You are on page 1of 40

BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PRAKTIJKOPDRACHTEN (DEEL 1)

Opdracht bedoeld voor: Pedagogisch medewerkers die werken met baby’s


Resultaat van de opdracht: Vier ingevulde opdrachten en 2x Plan van Aanpak om je persoonlijke en gezamenlijke doel(en) te realiseren.
In dit document vind je 4 opdrachten: Hoe voer je de opdrachten uit?
• Praktijkopdracht bij hfst. 1: De ontwikkeling van baby’s • Per opdracht krijg je een instructie hoe je de opdracht moet maken.
• Praktijkopdracht bij hfst. 3: Spel en activiteiten met baby’s • Na afloop van elke praktijkopdracht formuleer je een persoonlijk doel om je
• Persoonlijk plan van aanpak pedagogisch handelen te verdiepen.
• Praktijkopdracht bij hfst 4: Groepsorganisatie • Hoe je deze persoonlijke of gezamenlijke doel(en) gaat realiseren, werk je uit
• Praktijkopdracht bij hfst 6: Samenwerken met ouders in een Plan van Aanpak.
• Plan van Aanpak (Groepsverband. Zie hieronder) • Deze Plannen van Aanpak bespreek je met je leidinggevende, pedagogisch
coach, trainer of docent. Deze persoon noemen we jouw ‘begeleider’.

Plan van Aanpak in groepsverband – na hfst 4 en 6


De thema’s van de praktijkopdrachten 4 en 6 gaan over hoe jij en je collega’s samenwerken. Daarom moet je bij deze praktijkopdrachten – naast individuele opdrachten –
regelmatig opdrachten samen met je collega’s maken. Ook dit Plan van Aanpak kun je in groepsverband maken. Voorwaarde is dat je groepsgenoten tegelijkertijd met jou
de opleiding ‘Baby’s in de Kinderopvang’ volgen en in dezelfde periode de online cursus en de praktijkopdrachten maken. Heb je momenteel geen collega(’s) die deze
opleiding ook volgt (of volgen), dan vul je het Plan van Aanpak individueel in.

Tot slot
Maak alle opdrachten en 2x een Plan van Aanpak en upload daarna het compleet ingevulde deel 1 in de leeromgeving. Zie hiervoor de toelichting bij ‘veel gestelde vragen’
in de online cursus en op de website www.e-schoolkinderopvang.nl.

Een beoordelaar van E-schoolkinderopvang beoordeelt de praktijkopdracht. Je ontvangt van E-schoolkinderopvang je certificaat als:
1. Deel 1 en deel 2 van de praktijkopdrachten als voldaan zijn beoordeeld;
2. Je de kennistoets hebt gehaald.

Heel veel succes!

Datum: Jouw naam: Ik heb deze praktijkopdrachten naar waarheid ingevuld.


(Zet in het vakje hierachter een vinkje)

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-1-
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PRAKTIJKOPDRACHT 1 – DE ONTWIKKELING VAN BABY’S

Doel van de opdracht: Baby’s observeren om je bewust te worden van de ontwikkelingsgebieden en


hoe jij de ontwikkeling van een baby kan stimuleren.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je een persoonlijk doel toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
formuleert. • Je kiest een baby uit die je kunt observeren. tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over jouw • Je oefent met het observeren van een baby. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
persoonlijke doel. • Je observeert deze baby per keer 10 minuten, zo behulp van de vragen in deze opdracht.
vaak als nodig is om de opdrachttabellen in te • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
vullen. feedback op jouw persoonlijke doel.
• Je denkt na over hoe jij je pedagogisch handelen
af kunt stemmen op dat wat de baby van jou
nodig heeft.
• Je formuleert een persoonlijk doel.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-2-
ONDERDEEL 1: ZELF AAN DE SLAG

KIES EEN BABY

Welke baby ga je observeren? Voorletter van de baby:


- Gebruik alleen zijn/haar voorletter in verband met privacy.
- Met ‘baby’ bedoelen we een kind in de leeftijd 0-12 maanden. Leeftijd van de baby (in maanden):

VEILIG VOELEN

Voordat je naar de ontwikkeling van een baby gaat kijken, is het eerst belangrijk om na te gaan of de baby zich veilig voelt.

Voelt de baby zich veilig? Ja, want ik zie: Nee, want ik zie:
Vul hiernaast je observatie in.

Wat ga je doen om het gevoel van veiligheid van de (Max. 50 woorden)


baby (verder) te vergroten?
Beantwoord deze vraag altijd, ook als de baby zich op dit
moment veilig voelt bij jullie op de groep.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-3-
PRIKKELREDUCTIEPLAN

Een baby heeft nog geen 'prikkelfilter' en krijgt alle indrukken in één keer binnen. Het is jouw verantwoordelijkheid om een goede balans te vinden tussen rust en
uitdaging.

Ervaart de baby een balans in rust en uitdaging? Ja, want ik zie: Nee, want ik zie:
Vul hiernaast je observatie in.

Hoe zorg je ervoor dat de baby het juiste aantal (Max. 50 woorden)
prikkels krijgt, en niet overprikkeld wordt of juist
uitdaging mist?
Beantwoord deze vraag altijd, ook als de baby op dit moment
een balans tussen rust en uitdaging ervaart.

ONTWIKKELING OBSERVEREN

Op de volgende pagina vind je een tabel met voorbeelden van ‘mijlpalen’. Een baby ‘behaalt’ deze mijlpalen in zijn ontwikkeling binnen een bepaalde periode. De
ontwikkeling van elke baby verloopt in een eigen tempo. Soms is een baby bijvoorbeeld ‘vroeg’ met kruipen of ‘laat’ met praten. Een baby kan niet alles tegelijk leren.
Daarom zie je in deze tabel dat sommige mijlpalen over meerdere maanden zijn verspreid. Deze tabel bevat een selectie van mijlpalen per ontwikkelingsgebied. In het
echt zijn het er veel meer. Een baby kan dus ook mijlpalen laten zien die niet in deze tabel staan.

Opdracht
Observeer de baby ongeveer 10 minuten. Vink in de tabel aan welke mijlpalen de baby laat zien. Neem de baby’s leeftijd daarbij als startpunt, maar kijk ook naar mijlpalen
van de maanden erboven en eronder.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-4-
Leeftijd Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Taalontwikkeling
3 - 4 maanden □ Leert omgaan met basis emoties: □ Opent hand □ Imiteert jouw □ Gebruikt de stem bij sociale
vreugde, verbazing, woede, □ Grijpt rammelaar gezichtsuitdrukkingen communicatie
angst, verdriet en walging □ Draait van de zij op de rug □ Grijpt met één hand iets vast □ Leert de stem gebruiken om je
□ Maakt geluidjes van plezier, kraait of andersom □ Vindt ‘kiekeboe’ fascinerend, aandacht te trekken
of kirt □ Houdt zijn hoofd steeds maar kan nog niet zelf
4 - 5 maanden □ Kan gelaatsuitdrukkingen van een beter stabiel meedoen □ Klikt met de tong
opvoeder interpreteren en □ Brabbelt tegen zijn speelgoed
5 - 6 maanden begrijpen en zich hier op □ Zit los □
✔ Onderscheidt vriendelijke en
afstemmen □
✔ Rolt om van buik naar rug boze toon
6 - 7 maanden □
✔ Verkent eigen lichaam □
✔ Rolt om van rug naar buik □✔ Ontdekt dat als hij lacht, □ Duidelijke vocalisatie van
□ Kijkt in de spiegel naar zichzelf, □✔ Grijpt voet met handen volwassen terug lachen verschillende lettergrepen
maar herkent zichzelf nog niet □ Kan een deel van zijn □
✔ Kijkt naar plaatjes in een
□ Kan eenkennig zijn gewicht dragen, maar zakt boek

✔ Kijkt graag naar andere baby’s en nog flink door heupen en □
✔ Haalt iets uit een doosje of
kinderen knieën stopt het er juist in
7 - 8 maanden □✔ Staat met ondersteuning □ ‘Zegt’ 2 lettergrepen met

✔ Leert zelfstandig te zitten herhaling van de eerste
8 - 9 maanden □✔ Pakt een blokje op met zijn □ Begrijpt dat een voorwerp □
✔ Wijst aan en maakt gebaren
9 - 10 maanden □ Gaat zelf op zoek naar hele hand blijft bestaan, ook al ziet hij □ Bootst klanken na
(verborgen) aanwijzingen in □✔ Grijpt met duim en het niet. □
✔ Begrijpt gebaren en reageert op
houding of gelaatsuitdrukkingen wijsvinger (Objectpermanentie) ‘dag’ en ‘hallo’
om de emotie een opvoeder te □✔ Doet jou na, bijvoorbeeld □
✔ Begrijpt een klein aantal
bepalen. door ook met een lepeltje te woorden, zoals ‘nee’
10 - 11 maanden □
✔ Wil zelf brood eten of volle lepel □✔ Kruipt of schuift roeren □
✔ Reageert als hij zijn naam hoort
in de mond stoppen, maar morst □
✔ Trekt zich op tot staan □
✔ Reageert op eenvoudige
nog wel opdrachtjes
11 - 12 maanden □
✔ Helpt mee met aankleden door □ Staat los □
✔ Zegt 1e woord
armen en benen te strekken □ Houdt potlood correct vast □ Herhaalt klankcombinaties

✔ Zwaait/zegt gedag
Anders nl:

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-5-
ONTWIKKELING STIMULEREN

Je hebt per ontwikkelingsgebied aangevinkt welke mijlpalen de baby laat zien. Als pedagogisch medewerker kun je de baby helpen bij zijn ontwikkeling. Dit doe je door te
stimuleren. Kijk eventueel in de online cursus bij hoofdstuk 1 voor inspiratie.

Welke activiteiten kun je met de geobserveerde baby Ik stimuleer de sociaal-emotionele ontwikkeling door:
doen om de ontwikkeling (verder) te stimuleren?
Vul hiernaast per ontwikkelingsgebied de activiteiten in.
(Max. 50 woorden)

Ik stimuleer de motorische ontwikkeling door:

Ik stimuleer de cognitieve ontwikkeling door:

Ik stimuleer de taalontwikkeling door:

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-6-
ONDERDEEL 2: PERSOONLIJK DOEL

In dit onderdeel formuleer je (samen met je collega(‘s)) een persoonlijk doel om je eigen pedagogisch handelen te verdiepen.

OBSERVATIE(S) BESPREKEN MET JE COLLEGA(’S)

Bespreek jouw uitwerkingen op onderdeel 1 met een collega en vul samen de tabel in.

Ontwikkeling observeren: Ontwikkeling stimuleren:



✔ Mijn collega is het volledig met mijn bevindingen eens. □ Mijn collega is het volledig met mijn bevindingen eens.
□ Mijn collega is het gedeeltelijk met mijn bevindingen eens (en/of heeft nog □ Mijn collega is het gedeeltelijk met mijn bevindingen eens (en/of heeft nog
enkele opmerkingen/aanvullingen). enkele opmerkingen/aanvullingen).
□ Mijn collega is het oneens met mijn bevindingen. □ Mijn collega is het oneens met mijn bevindingen.

We zien allebei dat: (max. 50 woorden) We zien allebei dat de baby het volgende van mij nodig heeft: (max. 50 woorden)

We zien verschillen, namelijk: (max. 50 woorden) Welk doel kunnen jullie samen voor jou opstellen om de ontwikkeling van de baby
te stimuleren? (Max. 50 woorden)

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-7-
PERSOONLIJK DOEL

Tijdens de bespreking van jouw observatie(s) met je collega(‘s), heb je samen een persoonlijk doel voor jezelf geformuleerd.

Welk doel stel jij jezelf? □ Gevoel van veiligheid bevorderen


□ (Meer) oog hebben voor ontwikkeling in het algemeen
Vink één doel aan. Dit is een van de drie doelen
□ Cognitieve ontwikkeling stimuleren
waaruit je kunt kiezen om verder uit te werken bij het

✔ Motorische ontwikkeling stimuleren
onderdeel Plan van Aanpak.
□ Sociaal -emotionele ontwikkeling stimuleren
□ Taalontwikkeling stimuleren

ONDERDEEL 3: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

BESPREKING VAN DIT FORMULIER

Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.

Begeleider, ben je het inhoudelijk eens met het persoonlijk doel?


Licht toe (max. 50 woorden):

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


-8-
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PRAKTIJKOPDRACHT 3 – SPEL EN ACTIVITEITEN MET BABY’S

Doel van de opdracht: Bewustwording hoe je spel en activiteiten inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van de baby.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag • Je past de opgedane kennis uit de online cursus toe in de • Je doorloopt de opdracht van boven naar
gaat. praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
2. Vragen waarmee je een persoonlijk doel • Je denkt na over hoe jij jouw spel en activiteiten afstemt tabellen in.
formuleert. op dat wat de baby van jou nodig heeft. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s)
3. Een korte bespreking met je begeleider over • Je vult een checklist in. met behulp van de vragen in deze opdracht.
jouw persoonlijke doel. • Je formuleert een persoonlijk doel. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
feedback op jouw persoonlijke doel.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt.
feedback van je begeleider.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 13 -
ONDERDEEL 1: ZELF AAN DE SLAG

In de online cursus heb je geleerd waarom spel belangrijk is voor de baby.


De baby wil graag zelf spelen en ontdekken. Je laat het ‘zelf’ spelen ontstaan
door te zorgen voor:
1. Passende spelmaterialen en -activiteiten
2. Een uitdagende speelomgeving
3. Emotionele veiligheid om te spelen

Daarnaast heb je invloed op de kwaliteit van het spel en bied je op de juiste


momenten gerichte activiteiten aan. In deze praktijkopdracht ga je met al
deze aandachtspunten aan de slag.

PASSENDE SPELMATERIALEN EN -ACTIVITEITEN

Vink in de tabel aan wat jij de baby(‘s) op je groep aanbiedt.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 14 -
Qua passende spelmaterialen en -activiteiten bied ik de baby(’s) op mijn groep:

Speelhoek voor baby’s Materiaal voor muziek en bewegen Materiaal voor rollenspel

✔ Speciale knusse speelhoek die is afgeschermd □
✔ Gevarieerde soorten muziek, zoals klassieke □
✔ Poppen, zachte dieren, potten en pannen, of een
tegen actief spel muziek, moderne muziek, muziek uit speelgoedtelefoon om mee te spelen.

✔ Passend en toegankelijk speelgoed in de verschillende culturen, liedjes en rijmpjes in
speelhoek meerdere talen. Je doet dit bewust niet als
achtergrond geluid.

✔ Aanmoediging om mee te doen op de muziek,
bijvoorbeeld meeklappen of dansen op de arm.
Materiaal voor fijne motoriek Materiaal voor grove motoriek Overige materialen

✔ Gevarieerd speelgoed om te grijpen, zoals een □
✔ Ruimte voor actief lichamelijk spel □ Gelegenheid om op een veilige manier passend

activiteitenkubus, in elkaar passende bakjes, □
✔ Niet-mobiele baby’s kunnen ongestoord bij de leeftijd te spelen met water, zoals gieter,
bakjes om te vullen of te legen, speelgoed in bewegen op een kleed, stevige mat of andere afwasbak, keuken gerei, speelgoed dat drijft,
verschillende textuur, blokken. veilige ondergrond plastic bakjes
□ Gevarieerd speelgoed dat verschillende

□ Kruipende of lopende baby’s krijgen volop
✔ □ Veilig spelen met kosteloos materiaal, zoals grote

vaardigheden vereist, zoals schudden, draaien, mogelijkheid hiertoe kartonnen dozen waar de baby in kan zitten of
duwen, trekken, samenvoegen, de duim en ✔
□ Speelgoed en materialen variërend in door kan kruipen
wijsvinger samen gebruiken, krabbelen moeilijkheidsgraad □ Actief speelgoed dat op baterijen werkt en licht


✔ Speelgoed variërend in kleur, grootte, vorm, en geluid produceert

✔ Gevarieerd speelgoed dat verschillende
structuur, geluid en handeling. □
✔ Bescherming tegen overprikkeling door
vaardigheden vereist, zoals een activiteitengym,
□✔ Geordend spel materiaal, bijvoorbeeld soortgelijk spelmaterialen
speelgoed om te duwen, ballen, stevige dingen
speelgoed staat bij elkaar, setjes speelgoed in □ Voldoende uitdagend materiaal passend bij de

om zich aan op te trekken, helling om op te
afzonderlijke bakken ontwikkeling en interesse
kuipen, speelgoed om te trekken, tunnel
□✔ Speelgoed en materialen variërend in
moeilijkheidsgraad

✔ Ten minste 1 keer per maand wisseling van
materiaal
Activiteiten Anders, namelijk…

✔ Gerichte zintuigelijke activiteiten (horen, voelen,
zien, ruiken, proeven)

✔ Knutselen
□✔ Buiten wandelen

✔ Op de arm rondlopen en vertellen wat je ziet en
beleeft

□ Spelletjes op schoot

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 15 -
Wat bied je nog niet aan qua passend spelmateriaal Dit ga ik meer aanbieden:
en -activiteiten?
Vul hiernaast je antwoord in.

KIES EEN BABY

Om de tabellen die hierna komen, goed in te kunnen vullen, kies je een baby die je gaat observeren.

Welke baby ga je observeren? Voorletter van de baby:


- Gebruik alleen zijn/haar voorletter in verband met privacy.
- Met ‘baby’ bedoelen we een kind in de leeftijd 0-12 maanden. Leeftijd van de baby (in maanden):

EEN UITDAGENDE SPEELOMGEVING

Hoe bied jij een uitdagende speelomgeving zodat de Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
baby gaat spelen en ontdekken?
Vul hiernaast je antwoord in.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 16 -
EMOTIONELE VEILIGHEID OM TE SPELEN

Hoe bied jij emotionele veiligheid zodat de baby gaat Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
spelen en ontdekken?
Vul hiernaast je antwoord in.

JOUW POSTIEVE INVLOED OP HET SPEL

Hoe stem jij jouw positieve invloed op het spel af op Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
de behoefte van de baby?
Vul hiernaast je antwoord in.

BEREDENEERD SPEL EN ACTIVITEITEN AANBOD

Op welk moment bied je de baby(‘s) beredeneerd Ik bied beredeneerd spel en activiteiten aanbod aan tijdens:
spel en activiteiten aanbod aan?
Vul hiernaast je antwoord in.

Dit moment is goed, omdat: Dit moment kan beter of anders, omdat:

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 17 -
Indien je de baby(‘s) geen beredeneerd spel en Ik bied geen beredeneerd spel en activiteiten aanbod aan, omdat:
activiteiten aanbod biedt, waarom niet?

ONDERDEEL 2: PERSOONLIJK DOEL

In dit onderdeel formuleer je (samen met je collega(‘s)) een persoonlijk doel om je eigen pedagogisch handelen te verdiepen.

OBSERVATIE(S) BESPREKEN MET JE COLLEGA(’S)

Bespreek jouw uitwerkingen op onderdeel 1 met een collega en vul samen de tabel in.

Hoe vul jij jouw collega’s aan? (max. 50 woorden) Hoe vullen jouw collega’s jou aan? (max. 50 woorden)

Voorbeeld: Voorbeeld:
Ik ben goed in het bedenken van activiteiten voor baby’s bij een thema. Van mijn collega S. leer ik hoe ik mijn tempo aanpas aan de reactietijd van de baby’s.

1. 1.

2. 2.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 18 -
PERSOONLIJK DOEL

Om aandacht te houden voor spel en activiteiten helpt het om een persoonlijk doel op te stellen.

Welk doel stel je jezelf? □ Passend spelmateriaal en -activiteiten



✔ Een uitdagende speelomgeving
Vink één doel aan. Dit is één van de drie doelen
□ Emotionele veiligheid om te spelen
waaruit je kunt kiezen om verder uit te werken bij het
□ Jouw positieve invloed op het spel
onderdeel Plan van Aanpak.
□ Gerichte activiteiten
□ Anders, namelijk:

ONDERDEEL 3: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

BESPREKING VAN DIT FORMULIER

Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.

Begeleider, ben je het inhoudelijk eens met het persoonlijk doel?


Licht toe (max. 50 woorden):

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 19 -
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PLAN VAN AANPAK

Doel van de opdracht: Een concreet Plan van Aanpak om je persoonlijke doelen te realiseren.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

Deze opdracht bestaat uit 2 onderdelen: Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht om een Plan van Aanpak te maken. • Je verzamelt je drie
2 persoonlijke doelen.
2. Beoordeling en inhoudelijke feedback van je begeleider. • Je werkt het belangrijkste doel uit in een persoonlijk Plan van Aanpak.
• Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke feedback op deze opdracht.
• Je vraagt jouw begeleider om voor akkoord te tekenen op alle opdrachten.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback van je begeleider.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 20 -
ONDERDEEL 1: PERSOONLIJK PLAN VAN AANPAK MAKEN

JOUW DRIE DOELEN OP EEN RIJ

Aan het einde van elke praktijkopdracht heb je een persoonlijk doel opgesteld om je pedagogisch handelen mee te verdiepen.

Welke 3 persoonlijke doelen heb jij opgesteld? 1.


Zoek ze terug en noteer ze hiernaast.

2.

3.

VUL JOUW PLAN VAN AANPAK IN

Kies het belangrijkste doel (zelfstandig of samen met je begeleider) en werk daar een Plan van Aanpak voor uit. Op de volgende pagina’s vind je een lege tabel voor jou om
in te vullen en een reeds ingevulde tabel ter voorbeeld.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 21 -
Ik maak een Plan van Aanpak voor: Situatie:
Vul hiernaast een concrete situatie en je persoonlijke doel in.

Mijn doel is:

Hoe doe ik dit?

Met wie doe ik dit?

Wanneer voer ik dit uit?

Wanneer evalueer ik dit en met wie?

Wat deel ik hierover met de ouders van de baby?

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 22 -
VOORBEELD PLAN VAN AANPAK

Ik maak een Plan van Aanpak voor: Situatie:


Vul hiernaast een concrete situatie en je persoonlijke doel in. Baby Z. van 7 maanden is ondernemend en wordt boos als hem iets niet lukt.
Ik ben snel geneigd hem te helpen om te voorkomen dat hij boos wordt.

Mijn doel is:


Ik wil beter kunnen inschatten wanneer ik Z. ergens mee moet helpen en wanneer ik hem het zelf kan
laten oplossen.

Hoe doe ik dit? Ik ga elke ochtend na het rustmoment 5 minuten bij Z. op het speelkleed zitten.
Ik bied Z. ontdekmateriaal aan.
Ik kijk goed naar wat hij van mij nodig heeft.
Ik laat Z. zelf de mogelijkheden van het materiaal ontdekken.
Ik verstoor het ontdekken niet, praat rustig en benoem wat ik hem zie doen.
Ik help Z. alleen als hij (bijna) uit frustratie gaat huilen.
Ik vraag dan eerst of ik hem moet helpen.
Ik help hem zonder het speelgoed uit handen te nemen.
Ik zorg dat Z. door kan spelen met een gevoel van zelfvertrouwen.

Met wie doe ik dit? Baby Z. en mijn directe collega

Ik ga bij Z. zitten. Ik vraag mijn collega om op de andere kinderen te letten.

Wanneer voer ik dit uit? De komende twee weken elke ochtend na het rustmoment (2 maart t/m 13 maart 2020).

Wanneer evalueer ik dit en met wie? Aan het eind van elke dag evalueer ik mijn leerdoel met mijn collega.
In mijn volgende coachgesprek op 17 maart 2020 evalueer ik mijn persoonlijke doel met mijn
pedagogisch coach.

Wat deel ik hierover met de ouders van de baby? Ik vertel de ouders in de overdracht wat Z. beleefd en ontdekt heeft tijdens het spelmoment.
Ik vraag aan de ouders van Z. wat hij thuis al zelf kan en wanneer zij Z. wel of niet helpen.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 23 -
ONDERDEEL 2: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

Vraag je begeleider om feedback op de praktijkopdrachten en jouw persoonlijke Plan van Aanpak en bespreek dit samen. Je begeleider vult hieronder de feedback in.
Laat tot slot jouw begeleider de praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak ondertekenen.

FEEDBACK VAN DE BEGELEIDER

De medewerker heeft de opdracht zelfstandig en naar waarheid ingevuld. □ Ja □ Nee

Toelichting voor de medewerker:

Hoe heeft de medewerker deze praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak gemaakt? Wat gaat goed? Wat heeft meer aandacht nodig?

Hoe wordt de medewerker ondersteund bij het realiseren van zijn of haar persoonlijke doelen?

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 24 -
AKKOORD VAN DE BEGELEIDER

Datum:

Naam van de organisatie:

Naam begeleider:

Functie van de begeleider


vanuit de organisatie:
Telefoonnummer van de
begeleider:
E-mailadres van de
begeleider:
Handtekening van de
Ik heb deze gegevens naar waarheid ingevuld.
begeleider:
(Zet in het vakje hierachter een vinkje)
Handtekening:

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 1)


- 25 -
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PRAKTIJKOPDRACHT 4 – GROEPSORGANISATIE

Doel van de opdracht: Bewustwording hoe je groepsorganisatie benut om bij te dragen aan het welzijn
en de ontwikkeling van de baby.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je samen met je collega’s een toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
(gezamenlijk) doel formuleert. • Je denkt na over hoe jij groepsorganisatie tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over het afstemt op dat wat de baby van jou nodig heeft. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
(gezamenlijke) doel. • Je observeert 2 dagen jouw rol in de behulp van de vragen in deze opdracht.
groepsorganisatie. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
• Je bedenkt met je collega’s een of meerdere feedback over het (gezamenlijke) doel.
gezamenlijke doelen om de groepsorganisatie
verder te verbeteren.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-2-
ONDERDEEL 1: ZELF AAN DE SLAG

Om dit onderdeel goed in te kunnen vullen, heb je twee dagen nodig. Op dag 1 let je op jouw rol in de dagindeling van jouw groep. Op dag 2 let je op de taakverdeling in
jouw groep. Vul de bijbehorende tabellen aan het einde van de dag in.

DAG 1: JOUW ROL IN DE DAGINDELING

Met dagindeling bedoelen we de structuur van de dag en de (vaste) elementen die elke dag terugkomen.

Aandachtspunten: Wat heb ik gezien? Wat kan ik verbeteren?


Noteer wat je opgevallen is aan jouw rol in de dagindeling. Formuleer een tip voor jezelf wat je anders of beter kunt doen in de dagindeling.
Vaste elementen in de dagindeling Ik zie dat… Ik ga…

Flexibiliteit van de dagindeling Ik zie dat… Ik ga…

Communicatie over de dagindeling Ik zie dat… Ik ga…

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-3-
Balans tussen rust, uitdaging en Ik zie dat… Ik ga…
spel

Dagelijks overleg Ik zie dat… Ik ga…

1-op-1 momenten met de baby Ik zie dat… Ik ga…

DAG 2: TAAKVERDELING

Met taakverdeling bedoelen we een evenwichtige verdeling van taken over jou en je collega’s. Denk hierbij ook aan de verdeling in hoeveelheid werk of hoe moeilijk de
taak is.

Aandachtspunten: Wat heb ik gezien? Wat kan ik verbeteren?


Noteer wat je opgevallen is aan de taakverdeling. Formuleer een tip voor jezelf wat je anders of beter kunt doen in de
taakverdeling.
Verdeling van de kinderen en de 1- Ik zie dat… Ik ga…
op-1 momenten

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-4-
De dag opstarten Ik zie dat… Ik ga…

De ruimte voorbereiden Ik zie dat… Ik ga…

Overdracht en halen/brengen Ik zie dat… Ik ga…

Verzorging Ik zie dat… Ik ga…

Schoonmaken en opruimen Ik zie dat… Ik ga…

Telefoon, rondleidingen, binnen Ik zie dat… Ik ga…


lopen van collega’s

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-5-
ONDERDEEL 2: SAMEN MET COLLEGA(‘S)

OBSERVATIE(S) BESPREKEN

Samenwerken is teamwerk. Hierbij brengt iedereen zijn eigen talenten, persoonlijkheid, kennis en ervaring mee. Hoe vullen jullie elkaar aan in het werken met baby’s?

Hoe vul jij jouw collega’s aan? (max. 50 woorden) Hoe vullen jouw collega’s jou aan? (max. 50 woorden)

Voorbeeld: Voorbeeld:
Ik ben goed in praktische dingen en kan leuke, creatieve spelletjes bedenken voor Mijn collega A. is goed in uitleggen en kan nieuwe ouders onze pedagogische visie
baby’s. duidelijk vertellen.
1. 1.

2. 2.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-6-
GEZAMENLIJK DOEL

Om aandacht te houden voor de groepsorganisatie helpt het om een (gezamenlijk) doel op te stellen.

Waar valt het (gezamenlijke) doel onder? Dagindeling: Taakverdeling:


Vink één categorie aan. □ Vaste elementen in de dagindeling □ Verdeling van de kinderen en de 1-op-1 momenten
□ Flexibiliteit van de dagindeling □ De dag opstarten
□ Communicatie over de dagindeling □ De ruimte voorbereiden
□ Balans tussen rust, uitdaging en spel □ Overdracht en halen/brengen
□ Dagelijks overleg □ Verzorging
□ 1-op-1 momenten met de baby □ Schoonmaken en opruimen
□ Telefoon, rondleidingen, binnen lopen van
collega’s
Anders, namelijk: Anders, namelijk:

Hoe specificeren jullie dit doel? We gaan bewust aan de slag met:
Formuleer hiernaast het doel kort en bondig.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-7-
ONDERDEEL 3: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

BESPREKING VAN DIT FORMULIER

Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.

Begeleider, ben je het inhoudelijk eens met het (gezamenlijke) doel?


Licht toe (max. 50 woorden):

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


-8-
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PRAKTIJKOPDRACHT 6 – SAMENWERKEN MET OUDERS

Doel van de opdracht: Bewustwording van jouw samenwerking met ouders.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je samen met je collega’s een toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
(gezamenlijk) doel formuleert. • Je denkt na over hoe jij de samenwerking met tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over het ouders afstemt op dat wat de baby van jou nodig • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
(gezamenlijke) doel. heeft. behulp van de vragen in deze opdracht.
• Je vult een checklist in. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
• Je bedenkt met je collega’s een of meerdere feedback over het (gezamenlijke) doel.
gezamenlijke doelen om de samenwerking met
ouders verder te verbeteren.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 2)


1

- 16 -
ONDERDEEL 1: ZELF AAN DE SLAG

VUL DE CHECKLIST IN

Een goede samenwerking tussen jou en de ouders van de baby is belangrijk om de overgang tussen thuis en de opvang zo vloeiend mogelijk te maken.

Opdracht
1. Download de ‘Checklist Samenwerken met ouders’ uit de online leeromgeving.
2. Vul de checklist in.
3. Vul daarna de tabel met jouw conclusies in.
4. Je hoeft de ingevulde Checklist niet in te leveren.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 2)


1

- 17 -
JOUW CONCLUSIES

Pak je ingevulde checklist erbij en vul onderstaande tabel in.

Onderdeel uit de checklist Wat blijf ik doen? Waar ga ik mee oefenen?


Formuleer een actie op basis van de aangevinkte ’Ja’s’. Formuleer een actie op basis van de aangevinkte ‘Nee’s’.
Algemeen

Informatievoorziening

Intake en wennen

Halen en brengen

Schriftelijke communicatie

Inhoud van de overdracht

Waardering van het contact

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 18 -
ONDERDEEL 2: SAMEN MET COLLEGA(‘S)

OBSERVATIE(S) BESPREKEN

Bespreek de ‘Checklist Samenwerken met ouders’ en jouw conclusies uit onderdeel 1 met je collega’s. Vul daarna de tabellen samen in.

Welke conclusies trekken jullie na het bespreken van 1.


de Checklist Samenwerken met ouders?
Noteer de 3 belangrijkste punten hiernaast.

2.

3.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 19 -
GEZAMENLIJK DOEL

Om aandacht te houden voor de samenwerking met ouders helpt het om samen een gezamenlijk doel op te stellen. Welk (gezamenlijk) doel kunnen jullie oppakken om de
samenwerking met ouders te verdiepen?

Welk doel gaan jullie oppakken? We gaan bewust aan de slag met:
Formuleer hiernaast één doel kort en bondig.

ONDERDEEL 3: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

BESPREKING VAN DIT FORMULIER

Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.

Begeleider, ben je het inhoudelijk eens met het (gezamenlijke) doel?


Licht toe (max. 50 woorden):

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 20 -
BABY’S IN DE KINDEROPVANG | PLAN VAN AANPAK

Doel van de opdracht: Een concreet Plan van Aanpak om (gezamenlijke) doelen te realiseren.

Lees de opdracht eerst helemaal goed door!

Deze opdracht bestaat uit 2 onderdelen: Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht om een Plan van Aanpak te maken. • Je verzamelt de drie
2 (gezamenlijke) doelen.
2. Beoordeling en inhoudelijke feedback van je begeleider. • Je werkt het belangrijkste doel uit in een Plan van Aanpak, eventueel in
groepsverband. Zorg dat ieder groepslid het Plan van Aanpak in zijn of haar eigen
document overneemt en/of uitwerkt.
• Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke feedback op deze opdracht.
• Je vraagt jouw begeleider om voor akkoord te tekenen op alle opdrachten.

In groepsverband of individueel maken


De thema’s van de praktijkopdrachten in dit deel gaan over hoe jij en je collega’s samenwerken. Het Plan van Aanpak kun je in groepsverband maken. Voorwaarde is dat je
groepsgenoten tegelijkertijd met jou de opleiding ‘Baby’s in de Kinderopvang’ volgen en in dezelfde periode de online cursus en de praktijkopdrachten maken.

Heb je momenteel geen collega(’s) die deze opleiding ook volgt (of volgen), dan vul je het Plan van Aanpak individueel in. Laat je inspireren door de antwoorden die je in
opdracht 4, 5 en 6 samen hebt ingevuld met je collega(’s) op de groep.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 21 -
Naam groepslid 2:
Indien van toepassing
Naam groepslid 3:
Indien van toepassing
Naam groepslid 4:
Indien van toepassing

ONDERDEEL 1: PLAN VAN AANPAK MAKEN

DE DRIE DOELEN OP EEN RIJ

Aan het einde van elke praktijkopdracht heb je een (gezamenlijk) doel opgesteld om het pedagogisch handelen mee te verdiepen.

Welke 3 (gezamenlijke) doelen hebben jullie 1.


geformuleerd?
Zoek ze terug en noteer ze hiernaast.

2.

3.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 22 -
VUL HET PLAN VAN AANPAK IN

Kies het belangrijkste (gezamenlijke) doel en werk daar – wanneer mogelijk samen – een Plan van Aanpak voor uit. Op de volgende pagina’s vind je een lege tabel om in te
vullen en een reeds ingevulde tabel ter voorbeeld. Zorg dat ieder groepslid het Plan van Aanpak in zijn of haar eigen document overneemt en/of uitwerkt.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 23 -
Dit Plan van Aanpak is voor: Situatie:
Vul hiernaast een concrete situatie en een (gezamenlijk) doel
in.

Het doel is:

Hoe doen we dit?

Wie doe dit?

Wanneer voeren we dit uit?

Wanneer evalueren we dit?

Wat delen we hierover met de ouders van de baby?

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 24 -
VOORBEELD PLAN VAN AANPAK

Dit Plan van Aanpak is voor: Situatie:


Vul hiernaast een concrete situatie en een (gezamenlijk) doel Elke dag is er 2 keer een 1 op 1 spelmoment met de baby’s.
in.

Het doel is:


Hoe organiseren wij deze 1 op 1 spelmomenten met de baby? Wij willen tijdens het 1-op-1 moment
rustig bij de baby zitten (verkennen, verrijken, verbinden – net wat de baby op dat moment van ons
vraagt).

Hoe doen we dit? Elke ochtend om 10.00 uur is er een vrij-spelmoment van 10 – 15 minuten. Dan drinken wij met elkaar
koffie en bespreken we :
- wat we gezien hebben bij de kinderen (of gehoord hebben over de kinderen) dat belangrijk is
om direct te weten;
- hoe het met ons gaat en wat belangrijk is om direct te delen;
- de taakverdeling, het dagprogramma, bijzonderheden zoals een rondleiding, coachgesprek
etc;
- wie tijd voor de 1-op-1 momenten nodig heeft (mentor kinderen);
- wie de ‘loper’ en de ‘zitter’ zijn;
- wie met de oudere kinderen een activiteit doet.

Wie doe dit? De collega’s die op de betreffende dag met elkaar op de groep werken.

Wanneer voeren we dit uit? Elke dag om 10.00 uur


1-op-1 moment om 10.30 uur
1-op-1 moment om 15.30 uur

Wanneer evalueren we dit? Elke organisatorisch teamoverleg op de eerste maandag van de maand.

Wat delen we hierover met de ouders van de baby? Ouders weten dat we twee keer per dag speciale aandacht hebben voor hun kind ongeacht of de baby
daarom vraagt.

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 25 -
ONDERDEEL 2: SAMEN MET JOUW BEGELEIDER

Vraag je begeleider om feedback op de praktijkopdrachten en het (gezamenlijke) Plan van Aanpak en bespreek dit samen. Je begeleider vult hieronder de feedback in.
Laat tot slot jouw begeleider de praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak ondertekenen.

FEEDBACK VAN DE BEGELEIDER

De medewerker heeft de opdracht zelfstandig en naar waarheid ingevuld. □ Ja □ Nee

Toelichting voor de medewerker:

Hoe heeft de medewerker deze praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak gemaakt? Wat gaat goed? Wat heeft meer aandacht nodig?

Hoe wordt de medewerker ondersteund bij het realiseren van zijn of haar persoonlijke doelen?

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 26 -
AKKOORD VAN DE BEGELEIDER

Datum:

Naam van de organisatie:

Naam begeleider:

Functie van de begeleider


vanuit de organisatie:
Telefoonnummer van de
begeleider:
E-mailadres van de
begeleider:
Handtekening van de
Ik heb deze praktijkopdrachten naar waarheid ingevuld.
begeleider:
(Zet in het vakje hierachter een vinkje)
Handtekening:

Baby’s in de kinderopvang | Praktijkopdrachten (deel 12)


- 27 -

You might also like