You are on page 1of 23

7.

ONDERZOEKEN EN
ONTWERPEN
4H Systematische Natuurkunde
6.1 Onderzoeken en ontwerpen
6.1.a Natuurkundig vragen

Bij een onderzoeksvraag zoek je nieuwe kennis.

Bij een ontwerpvraag wil je een nieuw product maken.


6.1.b Onderzoeksvraag

Je stelt eerst een hypothese op.

Vervolgens ga je onderzoeken of je hypothese juist is.


6.1.c Ontwerpvraag

Je stelt eisen op waaraan je product moet voldoen.

Vervolgens maak je het product en kijk je of het voldoet


aan de opgestelde eisen.
6.1.d Experiment

Bij je onderzoek hoort altijd een praktisch deel, het


experiment.
6.1.e Ontwerpcyclus

Je ontloopt een cyclus, waarbij je steeds je onderwerp


aanpast aan de eisen.
6.1.f Computermodel en schaalmodel

Met behulp van een computermodel kun je je


simuleren wat je wilt onderzoeken.

Dit gebeurt veelal voor het `echte' onderzoek of


ontwerpen.

Een schaalmodel is een kopie van je ontwerp, maar dan


met kleinere afmetingen.
6.2 Onderzoeken
6.2.a Het experiment

Eerst stel je een onderzoeksvraag op.

Je beschrijft wat je wilt meten en hoe - het werkplan.

Na de uitvoering verwerk je de resultaten.

Vervolgen geef je in een conclusie antwoord op je


onderzoeksvraag.

Daarna evalueer je je resultaten en conclusie (evaluatie).


6.2.b Werkplan

Je varieert één grootheid en meet de andere.

Alle andere grootheden moeten constant blijven.

Je past je meetinstrumenten aan bij wat je wilt meten.

Je herhaalt de metingen om onnauwkeurigheden zo


klein mogelijk te maken.
6.2.c Uitvoering

Eerst doe je proefmetingen / pilots om te kijken of je


werkplan werkt.

Zonodig pas je de meetmethoden en de meet-


instrumenten of de onderzoeksvraag en werkplan aan.
6.2.d Resultaten

De meetresultaten geef je weer in tabellen en


diagrammen.

Zie hf. 1 voor de eisen voor tabellen en diagrammen.


6.2.e Conclusie

Je vergelijkt de verwachte resultaten en de gevonden


resultaten.

Aan de hand van die vergelijking beantwoordt je de


onderzoeksvraag.
6.2.f Evaluatie

Je geeft aan of je hypothese klopte.

Zo niet, dan zoek je naar redenen, omdat te verklaren.


6.2.g Nauwkeurigheid van onderzoek

Als systematische fouten geen rol spelen, dan is het


onderzoek valide.

Als toevallige fouten klein zijn, is het onderzoek


betrouwbaar.

De nauwkeurigheid is groot als validiteit en


betrouwbaarheid in orde.

Kan iedereen het herhalen, dan is het reproduceerbaar.


6.3 Ontwerpen
6.3.a De ontwerpcyclus

Ga na wat de eisen voor het product zijn.

Bedenk oplossingen en maak een eerste versie.

Daarna test je je product.

Is het nog niet goed, dan herhaal je de cyclus.


6.3.b Voorbereidingsfase

Stel het programma van eisen voor het product op.

Voor iedere eis bedenkt je meerdere oplossingen.


6.3.c Uitvoeringsfase

Je kiest de beste combinatie van oplossingen, het


ontwerpvoorstel.

Je maakt een eerste versie, prototype, van je product.


6.3.d Testfase

Maak een testlist van de eisen.

Ga na of het ontwerp voldoet aan de eisen.


6.3.e Evaluatiefase

Voldoet het ontwerp niet aan de eisen, dan ga je je


prototype verbeteren.

De tekortkomingen leiden tot nieuwe oplossingen, die


je verwerkt in je product.

Test dan opnieuw je product.

Etc.
6.4 Afsluiting

You might also like