You are on page 1of 5

Communicatiewetenschappen Hoofdstuk 5: Interpersoonlijke en

groepscommunicatie
5.2 interpersoonlijke communicatie
Interpersoonlijke communicatie als speciale vorm van dyadische communicatie
4 visies over interpersoonlijke communicatie
1. Communicatie tussen mensen
2. Interactie tussen 2 personen = dyadisch
3. Dyadische communicatie waarbij de gesprekspartners zich in elkaars directe
omgeving bevinden  feedback is zeer hoog
Informeel
4. Slechts bepaalde soorten van dyadische communicatie zijn echte interpersoonlijke
communicatie. Dyadische communicatie wordt interpersoonlijke communicatie
Regels die communicatie leiden
1. Culturele regels
o Meest algemeen
o Mensen die we niet goed kennen
o Beleefd & formeel
2. Sociale regels
o Mensen die tot specifieke groep in de cultuur behoren
o Informeel
3. Psychologische regels
o Mensen die we goed kennen
o Partners bepalen zelf de regels
o Alledaagse regels mogen hier gebroken worden
o Persoonlijk en emotionele topics

 Hechte en interpersoonlijke relaties zijn belangrijk voor mensen

 Pygmalion-effect: mensen gaan zich anders gedragen omdat mensen dat verwachten

5.3 Groepscommunicatie
Wat is een groep
Voorwaarden
o Beperkt aantal mensen
o Gemeenschappelijke identiteit
o Doel
o Informele structuur
o Informeel/semi-formeel leiderschap
o Regelmatig persoonlijk contact
Omvang van groepen:
o Grote groep
 Grotere hoeveelheid ideeën
 Men kan minder aan het gesprek deelnemen
 Minder samenhang  vallen uit elkaar is subgroepen
 Grotere kans op misverstanden/ conflicten
 Toename communicatiekanalen
Aard van de groep:
Graad van betrokkenheid
o Primaire groep
 Sterk persoonlijk op elkaar betrokken
 Informeel en spontaan
 Wie je bent is belangrijk
 Vervanging groepslid is moeilijk
o Secundaire groep
 Formeel en afstandelijk
 Relaties bepaald door status, deskundigheid of sociale categorie waartoe de
leden behoren
 Wat je bent is belangrijk
 Individuen vervangbaar

Aspectomvang  verschillende functies die groepen vervullen

o Hoe groter de aspectomvang


 Hoe meer de groep kenmerken van de primaire groep aanneemt
 Hoe duidelijker de grenzen van de groep
 Hoe hoger de eisen bij in- of uittreding
 Hoe ingrijpender de uittreding is
3 belangrijke soorten groepen:
1. Gezin
o Belangrijkste kleine groep in de samenleving
o Ouders kiezen voor elkaar, kinderen worden onvrijwillig lid
o Verschillende taken worden vervuld
o Brengen veel tijd met elkaar door
2. Adolescentengroep
o Vriendengroepen bij jongeren tussen 12 en 20 jaar oud
o Brug tussen kinder- en volwassenwereld
o Komen samen om allerlei dingen te doen
3. Arbeidsgroep
o Belangrijkste functie: vervullen van een taak
o Grenzen van een groep zijn niet zo scherp
o Arbeidsgroepen werken onder formeel aangewezen leider

Groepsstructuren

Alle groepen hebben een bepaalde structuur  niet alle leden zijn gelijk

Groepsstructuren worden geanalyseerd door middel van verschillende


sociometrische technieken  visuele voorstel is sociogram (hieruit kan
men individuele maar ook groepsfenomenen afleiden)
Groepsleiderschap
Alle groepen zijn min of meer hiërarchisch georganiseerd
Groepsleider is in staat niveau van groepspresentatie te verhogen en betrekking tussen
groepsleden te versterken
Meer behoefte aan leider naarmate groep groter wordt, taak van groep ingewikkelder wordt
Leiderschap wordt bepaald door een aantal factoren:
o Mate van gespreksbijdrage
o Kwaliteit van gespreksbijdrage
o Plaats in communicatienetwerk
o Cultuur en individuele eigenschappen

2 soorten leiderschap:
1. Instrumenteel/taakleiderschap
2. Sociaal-emotioneel leiderschap
Groepsprocessen
= alle verschijnselen die in het bestaan van een groep met zekere zegelmaat en volgens een
wetmatig verloop voorkomen
Binnenkomen in een groep

Mensen die in groep binnenkomen  voorzichtige houding

Nieuweling moet van alles over de groep te weten komen  introductie is zwaar

Ook uitdagende fase voor bestaande groepsleden  observeren nieuweling grondig

Nieuweling heeft niet veel macht maar als een grotere groep samen intreedt kan dit voor meer
macht zorgen
Groepsontwikkeling
3 sociale basisbehoeften van het individu zijn kernthema’s en de 3 fasen van ontwikkeling
1. Erkenning
o Wil men bij een groep horen?
o Probleem van de identiteit: pas ik bij de groep?
2. Invloed/macht
o Groep heeft leider: of macht afnemen of leider alle verantwoordelijkheid
geven
o Geen leider: proces van opstellen van pikorde
3. Genegenheid
o Angst om niet aardig gevonden te worden
o Vrees voor te veel intimiteit

 Groepsafbouw kent zelfde fasen maar in omgekeerde volgorde

Groepsontwikkeling volgens Tuckman


1. Forming:
o Ontmoeting
o Leden zijn vreemden
2. Storming:
o Beginnen communiceren maar nog steeds individuen ipv groep
3. Norming:
o Realisatie dat een team beter werkt
4. Performing:
o Groep werkt in een open en flexibel setting
o Hiërarchie is niet belangrijk
5. Adjourning
o Erkenning van leden en terugblik op goede werk

Fasen van probleemoplossing


1. Oriëntatie of beeldvorming
o Groepsleden vragen om info over het probleem en reageren ze op elkaar
2. Evaluatie of oordeelvorming
o Men spreekt zich uit over elkaars ideeën en informatie
3. Controle of besluitvorming
o Groep krijgt greep op probleem, op procedures die behulpzaam kunnen zijn en
op onderlinge interactie
Soorten van groepscommunicatie volgens Bales
1. Positief sociaal-emotionele communicatie
2. Negatief sociaal-emotionele communicatie
3. Pogingen tot antwoord op taakgericht vlak
4. Vragen stellen op taakgericht vlak
Groepsnormen en conformisme
Een individu heeft ondersteuning nodig van zijn zelfbeeld, waarden en normen
Groepsnormen zijn specifieker dan sociale normen
Conformiteit is nodig om:
1. Taken te regelen die van direct belang zijn voor de taak en de doelen van de groep
2. Interactie te regelen binnen de groep met het oog op taakverdeling en sociale behoefte
3. Eenheid van de groep tegenover de buitenwacht te vertonen
Reacties op fouten kunnen mild of agressief zin maar groepen belonen ook gewenst gedrag
Online groepen
“Online communities” = afgebakende sociale sferen waarin groepsprocessen zoals
vriendschaps-, status- en normontwikkeling plaatsvinden
In online communities wordt lidmaatschap ook belangrijk en ontstaan sociale normen

You might also like