen met de sociale relaties die een patiënt
onderhoudt. Dit zijn tevens de domeinen die binnen de behandeling het eerst
aangewend worden voor interventie en uiteindelijk moeten leiden tot veranderingen in
gedrag dat uiting geeft aan probleeminzicht.

Instrument

Van der Horst verwacht dat tbs-klinieken met deze kennis een heel nuttig handvat
erbij hebben: ‘Het signaleren van probleemgedrag kan veel specifieker en tevens door
andere medewerkers dan alleen gedragsdeskundige specialisten worden gedaan. Het
zou een instrument kunnen zijn die een plaats zou kunnen krijgen binnen het
reguliere behandeltraject in een fpc.’

You might also like