You are on page 1of 4

Revoluties

5.1 Om de vrijheid
Liberale ambities en successen in Noordwest-Europa (1815-1850)
1. De liberaal-nationale revolutiegolven
tegen de Restauratie
• Restauratie (van het AR) <-> Oppositie:
- Liberalen: cijnskiesrecht
- Radicale democraten: algemeen stemrecht
- Nationalisten: zelfbeschikkingsrecht
• De liberaal-nationale revolutiegolven:
- Eerste revolutiegolf vanaf 1820 in Latijns-Amerika
(Monroedoctrine)
- Tweede revolutiegolf omstreeks 1830: Julirevolutie
Frankrijk, Belgische revolutie (september)
- Derde revolutiegolf 1848-1849: hevige vanwege de
economische crisis
2. De Belgische Revolutie: een liberale
revolutie (1830)
• Geen republiek… het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden onder Willem I => restauratieregime
- Kloof tussen het Noorden en het Zuiden (geloof,
economie, onderwijs, taal)
• Revolutie!
- Monsterverbond van katholieke conservatieven en
progressieve liberalen => unie der opposities
- Voorlopig Bewind: roepen de onafhankelijkheid uit
- Nationaal Congres, de grondwetgevende
vergadering wordt verkozen op basis van
cijnskiesrecht en capaciteitsrecht (= diploma)
• Een liberale staat!
- Grondwettelijke of constitutionele monarchie en
een parlement => principes rechtstaat worden
vastgelegd, vrijheden maar geen politieke gelijkheid
(cijnskiesrecht, coalitieverbod)
5.2 Om gelijkheid en zelfbeschikking
Democratisering en natievorming in Europa
(1850-1919)
1. Democratisering
• Liberale burgerij neemt deel aan de macht=> zij worden
behoudsgezind (conservatief) ipv vooruitstrevend (progressief)
• Radicale democraten en socialisten willen algemeen stemrecht
• Geen revoluties meer wel hervormingen en stapsgewijze
democratisering
 Algemeen meervoudig stemrecht (1893) en evenredige
vertegenwoordiging (1899) (radicale liberalen, christendemocraten en
socialisten)
 Oorsprong van de particratie (de rol van de politieke partijen wordt
steeds groter => massapartijen)
 Eén man, één stem (1919), althans voor mannen (vanaf 21 jaar)

You might also like