Professional Documents
Culture Documents
Tot slot
Maak alle opdrachten en 2x een Plan van Aanpak en upload daarna het compleet ingevulde deel 1 in de leeromgeving. Zie hiervoor de toelichting bij ‘veel gestelde vragen’
in de online cursus en op de website www.e-schoolkinderopvang.nl.
Een beoordelaar van E-schoolkinderopvang beoordeelt de praktijkopdracht. Je ontvangt van E-schoolkinderopvang je certificaat als:
1. Deel 1 en deel 2 van de praktijkopdrachten als voldaan zijn beoordeeld;
2. Je de kennistoets hebt gehaald.
De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je een persoonlijk doel toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
formuleert. • Je kiest een baby uit die je kunt observeren. tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over jouw • Je oefent met het observeren van een baby. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
persoonlijke doel. • Je observeert deze baby per keer 10 minuten, zo behulp van de vragen in deze opdracht.
vaak als nodig is om de opdrachttabellen in te • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
vullen. feedback op jouw persoonlijke doel.
• Je denkt na over hoe jij je pedagogisch handelen
af kunt stemmen op dat wat de baby van jou
nodig heeft.
• Je formuleert een persoonlijk doel.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.
VEILIG VOELEN
Voordat je naar de ontwikkeling van een baby gaat kijken, is het eerst belangrijk om na te gaan of de baby zich veilig voelt.
Voelt de baby zich veilig? Ja, want ik zie: Nee, want ik zie:
Vul hiernaast je observatie in.
Een baby heeft nog geen 'prikkelfilter' en krijgt alle indrukken in één keer binnen. Het is jouw verantwoordelijkheid om een goede balans te vinden tussen rust en
uitdaging.
Ervaart de baby een balans in rust en uitdaging? Ja, want ik zie: Nee, want ik zie:
Vul hiernaast je observatie in.
Hoe zorg je ervoor dat de baby het juiste aantal (Max. 50 woorden)
prikkels krijgt, en niet overprikkeld wordt of juist
uitdaging mist?
Beantwoord deze vraag altijd, ook als de baby op dit moment
een balans tussen rust en uitdaging ervaart.
ONTWIKKELING OBSERVEREN
Op de volgende pagina vind je een tabel met voorbeelden van ‘mijlpalen’. Een baby ‘behaalt’ deze mijlpalen in zijn ontwikkeling binnen een bepaalde periode. De
ontwikkeling van elke baby verloopt in een eigen tempo. Soms is een baby bijvoorbeeld ‘vroeg’ met kruipen of ‘laat’ met praten. Een baby kan niet alles tegelijk leren.
Daarom zie je in deze tabel dat sommige mijlpalen over meerdere maanden zijn verspreid. Deze tabel bevat een selectie van mijlpalen per ontwikkelingsgebied. In het
echt zijn het er veel meer. Een baby kan dus ook mijlpalen laten zien die niet in deze tabel staan.
Opdracht
Observeer de baby ongeveer 10 minuten. Vink in de tabel aan welke mijlpalen de baby laat zien. Neem de baby’s leeftijd daarbij als startpunt, maar kijk ook naar mijlpalen
van de maanden erboven en eronder.
Je hebt per ontwikkelingsgebied aangevinkt welke mijlpalen de baby laat zien. Als pedagogisch medewerker kun je de baby helpen bij zijn ontwikkeling. Dit doe je door te
stimuleren. Kijk eventueel in de online cursus bij hoofdstuk 1 voor inspiratie.
Welke activiteiten kun je met de geobserveerde baby Ik stimuleer de sociaal-emotionele ontwikkeling door:
doen om de ontwikkeling (verder) te stimuleren?
Vul hiernaast per ontwikkelingsgebied de activiteiten in.
(Max. 50 woorden)
In dit onderdeel formuleer je (samen met je collega(‘s)) een persoonlijk doel om je eigen pedagogisch handelen te verdiepen.
Bespreek jouw uitwerkingen op onderdeel 1 met een collega en vul samen de tabel in.
We zien allebei dat: (max. 50 woorden) We zien allebei dat de baby het volgende van mij nodig heeft: (max. 50 woorden)
We zien verschillen, namelijk: (max. 50 woorden) Welk doel kunnen jullie samen voor jou opstellen om de ontwikkeling van de baby
te stimuleren? (Max. 50 woorden)
Tijdens de bespreking van jouw observatie(s) met je collega(‘s), heb je samen een persoonlijk doel voor jezelf geformuleerd.
Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.
Doel van de opdracht: Bewustwording hoe je spel en activiteiten inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van de baby.
De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag • Je past de opgedane kennis uit de online cursus toe in de • Je doorloopt de opdracht van boven naar
gaat. praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
2. Vragen waarmee je een persoonlijk doel • Je denkt na over hoe jij jouw spel en activiteiten afstemt tabellen in.
formuleert. op dat wat de baby van jou nodig heeft. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s)
3. Een korte bespreking met je begeleider over • Je vult een checklist in. met behulp van de vragen in deze opdracht.
jouw persoonlijke doel. • Je formuleert een persoonlijk doel. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
feedback op jouw persoonlijke doel.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt.
feedback van je begeleider.
Speelhoek voor baby’s Materiaal voor muziek en bewegen Materiaal voor rollenspel
□
✔ Speciale knusse speelhoek die is afgeschermd □
✔ Gevarieerde soorten muziek, zoals klassieke □
✔ Poppen, zachte dieren, potten en pannen, of een
tegen actief spel muziek, moderne muziek, muziek uit speelgoedtelefoon om mee te spelen.
□
✔ Passend en toegankelijk speelgoed in de verschillende culturen, liedjes en rijmpjes in
speelhoek meerdere talen. Je doet dit bewust niet als
achtergrond geluid.
□
✔ Aanmoediging om mee te doen op de muziek,
bijvoorbeeld meeklappen of dansen op de arm.
Materiaal voor fijne motoriek Materiaal voor grove motoriek Overige materialen
□
✔ Gevarieerd speelgoed om te grijpen, zoals een □
✔ Ruimte voor actief lichamelijk spel □ Gelegenheid om op een veilige manier passend
✔
activiteitenkubus, in elkaar passende bakjes, □
✔ Niet-mobiele baby’s kunnen ongestoord bij de leeftijd te spelen met water, zoals gieter,
bakjes om te vullen of te legen, speelgoed in bewegen op een kleed, stevige mat of andere afwasbak, keuken gerei, speelgoed dat drijft,
verschillende textuur, blokken. veilige ondergrond plastic bakjes
□ Gevarieerd speelgoed dat verschillende
✔
□ Kruipende of lopende baby’s krijgen volop
✔ □ Veilig spelen met kosteloos materiaal, zoals grote
✔
vaardigheden vereist, zoals schudden, draaien, mogelijkheid hiertoe kartonnen dozen waar de baby in kan zitten of
duwen, trekken, samenvoegen, de duim en ✔
□ Speelgoed en materialen variërend in door kan kruipen
wijsvinger samen gebruiken, krabbelen moeilijkheidsgraad □ Actief speelgoed dat op baterijen werkt en licht
✔
□
✔ Speelgoed variërend in kleur, grootte, vorm, en geluid produceert
□
✔ Gevarieerd speelgoed dat verschillende
structuur, geluid en handeling. □
✔ Bescherming tegen overprikkeling door
vaardigheden vereist, zoals een activiteitengym,
□✔ Geordend spel materiaal, bijvoorbeeld soortgelijk spelmaterialen
speelgoed om te duwen, ballen, stevige dingen
speelgoed staat bij elkaar, setjes speelgoed in □ Voldoende uitdagend materiaal passend bij de
✔
om zich aan op te trekken, helling om op te
afzonderlijke bakken ontwikkeling en interesse
kuipen, speelgoed om te trekken, tunnel
□✔ Speelgoed en materialen variërend in
moeilijkheidsgraad
□
✔ Ten minste 1 keer per maand wisseling van
materiaal
Activiteiten Anders, namelijk…
□
✔ Gerichte zintuigelijke activiteiten (horen, voelen,
zien, ruiken, proeven)
□
✔ Knutselen
□✔ Buiten wandelen
□
✔ Op de arm rondlopen en vertellen wat je ziet en
beleeft
✔
□ Spelletjes op schoot
Om de tabellen die hierna komen, goed in te kunnen vullen, kies je een baby die je gaat observeren.
Hoe bied jij een uitdagende speelomgeving zodat de Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
baby gaat spelen en ontdekken?
Vul hiernaast je antwoord in.
Hoe bied jij emotionele veiligheid zodat de baby gaat Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
spelen en ontdekken?
Vul hiernaast je antwoord in.
Hoe stem jij jouw positieve invloed op het spel af op Wat ik doe, is: Wat ik meer zou kunnen doen, is:
de behoefte van de baby?
Vul hiernaast je antwoord in.
Op welk moment bied je de baby(‘s) beredeneerd Ik bied beredeneerd spel en activiteiten aanbod aan tijdens:
spel en activiteiten aanbod aan?
Vul hiernaast je antwoord in.
Dit moment is goed, omdat: Dit moment kan beter of anders, omdat:
In dit onderdeel formuleer je (samen met je collega(‘s)) een persoonlijk doel om je eigen pedagogisch handelen te verdiepen.
Bespreek jouw uitwerkingen op onderdeel 1 met een collega en vul samen de tabel in.
Hoe vul jij jouw collega’s aan? (max. 50 woorden) Hoe vullen jouw collega’s jou aan? (max. 50 woorden)
Voorbeeld: Voorbeeld:
Ik ben goed in het bedenken van activiteiten voor baby’s bij een thema. Van mijn collega S. leer ik hoe ik mijn tempo aanpas aan de reactietijd van de baby’s.
1. 1.
2. 2.
Om aandacht te houden voor spel en activiteiten helpt het om een persoonlijk doel op te stellen.
Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.
Doel van de opdracht: Een concreet Plan van Aanpak om je persoonlijke doelen te realiseren.
Deze opdracht bestaat uit 2 onderdelen: Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht om een Plan van Aanpak te maken. • Je verzamelt je drie
2 persoonlijke doelen.
2. Beoordeling en inhoudelijke feedback van je begeleider. • Je werkt het belangrijkste doel uit in een persoonlijk Plan van Aanpak.
• Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke feedback op deze opdracht.
• Je vraagt jouw begeleider om voor akkoord te tekenen op alle opdrachten.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback van je begeleider.
Aan het einde van elke praktijkopdracht heb je een persoonlijk doel opgesteld om je pedagogisch handelen mee te verdiepen.
2.
3.
Kies het belangrijkste doel (zelfstandig of samen met je begeleider) en werk daar een Plan van Aanpak voor uit. Op de volgende pagina’s vind je een lege tabel voor jou om
in te vullen en een reeds ingevulde tabel ter voorbeeld.
Hoe doe ik dit? Ik ga elke ochtend na het rustmoment 5 minuten bij Z. op het speelkleed zitten.
Ik bied Z. ontdekmateriaal aan.
Ik kijk goed naar wat hij van mij nodig heeft.
Ik laat Z. zelf de mogelijkheden van het materiaal ontdekken.
Ik verstoor het ontdekken niet, praat rustig en benoem wat ik hem zie doen.
Ik help Z. alleen als hij (bijna) uit frustratie gaat huilen.
Ik vraag dan eerst of ik hem moet helpen.
Ik help hem zonder het speelgoed uit handen te nemen.
Ik zorg dat Z. door kan spelen met een gevoel van zelfvertrouwen.
Wanneer voer ik dit uit? De komende twee weken elke ochtend na het rustmoment (2 maart t/m 13 maart 2020).
Wanneer evalueer ik dit en met wie? Aan het eind van elke dag evalueer ik mijn leerdoel met mijn collega.
In mijn volgende coachgesprek op 17 maart 2020 evalueer ik mijn persoonlijke doel met mijn
pedagogisch coach.
Wat deel ik hierover met de ouders van de baby? Ik vertel de ouders in de overdracht wat Z. beleefd en ontdekt heeft tijdens het spelmoment.
Ik vraag aan de ouders van Z. wat hij thuis al zelf kan en wanneer zij Z. wel of niet helpen.
Vraag je begeleider om feedback op de praktijkopdrachten en jouw persoonlijke Plan van Aanpak en bespreek dit samen. Je begeleider vult hieronder de feedback in.
Laat tot slot jouw begeleider de praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak ondertekenen.
Hoe heeft de medewerker deze praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak gemaakt? Wat gaat goed? Wat heeft meer aandacht nodig?
Hoe wordt de medewerker ondersteund bij het realiseren van zijn of haar persoonlijke doelen?
Datum:
Naam begeleider:
Doel van de opdracht: Bewustwording hoe je groepsorganisatie benut om bij te dragen aan het welzijn
en de ontwikkeling van de baby.
De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je samen met je collega’s een toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
(gezamenlijk) doel formuleert. • Je denkt na over hoe jij groepsorganisatie tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over het afstemt op dat wat de baby van jou nodig heeft. • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
(gezamenlijke) doel. • Je observeert 2 dagen jouw rol in de behulp van de vragen in deze opdracht.
groepsorganisatie. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
• Je bedenkt met je collega’s een of meerdere feedback over het (gezamenlijke) doel.
gezamenlijke doelen om de groepsorganisatie
verder te verbeteren.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.
Om dit onderdeel goed in te kunnen vullen, heb je twee dagen nodig. Op dag 1 let je op jouw rol in de dagindeling van jouw groep. Op dag 2 let je op de taakverdeling in
jouw groep. Vul de bijbehorende tabellen aan het einde van de dag in.
Met dagindeling bedoelen we de structuur van de dag en de (vaste) elementen die elke dag terugkomen.
DAG 2: TAAKVERDELING
Met taakverdeling bedoelen we een evenwichtige verdeling van taken over jou en je collega’s. Denk hierbij ook aan de verdeling in hoeveelheid werk of hoe moeilijk de
taak is.
OBSERVATIE(S) BESPREKEN
Samenwerken is teamwerk. Hierbij brengt iedereen zijn eigen talenten, persoonlijkheid, kennis en ervaring mee. Hoe vullen jullie elkaar aan in het werken met baby’s?
Hoe vul jij jouw collega’s aan? (max. 50 woorden) Hoe vullen jouw collega’s jou aan? (max. 50 woorden)
Voorbeeld: Voorbeeld:
Ik ben goed in praktische dingen en kan leuke, creatieve spelletjes bedenken voor Mijn collega A. is goed in uitleggen en kan nieuwe ouders onze pedagogische visie
baby’s. duidelijk vertellen.
1. 1.
2. 2.
Om aandacht te houden voor de groepsorganisatie helpt het om een (gezamenlijk) doel op te stellen.
Hoe specificeren jullie dit doel? We gaan bewust aan de slag met:
Formuleer hiernaast het doel kort en bondig.
Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.
De praktijkopdracht bestaat uit 3 onderdelen: Wat ga je doen? Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht(en) waarmee je zelf aan de slag gaat. • Je past de opgedane kennis uit de online cursus • Je doorloopt de opdracht van boven naar
2. Vragen waarmee je samen met je collega’s een toe in de praktijk. beneden, beantwoordt alle vragen en vult alle
(gezamenlijk) doel formuleert. • Je denkt na over hoe jij de samenwerking met tabellen in.
3. Een korte bespreking met je begeleider over het ouders afstemt op dat wat de baby van jou nodig • Je bespreekt je observaties met je collega(’s) met
(gezamenlijke) doel. heeft. behulp van de vragen in deze opdracht.
• Je vult een checklist in. • Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke
• Je bedenkt met je collega’s een of meerdere feedback over het (gezamenlijke) doel.
gezamenlijke doelen om de samenwerking met
ouders verder te verbeteren.
* Laat het invulveld links onder de vraag leeg voor evt. feedback
van je begeleider.
- 16 -
ONDERDEEL 1: ZELF AAN DE SLAG
VUL DE CHECKLIST IN
Een goede samenwerking tussen jou en de ouders van de baby is belangrijk om de overgang tussen thuis en de opvang zo vloeiend mogelijk te maken.
Opdracht
1. Download de ‘Checklist Samenwerken met ouders’ uit de online leeromgeving.
2. Vul de checklist in.
3. Vul daarna de tabel met jouw conclusies in.
4. Je hoeft de ingevulde Checklist niet in te leveren.
- 17 -
JOUW CONCLUSIES
Informatievoorziening
Intake en wennen
Halen en brengen
Schriftelijke communicatie
OBSERVATIE(S) BESPREKEN
Bespreek de ‘Checklist Samenwerken met ouders’ en jouw conclusies uit onderdeel 1 met je collega’s. Vul daarna de tabellen samen in.
2.
3.
Om aandacht te houden voor de samenwerking met ouders helpt het om samen een gezamenlijk doel op te stellen. Welk (gezamenlijk) doel kunnen jullie oppakken om de
samenwerking met ouders te verdiepen?
Welk doel gaan jullie oppakken? We gaan bewust aan de slag met:
Formuleer hiernaast één doel kort en bondig.
Bespreek de uitwerking van onderdeel 1 en 2 van deze opdracht met jouw begeleider.
Doel van de opdracht: Een concreet Plan van Aanpak om (gezamenlijke) doelen te realiseren.
Deze opdracht bestaat uit 2 onderdelen: Hoe voer je deze opdracht uit?
1. Opdracht om een Plan van Aanpak te maken. • Je verzamelt de drie
2 (gezamenlijke) doelen.
2. Beoordeling en inhoudelijke feedback van je begeleider. • Je werkt het belangrijkste doel uit in een Plan van Aanpak, eventueel in
groepsverband. Zorg dat ieder groepslid het Plan van Aanpak in zijn of haar eigen
document overneemt en/of uitwerkt.
• Je vraagt jouw begeleider om inhoudelijke feedback op deze opdracht.
• Je vraagt jouw begeleider om voor akkoord te tekenen op alle opdrachten.
Heb je momenteel geen collega(’s) die deze opleiding ook volgt (of volgen), dan vul je het Plan van Aanpak individueel in. Laat je inspireren door de antwoorden die je in
opdracht 4, 5 en 6 samen hebt ingevuld met je collega(’s) op de groep.
Aan het einde van elke praktijkopdracht heb je een (gezamenlijk) doel opgesteld om het pedagogisch handelen mee te verdiepen.
2.
3.
Kies het belangrijkste (gezamenlijke) doel en werk daar – wanneer mogelijk samen – een Plan van Aanpak voor uit. Op de volgende pagina’s vind je een lege tabel om in te
vullen en een reeds ingevulde tabel ter voorbeeld. Zorg dat ieder groepslid het Plan van Aanpak in zijn of haar eigen document overneemt en/of uitwerkt.
Hoe doen we dit? Elke ochtend om 10.00 uur is er een vrij-spelmoment van 10 – 15 minuten. Dan drinken wij met elkaar
koffie en bespreken we :
- wat we gezien hebben bij de kinderen (of gehoord hebben over de kinderen) dat belangrijk is
om direct te weten;
- hoe het met ons gaat en wat belangrijk is om direct te delen;
- de taakverdeling, het dagprogramma, bijzonderheden zoals een rondleiding, coachgesprek
etc;
- wie tijd voor de 1-op-1 momenten nodig heeft (mentor kinderen);
- wie de ‘loper’ en de ‘zitter’ zijn;
- wie met de oudere kinderen een activiteit doet.
Wie doe dit? De collega’s die op de betreffende dag met elkaar op de groep werken.
Wanneer evalueren we dit? Elke organisatorisch teamoverleg op de eerste maandag van de maand.
Wat delen we hierover met de ouders van de baby? Ouders weten dat we twee keer per dag speciale aandacht hebben voor hun kind ongeacht of de baby
daarom vraagt.
Vraag je begeleider om feedback op de praktijkopdrachten en het (gezamenlijke) Plan van Aanpak en bespreek dit samen. Je begeleider vult hieronder de feedback in.
Laat tot slot jouw begeleider de praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak ondertekenen.
Hoe heeft de medewerker deze praktijkopdrachten en het Plan van Aanpak gemaakt? Wat gaat goed? Wat heeft meer aandacht nodig?
Hoe wordt de medewerker ondersteund bij het realiseren van zijn of haar persoonlijke doelen?
Datum:
Naam begeleider: