You are on page 1of 4

Omgaan met hoogbegaafden

Omgaan met
bijzondere
mensen
Inhoud:

Autistische mensen
Dyslectici
Hooggevoelige
mensen
Hoogbegaafden
Slechthorende en dove
mensen
Slechtzienden en
blinden
Stotteraars
Verlegen mensen
Mogelijkheden voor
voorzieningen en
aanpassingen

Hoogbegaafdheid is niet alleen maar een luxe, ook al vinden mensen dat vaak
moeilijk te geloven. Wat er precies onder hoogbegaafdheid wordt verstaan,
daarover verschillen de meningen. Hoogbegaafd is vaak synoniem voor
hoogintelligent. Daartoe worden de mensen gerekend die bij de hoogste 2%
scoren op een erkende intelligentietest.

Er zijn theorieën die iemand pas als hoogbegaafd bestempelen als hij over de
hele linie meer dan bovengemiddeld presteert. Deze mensen zijn
alleskunners. Ze kunnen uitstekend leren, zijn goed in veel verschillende
vakken, ze zijn verbaal intelligent, maar ook sociaal en creatief. Er zijn anderen
die iemand hoogbegaafd noemen als hij uitzonderlijk presteert op één gebied.
Zo iemand kan uitzonderlijk goed schaken, of al op jonge leeftijd
indrukwekkend goed rekenen of vioolspelen. Hoe dan ook, hoogbegaafde
mensen bevinden zich, doordat ze iets kunnen wat maar weinig andere mensen
kunnen, in een uitzonderingspositie.

Hoogbegaafde mensen kenmerken zich vaak door:

1. een grote nieuwsgierigheid en wendbaarheid in denken


2. een hoge taakbetrokkenheid
3. grote zelfstandigheid
4. sociaal inzicht

Hoogbegaafdheid heeft echter vaak ook een aantal minder prettige gevolgen.
Hoogbegaafde mensen:

1. hebben vaak weinig geduld


2. stellen hoge eisen aan zichzelf en anderen
3. zijn soms betweterig
4. kunnen vaak slecht samenwerken
5. hebben nogal eens moeite met autoriteit
6. bevinden zich vaak van jongs af aan in een uitzonderingspositie
7. raken nogal eens burn-out of hebben een ongelukkige carrière

Er zijn talloze lijstjes met kenmerken van hoogbegaafden en het grootste


probleem is dat deze lijstjes vaak gebruikt in omgekeerde richting: iemand met
deze kenmerken wordt getypeerd als hoogbegaafd. Maar let wel: die logica
gaat niet op. Iemand die hoogbegaafd is heeft vaak deze kenmerken, maar
iemand met deze kenmerken is niet per definitie hoogbegaafd.

Op school
In het onderwijs doen zich de volgende problemen voor met hoogbegaafde
leerlingen:

1. De leeromgeving is niet stimulerend genoeg. Veel stof wordt aangeleerd


door herhaling in plaats van creatief oplossingen te zoeken voor
vraagstukken en een eigen aanpak uit te proberen.
2. Uit verveling kunnen hoogbegaafden gaan onderpresteren.
3. Hoogbegaafde leerlingen hebben van jongs af aan het gevoel 'anders' te
zijn, terwijl ze eigenlijk bij de groep zouden willen horen. Ze slagen er
vaak niet goed in adequaat samen te werken met andere leerlingen.
4. Van leerlingen die op één gebied uitzonderlijk begaafd zijn wordt verwacht
dat ze dat ook op andere terreinen zijn. Dit wordt het Pymalion-
effectgenoemd.
5. Vaak wordt hoogbegaafdheid door een leerkracht afgedaan als een
luxeprobleem of iets wat vooral door de ouders wordt beweerd. Een kind
dat aanvoelt dat het niet serieus wordt genomen en steeds verschillende
boodschappen krijgt over zijn kunnen, zal vaak lastig gedrag gaan
vertonen, variërend van opstandigheid tot apathie of grote onzekerheid.
6. Hoogbegaafde leerlingen hebben vaak andere belangstellingen dan
leeftijdgenoten en doen ook vaak dingen alleen. Ze leren minder goed
samen te spelen en te werken, en ontwikkelen daardoor minder sociale
vaardigheden dan leeftijdsgenoten.
7. Omdat hoogbegaafde leerlingen minder fouten maken, hebben ze minder
gelegenheid te leren van fouten. Maken ze toch fouten, dan weten ze
niet goed hoe daarmee om te gaan. Dat kan faalangst en het snel opgeven
van pogingen om iets te leren in de hand werken.

Oplossingen kunnen zijn:

1. Hoogbegaafde leerlingen laten werken aan thema's vanuit


verschillende invalshoeken. Op die manier komt hun creativiteit en
probleemoplossend vermogen beter uit de verf en ligt verveling minder op
de loer.
2. Omdat hoogbegaafde kinderen veel alleen doen en zelfstandig zijn,
bestaat de kans dat ze minder leerervaringen op sociaal vlak opdoen dan
andere kinderen. Hoogbegaafde kinderen hebben begeleiding nodig in
het leren samenwerken en het aanleren van sociale vaardigheden.
3. Leer hoogbegaafde kinderen te leren van hun fouten of mislukkingen,
zonder daarbij de verwachting uit te spreken: jij bent hoogbegaafd, jij
moet alles kunnen. Die verwachting is nooit waar te maken en leidt tot
faalangst.
4. Geef hoogbegaafde leerlingen mogelijkheden voor verrijking(uitbreiding
van leerstof). Soms wordt dat gezien als verwennerij, maar dat is het niet.
Het is hooguit tegemoetkomen aan de behoeften van een begaafd kind.

Op het werk
Ook op het werk kunnen hoogbegaafde mensen problemen ondervinden:
1. Ze vervelen zich snel.
2. Vraagstukken en problemen vinden ze vaak alleen op hoog conceptueel of
juist heel specialistisch niveau interessant. Ze verliezen hun interesse als
het gaat om alledaagse of routinematige problemen.
3. Hun werk- en denktempo ligt hoger dan dat van de rest van de
organisatie. Dit kan leiden tot gevoelens van frustratie, ongeduld en
onnut.
4. Ze worden als betweterig ervaren en soms zelfs als 'sociaal invalide'.
5. Ze schieten tekort in samenwerking.
6. Taakomschrijvingen zijn vaak nauw, terwijl een hoogbegaafde zo graag op
veel terreinen tegelijk actief is. Van taak switchen binnen een organisatie
is vaak niet eenvoudig en brengt bureaucratie met zich mee.

In werkomgevingen kunnen hoogbegaafden tot hun recht komen als de situatie


hier en daar op hun vermogens wordt aangepast:

1. Hoogbegaafden kunnen doorgaans slecht tegen routine. Ze vervelen zich


snel. Jobrotation, niet te vastomlijnde functieomschrijvingen of een baan
als 'vliegende keep' zijn mogelijkheden om te zorgen voor de broodnodige
afwisseling.
2. Zet hoogbegaafden in bij innovaties. Zij kunnen makkelijk buiten geijkte
kaders denken. Laat hen deelnemen in een denktank, ook als dat niet bij
hun functie hoort.
3. Hoogbegaafden schieten nogal eens tekort in communicatieve
vaardigheden of begrip voor andermans noden en
behoeften. Taakgericht (inhoudelijk) werk past daarom beter bij hen dan
procesgericht werk (bijvoorbeeld projectleiding, management). Ze komen
meer tot hun recht in platte, taakgerichte organisaties dan in
hiërarchische, bureaucratische organisaties.
4. Laat een hoogbegaafde doen waar hij goed in is: heel specialistisch werk,
of juist werk op hoog conceptueel niveau. Creativiteit en de vrijheid om te
'verkennen' zijn belangrijke aspecten aan het werk. Begeleid hem/haar bij
de communicatieve aspecten van het werk en help hem in het creëren van
draagvlak. Daar is een hoogbegaafde vaak niet goed in.
5. In teams kunnen hoogbegaafden waardevol zijn in een teamrol die
door Belbin is omschreven als Plant. Iemand in deze rol kenmerkt zich
door onorthodoxe ideeën, grote verbeeldingskracht en intelligentie. De
zwakke kanten van zo iemand zijn o.a.: onrealistisch zijn, slecht
tegen kritiek kunnen, kwetsbaar zijn en de neiging zich terug te trekken.
Een goede teamleider kan de Plant tegen deze zwakke kanten beschermen
en ervoor zorgen dat deze tot zijn recht komt.
6. Door te sturen op het resultaat en niet op de inzet (het aantal gewerkte
uren) kan de motivatie hoog blijven en wordt het werktempo gehonoreerd.
Prestatiebeloning i.p.v. salaris op basis van gewerkte uren past daar goed
bij.
7. Bij hoogbegaafden is het risico van burn-out groot omdat ze vaak
perfectionistisch zijn en werk naar zich toe trekken in de veronderstelling
dat ze 'het beter kunnen dan een ander'. Een andere valkuil is dat
sommige hoogbegaafden jong geleerd hebben zich te schikken naar de
omgeving, en nooit voor zichzelf kiezen. Leidinggevenden moeten hier
alert op zijn en op tijd geschikte begeleiding aanbieden.

http://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/bijzondere-mensen/hoogbegaafd.html

http://www.hoogbegaafd.nu/index.php/interessante-links
http://www.zwijsenouders.nl/Artikel/Kenmerken-hoogbegaafdheid-bij-kinderen.htm#

http://hb058.nl/hoogbegaafdheid/scholen.html

bovenstaande voor link naar presentatie koenderink

You might also like