Professional Documents
Culture Documents
Inhoud:
Samenwerken Pagina 2
Werkhouding Pagina 2
Presenteren Pagina 3
Plannen Pagina 3
Reflectie Pagina 4
Onderzoeksvraag Pagina 4
Samenwerken klas 2
Ik kan meedenken met het maken van afspraken en de Ik neem verantwoordelijkheid in het Ik neem verantwoordelijkheid in het
taken verdelen. samenwerkingsproces door elk groepslid, inclusief samenwerkingsproces door elk groepslid, inclusief
mijzelf, zich aan de afspraken te laten houden. mijzelf, zich aan de afspraken te laten houden.
Ik vraag om feedback en sta ook open voor de mening Ik vraag om feedback en sta ook open voor de mening
Ik richt mij op mijn eigen taak, maar probeer ook van anderen. van anderen. Daarnaast maak ik gebruik van mijn
anderen te helpen. sterke punten (zie rubric reflectie en evaluatie) in het
samenwerkingsproces.
Werkhouding klas 2
Ik ben soms geconcentreerd bezig maar heb wel hulp Ik ben meestal geconcentreerd bezig met mijn werk, Ik ben meestal geconcentreerd bezig met mijn werk,
nodig om aan het werk te gaan. als ik afgeleid word heb ik hulp nodig om weer aan het als ik afgeleid word heb ik hulp nodig om weer aan het
werk te gaan. werk te gaan.
Ik ben meestal betrokken bij de les en ik vraag om hulp Ik ben betrokken bij de les, luister meestal naar de
Ik ben meestal betrokken bij de les en ik vraag om hulp van de docent of van andere leerlingen. docent en ik vraag om hulp waar nodig.
van de docent of van andere leerlingen.
3
Ik kan een presentatie voorbereiden over een bepaald Ik kan een presentatie voorbereiden over een bepaald Ik kan een presentatie voorbereiden over een bepaald
onderwerp maar ik ben voldoende verstaanbaar. onderwerp maar ik ben voldoende verstaanbaar. onderwerp maar ik ben voldoende verstaanbaar.
Ik maak soms oogcontact met het publiek maar weet Ik maak soms oogcontact met het publiek en probeer Ik maak soms oogcontact met het publiek en probeer
mij nog geen houding aan te nemen voor de klas (non- een open houding te hebben (non-verbale een open houding te hebben (non-verbale
verbale communicatie) communicatie) communicatie)
Ik gebruik een hulpmiddel zoals PowerPoint maar de Ik gebruik een hulpmiddel zoals PowerPoint maar de Ik gebruik een hulpmiddel zoals PowerPoint en maak
presentatie bevat te veel tekst en/of figuren. presentatie bevat te veel tekst en/of figuren. gebruik van steekwoorden en afbeeldingen/figuren om
mijn verhaal te ondersteunen.
Plannen klas 2
Ik houd zorgvuldig een papieren of digitale school Ik verdeel grote opdrachten in kleinere taken, maar Ik verdeel grote opdrachten in kleinere taken die ik
agenda bij (geen Magister). deze taken doe ik tegelijk op het laatste moment. verdeel over de gegeven tijd om aan het project te
werken.
Ik vind feedback krijgen niet erg en ben bereid om te Ik vind feedback krijgen niet erg en ben bereid om te Ik reflecteer over gegeven feedback en pas aan wat ik
luisteren. Ik doe weinig met de feedback. luisteren. Ik neem de feedback over en pas mij aan. vind dat ik moet aanpassen.
Ik kan aangeven wat ik moeilijk en makkelijk vindt aan Ik kan beschrijven wat ik al weet en wat ik nog niet Ik kan beschrijven wat ik al weet en wat ik nog niet
een stuk theorie of een opdracht. weet over een onderwerp. weet over een onderwerp en weet hoe ik wat ik niet
weet kan leren/oefenen.
Ik stel een onderzoeksvraag niet op als vraag. Ik stel een onderzoeksvraag op als een vraag met een Ik stel een onderzoeksvraag op als vraag met een
onderwerp. overkoepelend onderwerp.
Bijvoorbeeld: Waar geeft men geld aan uit? Bijvoorbeeld: Waar geven jongeren hun geld aan uit?
Ik geef een beschrijving van de resultaten in woorden Ik geef een beschrijving van de resultaten en Ik geef een duidelijke beschrijving van de resultaten en
en in de vorm van grafieken of tabellen. ondersteun mijn resultaten met grafieken en tabellen. ondersteun mijn resultaten met grafieken en tabellen.
Ik geef de grafieken en tabellen een titel, maar geef Ik geef de grafieken en tabellen een titel en bijschrift, Ik geef bij grafieken en tabellen een titel, bijschrift en
geen bijschrift of verwijzing in de tekst. maar geef geen verwijzing in de tekst. verwijs in de tekst naar de grafieken en tabellen.
Ik leg een verband op een aantal punten tussen de Ik leg alle aanwezige verbanden tussen de resultaten Ik leg alle aanwezige verbanden tussen de resultaten
resultaten binnen een onderzoek, maar niet alle binnen een onderzoek. binnen een onderzoek, maar leg uit welke verbanden
punten. belangrijk zijn.
.Ik kan aangeven wat beter kan bij herhaling van het
Ik heb enigszins door wat er beter had gekund bij het onderzoek.
onderzoek.