You are on page 1of 19

PO Stoffen en Relatieve Rek

5vwo – Natuurkunde – 29-09-2023


Mathijs van den Berg

1
Inhoudsopgave
Inleiding 3

Onderzoeksvraag
Onderwerp Inleiding
Hypothese
Methode 4

Proef methode
Doel van experiment
Benodigdheden
Werkplan
Opstelling
Resultaten 6

Metingen
Grafieken
Verklaringen
Berekeningen
Analyse 14

Conclusie 15

Bronnen 16

2
Inleiding
In dit natuurkundepracticum gaan we de mechanische eigenschappen van verschillende materialen
onderzoeken: soldeertin, CCA-geluidskabel, ijzerdraad, koperdraad en snoepveters. We zullen de
relatieve rek, vloeiing en breekpunten meten. Dit experiment zal mij helpen te begrijpen hoe materialen
zich gedragen onder belasting. Het doel is om inzicht te krijgen in de mechanische eigenschappen van
deze materialen en onze experimentele en analytische vaardigheden te verbeteren. We zullen ook de
kristalstructuren onderzoeken die voorkomen in de specifieke materialen.

Onderzoeksvraag
Wat zijn de mechanische eigenschappen van de materialen waarmee we experimenteren, wat is de relatieve rek en hoe heeft de
kristalstructuur hierop invloed?

Onderwerp inleiding
Snoepveters, CCA-geluidskabel en soldeertin zijn materiaalkeuzes die op het eerste gezicht heel verschillend lijken. We willen
echter onderzoeken hoe deze materialen zich gedragen onder belasting door hun relatieve rek, vloeiing en breekpunten te
analyseren. In dit wetenschappelijk verslag duiken we in de wereld van mechanische eigenschappen om te ontdekken wat deze
materialen kunnen vertellen over hun bruikbaarheid en toepassingen.

Hypothese
Originele Hypothese
We nemen aan dat snoepveters relatief makkelijk zullen uitrekken voordat ze breken, omdat ze flexibel en zacht zijn. Aan de
andere kant verwachten we dat de CCA-geluidskabel, vanwege de aanwezigheid van metaal (Aluminium), een hogere treksterkte
zal hebben en minder rek zal vertonen voordat het materiaal faalt. Soldeertin, als een metaal met een lage smelttemperatuur, zou
ook een hogere treksterkte moeten hebben, maar misschien minder rekbaar zijn in vergelijking met de andere twee materialen.

Bovendien vermoeden we dat de vloeiperiode, dat wil zeggen het punt waarop het materiaal begint te vervormen zonder direct te
breken, bij de snoepveters eerder zal zijn dan bij de andere twee materialen. Dit komt doordat de snoepveters elastisch van aard
zijn en de vervorming bij belasting tijdelijk kunnen opvangen voordat ze permanent falen. Bij de CCA-geluidskabel en soldeertin
verwachten we dat de vloeiperiode later optreedt vanwege hun stijvere eigenschappen.

Hypothese voor proef 2


Voor de tweede proef waarin we ijzerdraad en koperdraad gaan uitrekken, nemen we aan dat beide materialen een aanzienlijk
hogere treksterkte zullen hebben in vergelijking met de snoepveters vanwege hun metallische aard. We verwachten echter dat de
uitrekbaarheid, of de mate van rek voordat het materiaal faalt, zal variëren tussen deze twee metalen.

IJzer staat bekend om zijn sterkte en taaiheid, terwijl koper zeer geleidend is en goede vloei-eigenschappen heeft. We vermoeden
dat ijzerdraad minder rekbaar zal zijn voordat het breekt, vanwege de sterkte van het materiaal. Aan de andere kant, vanwege de
vervormbaarheid van koper, verwachten we dat koperdraad meer rekbaar zal zijn.

Bovendien vermoeden we dat de vloeiperiode, dat wil zeggen het punt waarop het materiaal begint te vervormen zonder direct te
breken, bij koperdraad eerder zal zijn dan bij ijzerdraad.

3
Methode
Proef Methode
- De relatieve rek meten van snoepveters, CCA-geluidskabel en soldeertin.
- De vloeiperiode observeren bij toenemende belasting.
- Het breekpunt bepalen voor elk materiaal.
- Met gewichtjes de materialen uitrekken
- Berekeningen uitvoeren om de mechanische eigenschappen van de materialen te bepalen en
vergelijken met BiNaS.

Doel van experiment


Het doel van dit experiment is om de mechanische eigenschappen van snoepveters, CCA-geluidskabel en soldeertin te
onderzoeken. Ik zal mij specifiek richten op het meten van de relatieve rek, het vinden van de vloeiperiode en het bepalen van het
breekpunt voor elk materiaal.

Benodigdheden
- Zak Snoepveters
- Meerdere enkele strengen van CCA-geluidskabel
- Soldeertin
- 1 Buis om het materiaal aan te hangen
- 1 Haakje om gewichtjes onderaan aan het materiaal te hangen
- Liniaal
- Schuifmaat voor de diameter
- Gewichtjes van 20 gram en 50 gram

Werkplan
Dit is de manier waarop we het experiment hebben uitgevoerd, met hier en daar opmerkingen over mogelijke verbeteringen voor
toekomstig onderzoek.

1. Materialen voorbereiden
1) Zorg dat je voldoende materiaal hebt om de proef te herhalen.
2) Noteer de oorspronkelijke lengte van elk materiaal.
2. Meting van de Relatieve Rek
1) Bevestig het materiaal aan de buis boven en het haakje onder.
2) Meet de lengte van het materiaal.
3) Voeg gewichtjes langzaam toe en meet de lengte tussendoor.
4) Bepaal de lengte vlak voordat het materiaal breekt.
3. Meting van de Vloeiperiode
1) Observeer het materiaal zorgvuldig en hang steeds iets meer gewicht erbij.
2) Noteer wanneer de materialen vervormen maar nog niet breken.
3) Haal gewicht eraf en kijk of het materiaal plastisch vervormd is.
4) Als dat zo is ga nu met kleinere gewichtjes na waar het materiaal begint met vloeien.
i. In mijn experiment hadden we geen gewichtjes met een massa kleiner dan 20 gram, hierdoor was het in
kaart brengen van het exacte begin van de vloeiperiode niet makkelijk.
4. Meting van het Breekpunt
1) Blijf gewichtjes toevoegen tot het materiaal breekt.
2) Herhaal dit met kleinere gewichtjes om een accurater antwoord te krijgen.
i. In mijn experiment is het breekpunt nauwkeurig tot 20 gram, ik had geen kleinere gewichtjes tot mijn
beschikking.
5. Gegeven bijhouden
1) Noteer alle metingen en observaties van tijdens het experiment, let hierbij op je eenheden.

4
2) Als je onzeker bent herhaal een specifiek stukje van het experiment om de resultaten te controleren en zo
mogelijk te verfijnen.

Werkplan
6. Analyse en Berekeningen
1) Gebruik de verzamelde gegevens om de relatieve rek en treksterkte te berekenen, kijk ook of je de vloeiperiode
kan vinden.
7. Conclusie
1) Evalueer de resultaten en formuleer een conclusie op de onderzoeksvraag.

Opstelling

Foto 1 | Onderste balkje met gewichtjes Foto 2 | Gehele opstelling

5
Resultaten

Proef 1
CCA Geluidskabel Soldeertin Dubbele Snoepveter
9
Elasticiteitsmodules [Pa] 10 71 55 -
Treksterkte [Pa] 108 0,4 – 0,5 0,19 -
Tabel 1 | Informatie over materialen uit BiNaS

CCA Geluidskabel Soldeertin Dubbele Snoepveter


d [m] 10-3 0,2 0,6 2*3
A [m2] 0,03 * 10-6 2,83 * 10-7 2,83 * 10-5
Tabel 2 | Metingen van de materiaal monsters

Massa [g] Lengte [cm]


0 18,5
40 20,0
80 21,0
100 Gebroken
Tabel 3 | Metingen bij Snoepveters

F [N] σ [N/m2] ε
0 0 0
3,9 * 10-1 1,4 * 104 8,11 * 10-2
7,8 * 10-1 2,8 * 104 1,35 * 10-1
9,8 * 10-1
Tabel 4 | Berekeningen bij Snoepveters

6
Proef 2
Koperdraad IJzerdraad
Elasticiteitsmodules [Pa] 109 124 220
Treksterkte [Pa] 108 2,1 3.5
Tabel 5 | Informatie over materialen uit BiNaS
Koperdraad IJzerdraad
d [m] 10-3 0,2 0,2
A [m2] 0,03 * 10-6 0,03 * 10-6
Tabel 6 | Informatie van de materiaal monsters van verpakking
F [N] Lengte [cm]
0 52,4
9,8 * 10-1 52,5
2,0 52,6
2,9 52,7
3,9 52,7
4,9 53,0
5,9 53,3
6,9 53,6
7,9 53,7
8,8 54,4
9,8 55,6
1,0 * 101 56,5
1,1 * 101 58,3
1,1 * 101 59,0
1,1 * 101 60,5
1,2 * 101 Gebroken
Tabel 7 | Metingen bij IJzerdraad

F [N] Lengte [cm]


0 43,5
4,9 * 10-1 43,7
9,8 * 10-1 43,9
1,5 44,1
2,0 44,1
2,5 44,1
2,9 44,2
3,4 44,2
3,9 44,2
0 44,2
9,8 * 10-1 44,5
2,0 44,7
2,9 45,1
3,9 45,3
4,9 45,6
5,9 46,1
6,9 50
7,3 52,5
7,7 54,5
8,0 Gebroken
Tabel 8 | Metingen bij Koperdraad

7
8
F [N] σ [N/m2] ε
0 0 0
9,8 * 10-1 3,1 * 107 1,91 * 10-3
2,0 6,2 * 107 3,82 * 10-3
2,9 9,4 * 107 5,73 * 10-3
3,9 1,3 * 108 5,73 * 10-3
4,9 1,6 * 108 1,15 * 10-2
5,9 1,9 * 108 1,72 * 10-2
6,9 2,2 * 108 2,29 * 10-2
7,9 2,5 * 108 2,48 * 10-2
8,8 2,8 * 108 3,82 * 10-2
9,8 3,1 * 108 6,11 * 10-2
1,0 * 101 3,2 * 108 7,82* 10-2
1,1 * 101 3,4 * 108 1,13 * 10-1
1,1 * 101 3,5 * 108 1,26 * 10-1
1,1 * 101 3,6 * 108 1,55 * 10-1
1,2 * 101 3,7 * 108 -
Tabel 9 | Berekeningen bij IJzerdraad

F [N] σ [N/m2] ε
0 0 0
4,9 * 10-1 1,6 * 107 4,60 * 10-3
9,8 * 10-1 3,1 * 107 9,20 * 10-3
1,5 4,7 * 107 1,38 * 10-2
2,0 6,2 * 107 1,38 * 10-2
2,5 7,8 * 107 1,38 * 10-2
2,9 9,4 * 107 1,61 * 10-2
3,4 1,1 * 108 1,61 * 10-2
3,9 1,2 * 108 1,61 * 10-2
0 0 0
9,8 * 10-1 3,1 * 107 6,79 * 10-3
2,0 6,2 * 107 1,13 * 10-2
2,9 9,4 * 107 2,04 * 10-2
3,9 1,2 * 108 2,49 * 10-2
4,9 1,6 * 108 3,17 * 10-2
5,9 1,9 * 108 4,30 * 10-2
6,9 2,2 * 108 1,31 * 10-1
7,3 2,3 * 108 1,88 * 10-1
7,7 2,4 * 108 2,33 * 10-1
8,0 2,6 * 108 -
Tabel 10 | Berekeningen bij Koperdraad

9
Grafieken
Ijzerdraad
180 Maximale Treksterkte
160
140
120
ε * 10-3

100
80
60
40
20 f(x) = 9.78822619778958 x
0
0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 4.5

σ * 108 [N/m2]

Grafiek 1 | Spanning-rek diagram van IJzerdraad

Koperdraad
250 Maximale Treksterkte

200

150
ε * 10-3

100

50
f(x) = 20.3762086771852 x
0
0 0.5 1 1.5 2 2.5 3

σ * 108 [N/m2]

Grafiek 2 | Spanning-rek diagram van Koperdraad

Snoepveter
160
140 f(x) = 50.6791194821082 x
120
100
ε * 10-3

80
60
40 Maximale Treksterkte
20
0
0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4

σ * 104 [N/m2]
Grafiek 3 | Spanning-rek diagram van Snoepveters

10
Grafieken Toelichting
De resultaten van dit experiment komen grotendeels overeen met de waarden in BiNaS van de maximale treksterkte van metalen.
Dit geeft aan dat dit experiment goed verlopen is en een betrouwbaar resultaat heeft opgeleverd. Onze metingen worden
geïllustreerd in de spanning-rek diagrammen, waarin de spanning of treksterkte (kracht per oppervlakte-eenheid) wordt uitgezet
tegen de rek (vervorming) van het materiaal. Deze grafieken laten de relatie tussen de toegepaste kracht en de resulterende
materiaalvervorming zien. Bij de maximale treksterkte bereikte de materialen een punt waarop plastisch vervormd was en waar
het bijna brak, een heel klein beetje extra gewicht was voldoende om de materialen te breken, en dit is weergegeven in de
grafieken. Hierdoor konden we het vloeiproces in detail bestuderen en vergelijken met de BiNaS.

De horizontale gele lijnen geven aan wat volgens BiNaS de maximale treksterkte is, zoals te zien in de grafieken was de
treksterkte in dit experiment nog een stuk hoger. Met een pijltje is aangegeven waar we vermoeden dat de maximale treksterkte
ongeveer zat in dit experiment. Er kan hoe dan ook met zekerheid gezegd worden dat de maximale treksterkte van de materialen
ergens tussen het laatste blauwe of groene stipje en het oranje ruitje zit.

Verklaringen
Kristalstructuren van metalen
Materialen in de natuur bestaan uit atomen of ionen die zich op een geordende manier rangschikken in een driedimensionaal
patroon. Dit geordende patroon staat bekend als de kristalstructuur van een materiaal. De kristalstructuur beïnvloedt in hoge mate
de eigenschappen van het materiaal, zoals zijn mechanische sterkte, elektrische geleidbaarheid en thermische eigenschappen.
Verschillende materialen kunnen verschillende kristalstructuren hebben, die bepalen hoe atomen of ionen met elkaar zijn
verbonden. Er zijn echter verschillende soorten kristalstructuren elk met zijn eigen effecten.

Verschillende Kristalstructuren
Er zijn veel verschillende soorten kristalstructuren, de 3 meest voorkomende worden hieronder kort besproken.

1. MID-vlaks gecentreerde structuur (FCC)

Figure 1 | Face Centered Cubic Structure | Credit: Callister & Rethwisch 5e

In een FCC-structuur, wat staat voor kubisch dicht opeengepakt, zijn de atomen gerangschikt op de hoeken van een kubus en in
het midden van elk vlak van de kubus. Deze specifieke structuur komt voor in materialen zoals koper, aluminium, zilver en goud.
FCC-materialen staan bekend om hun uitstekende vloei-eigenschappen en vervormbaarheid. Deze eigenschappen zijn direct
gerelateerd aan de manier waarop de atomen zijn georganiseerd in het kristalrooster.

In metalen zijn er altijd kleine onregelmatigheden in het kristalrooster, bekend als dislocaties. Wanneer er spanning op het
materiaal wordt uitgeoefend, kunnen er meer dislocaties ontstaan, en ze kunnen zich ook verplaatsen. Materialen waarin
dislocaties moeilijk kunnen bewegen, zijn sterker en vertonen minder vloeiing onder druk.

11
De FCC-structuur is gunstig voor vloeiing vanwege de vele mogelijke paden die beschikbaar zijn voor dislocaties om zich te
verplaatsen. Deze dislocaties kunnen gemakkelijk glijden tussen de lagen atomen, waardoor het materiaal soepel kan vervormen
wanneer er kracht op wordt uitgeoefend. Dit maakt FCC-materialen zeer geschikt voor toepassingen waarbij vervormbaarheid en
vloeiing belangrijk zijn.

2. MID-blok gecentreerde structuur (BCC)

Figure 2 | Body Centered Cubic Structure | Credit: Callister & Rethwisch 5e.

In een BCC-structuur, wat staat voor kubisch ruimtelijk gecentreerd, bevinden de atomen zich op de hoeken van een kubus en in
het midden van de kubus. Deze kristalstructuur is kenmerkend voor materialen zoals ijzer, chromium en wolfraam. BCC-
materialen vertonen matige vloei-eigenschappen en vervormbaarheid, en deze eigenschappen laten zich pas bij aanzienlijk hogere
spanning op het materiaal zien. De aanwezigheid van atomen in het midden van de kubus belemmert enigszins de beweging van
dislocaties in het kristalrooster. Hierdoor zijn er minder beschikbare paden voor dislocaties en kunnen ze minder makkelijk tussen
de lagen glijden, wat resulteert in een hogere vereiste spanning om vloeiing op gang te brengen in vergelijking met FCC-
materialen.

Bij BCC-materialen zijn de dislocaties relatief minder beweegbaar, wat resulteert in een sterkere kristalstructuur. Dit betekent dat
BCC-materialen over het algemeen sterker zijn dan FCC-materialen, maar minder vervormbaar. De vloeiing in BCC-materialen
vereist een hogere externe kracht om de dislocaties in beweging te brengen, waardoor ze geschikt zijn voor toepassingen waarbij
vervormbaarheid en vloeiing van minder belang zijn dan de sterkte van het materiaal.

3. Hexagonaal dicht opeengepakte structuur (HCP)

12
Figure 3 | Hexagonal Close-Packed Structure | Credit: Callister & Rethwisch 5e

In een HCP-structuur, wat staat voor hexagonaal dicht opeengepakt, hebben de atomen een hexagonale rangschikking met dicht
opeengepakte lagen. Deze kristalstructuur komt voor in materialen zoals titanium, magnesium en zirkonium. HCP-materialen
vertonen over het algemeen gunstige vloei-eigenschappen en vervormbaarheid, vergelijkbaar met die van FCC-materialen. Er zijn
echter enkele complexiteit in de beweging van dislocaties in HCP-materialen vanwege hun asymmetrische structuur.

Bij HCP-materialen kunnen dislocaties, hoewel ze gunstige vloei-eigenschappen vertonen, enigszins complexer bewegen vanwege
de asymmetrie van de structuur. Deze complexiteit kan resulteren in enigszins onvoorspelbare vloeiingspatronen en reacties in
vergelijking met materialen met eenvoudigere kristalstructuren zoals FCC en BCC.

Over het algemeen kunnen HCP-materialen worden gebruikt in toepassingen waar zowel sterkte als vervormbaarheid van belang
zijn. Hun gunstige vloeiingseigenschappen maken ze geschikt voor situaties waarbij vervorming onder spanning vereist is, maar
de asymmetrische structuur kan soms leiden tot uitdagingen in de verwerking en het begrijpen van hun gedrag.

Effect van Kristalstructuren in dit experiment

IJzer (Fe)
IJzer heeft bij kamertemperatuur een kubisch ruimtelijk gecentreerde (bcc) kristalstructuur. Deze structuur belemmert enigszins de
beweging van dislocaties in het kristalrooster, wat resulteert in matige vloei-eigenschappen. Omdat ijzer minder vervormbaar is
vanwege de bcc-structuur, vereist het aanzienlijk meer massa of kracht om vloeiing waar te nemen in vergelijking met materialen
met gunstigere kristalstructuren. Dit is ook te zien in het experiment, de koperdraad begon met vloeien vlak na 2 * 108 N/m2 bij
ijzerdraad was dit pas ver na 3 * 108 N/m2 dat is meer dan 150% van de treksterkte bij Koper. Ook zien we dat de vloeiperiode
meer dan 150% van de vloeiperiode bij Koper is, ΔΣ bij Koper is 0,5 * 108 N/m2 bij IJzer was dit 0,8 * 108 N/m2

Koper (Cu)
Koper heeft een kubisch dicht opeengepakte (fcc) kristalstructuur. Deze structuur zorgt voor een gemakkelijke beweging van
dislocaties, wat resulteert in uitstekende vloei-eigenschappen en vervormbaarheid. Omdat koper gunstige vloei-eigenschappen
heeft dankzij de fcc-structuur, is het in staat om met veel minder massa of kracht vloeiing te vertonen in vergelijking met ijzer. De
vloeiperiode en treksterkte zijn minder dan 66% van die van IJzer, dit laat duidelijk het grote verschil tussen de materialen zien.

Conclusie
Dit verschil in de benodigde kracht om vloeiing waar te nemen tussen ijzer en koper illustreert de sterke invloed van de
kristalstructuur op de mechanische eigenschappen van metalen. Het benadrukt ook de toepassingen waarin deze metalen het meest
geschikt zijn, afhankelijk van hun kristalstructuren.

Wat is er gebeurt?
In dit experiment observeerden we dat de materialen, in dit geval ijzerdraad en koperdraad, begonnen te vloeien onder
toenemende belasting. Opvallend was dat de mate van vloeiing toenam naarmate er meer massa toegevoegd werd. Dit betekent dat
13
de materialen geleidelijk begonnen te vervormen zonder direct te breken en dat deze vervorming toenam met de toegevoegde
spanning. Interessant is dat dit experiment afweek van de theoretische verwachting zoals beschreven in het boek (Overal
Natuurkunde Ed. 5.1 Flex). Volgens het boek zou de gehele vloeiperiode plaatsvinden bij een constante treksterkte, maar in dit
geval observeerden we dat de materialen bleven vervormen onder toenemende belasting, tot het punt waarop de toegevoegde
belasting te veel werd en het materiaal brak. Deze observatie benadrukt de complexiteit van de vervormingsreacties van
materialen en benadrukt dat de praktijk soms kan afwijken van de theoretische modellen die aangeleerd worden.

14
Berekeningen
Gebruikte formules

( )
2
1
Oppervlakte Cirkel: A=π ¿ d
2

Zwaartekracht: F z =m⋅ g

Lengteverandering:
Om de praktische verandering in lengte te vergelijken met de theoretische voorspelling, zullen we een formule
afleiden op basis van verschillende formules die beschikbaar zijn in BiNaS.

Δl
- Relatieve Rek: ε = l
0
Δl=ε ⋅l 0

σ F
- Elasticiteitsmodulus: E= ε A
Δl= l 0
E
F
- Treksterkte: σ = A Δl=
F ⋅l 0
E⋅A

Afleiding 1 | Formule voor Lengteverandering

Δl
Relatieve Rek: ε = l
0

σ
Elasticiteitsmodulus: E= ε

F
Treksterkte: σ = A

σ⋅A
Breekpunt:m= g

Uitkomsten:
Elasticiteitsmodulus
Materiaal Berekende Waarde Waarde uit BiNaS
Snoepveter 2,04 * 104 N/m2 -
IJzerdraad 2,45 * 109 N/m2 220 * 109 N/m2
Koperdraad 1,09 * 109 N/m2 124 * 109 N/m2

Breekpunten
15
Materiaal Breekpunt Praktijk Theoretisch Breekpunt
Snoepveter 0,080 kg -
IJzerdraad 1,160 kg 1,070 kg
Koperdraad 0,780 kg 0,642 kg

Lengteverandering
Materiaal Lengteverandering Praktijk Berekende Lengteverandering
Snoepveter 2,5 cm -
IJzerdraad 8,1 cm 0,09 cm
Koperdraad 11 cm 0,09 cm

Analyse
Als je een onderzoeksverslag leest ga je ervan uit dat dit betrouwbaar is en daarom vind ik het
belangrijk om betrouwbaarheid problemen en de discussiepunten die daarbij horen te bespreken
voordat er een conclusie gevormd wordt. Dit zal ik dan ook grondig bespreken zodat u zelf uw
mening kunt vormen over hoe betrouwbaar dit experiment is geweest.

Ten eerste wil ik u laten weten dat dit onderzoek is uitgevoerd door een student, onder toezicht van zijn docent, die momenteel
bezig is met zijn MSc en dus veel onderzoekservaring heeft. Samen hebben ze alle metingen besproken om de nauwkeurigheid te
verbeteren. Toch zijn er altijd enkele punten van discussie in experimenten met gewichtjes. Bijvoorbeeld, er kan per ongeluk
kracht worden uitgeoefend op het materiaal bij het bevestigen van de gewichtjes, of de gewichtjes kunnen te hard aan het
materiaal worden gehangen, wat een schok kan veroorzaken. Beide discussiepunten leiden tot onbetrouwbare resultaten. Als er
per ongeluk kracht wordt uitgeoefend op het materiaal, kan dit ertoe leiden dat het materiaal verder vloeit zonder dat de benodigde
kracht wordt gemeten. Bovendien kan een schok een breuk in het materiaal veroorzaken, terwijl dit nog niet zou zijn gebeurd als
de gewichtjes voorzichtig waren opgehangen.

Tijdens het experiment hebben we ons best gedaan om zo min mogelijk aan de materialen te trekken terwijl we tegelijkertijd de
gewichtjes zonder schokken ophingen. Naar mijn mening is dit redelijk goed gelukt, en ik geloof niet dat er aanzienlijke schokken
zijn opgetreden of dat we de materialen aanzienlijk hebben belast door een fout van de onderzoekers. De enkele keer dat er per
ongeluk kracht op het materiaal werd uitgeoefend, hebben we het draadje vervangen en zijn we opnieuw begonnen.

Ook is deze opstelling niet ideaal, het is een beetje DIY balkjes aan elkaar geplakt. Dit zou bijvoorbeeld beter kunnen door het
gebruik van een digitale newton meter die de maximale kracht onthoud, of bijvoorbeeld een trekbank.

Het laatste discussiepunt betreft het feit dat we het experiment slechts eenmaal hebben uitgevoerd met elk materiaal. Als we het
experiment meerdere keren hadden herhaald en de resultaten hadden vergeleken, zou de uitkomst betrouwbaarder zijn geweest, en
dit zou een minder groot discussiepunt hebben opgeleverd.

Als dit experiment in de toekomst herhaald zou worden, zijn er enkele aspecten waarop de onderzoekers extra aandacht zouden
moeten leggen om de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren. Enkele van deze aandachtspunten zijn:

 Herhaalbaarheid: Het herhalen van het experiment met dezelfde materialen zou de betrouwbaarheid van de resultaten
vergroten. Dit zou helpen om de consistentie van de metingen vast te stellen en eventuele uitschieters te identificeren.
 Minimale invloed op materialen: Om onnodige belasting en mogelijke vervorming van de materialen te voorkomen,
zouden onderzoekers moeten proberen de experimentele opstelling te verbeteren en ervoor te zorgen dat gewichtjes
zonder enige schokken worden opgehangen.
 Meerdere metingen: Het is aan te raden om meerdere metingen te verrichten bij elk materiaal en het gemiddelde van de
resultaten te nemen. Dit zou helpen om de invloed van uitschieters in de gegevens te verminderen en de nauwkeurigheid
te vergroten.

16
 Betere Opstelling: De opstelling gebruikt in dit experiment is niet ideaal en bij een vervolg onderzoek zou de
onderzoeker hier langer over na moeten denken.

Door deze aanpassingen toe te passen bij toekomstige herhalingen van het experiment, kan de kwaliteit en betrouwbaarheid van
de resultaten worden verhoogd, en zouden de besproken discussiepunten tot een minimum kunnen worden beperkt.

17
Conclusie
Dit experiment heeft bevestigd dat koper inderdaad rekbaarder is dan ijzer, maar het heeft ook
aangetoond dat koper eerder breekt dan ijzer. Deze bevindingen zijn belangrijk voor onze kennis
van materiaaleigenschappen en kunnen van invloed zijn op praktische toepassingen in
verschillende industrieën.

Allereerst is de hypothese dat koper rekbaarder is dan ijzer en eerder breekt correct. Dit laat de
verschillen in mechanische eigenschappen tussen deze twee veelgebruikte metalen duidelijk zien
en hierdoor weten we nu ook waarom niet alles van hetzelfde metaal gemaakt wordt. Rekbaarheid
is een cruciale eigenschap voor materialen in veel toepassingen, zoals constructie, auto-industrie,
en de luchtvaart. De rekbaarheid van koper kan het geschikt maken voor toepassingen waarbij
flexibiliteit vereist is en een hoog breekpunt wat minder.

Er zitten nog een paar fouten in het onderzoek en ik kan er niet precies achter komen waar deze
fouten vandaan komen. Terugkijkend op het onderzoek denk ik ook niet dat daar fouten zijn
gemaakt waardoor de elasticiteit modulus niet goed uitkomt. Ik heb dit besproken met beide
docenten in de vakgroep Natuurkunde en heb daarbij nog meer geleerd over het onderwerp en ik
heb vertrouwen dat dit onderzoeksverslag goed het onderzoek weergeeft.

In de praktijk zullen ingenieurs dus voor- en nadelen van materialen moeten vergelijken voordat
ze een keus maken voor een materiaal in een project. Experimenten zoals deze helpen hierbij om
duidelijke verschillen te waarnemen en zo tot een conclusie te komen. Oftewel het materiaal wat
het beste past bij het project.

In conclusie, dit experiment heeft mij waardevolle informatie gegeven over de mechanische
eigenschappen van koper en ijzer en hier heb ik op een interessante manier iets bij geleerd.

18
Bronnen
APA 7 Citations

Redwing, R. (n.d.). Lesson 5: Structure and applications of Metals. Lesson 5: Structure and Applications of
Metals | MATSE 81: Materials In Today’s World.
https://www.e-education.psu.edu/matse81/node/2121

What is a dislocation? - definition from Corrosionpedia. Corrosionpedia. (2020, November 24).


https://www.corrosionpedia.com/definition/402/dislocation

19

You might also like