You are on page 1of 32

LIU932A01_nld-00

Handleiding voor het gebruik en het onderhoud van


de batterij en de batterijlader
Vertaling van de originele instructies

Deel E: Oplaadbare batterij LPM02


Batterijlader ULC932A
DIT DEEL VAN DE HANDLEIDING BESTAAT UIT: Deel E - Informatie, instructies en
waarschuwingen betreffende de oplaadbare batterij LPM02 en de batterijlader ULC932A.
De Handleiding bestaat uit Deel A - Algemeen, Deel B - Conformiteit en frequenties, Deel
C - Zenderunit, Deel D - Ontvangerunit, Deel E - Batterij en batterijlader, en het Technische
Informatieblad.

DEZE HANDLEIDING, ALLE DELEN WAARUIT HIJ BESTAAT EN ALLE INSTRUCTIES


ERIN DIENEN AANDACHTIG TE WORDEN GELEZEN EN BEGREPEN ALVORENS EEN
WERKZAAMHEID VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK, ONDERHOUD OF REPARATIE VAN
DE AUTEC RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING UIT TE VOEREN.

ALS U DE HANDLEIDING NIET DOORLEEST EN GEEN REKENING HOUDT MET ALLE


WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES DIE VAN TOEPASSING ZIJN OF DE LIMIETEN
AANGEGEVEN IN DEZE HANDLEIDING, KAN DAT ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD
EN/OF SCHADE AAN VOORWERPEN VEROORZAKEN.

DE AUTEC RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING IS GEEN OP ZICHZELF STAAND


PRODUCT EN IS ENKEL BEDOELD OM GEBRUIKT TE WORDEN ALS BESTANDDEEL
VAN EEN MACHINE DIE:
- HET GEBRUIK VAN EEN RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING OP CORRECTE
WIJZE TOELAAT,
- OP VEILIGE WIJZE KAN WORDEN GEACTIVEERD IN OVEREENSTEMMING MET ALLE
WETSVOORSCHRIFTEN, MET DE VERORDENINGEN EN DE NORMEN DIE OP DE
AFSTANDSBEDIENING VAN TOEPASSING ZIJN.

HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE FABRIKANT VAN DE MACHINE WAAROP


DE RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING AUTEC MOET GEMONTEERD WORDEN
om een grondige en nauwkeurige risicobeoordeling uit te voeren om te bepalen of de
radiografische afstandsbediening Autec geschikt is voor de activering van een machine
in veiligheidscondities en operationele doeltreffendheid, door rekening te houden met
de gebruiksvoorwaarden, het beoogde gebruik en het redelijkerwijs voorzienbaar verkeerd
gebruik, zodat de installatie, het onderhoud en het gebruik van de radiografische
afstandsbediening Autec, en van alle bijbehorende componenten, uitsluitend en geheel
in overeenstemming is met deze handleiding en met alle plaatselijke normen, standaards
en normenstelsels betreffende de veiligheid (hierin aangeduid als "Wetten, voorschriften
en normen").

Wat betreft de markt van de Verenigde Staten, de wetsvoorschriften, de verordeningen


en de normen bevatten alle regels en voorschriften van de Occupational Safety & Health
Administration (OSHA) (http://www.osha.gov) (Agentschap voor veiligheid en gezondheid
op het werk), alle federale, nationale en locale wetsvoorschriften en bepalingen, de codes
voor constructie en elektrische toestellen en alle van toepassing zijnde normen, onder
andere, maar niet alleen, de normen ANSI.

AUTEC LIU932A01_nld-00
De Fabrikant van de Machine waarop men de Autec Radiografische afstandsbediening
wenst te installeren en te gebruiken en zijn ontwerpers zijn verplicht te controleren of
de structuur, de conditie, de organisatie en de merkingen van de Machine, zoals ze is
geïnstalleerd op de plaats van gebruik, geschikt zijn en het veilige en betrouwbare gebruik
en besturing van de Machine toelaten via de interface van de Autec Radiografische
afstandsbediening.

DE EIGENAAR, DE EXPLOITANT VAN DE INSTALLATIE EN HUN ONTWERPERS ZIJN ER


VERANTWOORDELIJK VOOR dat de installatie, het onderhoud en het gebruik van de
Autec Radiografische afstandsbediening en al zijn bestanddelen enkel en volledig zijn
uitgevoerd in inachtneming van deze Handleiding en in overeenstemming met alle, ook
locale, wetsvoorschriften, verordeningen en normen die van toepassing zijn. De Eigenaar,
de exploitant van de installatie en hun ontwerpers zijn verplicht zich ervan te verzekeren
dat de structuur, de conditie, de organisatie en de merkingen van de Machine en van de
plaats van gebruik waar de Autec Radiografische afstandsbediening wordt geïnstalleerd
en gebruikt, geschikt zijn en het veilige en betrouwbare gebruik en besturing van de
Machine toelaten via de interface van de Autec Radiografische afstandsbediening.

DE ACTIVERING EN HET GEBRUIK VAN DE AUTEC RADIOGRAFISCHE


AFSTANDSBEDIENING EN VAN DE MACHINE GEACTIVEERD MET OF VIA DE AUTEC
RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING IS ENKEL TOEGESTAAN AAN
GEKWALIFICEERD, GOED OPGELEID PERSONEEL. DE MACHINE NADEREN DIE MET
OF VIA DE AUTEC RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING WORDT GEACTIVEERD
IS ENKEL TOEGESTAAN AAN GEKWALIFICEERD, GOED OPGELEID PERSONEEL.

ONJUISTE WERKZAAMHEDEN VOOR INSTALLATIE, ACTIVERING, ONDERHOUD EN


KLANTENSERVICE OP DE AUTEC RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING KUNNEN
ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD EN/OF SCHADE AAN VOORWERPEN VEROORZAKEN.
Raadpleeg voor meer hulp deze Handleiding en elk onderdeel ervan, of neem contact op
met Autec. Autec is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de installatie van de Autec
Radiografische afstandsbediening die niet door Autec zelf is uitgevoerd, of voor elk
gebruik of onderhoud van de Autec Radiografische afstandsbediening dat niet volledig
conform de instructies en waarschuwingen van Autec en alle van toepassing zijnde, ook
locale, wetsvoorschriften, verordeningen en normen is.

Autec is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor veranderingen of wijzigingen aan


de Autec Radiografische afstandsbediening of voor het gebruik van bestanddelen of
producten die geen originele Autec-producten zijn en die samen worden gebruikt of in
de afstandsbediening zelf worden ingebouwd.

DE EIGENAAR, DE EXPLOITANT VAN DE INSTALLATIE EN HUN ONTWERPERS ZIJN


VERPLICHT om te controleren of de Autec Radiografische afstandsbediening altijd wordt
onderhouden en nagekeken met inachtneming van alle instructies en waarschuwingen
van Autec en in overeenstemming met alle, ook locale, wetsvoorschriften, verordeningen
en normen die van toepassing zijn.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
DE EIGENAAR, DE EXPLOITANT VAN DE INSTALLATIE EN HUN BEDIENERS,
LEIDINGGEVEND PERSONEEL EN SUPERVISOREN ZIJN VERPLICHT om zich ervan te
verzekeren dat alle Gebruikers van de Autec Radiografische afstandsbediening en alle
Personen die (zullen) werken met of in de buurt van de Machine geactiveerd met of via
de Autec Radiografische afstandsbediening goed en volledig ingelicht en getraind zijn
door gekwalificeerd personeel over het juiste en veilige gebruik van de Autec
Radiografische afstandsbediening en over de Machine, en dat ze volledig, zonder
beperkingen, vertrouwd zijn met de waarschuwingen en instructies van Autec en alle,
ook locale, wetsvoorschriften, verordeningen en normen die van toepassing zijn en ze
begrijpen; ze zijn er ook verantwoordelijk voor dat de Gebruikers of andere Personen
de Autec Radiografische afstandsbediening altijd op een veilige wijze gebruiken of ermee
werken en ENKEL met inachtneming van de instructies en waarschuwingen van Autec
en in overeenstemming met alle, ook locale, wetsvoorschriften, verordeningen en normen
die van toepassing zijn. HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE AANWIJZING KAN
ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD EN/OF SCHADE AAN VOORWERPEN VEROORZAKEN.

DE EIGENAAR, DE EXPLOITANT VAN DE INSTALLATIE EN HUN BEDIENERS,


LEIDINGGEVEND PERSONEEL EN SUPERVISOREN ZIJN VERPLICHT om zich ervan te
verzekeren dat de plaats waar de Machine, geactiveerd met of via de Autec Radiografische
afstandsbediening, zich bevindt en werkt, duidelijk gedefinieerd en aangeduid is, met
inachtneming van alle instructies en waarschuwingen van Autec, en in overeenstemming
met alle, ook locale, wetsvoorschriften, verordeningen en normen die van toepassing
zijn. Ze dienen er zich ook van te verzekeren dat er voldoende aanduidingen zijn die
ALLE PERSONEN waarschuwen dat de Machine geactiveerd is met of via een
Radiografische afstandsbediening en die onbevoegde toegang tot de zone verbieden.
HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE AANWIJZING KAN ERNSTIGE LETSELS OF DE
DOOD EN/OF SCHADE AAN VOORWERPEN VEROORZAKEN.

ALS DE AUTEC RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING NIET OP VEILIGE WIJZE


GEBRUIKT WORDT MET INACHTNEMING VAN DE INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
VAN AUTEC EN IN OVEREENSTEMMING MET DE, OOK LOCALE, WETSVOORSCHRIFTEN,
VERORDENINGEN EN NORMEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN, EN/OF ALS WORDT
TOEGESTAAN DAT DE AFSTANDSBEDIENING WORDT GEBRUIKT DOOR GEBRUIKERS
OF ANDERE PERSONEN DIE NIET GOED OPGELEID ZIJN VOOR HET JUISTE EN VEILIGE
GEBRUIK VAN HET SYSTEEM OF VAN DE MACHINE WAAROP HET GEÏNSTALLEERD
IS, KUNNEN ER ZICH ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD EN/OF SCHADE AAN
VOORWERPEN VOORDOEN.

AUTEC LIU932A01_nld-00
INHOUDSOPGAVE
1 Informatie voor het raadplegen van de instructies . .................................................. 8
1.1 Structuur van de Handleiding ............................................................................... 8
1.2 Legenda en terminologie .................................................................................... 10
1.3 Symbolen .......................................................................................................... 10
1.4 Doelgroep van de instructies .............................................................................. 11
1.5 Bewaring van de instructies ................................................................................ 11
1.6 Intellectuele eigendom ....................................................................................... 11
2 Beknopte voorstelling van het product ................................................................... 12
2.1 Batterij en batterijlader ....................................................................................... 12
2.2 Conformiteit met de voorschriften ....................................................................... 12
2.3 Contact en nuttige adressen .............................................................................. 13
2.4 Garantie ............................................................................................................ 13
2.5 Klantenservice en reserveonderdelen ................................................................ 13
3 Oplaadbare batterij LPM02 ...................................................................................... 14
3.1 Technische gegevens ........................................................................................ 14
3.2 Plaatje ............................................................................................................... 14
3.3 Waarschuwingen voor het gebruik ..................................................................... 15
3.4 Eerste hulp ........................................................................................................ 16
3.5 Gebruiksaanwijzingen ....................................................................................... 17
3.6 Opslaan ............................................................................................................ 17
3.7 Verzending en transport ..................................................................................... 18
3.8 Verwerking van de batterijen .............................................................................. 19
4 Batterijlader ULC932A ............................................................................................. 19
4.1 Technische gegevens ........................................................................................ 20
4.2 Plaatjes ............................................................................................................. 20
4.3 Elektrische verbinding ....................................................................................... 21
4.4 Positionering ..................................................................................................... 22
4.5 Waarschuwingen voor het gebruik ..................................................................... 23
4.6 Gebruiksaanwijzingen ....................................................................................... 24
4.7 Verwerking ........................................................................................................ 25
5 Storingen ................................................................................................................. 26

AUTEC LIU932A01_nld-00
8 

1 Informatie voor het raadplegen van de instructies

Alvorens dit deel van de Handleiding te lezen, dient u het algemene deel (Deel A)
van de Handleiding, die met de Radiografische afstandsbediening wordt meegeleverd,
te hebben gelezen en begrepen.

1.1 Structuur van de Handleiding


De Handleiding voor het gebruik en het onderhoud van de Autec Radiografische
afstandsbediening bestaat uit verschillende delen. Alle delen samen vormen de Handleiding
die moet worden gelezen, begrepen en toegepast tijdens het gebruik en het onderhoud van de
Radiografische afstandsbediening door de Eigenaar van de Radiografische afstandsbediening,
door de Gebruiker en door alle Personen die, om eender welke reden, werken met de
Radiografische afstandsbediening of met de Machine waarop deze laatste is geïnstalleerd.
De onderstaande tabel bevat de beschrijving van de structuur van de Handleiding voor het
gebruik en het onderhoud van de Radiografische afstandsbediening.

Deel Titel Inhoud


-Algemene informatie over de serie,
- aanduidingen voor de risicobeoordeling van het systeem
"Machine+Afstandsbediening",
- waarschuwingen voor de installatie van de Radiografische
A Algemeen deel afstandsbediening,
- waarschuwingen voor het gebruik en het onderhoud van de
Radiografische afstandsbediening,
- instructies voor het correcte transport en voor de correcte
bewaring van de Radiografische afstandsbediening.
- Werkfrequentiebanden van de Radiografische
Conformiteit en afstandsbediening,
B
frequenties - conformiteit en verwijzingen naar normen van de
Radiografische afstandsbediening.
Beschrijving en instructies van de Zenderunit, onder andere:
- beschrijving van de werking,
- bedieningen,
C Zenderunit
- lichtsignalen,
- storingen,
- aanvullende instructies bij het algemene deel.
Beschrijving en instructies van de Ontvangerunit, onder andere:
- beschrijving van de werking,
D Ontvangerunit - lichtsignalen,
- storingen,
- aanvullende instructies bij het algemene deel.
Beschrijving, waarschuwingen en instructies van de batterijen
en de batterijlader, onder andere:
- beschrijving van de werking,
E Batterij en batterijlader
- lichtsignalen,
- storingen,
- instructies voor de Gebruiker.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 9

De instructies voor het gebruik en het onderhoud bevatten ook het Technische Informatieblad
van de Radiografische afstandsbediening dat:
- de configuratie van de Zenderunit beschrijft,
- de overeenkomst aangeeft tussen de commando's gestuurd door de Zenderunit en de
commando's ter beschikking op de Ontvangerunit,
De instructies voor het gebruik en het onderhoud zijn in hun geheel een integrerend deel,
niet alleen van de Autec Radiografische afstandsbediening, maar ook van de Machine, van
het systeem, van het toestel, van de inrichting die wordt uitgerust met de Radiografische
afstandsbediening.
De Fabrikant van de Machine of van de inrichting waarop de Radiografische afstandsbediening
wordt geïnstalleerd, de Eigenaar en de Gebruiker van de Machine dienen er zich van te verzekeren
dat de Handleiding en de afzonderlijke delen ervan zich bij de handleiding voor het gebruik van
de Machine bevinden.

Op de cd die bij elke Handleiding hoort staan de vertalingen van de Handleiding.

Ga als volgt te werk om op de cd de afzonderlijke delen van de Handleiding in de gewenste taal


te vinden:
- zoek de juiste sectie met behulp van het serienummer van de Radiografische
afstandsbediening,
- kies de gewenste taal,
- selecteer de afzonderlijke delen van de Handleiding met behulp van de code op de omslag van
elk deel.

XXXXXXXXX_taal-XX

Handleiding voor het gebruik en het onderhoud

Vertaling van de originele instructies


XXXXXXXXX_taal-XX

Deel X: XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

SERIE XX

AUTEC LIU932A01_nld-00
10 

1.2 Legenda en terminologie

Contacteer Autec als bepaalde instructies, symbolen, waarschuwingen of


afbeeldingen onduidelijk of onbegrijpbaar zijn.

In dit deel van de Handleiding hebben de onderstaande termen dezelfde definities als die in
dezelfde paragraaf van het algemene deel (Deel A):
- Unit
- Radiografische afstandsbediening
- Zenderunit
- Ontvangerunit
- Machine
- Fabrikant
- Installateur
- Gebruiker
- Onderhoudsmonteur
- Handleiding
- Handleiding voor installatie
- Persoon
- Eigenaar
De functies van Fabrikant, Installateur, Gebruiker en Onderhoudsmonteur kunnen uitgevoerd
worden door een enkele Persoon, als die de bekwaamheden daarvoor heeft en de
verantwoordelijkheid daarvoor draagt. Elke Persoon dient op de hoogte te zijn van de instructies
in de Handleiding in functie van de activiteit die hij uitvoert.
Als bijvoorbeeld een Fabrikant ook de functie van Installateur en/of van Onderhoudsmonteur
heeft, dient hij ook de instructies te kennen en te volgen die specifiek voor die functies bedoeld
zijn. Hetzelfde criterium moet toegepast worden wanneer bijvoorbeeld een Gebruiker ook de
functie van Fabrikant en/of Installateur heeft.

1.3 Symbolen

Dit symbool geeft de delen van de tekst in de Handleiding aan die aandachtig moeten
worden gelezen.

Dit symbool geeft de delen van de tekst in de Handleiding aan die


waarschuwingen, informatie en/of instructies bevatten die bijzonder belangrijk
zijn voor de veiligheid; als ze niet worden begrepen of niet wordt gerespecteerd,
kan dat gevaar voor Personen en/of voorwerpen veroorzaken.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 11

1.4 Doelgroep van de instructies


De doelgroep van de instructies wordt beschreven in dezelfde paragraaf van het algemene
deel: raadpleeg het betreffende deel.

1.5 Bewaring van de instructies


De regels voor de bewaring van de instructies worden beschreven in dezelfde paragraaf van
het algemene deel: raadpleeg het betreffende deel.

1.6 Intellectuele eigendom


De beperkingen in verband met intellectueel eigendom worden beschreven in dezelfde
paragraaf van het algemene deel: raadpleeg het betreffende deel.

AUTEC LIU932A01_nld-00
12 

2 Beknopte voorstelling van het product

2.1 Batterij en batterijlader


Het onderwerp van dit deel van de Handleiding is de batterij LPM02 die bedoeld is om in een
Zenderunit van een Autec Radiografische afstandsbediening te worden aangebracht en zijn
batterijlader ULC932A die nodig is om hem op te laden.

2.2 Conformiteit met de voorschriften

2.2.1 Conformiteit van de batterij LPM02

De oplaadbare batterij LPM02 is conform de EMC-Richtlijn (2014/30/EU) en de


geharmoniseerde normen EN 61000-6-2 en EN 61000-6-3.

De oplaadbare batterij LPM02 is conform de Electromagnetic Compatibility


Regulations 2016 en de geharmoniseerde normen EN 61000-6-2 en EN 61000-
6-3.

2.2.2 Conformiteit van de batterijlader ULC932A

De batterijlader ULC932A is conform de EMC-Richtlijn (2014/30/EU) en de


volgende geharmoniseerde normen: EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-2,
EN 61000-3-3, EN 61000-6-2 en EN 61000-6-3.

De batterijlader ULC932A is conform de Electromagnetic Compatibility Regulations


2016 en de volgende normen: EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-2, EN
61000-3-3, EN 61000-6-2 en EN 61000-6-3.

De batterijlader ULC932A is conform de verordening ECE R10-05 met


homologatienummer E49 10R-050055.

This device complies with Part 15 of the FCC Rules.


Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause harmful interference, and
(2) this device must accept any interference received, including interference that
may cause undesired operation.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 13

2.3 Contact en nuttige adressen


De radiografische afstandsbedieningen bestaan uit Autec Srl – Via Pomaroli, 65 - 36030
Caldogno (VI) - Italy.
De gegevens om contact op te nemen met Autec, zijn distributeurs, verkopers en
Onderhoudsmonteurs zijn te vinden op de website www.autecsafety.com.

2.4 Garantie
De algemene garantievoorwaarden zijn te vinden op het blad dat zich bij deze documentatie
bevindt en in de speciale sectie op de website www.autecsafety.com.

2.5 Klantenservice en reserveonderdelen


Raadpleeg voor verzoeken om technische service en/of reserveonderdelen de lijst contacten
op de website www.autecsafety.com.

AUTEC LIU932A01_nld-00
14 

3 Oplaadbare batterij LPM02


De oplaadbare batterij LPM02 dient om de Autec Zenderunits met compatibele batterijruimte
van stroom te voorzien (controleer in "Deel C" van de Instructiehandleiding).

A Contacten
Technische
B
gegevensplaatje

3.1 Technische gegevens

Type Li-ion

Spanning 7.4V

Vermogen 1400mAh

Typische oplaadtijd (met batterijlader ULC932A) 2h 40min

Maximale oplaadtijd 4h

Oplaadtemperatuur van +5°C tot +45°C (van +41°F tot +113°F)

Gebruikstemperatuur van -20°C tot +55°C (van -4°F tot +131°F)

Beschermingsgraad IP65

3.2 Plaatje
Op de batterij bevindt zich een plaatje met de identificatie, de belangrijkste technische gegevens,
het merkteken en de eventuele merken van de batterij.

De plaat mag niet verwijderd worden; de verwijdering doet de garantie onmiddellijk


vervallen.

De plaat mag niet gewijzigd of beschadigd worden: neem contact op met Autec om
ze te vervangen.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 15

3.3 Waarschuwingen voor het gebruik

Gebruik uitsluitend originele Autec batterijen en laad ze enkel op met


batterijladers en/of stroomvoorzieningstoestellen geleverd door Autec.

Gebruik nooit een batterij waarvan de buitenkant beschadigd is (bijv. deuken,


doorboringen, vloeistoflekken, zwellingen).

Gebruik nooit een batterij die gevallen is, zelfs niet als hij maar een maal
gevallen is, want de interne bestanddelen kunnen beschadigd zijn, ook al is
dat niet aan de buitenkant te zien.

Het oneigenlijke gebruik van een batterij kan gevaar op brand, deflagratie,
oververhitting of andere soorten gevaar veroorzaken. Doe vooral het volgende
niet:
- de contacten van de batterij kortsluiten;
- een batterij demonteren, doorsnijden, openen, samendrukken, vervormen,
doorboren, breken, wijzigen, eraan sleutelen of trachten te repareren op
eender welke wijze;
- vreemde voorwerpen in de batterij trachten te steken;
- een batterij in water dompelen of nat maken met water of andere vloeistoffen;
- de batterij in of op verwarmingstoestellen leggen (bijv. ovens, kachels,
radiatoren);
- de batterij in hogedrukvaten leggen;
- de batterij blootstellen aan mechanische schokken en laten vallen;
- de batterij in de mond steken (bijv. bijten, zuigen).

Steek de batterij niet zakken of tassen in contact met metalen voorwerpen


(bijv. sleutels, muntstukken, paperclips) die de kortsluiting van de batterij
kunnen veroorzaken, zodat warmte vrijkomt en het risico op brandwonden
ontstaat.

Laad de batterij niet op, gebruik of bewaar ze niet buiten de temperatuurlimieten


die worden vermeld in de paragrafen 3.1 en 3.6.

De batterij LPM02 is niet geschikt voor gebruik door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens en door kinderen.

Laat de batterij niet laden als de laadcyclus niet binnen de "Maximum laadtijd"
eindigt (zie de paragraaf 3.1).

Stel de batterij niet bloot aan warmte en vuur. Stel hem bijvoorbeeld niet voor
lange tijd bloot aan zonnestralen en let vooral op de hoge temperaturen in
voertuigen die in de zon staan.

AUTEC LIU932A01_nld-00
16 

Tracht niet een defecte of slechtwerkende batterij te repareren.

Houd de batterij schoon en droog. Let vooral op de contacten van de batterij:


reinig ze met een niet-schurende doek of borstel als ze vuil worden en met
een algemeen reinigingstoestel voor elektrische contacten.

Het is verboden om de batterij op te laden waar gevaar aanwezig is voor


ontploffingen door aanwezigheid van gassen en/of poeders.

De batterij moet opgeladen worden in een veilige zone (SAFE AREA) die geen
ontplofbare gassen en/of poeders bevat.

Autec wijst elke aansprakelijkheid af voor elk gebruik dat niet conform de voorschriften en de
aanwijzingen in de Handleiding is en voor elk schade die het gevolg kan zijn van oneigenlijk,
foutief of onredelijk gebruik van de batterij.

3.4 Eerste hulp

Raadpleeg onmiddellijk een arts als een batterij of een gedeelte ervan is
ingeslikt.

Als een Persoon in contact komt met materiaal dat uit een beschadigde batterij
loopt, was de getroffen plaats onmiddellijk 15 minuten lang met water en zeep
en raadpleeg zo vlug mogelijk een arts.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 17

3.5 Gebruiksaanwijzingen

Laad de batterij op vóór het eerste gebruik.

Het gebruik van batterijen waaraan gesleuteld is of die geen originele zijn doet elke
garantie van zowel de batterij als de Zenderunit vervallen.

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om de maximumduur van de batterij te garanderen:


- Gebruik of laad de batterij niet op buiten de temperatuurlimieten die zijn aangeduid in de
paragraaf 3.1.
- Respecteer de opslaginstructies die zijn aangeduid in de paragraaf 3.6.
- stel de batterij niet bloot aan warmtebronnen.
Een batterij kan vaak worden opgeladen en ontladen, maar na langdurig gebruik doet er zich
gewoonlijk een geleidelijke reductie van de maximumcapaciteit voor en bijgevolg een kleiner
gebruiksduur van de batterij.
Het gedeeltelijk opladen/ontladen schaadt de batterij niet.

3.6 Opslaan
Houd er rekening mee dat een ongebruikte batterij na verloop van tijd zijn lading verliest; een
langdurige opslag kan ook het totale en definitieve verlies van de capaciteit veroorzaken zodat
de batterij onbruikbaar wordt.
Om in geval van een lange ineffectieve periode de maximumduur van de batterij door de tijd te
garanderen, dient u hem op te slaan op een koele, droge plaats.
Sla geen batterij op die te sterk ontladen is. In dat geval kan de batterij leeg lopen tot de lading
onder het niveau daalt waar het opladen van de batterij niet meer mogelijk is.
In de onderstaande tabel staat de resterende capaciteit van de batterij ten opzichte van de
nominale waarde in functie van de temperatuur en de duur van het opslaan.

Temperatuurinterval Duur Resterende capaciteit


van 45 tot 60°C (van 113 tot
1 maand 75%
140°F)
van 25 tot 45°C (van 77 tot 113°F) 3 maanden 70%

van -20 tot 25°C (van -4 tot 77°F) 1 jaar 80%

De tabel is indicatief voor een batterij die opgeslagen wordt met een halve lading (de spanning
ligt tussen 7.5V en 7.7V), de ideale conditie voor het opslaan. Een opgeslagen batterij met een
halve lading duurt drie maal langer dan een opgeslagen batterij die volledig opgeladen is.
Als bijvoorbeeld een batterij wordt opgeslagen aan een temperatuurinterval van -20 tot 25°C
(van -4 tot 77°F), is het raadzaam elke 90 dagen een oplaad-ontlaadcyclus op de batterij uit te
voeren. Breng na elke oplaad-ontlaadcyclus de batterij opnieuw in de ideale conditie (halve
lading) alvorens hem opnieuw op te slaan.

AUTEC LIU932A01_nld-00
18 

Een procedure om de conditie halve lading te bereiken is bijvoorbeeld de volgende:


1. ontlaad de batterij met de Zenderunit tot de aanduiding lege batterij verschijnt (zie
"Lichtsignalen" in "Deel C" van de Handleiding): in deze omstandigheden bedraagt de
nullastspanning, gemeten op de uiteinden van de batterij, ongeveer 7 V.
2. Plaats de batterij in de batterijlader die op het stroomnet is aangesloten.
3. Verwijder de batterij na ongeveer 65min.
4. Controleer of de spanning van de batterij tussen 7.5V en 7.7V ligt.

Stel de batterij niet voor een lange periode bloot aan zonnestralen.

Sla de volledig opgeladen of volledig leeggelopen batterij niet op voor een


lange periode.

Na lange ineffectieve periodes kan het nodig zijn om de batterij verschillende malen
op te laden en te ontladen om de maximale prestaties te verkrijgen.

3.7 Verzending en transport

Raadpleeg voor de verzending en het transport van de Li-ion batterijen de normen


UN 3480 en UN 3481.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 19

3.8 Verwerking van de batterijen

Gooi de batterijen niet in het huisvuil of in het vuur want ze kunnen ontploffen.

De batterijen kunnen het milieu vervuilen met giftige of schadelijke stoffen die gevaarlijk zijn
voor de mens, de dieren en de plantengroei. Bijgevolg dienen ze niet te worden verwerkt als
niet-selectief stedelijk afval, maar dient u gebruik te maken van de speciale inzamelcentra voor
de inzameling, de recycling en de behandeling van de batterijen.
De deelname van de Gebruikers aan de inzameling en de recycling van de batterijen is belangrijk
om het potentiële effect van de in deze bestanddelen gebruikte stoffen op het milieu en op de
gezondheid zoveel mogelijk te reduceren.

3.8.1 Richtlijn 2006/66/EG en latere wijzigingen


In de Europese Unie zijn er verschillende wijzen voorzien voor
de inzameling en de recycling van de batterijen. Neem contact
op met de bevoegde instanties voor informatie over de methode
gebruikt in uw geografisch gebied.
Het symbool van de doorkruiste verrijdbare afvalbak op de
batterijen geeft aan dat deze afzonderlijk moeten worden
verwerkt, niet samen met het huisvuil, in overeenstemming met
de Richtlijn 2006/66/EG en latere wijzigingen en met de locale
regelingen.

4 Batterijlader ULC932A
De batterijlader ULC932A dient om de oplaadbare batterij LPM02 op te laden die gebruikt wordt
op de Autec Radiografische Afstandsbedieningen.

E
F
A Voedingskabel
D B Pen

C Stopcontact
C
D Contacten
B
E Led
Technische
F
A gegevensplaatje

AUTEC LIU932A01_nld-00
20 

4.1 Technische gegevens

Voedingsspanning 12-24V

Stroomopname 0.5-0.25A

Uitgangsspanning 8.3V

Maximumuitgangsstroom 0.6A

Herstelbare zekering 1.1A

Typische oplaadtijd zie de paragraaf 3.1

Maximale oplaadtijd zie de paragraaf 3.1

Oplaadtemperatuur zie de paragraaf 3.1

Beschermingsgraad IP30

Afmetingen 70x113.5x39.5mm (2.76x4.47x1.56in)

4.2 Plaatjes
Op de batterijlader ULC932A bevinden de technische gegevens en de identificatiegegevens
zich op het plaatje aan de voorzijde waar de signaleringsled zich bevindt, en de
homologatiegegevens bevinden zich op het plaatje aan de achterzijde.

De platen mogen verwijderd worden, de verwijdering doet de garantie onmiddellijk


vervallen.

De platen mogen niet gewijzigd of beschadigd worden, neem contact op met Autec
om ze te vervangen.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 21

4.3 Elektrische verbinding


De batterijlader ULC932A kan gevoed worden door een batterij van 12/24V, door een
stroomvoorzieningstoestel met veiligheidstransformator of door een netadapter die oorspronkelijk
wordt geleverd door Autec.

Gebruik nooit de batterijlader en/of de stroomnetadapter als ze beschadigd


zijn.

De stroomnetadapter die met de batterijlader wordt meegeleverd is beveiligd


tegen kortsluiting. Controleer of de stroomvoorziening geleverd door een
batterij van 12/24V of door een stroomvoorzieningstoestel met
veiligheidstransformator beveiligd is tegen kortsluiting.

Controleer of de spanning waarmee de batterijlader wordt gevoed binnen de


limieten vermeld in de “Technische gegevens” ligt.

Positioneer de batterijlader op zo'n manier dat de voedingskabel (pen) altijd


toegankelijk is en gemakkelijk kan worden uitgetrokken.

Het is een goede gewoonte om de batterijlader enkel tijdens het opladen van de
batterijen te verbinden met de energiebron. Eens het opladen voltooid is, verwijder
de batterij en koppel de batterijlader los van de stroomvoorziening.

AUTEC LIU932A01_nld-00
22 

4.4 Positionering

Plaats de batterijlader in een gesloten, droge ruimte, ver van vloeistoffen,


poeders en warmtebronnen.

Het is verboden om de batterijlader in omgevingen te positioneren waar gevaar


heerst voor ontploffingen door de aanwezigheid van gassen en/of poeders.

De batterijlader moet in een veilige zone (SAFE AREA) gepositioneerd worden


die geen ontplofbare gassen en/of poeders bevat.

Voorzie een ruimte van tenminste 5cm (1.97 In) boven en rond de batterijlader.

Plaats geen enkel voorwerp op de batterijlader wanneer hij op de elektriciteit


is aangesloten.

Doorboor, wijzig of sleutel in geen geval aan de batterijlader.

De batterijlader ULC932A wordt gewoonlijk horizontaal gebruikt, maar kan ook verticaal geplaatst
worden; bevestig hem met schroeven met een maximumdiameter van 4mm (0.16 In) in de
boringen in het omhulsel. Bovendien kan de voedingskabel geblokkeerd worden zodat hij niet
wordt weggerukt, door hem tijdens de bevestiging in de daarvoor bedoelde zitting te laten lopen,
zoals aangegeven op de afbeelding.

105mm
(4.15In)

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 23

4.5 Waarschuwingen voor het gebruik


De Gebruiker van de batterijlader dient de volgende voorschriften inzake gedrag en
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.

Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door Personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens en door kinderen.

Dit apparaat is bedoeld voor professioneel gebruik en mag niet gebruikt


worden door onervaren Personen, behalve als ze onderricht worden over het
gebruik van het toestel door een Persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.

Raak de batterijlader en/of de stroomnetadapter niet aan als uw handen of


voeten nat of vochtig zijn of met gebruik van voorwerpen, gereedschappen
en/of werktuigen die elektriciteit kunnen geleiden, niet geïsoleerd zijn en niet
beschermd zijn tegen het risico van elektrische geleiding; gebruik in ieder
geval nooit beschadigde of natte voorwerpen, gereedschappen en/of
werktuigen.

Sluit de stroomtoevoer af alvorens een reinigings- of onderhoudswerkzaamheid


uit te voeren, koppel de pen los en neem de eventueel ingebrachte batterij uit.

Controleer of de contacten onbeschadigd en schoon zijn alvorens de batterij


in de ruimte van de batterijlader in te brengen. Reinig zo nodig met een niet-
schurende doek of borstel en een algemeen reinigingstoestel voor elektrische
contacten.

De batterijlader ULC932A dient uitsluitend om de originele oplaadbare Autec-


batterij LPM02 te laden: elk ander gebruikt wordt beschouwd als oneigenlijk
en dus gevaarlijk.

Het oneigenlijk gebruik van een batterijlader en/of stroomnetadapter kan


brand, deflagratie, oververhitting en andere soorten gevaar veroorzaken.

Het gebruik van een batterij die niet de originele is kan afbreuk doen aan de
functionaliteit en de veiligheid van het apparaat.

Tracht niet om de batterijlader te repareren in geval van scheuren na vallen,


deuken of andere gebeurtenissen, maar neem contact op met de klantenservice
van de Fabrikant van de Machine.

Voorkom dat er op de batterijlader materialen terechtkomen (zoals cement,


zand, kalk, geleidende poeders…) die het gebruik en de veiligheid negatief
beïnvloeden.

AUTEC LIU932A01_nld-00
24 

Autec Autec wijst elke aansprakelijkheid af voor elk gebruik dat niet conform de voorschriften
en de aanwijzingen in de Handleiding is en voor elke schade die het gevolg kan zijn van
oneigenlijk, foutief of onredelijk gebruik van de batterijlader en/of van het stroomvoorzieningstoestel.

4.6 Gebruiksaanwijzingen

4.6.1 Lichtsignalen
De staat van de batterijlader ULC932A wordt aangegeven door de witte led van de STATUS.
De betekenis van de signaleringen wordt verklaard door de symbolen op het technische
gegevensplaatje van de batterijlader naast de led.

Signaleringen Betekenis
De batterijlader wordt gevoed.
De led STATUS knippert langzaam.
De batterij is niet ingebracht.
De LED STATUS licht vast op. De batterij wordt opgeladen.

De led STATUS knippert snel. De batterij is opgeladen.

4.6.2 Oplaadprocedure
Ga als volgt te werk om een batterij op te laden.

1. Voed de batterijlader door de pen in het stopcontact


van de batterijlader te steken (de led knippert
langzaam ).

2. Duw de batterij naar de contacten van de batterijlader


(2a) en leg hem in het batterijvakje (2b).
Het opladen gesignaleerd door de ononderbroken 2a
brandende LED begint (zie de paragraaf 3.1 "Typische
laadtijd").
OPMERKING: forceer het inbrengen niet. De batterij 2b
wordt moeiteloos ingebracht en garandeert de correcte
aansluiting van de polen plus (+) en min (-), maar alleen
als het plaatje naar de ruimte is gericht en de contacten
van de batterij en de contacten van de batterijlader
tegenover elkaar liggen.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 25

De batterij is volledig opgeladen wanneer de led snel


knippert.
3. Verwijder de batterij: duw de batterij naar de
contacten van de batterijlader (3a) en til de batterij op
(3b).
Indien nodig is het mogelijk om de batterij te verwijderen 3b
en te gebruiken ook als de batterij gedeeltelijk is 3a
opgeladen (zie de paragraaf 3.5).
Als na het opladen de batterij in de batterijlader blijft
liggen, kan deze herhaaldelijk voor korte tijd terug
beginnen op te laden en de led kan afwisselend
ononderbroken branden en snel knipperen. Dat dient
om het laadniveau van de cellen in de batterij in
evenwicht te houden en/of om het leeglopen te
compenseren.
Laat in ieder geval de batterij nooit lang opladen wanneer
hij niet wordt gebruikt.

4. Onderbreek de stroomvoorziening naar de


batterijlader (de led gaat uit).

4.7 Verwerking
in geval van verwerking dienen de bestanddelen van de batterijlader te worden behandeld als
gescheiden ingezamelde afval.
Volg voor de verwerking van de batterijlader de bestaande wetsvoorschriften en/of de
verordeningen van het land van gebruik.

AUTEC LIU932A01_nld-00
26 

5 Storingen
Een fout van de batterijlader of van de batterij wordt zichtbaar wanneer:
- zich een van de signaleringen van de onderstaande tabel voordoet, of
- het gedrag van de LED die niet in de tabel van de paragraaf 4.6.1 staat (controleer of wat
voorvalt, zich voordoet bij beide inbegrepen batterijen: als het resultaat hetzelfde is, kan men
een storing van de batterijlader veronderstellen, anders is het een storing van één van de
batterijen).

Signaleringen Mogelijke oorzaken Oplossingen


Inwerkingtreding van de Onderbreek de
herstelbare thermische stroomvoorziening en herstel na 5
beveiliging in de batterijlader. minuten.
Controleer of de voeding van de
batterijlader binnen de
spanningslimieten liggen die in de
technische gegevens staan (zie
De LED STATUS brandt niet.
de paragraaf 4.1).
De batterijlader wordt niet correct
Controleer of de beveiliging van
gevoed.
de voeding tegen kortsluiting in
werking is getreden. Steek de pen
van de voedingskabel op de juiste
wijze in het stopcontact van de
batterijlader.
Reinig de contacten van de
batterij en van de batterijlader
met een niet-schurende doek of
De contacten van de batterij en/of
borstel en een algemeen
van de batterijlader zijn vuil.
reinigingstoestel voor elektrische
De LED STATUS knippert contacten. Voer vervolgens het
langzaam met ingebrachte opladen van de batterij uit.
batterij. Plaats de batterij in een omgeving
De temperatuur van de batterij waarvan de temperatuur in het
bevindt zich niet in het interval interval “Laadtemperatuur” ligt en
“Laadtemperatuur” dat is laat hem stabiliseren. Voer
aangeduid in de paragraaf 3.1. vervolgens het opladen van de
batterij uit.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
 27

Signaleringen Mogelijke oorzaken Oplossingen


Controleer of de waargenomen
situatie zich voordoet met beide
De LED STATUS knippert meegeleverde batterijen: als het
Vervang de batterijlader of de
langzaam met ingebrachte resultaat hetzelfde is, kan men
batterij.
batterij. een storing van de batterijlader
veronderstellen, anders is het een
storing van een van de batterijen.
Als de waargenomen situatie zich
De LED STATUS gaat over van
voordoet wanneer een lege
langzaam knipperen naar snel
batterij wordt ingebracht, kan Vervang de batterijlader.
knipperen wanneer de batterij
men een defect van de
wordt ingebracht.
batterijlader veronderstellen.
Reinig de contacten van de
batterij en van de batterijlader
met een niet-schurende doek of
De contacten van de batterij en/of
borstel en een algemeen
van de batterijlader zijn vuil.
reinigingstoestel voor elektrische
contacten. Voer vervolgens het
opladen van de batterij uit.
Plaats de batterij in een omgeving
De temperatuur van de batterij waarvan de temperatuur in het
Een laadcyclus die niet eindigt
bevindt zich niet in het interval interval “Laadtemperatuur” ligt en
binnen de "Maximum laadtijd" (zie
“Laadtemperatuur” dat is laat hem stabiliseren. Voer
de paragraaf 3.1).
aangeduid in de paragraaf 3.1. vervolgens het opladen van de
batterij uit.
Controleer of de waargenomen
situatie zich voordoet met beide
meegeleverde batterijen: als het
Vervang de batterijlader of de
resultaat hetzelfde is, kan men
batterij.
een storing van de batterijlader
veronderstellen, anders is het een
storing van een van de batterijen.
Reinig de contacten van de
batterij en van de Zenderunit met
De bedrijfsduur van de opgeladen een niet-schurende doek of
De contacten van de batterij en/of
batterij is opmerkelijk korter dan borstel en een algemeen
van de Zenderunit zijn vuil.
normaal. reinigingstoestel voor elektrische
contacten. Voer vervolgens het
opladen van de batterij uit.

AUTEC LIU932A01_nld-00
28 

Signaleringen Mogelijke oorzaken Oplossingen


Controleer of de waargenomen
situatie zich voordoet met beide
De bedrijfsduur van de opgeladen meegeleverde batterijen: als het
Vervang de batterijlader of de
batterij is opmerkelijk korter dan resultaat hetzelfde is, kan men
batterij.
normaal. een storing van de batterijlader
veronderstellen, anders is het een
storing van een van de batterijen.

Als het probleem blijft bestaan nadat u de aangegeven oplossing heeft uitgevoerd, neem contact
op met de klantenservcie van de Fabrikant van de Machine.

LIU932A01_nld-00 AUTEC
Via Pomaroli, 65 - 36030 Caldogno (VI) - Italy
Tel. +39 0444 901000 - Fax +39 0444 901011
info@autecsafety.com - www.autecsafety.com
MADE IN ITALY

You might also like