Professional Documents
Culture Documents
Project Gezondheid - V2
Project Gezondheid - V2
Seminarie 4 SDG
Project Gezondheid
Schooljaar 2022-2023
- week 2: Je maakt zelf pannenkoeken en cookies. Je organiseert een verkoop voor Music for Life.
- week 3: Je bezoekt een bioboer in Zemst, oogst zelf groenten en werkt mee op het veld.
Chromebook
Oortjes
Bij het opstellen van je dagboek, is het belangrijk volgende aandachtspunten in je achterhoofd te houden:
TIP: Heeft je gezin niets weggegooid, maak dan evenzeer een grafiek en leg uit hoe dit komt.
TIP: Bekijk zeker de evaluatiecriteria op de volgende pagina, dan weet je waarop je beoordeeld
wordt en waarmee je rekening moet houden.
Pannenkoeken
20 eieren
2.5kg bloem
5l melk
1 pakje ongezouten roomboter (250gr)
1 pot chocopasta
1 pot confituur
500gr witte suiker
200gr bruine suiker
2 antikleefpannen
2 gardes
4 weegschalen
4 spatels
Cookies
500gr witte zelfrijzende bloem
6gr kaneel
17gr vanille-extract
4 bananen
1 karton magere melk
1 rol bakpapier
Chocoladedrops
2 gardes
De ingrediënten worden op donderdag vóór het eerste lesuur in de keuken van de school gelegd
(in de koelkast indien nodig). Het kassaticket hou je goed bij en geef je na de verkoop aan de
leerkracht met je naam op. Je krijgt dan onmiddellijk het bedrag terugbetaald.
Volgende week:
- het eerste seminarieuur bereiden we de koekjes/pannenkoekenverkoop voor.
- tijdens de pauze verkopen we de koekjes/pannenkoeken.
- het tweede en derde seminarieuur ruimen we op en verdiepen we ons in voeding via
klasgesprekken.
Pannenkoeken maken
Cookies maken
Kassa organiseren
Tafels klaarzetten
Opdracht:
□ Je maakt groepen van vier.
□ Elke groep kiest één tekst uit het aanbod.
□ Je maakt eerst in groep één korte schematische samenvatting van de inhoud.
□ Je maakt daarna individueel een korte vergelijking van je eigen gedrag ten opzichte van
het artikel.
Teksten:
1. Dieet verandert voeding bij ADHD
https://www.eoswetenschap.eu/voeding/dieet-verandert-de-hersenactiviteit-bij-adhd
7. Werkt de nutri-score?
https://www.eoswetenschap.eu/voeding/werkt-de-nutri-score
9. Voedselveiligheid en hygiëne
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2016/02/19/het_kan_best_wathygienischerindekeuken-1-2577120/
16. Au secours, il y a un insecte dans mon assiette (vraag de tekst aan de leerkracht)
Let op: de opdracht is om, nadat je de inhoud van het artikel hebt samengevat, elk je eigen gedrag te
vergelijken met de wetenschappelijke inzichten uit het artikel. Kies dus een onderwerp waarbij je iets kan
zeggen over je eigen gedrag.
6. KOKEN IS CHEMIE
Bakken is niet alleen kunst maar ook een wetenschap. Je
kan niet zomaar de ingrediënten in de kom gooien en
verwachten dat alles goed komt. Er zijn acties en reacties
bij betrokken en als je een stap overslaat of een
ingrediënt weglaat, lijkt het eindproduct misschien niet
op het door jou gewenste product. Het kan zijn dat je
koekjes niet karamelliseren, je cake niet rijst en je deeg
niet bindt.
1. Pannenkoeken
INGREDIËNTEN EN BENODIGDHEDEN (30 pers)
20 eieren bakboter
2,5kg bloem garde
5l melk kom
zout antikleefpannen
witte suiker 1 pot chocopasta
bruine suiker 1 pot confituur 4 spatels
BEREIDINGSWIJZE
1. Meng in een kom de eieren, de bloem, melk en een snufje zout. Zorg dat alle klontjes
verdwenen zijn. (fysisch)
2. Smelt een beetje bakboter in een pan (chemisch). Wacht even totdat de pan goed warm
is.
3. Verdeel dan met een soeplepel wat beslag in het midden van de pan. Beweeg je pan een
beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is (fysisch).
4. Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is (chemisch).
5. Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten op de andere
kant zodat deze goudbruin is (chemisch).
Leg de pannenkoek op een bord en dek het bord af met een grote deksel. Bak zo de rest van de
pannenkoeken. Vergeet niet om iedere keer een beetje extra boter of margarine in de pan te
doen, voordat je een nieuwe pannenkoek bakt.
Project Gezondheid Pagina 10 | 20
Conclusie: Het ontstaan van een pannenkoek is een chemisch proces, maar het beslag
daarentegen is een geheel fysisch proces.
https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-scheikunde-pannenkoeken-maken
https://www.lekkerensimpel.com/basisrecept-voor-pannenkoeken/
De kern van alle soorten meel zijn twee eiwitten: glutenine en gliadine. Wanneer water aan bloem
wordt toegevoegd om deeg te maken, binden deze eiwitten zich aan elkaar om gluten te
vormen.
Boter me op
De volgende stap is meestal het toevoegen van een vetbron, meestal in de vorm van een emulsie
zoals boter. Een emulsie is een mengsel van ingrediënten die meestal niet goed combineren. In
het geval van boter zijn deze ingrediënten water, vet en vaste zuivelproducten. Bij 33 °C begint
boter te smelten en beginnen de drie componenten te scheiden. Het gesmolten vet stroomt naar
buiten waardoor de koekjes zich verspreiden. Daarom raden recepten aan om voldoende ruimte
te laten tussen je klodders koekjesdeeg. Bij 100 °C kookt het water en verandert het in stoom,
waardoor het deeg gaat rijzen en uitzetten terwijl de stoom probeert te ontsnappen.
Een eicel-eiwit
Een van de belangrijkste eiwitten die bij het bakken worden gebruikt, is het eenvoudige ei. Eieren
kunnen in hun geheel worden gebruikt of opgesplitst in hun componenten: de dooier en het wit
(eiwit). Rauwe eieren bestaan meestal uit individuele opgerolde bundels eiwitten. Zodra deze
eiwitten zijn verwarmd, ontvouwen de spoelen zich en verstrengelen zich om een grote massa
eiwitten te vormen. Het ei ontwikkelt een dichter kiesdistrict dat inhoud geeft aan je koekjesdeeg.
Sta op
Rijsmiddelen zoals bakpoeder zijn de ingrediënten waarmee je taarten, koekjes, koekjes en ander
gebak rijzen. De betrokken chemische reacties creëren gasbellen die vast komen te zitten in het
deeg, waardoor het lichter en luchtiger wordt. Er zijn verschillende rijsmiddelen waaruit je kan
kiezen, afhankelijk van wat u bakt. Gist wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt om het
fermentatieproces te verlengen bij het bakken van brood, terwijl natriumbicarbonaat, ook bekend
als baking soda of bicarb, wordt gebruikt bij het bakken van koekjes. Bicarb is een basis die reageert
met de zuren (meestal uit de zuivel) in je bakmengsel en koolzuurbelletjes vormt die een lichter
koekje creëren.
Project Gezondheid Pagina 11 | 20
De Maillard-reactie
Bij 140°C beginnen de koekjes bruin te worden. Dit komt door de Maillard-reactie die optreedt
wanneer eiwitten en suikers bij hoge temperaturen worden afgebroken. Dit verandert het uiterlijk,
de smaak en textuur. Op dit punt geven de koekjes hun karakteristieke heerlijke 'bakkoekjes'-
aroma af.
Zoete karamel
De laatste stap is het karameliseren. De koekjes worden verder bruin en neemt hun zoetheid toe.
Karamelisatie treedt op wanneer de hoge temperatuur van de oven ervoor zorgt dat de maltose-
koolhydraatmoleculen (suiker) afbreken. Als je je koekje blijft laten karamelliseren, zal de
oorspronkelijke suiker opgebruiken en verandert de smaak van zoet naar bitter. Als dit doorgaat,
verbrandt het koekje.
https://www.chemwatch.net/nl/blog/the-chemistry-of-baking-a-biscuit/
Bananen-chocolade cookies
Aantal: ca 48 cookies
INGREDIËNTEN EN BENODIGDHEDEN
BEREIDINGSWIJZE
2. Overconsumptie/voedselverspilling
3. Eetculturen
o Welke voedingsgewoonten (tijdstip van eten, waar, met wie…) heeft jouw gezin?
o Welk verschil merk je als je ergens anders eet?
o Welke voedingsgewoonte bij je thuis zou je graag anders zien?
4. Gezondheid
5. Stel…
o Je ouders zijn nog niet thuis en jij moet om 18u naar je hobby. In de koelkast vind je een restje koude
pasta van gisteren, kip en wokgroentjes. Er is ook nog brood en charcuterie. In de vriezer zit pizza. Wat
eet je? Of wacht je tot na je hobby om te eten wat je ouders klaargemaakt hebben?
o Je vrienden gaan ’s middags buiten de school lunchen. Wat ga je eten?
______________________________________________________________________________________
2. Wat is volgens jou de leeftijd van de deelnemers die het vaakst het ontbijt overslaan?
______________________________________________________________________________________
Bekijk nu het fragment en vergelijk jouw antwoorden met de resultaten van de enquête.
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
Bekijk nu het fragment en vergelijk jouw antwoorden met die van de jongeren uit het fragment.
7. Wat zijn volgens jou de meest populaire keuzes uit het buffet?
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
Bekijk nu het fragment en vergelijk jouw antwoorden met de keuzes van de jongeren uit het fragment.
______________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________
Een biologische boer wil zo milieuvriendelijk mogelijk boeren en werkt daarom zoveel mogelijk met de natuur
mee. Hij levert heel wat inspanningen om zijn veeteelt- en landbouwactiviteiten zo min mogelijk schade voor
het milieu te laten opleveren. Wat zijn de voordelen van zo'n aanpak voor het milieu?
Veerkrachtige bodem
Biolandbouw begint bij een gezonde bodem. De bioboer streeft naar een levende en veerkrachtige bodem.
Want die bodem is de sleutel tot gezonde gewassen. Een gezonde bodem heeft meer veerkracht ten opzichte
van plagen, droogte en overmatige neerslag. De biologische boer kiest daarom voor de juiste behandeling
van de bodem op het juiste moment. De bodem wordt continu gevoed en verzorgd, en blijft zo gezond en
vruchtbaar. Teeltrotatie, organische mest en natuurlijke gewasbescherming zijn daarbij belangrijke
bondgenoten.
Bij voorkeur gebruikt de bioboer mest van dieren of compost om de bodem opnieuw te voeden. Synthetische
meststoffen (kunstmest) zijn uit den boze. Het doel is dus om het ‘afval’ van de dieren opnieuw tot grondstof
te recycleren, en zo de kringloop rond te maken.
Een biologische veehouder houdt het aantal dieren op een wei beperkt: nooit meer dieren dan de grond
aankan. Concreet: de veehouder moet het aantal dieren in overeenstemming brengen met de gronden
waarop hij de mest van die dieren kan afzetten. Dit kan ook bij andere boeren door met hen samen te
werken. Dus de bioveeboer moet het aantal dieren goed afwegen, anders raakt hij zijn mest niet kwijt. De
biomest moet sowieso bij voorkeur op biologische gronden worden hergebruikt.
Volgens dit principe - het principe van de ‘grondgebondenheid’ - komt er nooit te veel mest in de grond
terecht, en heeft de boer ook geen last van overbegrazing of bodemerosie. Een kleinere veestapel zorgt
bovendien voor minder broeikasgassen en minder ammoniakuitstoot. Maar de bioboer heeft dus meer
vierkante meters per dier nodig dan een gangbare boer, en dat zowel binnen als buiten. Daardoor ligt de
opbrengst per hectare lager en stijgt de kostprijs van melk en vlees.
Natuurlijke beschermingsmiddelen
Biolandbouw werkt zoveel mogelijk met de natuur mee en kiest dus voor natuurlijke
gewasbeschermingsmiddelen. Daardoor worden de bodem, het grondwater en de lucht minder vervuild.
De bioboer zet op alle vlakken zo veel mogelijk natuurlijke middelen in, bijvoorbeeld natuurlijke vijanden van
insecten of ziektes. Andere gewasbescherming is in bio alleen toegelaten als de actieve stof in de natuur
voorkomt en als het product geen stoffen bevat van chemisch-synthetische oorsprong.
Biologische boeren bewaken de biodiversiteit op en rond hun boerderij. Ze zorgen met name voor diversiteit
in rassen en gewassen en kiezen voor robuuste dieren en plantensoorten. Door die grotere soortenrijkdom
hoeden ze zich voor eventuele plagen of ziektes.
Rondom bioakkerland zie je vaak een rand van wilde bloemen. Zo’n volle akkerrand speelt een belangrijke
rol omdat hij niet alleen essentiële insecten voor bestuiving van gewassen aantrekt, maar ook natuurlijke
insectenbestrijders als loopkevers, spinnen of sluipwespen.
Teeltrotatie
De bioboer doet standaard aan teeltrotatie of gewasrotatie. Dat betekent dat hij een gewas niet ieder jaar
maar om de paar jaar (2 à 3) op hetzelfde perceel teelt. Deze rotatie verhoogt de organische stof in de
bodem, verbetert de bodemkwaliteit en geeft ziektes minder kans omdat de bodem zich tussen de teelten
door kan herstellen.
Nog een laatste regel in bio: het vee krijgt zo veel mogelijk biologisch voeder en 20% tot 60% daarvan moet
in de regio geteeld zijn. Bij runderen moet de boer ten minste 60% van het dagrantsoen van de dieren zelf
telen of aankopen bij een ander biologisch landbouwbedrijf uit de regio met wie hij samenwerkt. Bij varkens
moet ten minste 20% van het voer zelf geteeld zijn of in de regio aangekocht worden (binnen Europa).
Bron: Consumentenbond,
https://www.consumentenbond.nl/gezond-eten/vragen-over-vegetarisch-flexitarisch-en-
veganistisch-eten
Flexitarisch eten
Je bent een flexitariër als je vlees niet afzweert, maar af en toe (bewust) een vleesloze maaltijd eet. Ruim de
helft van alle Nederlanders eet 1 of meerdere keren per week geen vlees.
Is flexitarisch eten gezond? Rood vlees (varken, rund en lam) en bewerkt vlees (vleeswaren, worst) worden
in verband gebracht met beroertes, diabetes en kanker. Een dagje geen vlees is dus goed voor je gezondheid.
Omdat we over het algemeen veel meer vlees eten dan nodig is voor onze eiwitbehoefte, hoef je ook niet
bang te zijn voor een eiwittekort.
Vegetarisch eten
Een vegetariër eet geen producten waarvoor dieren zijn gedood. Dus geen vlees, gevogelte, vis, schaal- en
schelpdieren en producten die daarvan zijn gemaakt. Zo eet een vegetariër ook geen kroepoek omdat er
garnalen in verwerkt zijn. Ongeveer 5% van Nederland eet vegetarisch.
● 100 gram vleesvervanger als er voldoende ijzer, vitamine B12 en eiwitten inzitten.
● 2 eieren
● 100 gram tempé of tahoe (tofu)
● 75 gram gare peulvruchten
● 50-75 gram kaas
● 40 gram noten
Probeer vooral te variëren met deze alternatieven. Dat maakt het makkelijker om voldoende voedingsstoffen
binnen te krijgen.
Er zijn ook pescotariërs. Een pescotariër eet geen vlees maar wel vis en schaal- en schelpdieren. Net als vlees
bevat vis veel eiwit.
Veganistisch eten
Veganisten eten helemaal geen producten die van dieren afkomstig zijn. Dus ook geen zuivel en eieren.
Hoe krijg je als veganist voldoende vitamine B binnen? Soms worden vitamine B12 en ijzer toegevoegd aan
vleesvervangers. Als je geen dierlijke producten of verrijkte vlees- of melkvervangers gebruikt is het aan te
raden om een supplement te slikken.
Vitamine B1 zit ook in brood en graanproducten, aardappelen, en groente. Eet dus regelmatig iets uit die
productgroepen.
Uit een onderzoek van iVOX op vraag van EVA vzw in januari 2022 blijkt dat 1 op 3 Belgen aangeeft minstens
wekelijks vegetarisch te eten. 68% van de Belgen noemt zich een echte omnivoor. Het percentage (bijna)
vegetariërs en veganisten blijft nog klein, maar stijgt wel significant ten opzichte van 2020 van 5% naar 8%.
Ook het aantal flexitariërs wordt steeds hoger: 28 % eet minstens 1 dag per week vegetarisch. In 2020 was
dat 25% en in 2016 13 %. Het is opvallend dat vooral vrouwen en jongeren het minst vlees eten. Bij de Belgen
jonger dan 35 eet nog maar 58 % elke dag vlees en vis. 8 % van de Belgen die zichzelf nu vleeseter noemen,
wil in de toekomst vegetariër of veganist worden.