You are on page 1of 4

Veel toeters en bellen!?

Schoolrijpheid en de ontwikkeling van een kleuter


Op basis waarvan beslissen we wie naar het eerste leerjaar mag? In het repertoire van testen, ob-
servaties en gesprekken om de ontwikkeling van een kleuter in kaart te brengen, is de ‘Toeters
test’ een frequent gebruikte schoolrijpheidstest. De discussie over het nut van de Toeters werd in
februari 2011 grondig gevoerd in de media. Hier willen we graag de test en dat debat bekijken met
een ervaringsgerichte talentenbril die een kritische blik werpt op zorg en remediëren.

Wat zegt de handleiding? zulke testen niet nodig om degelijke uitspraken te


De Toeters test, zo vermeldt de handleiding, be- doen over de ontwikkeling van een kind.
staat uit een aantal subtests die de ‘voorbereiden- Als het geloof in zulke testen op de helling komt te
de leervaardigheden’ nagaan om zo, op basis van staan, waarom blijven sommige scholen ze dan nog
de resultaten in de derde kleuterklas de schoolse wel opnemen als onderdeel van hun evaluatie- en
prestaties in het eerste leerjaar te voorspellen. De zorgbeleid?
makers benadrukken dat de subtests niet afzon-
derlijk geïnterpreteerd en geremedieerd moeten Het
“Wijstandpunt van de
nemen op school deleerkrachten
Toeters af als ‘be-
worden. Ook vermelden ze dat de Toeters een be- Enkele reacties
vestiging’ vanvan leerkrachten
onze als we
observaties. henzijn
Soms vragen
ze
ter zicht kan geven op de mogelijke problemen in waarom ze ouders
wel handig om de (die Toeters afnemen:
vaak te weinig op de
het eerste leerjaar, maar dat er nog ook heel wat hoogte zijn van wat kleuters (moeten) kunnen)
andere factoren een invloed uitoefenen op de ont- aan te tonen wat niet/wel bereikt is.”
wikkeling van de leervaardigheden.

“Soms is de test ook handig voor de juf van het


Kritieken van de koepels op de Toeters eerste leerjaar om eens naar terug te kijken.”
De opmerkingen van de pedagogische begelei-
dingsdiensten van de drie netten sluiten deels aan
bij wat de handleiding van de Toeters ook opmerkt. “Wat ons meer en meer opvalt is dat kleuters
De test geeft inderdaad geen beeld van de totale die een sterke Toeter afleggen, daarom niet vlot
persoonlijkheidsontwikkeling. Ook vermelden de door het eerste leerjaar geraken en omgekeerd.
koepels dat de test niet altijd meet wat ze beoogt Wie op de grens eindigt bij de toeter, heeft
te meten en dat de manier van bevragen onher- daarom niet noodzakelijk problemen in het eer-
kenbaar is voor kleuters. Een treffend voorbeeld bij ste. Het is dus geen adequate ‘test’.”
het laatste argument is de reactie van een kleuter.
“Ik heb dat thuis al met mama gedaan”, zei hij over
een deel van de Toeters dat op internet terug te “Voor anderstaligen ligt het moeilijk. Meestal
vinden is. Als dit het geval is, kunnen we inderdaad hebben ze moeite met de concrete formulering
grote vragen stellen bij de betrouwbaarheid van de van bepaalde opdrachten en scoren ze vaak
test. slechter dan ze eigenlijk kunnen.”

Samengevat is het standpunt van de begeleidings- Het is duidelijk dat we vanuit de praktijk voelen
diensten dat de Toeters eventueel een bijdrage dat er iets wringt. Toch vormen de resultaten een
PREVENTIE

kunnen leveren in een degelijk uitgebouwd evalu- soort zekerheid, een bewijs voor onze observaties,
atie- en zorgbeleid als een school bewust de meer- intuïtie en gesprekjes met de kinderen. Vooral naar
waarde van de test inziet. Op zich, stellen ze, zijn ouders toe hebben we graag een houvast. Het is

2
Kleuters & ik Jrg. / – -
jammer dat we als kleuterleidster zo onzeker ge- ‘Problemen’ en ‘ontwikkeling’
worden zijn van onze expertise. Waar komt die on- De aandacht voor het ideaal zien we terugkomen
zekerheid toch vandaan? in de Toeters-discussie. Zich baserend op een stan-
daardnorm, is de Toeters test een uitgelezen voor-
De ideale kleuter? beeld van de nadruk op remediëren. De makers
Als een van de verklaringen voor deze ‘opvoe- stellen immers dat de test mogelijke problemen in
dingonzekerheid’ binnen het onderwijs heeft Stijn het eerste leerjaar aan het licht wil brengen, dat het
Vanheule () het over ‘de maakbare mens’. Hij leerproces bijgestuurd moet kunnen
stelt dat we in onze cultuur mensen steeds meer worden, maar dat niet alle leerproble-
zien als vervormbaar naar een ideaal. Dat ideaal men voorspeld kunnen worden. Waarop moet je je
maakt het mensenleven een groot project waarin De koepels reageren kritisch op de
aard van de Toeters test en bena-
baseren om iets ‘een
we moeten streven naar doelstellingen om be-
paalde verwachtingen in te vullen. Zo wordt er een drukken het belang van de totaalont- probleem’ of ‘een zorg’
leeftijd geplakt op het automatiseren van de pen- wikkeling van een kind. Ze hebben te noemen? Wanneer
greep, op het hakken en plakken van woordjes en het, naast breed leren kijken naar
op het optellen tot . Dat planmatige denken doet een kind, ook nog over onderwijs- signaleer je iets als
onze zekerheid wankelen. Want alles wat niet vol- behoeften, over het voldoen aan de bezorgdheid?
gens het plan verloopt, past niet binnen het stre- doelstellingen en over bezorgdheden
ven naar het ideaal en moet bijgestuurd worden. signaleren.
Aangezien elk kind uniek is, kun je je voorstellen We willen in dit debat grondig de kant van de
dat het een onmogelijk werk is om alle kleuters op ‘ontwikkeling’ uitdiepen en er een aantal vragen
het juiste moment zo dicht mogelijk bij het ideaal bij stellen. Waarop moet je je baseren om iets ‘een
te krijgen. Laat dat nu net wel vaak de gangbare probleem’ of ‘een zorg’ te noemen? Wanneer sig-
praktijk zijn in het onderwijs… Is het dan echt zo naleer je iets als bezorgdheid? Hoe bepaal je on-
dat we aan een onmogelijke opdracht bezig zijn derwijsbehoeften? Hoe kunnen we dat ideaal even
(waar we ons terecht onzeker over voelen)? Als het vergeten en kijken naar wat echt aanwezig is?
PREVENTIE

anders kan, waar moeten we onze aandacht dan


op richten?

3
Kleuters & ik Jrg. / – -
Leerkracht: “Elk onderdeel van de test komt toch Reacties van ouders van kleuters illustreren dat er
aan bod in de klaspraktijk. Een score geven is voor iets niet klopt:
de kleuterschool niet noodzakelijk om op de hoogte Ouder: “Laat ze gewoon kind zijn, niet ieder kind
te zijn van waar een kind staat in zijn ontwikkeling. dat wat druk is, heeft ADHD, ik zou zo graag heb-
Als we maar zien dat een kind in ontwikkeling is.” ben dat hij zich wat minder vragen stelt, zich wat
Deze leerkracht illustreert mooi waar het voor ons minder zorgen maakt en dat hij gewoon een kind
om gaat. We kunnen het met z’n allen eens zijn dat kan zijn.”
het kind in zijn ontwikkeling ondersteunen cen- Ouder: “Ik vind dat de scholen de lat zeer hoog leg-
traal moet staan. Het plaatje dat aangeeft hoe we gen en dat ze het kind meer een kind moeten laten
die ‘ontwikkeling’ precies willen ondersteunen en zijn. Ik moet zeggen dat ik blij ben dat mijn zoon
stimuleren, kleurt niet iedereen op dezelfde ma- een hobby heeft die hij heel graag doet.”
nier in.
Het talentmodel of groeimodel
Het deficitmodel Wanneer we echt grondig willen inzetten op be-
Heel nauwkeurig gaan we na waar een kind staat in langrijke elementen als welbevinden, betrokken-
zijn ontwikkeling, wat het wel kan en waar het nog heid, motivatie, zelfsturing en ondernemingszin,
niet zo ver staat als wij hopen. De eerste stap is dan moeten we het over een andere boeg gooien. We
zoeken naar mogelijkheden om het kind toch mee moeten de uitspraak ‘het onderste uit de kan ha-
te krijgen waar het nu uitvalt. Vervolgens proberen len’ op een andere manier benaderen.
we erg hard om aan die werkpunten te sleutelen en Laat je verrassen door kinderen. Open je blik om
proberen we, vaak tevergeefs, het onderste uit de dingen te zien bij kinderen die we nooit eerder
kan te halen. Die focus zien we als een valkuil. We opmerkten.
proberen het positieve te bekrachtigen, maar we
willen toch nog steeds werken aan dat tekort, aan Wees kritisch tegenover hoe je de verzamelde ge-
het deficit van een kind. gevens over kinderen bekijkt en interpreteert. Als
we onze focus leggen op wat een kind graag doet,
PREVENTIE

waar een kind vol van is, waar het niet genoeg van
krijgt, kijken we pas echt met een positieve blik.

4
Kleuters & ik Jrg. / – -
Dat betekent dat we ons zodanig laten verrassen
door wat een kind motiveert en ons er zo op con-
“MijnPortret geeft op een speelse manier in één
centreren dat we het daarin aanspreken en verder
oogopslag een volledig en positief beeld van een
motiveren, verder laten en doen groeien. De pro-
kind. Het welbevinden, de betrokkenheid én de
blemen die er zouden kunnen zijn, komen op de
ontwikkeling van kinderen worden op een leuke,
tweede plaats. Echt werken vanuit het talent van
eenvoudige en wetenschappelijk onderbouwde
een kind zorgt ervoor dat problemen geminimali-
manier in beeld gebracht en opgevolgd.”
seerd worden. Het leert ons kijken naar het grotere
geheel en leert ons dingen zien die we met een an-
dere bril niet zagen. Kenmerkend voor het groeimodel wordt er ten
eerste fundamenteel belang gehecht aan het inte-
Gedachten voorspellen gedrag ressespoor van kinderen. Ten tweede
Dat standpunt is gebaseerd op het Pygmalioneffect staan de stappen centraal die kinde-
of de ‘zichzelf waarmakende voorspelling’. Dat ren in hun ontwikkeling zetten. Twee Als onze manier
psychologische verschijnsel zegt bijvoorbeeld dat kinderen kunnen hetzelfde geleerd van denken al kan
de verwachting die een leerkracht heeft over een hebben, maar op een andere manier.
Als je dan de twee portretten naast
bepalen hoe een kind
kind bepaalt hoe het kind zich gedraagt. Als een
leerkracht gelooft dat een kind een vlotte vertel- elkaar legt, weet je precies waarom zich voelt en zich gaat
ler is, zal het kind dat ook zijn. Het is bewezen dat het ene kind het andere niet is en zie gedragen, is het uiterst
de overtuigingen van leerkrachten ervoor zorgen je het unieke in elk kind. De onzeker-
dat kinderen onbewust meer of minder kansen heid tegenover ouders wordt dan ook belangrijk om onze
krijgen. opgevangen. Je hanteert geen ideaal, focus te leggen op wat
maar kijkt naar hun kind als unieke
persoon en naar hoe het voor zichzelf
een kind echt kan
Als onze manier van denken al kan bepalen hoe een
kind zich voelt en zich gaat gedragen, is het uiterst op welke vlakken evolueert. De acties motiveren.
belangrijk om onze focus te leggen op wat een kind die we dan uitvoeren op basis van de
echt kan motiveren. Het blijft dus niet bij ‘Wat portretten, dienen niet om een kind
kunnen wij doen voor een kind?’. De eerste vraag tot een ideaal te brengen, maar wel om inzicht te
die we moeten stellen is: ‘Hoe kunnen wij denken krijgen in wat een kind nodig heeft om zich goed
zodat we de talenten van een kind opmerken, in de te voelen, om intens bezig te zijn en om zich daar
kijker zetten en inpikken op de motivatie?’ verder in te ontwikkelen.

Sofie Lietaert – Cego-medewerker


Focus op talent en motivatie
Een sprekend alternatief voor een brede communi-
catie met ouders vinden we in ‘MijnPortret’.

Meer weten of lezen?


Klasse ().Toetertest uitgetoeterd. In Klasse, maart
, nr. , -.
Eeckhout, K. (). Een label helpt een kind niet
vooruit (een gesprek met Stijn Vanheule). In
 Rosentham & Jacobson (), Corson (), Cummings Kiddo, Jg  (), -.
PREVENTIE

(). CEGO-vorming ‘Drempelvrees: overgang kleuter - la-


 Laevers, F. et. al. (). MijnPortret: Ontwikkeling zien ger onderwijs’
en bevorderen bij peuters en kleuters. Leuven: CEGO CEGO-vorming ‘Een school met oog voor talent’
Publishers.

5
Kleuters & ik Jrg. / – -

You might also like