Discrete wiskunde: Hoofdstuk Grafen

Begrippen uit de grafentheorie

Eulercircuits, hamiltoncykels en bomen
Minimaal opspannende bomen
C. Van Hoey

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: 4 TW Datum . . . / . . . / . . .

(schrijf je naam op elk blad)

Vaststelling leerkracht na verbeteren van de toets

RESULTAAT: O Je kent dit leerstofonderdeel goed tot zeer goed
O Je kent dit leerstofonderdeel matig tot voldoende
/ 15 O Je kent dit leerstofonderdeel onvoldoende
O Je hebt de opgave niet goed gelezen

Overzichtelijke en correcte notatie van de tussenstappen en resultaten / nvt

Zelfevaluatie: Invullen na de toets.

Notities in orde Vind je dit deel van de cursus
ja / nee O:gemakkelijk O:tussenin O:moeilijk

*Theorie geleerd: ja / nee Begreep je de leerstof tijdens de

*Oefeningen hermaakt: lessen
ja / nee ja / nee
Hoe lang heb je thuis Verwachte punten op deze toets
gewerkt voor deze toets ?………h ………… %

Vraag 1: Verklaar je antwoord met een voorstelling van het probleem /4

in een graaf in combinatie met een verklaring in woorden.
(a) Gegeven: Een groep van 6 personen. Is het mogelijk dat elke persoon precies 3
andere personen de hand drukt ?

(b) Gegeven: Een groep van 5 personen. Is het mogelijk dat elke persoon precies 3
andere personen de hand drukt ?

1
 Discrete wiskunde: Hoofdstuk Grafen
Begrippen uit de grafentheorie
Eulercircuits, hamiltoncykels en bomen
Minimaal opspannende bomen
C. Van Hoey

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: 4 TW Datum . . . / . . . / . . .

(schrijf je naam op elk blad)

Vraag 2: Gegeven: de plattegrond van een huis met 7 kamers (A, B, C, /6

D, E, F en G) en 12 deuren.

kamer A kamer B kamer C

kamer E

kamer F kamer D

kamer G

(a) Stel de plattegrond voor door een graaf, waarbij elke kamer wordt vervangen
door een knoop en elke deur door een boog.

2
 Discrete wiskunde: Hoofdstuk Grafen
Begrippen uit de grafentheorie
Eulercircuits, hamiltoncykels en bomen
Minimaal opspannende bomen
C. Van Hoey

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: 4 TW Datum . . . / . . . / . . .

(schrijf je naam op elk blad)

(b) Is het mogelijk om een wandeling te maken in dit huis, waarbij je start en
eindigt in kamer A en waarbij je elke deur exact één keer passeert ? Als het niet
lukt vanuit kamer A, lukt het dan eventueel vanuit een andere kamer ?
.........................................................
.........................................................
Als het mogelijk is, noteer dan deze wandeling.
.........................................................

Duid de namen aan die van toepassing zijn op deze wandeling

O eulerspoor O hamiltoncykel
O eulercircuit O hamiltongraaf

(c) Op de plattegrond zie je dat er twee deuren zijn tussen kamer B en kamer E.
Dat is niet zo nuttig. Daarom beslissen de bewoners om 1 van deze deuren dicht
te metsen. Is het mogelijk om een wandeling te maken in dit aangepaste huis,
waarbij je start en eindigt in kamer A en waarbij je elke deur exact één keer
passeert ? Als het niet lukt vanuit kamer A, lukt het dan eventueel vanuit een
andere kamer ?
.........................................................
.........................................................
Als het mogelijk is, noteer dan deze wandeling.
.........................................................

Duid de namen aan die van toepassing zijn op deze wandeling

O eulerspoor O hamiltoncykel
O eulercircuit O hamiltongraaf

(d) Is het mogelijk om een wandeling te maken in dit huis (huis met 12 deuren uit
de opgave), waarbij je start en eindigt in kamer D en waarbij je elke kamer
slechts 1 keer doorloopt ?
ja / nee (schrap wat niet van toepassing is)
Als het mogelijk is, noteer dan deze wandeling.
.........................................................

Duid de namen aan die van toepassing zijn op deze wandeling

O eulerspoor O hamiltoncykel
O eulercircuit O hamiltongraaf

3
 Discrete wiskunde: Hoofdstuk Grafen
Begrippen uit de grafentheorie
Eulercircuits, hamiltoncykels en bomen
Minimaal opspannende bomen
C. Van Hoey

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: 4 TW Datum . . . / . . . / . . .

(schrijf je naam op elk blad)

Vraag 3: Welk gewicht heeft boog AG als je weet dat de waarde van /5
de minimaal opspannende boom in dit netwerk gelijk is aan 92.
Vermeld welk algoritme je gebruikt en de volgorde waarin je de minimaal opspannende boom opbouwt.