You are on page 1of 5

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

NAAM STUDENT

Nancy Reuvers

STUDENTNUMMER

KLAS

1A

STAGESCHOOL

Dn Bogerd Geldermalsen

STAGEBEGELEIDER

Ton

STAGEGROEP

6/7

DATUM

05-11-14

VAK / ONDERWERP

Muziek: Lied aanleren

Ik heb het OMOKVAR-model verwerkt in mijn lesvoorbereidingsformulier

O=Ontwerp
MO=Muzikale Opening
K=Kern
V=Verwerking
A=Afsluiting
R=Reflectie

VOORBEREIDING
Omcirkelen:

Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les.


Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les.

DOELEN VOOR DE LEERLINGEN


DOEL(EN)

Aan het eind van de les kennen de kinderen de tekst en het ritme goed en kunnen ze het lied
goed mee zingen.

+ Welk type doel; kennis en


inzicht, vaardigheid of attitude
gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren
(product, specifiek en
De les moet opleveren dat de leerlingen het lied goed kunnen meezingen en hierin plezier
meetbaar)?
hebben gehad.

+ Welk gedrag wil ik oproepen/


wat moeten de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Ik wil dat de leerlingen plezier hebben.


Ik wil dat de leerlingen actief mee doen.
Ik wil dat de leerlingen zich op hun gemak voelen tijdens het zingen.

LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN

De leerlingen kunnen al lezen en teksten onthouden. De leerlingen kunnen een ritme


herkennen en hierop juiste teksten meezingen.

+ Wat weten en/of kunnen de


leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke
theorie, didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?
ONDERWIJSBEHOEFTEN

De pedagogische behoefte is het op het gemak voelen tijdens het zingen. De didactische
behoefte is het herkennen van een ritme en het onthouden van een tekst die hierbij hoort .

+ Wat zijn de pedagogische en


didactische
onderwijsbehoeften van de
groep?
+Indien van toepassing: Wat
zijn specifieke individuele
onderwijsbehoeften?
BELEVING

Beleving:

+ Op welke ervaringen kan ik


aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid

De leerlingen hebben fantasie en kunnen zich een beeld maken van een boom met lekkernijen.
De leerlingen weten dat dromen niet echt zijn maar dat er van alles in je droom kan
voorkomen. De leerlingen zullen betrokken zijn, omdat zij vast ook wel eens zon gekke droom
hebben gehad.

MATERIALEN
MATERIALEN

Materialen:
Ik maak gebruik van de volgende materialen:

+ Wat moet ik klaarleggen,


-Cd speler
welke leermiddelen gebruik ik? -Cd De Droomboom
+ Op welke manier laat ik de
materialen de lesinhoud
ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen
gebruik ik. (APA)?

-Karoake versie van het lied


-Tekstblaadjes
-Beschikbare ruimte
Door het lied van de cd af te spelen horen de leerlingen het lied vast en weten ze een beetje
waar het lied over gaat. Door de tekstblaadjes kunnen de leerlingen meezingen met het lied en
door de karaoke versie leren de leerlingen wanneer je het zingen inzet.
Ik gebruik het boek: Nieuw geluid hierin staat het lied, De Droomboom.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESOPBOUW
TIJD
-Min
INLEIDING

ACTIVITEIT

Vorm

Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

ISK

Ik gebruik het O MO K V A R-model. Mijn Ontwerp staat in dit


lesvoorbereidingsformulier.

+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken

Muzikale Opening:

De leerlingen zitten in een cirkel in de klas. Ik vraag hen of ze wel eens


een gekke droom hebben gehad. Gebeurde er in die droom iets wat in
het echt helemaal niet kan? Wat is een droom eigenlijk? Hoe komt het
dat we dromen?

Na de interactie over dromen laat ik het lied horen. Na het afspelen van
het lied vraag ik de kinderen waar het lied over ging. Hebben jullie wel
eens een soort droom als deze gehad? Hoe zou het lied heten? Na deze
interactie laat ik het lied nog een keer horen.

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?

Kern:

Na twee keer beluisteren van het lied, deel ik de tekstblaadjes uit. Ik zing
het lied zonder muziek en vraag of de leerlingen mee willen zingen. Na
het zingen zonder muziek zet ik het lied aan op de cd speler. Ik vertel de
leerlingen dat ze niet bang hoeven te zijn om het verkeerd te zingen en
zeg dat ze gewoon uit volle borst mee mogen zingen.

Verwerking:

+ Pendelen tussen
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.

Als de leerlingen de betekenis van de tekst begrijpen en het lied goed


mee kunnen zingen dan voeg ik wat bewegingen tijdens het zingen toe. Ik
vertel de leerlingen dat we er even lekker bij gaan bewegen.

Ik spoel het lied door naar het stukje dat ik wil horen. In het lied wordt
gezongen: Heel voorzichtig in mijn droom klim ik langzaam in die
boom. Ik vraag de leerlingen om dit stukje wat zachter te zingen,
zogenaamd voorzichtig. Als de leerlingen dit beheersen vraag ik ze om
met hun handen een klimmende beweging te maken.

Ik spoel het lied door naar het stukje dat ik wil laten horen. In het liedje
klimt de persoon in de boom, waarna wordt gezongen: KRAK,BOEM..
naast mijn bed. Ik vraag de leerlingen om bij krak 1 keer in hun
handen te klappen en bij boem 1 keer met hun voet op de grond te
stampen.

+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken
KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?

n.v.t

AFSLUITING

Afsluiting:

+ Hoe bespreek ik de les


na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?

Als de leerlingen de bewegingen bij het lied beheersen, doen we het nog
allemaal een keer samen.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

+ Hoe evalueer ik de les


met de leerlingen?

Ik vraag de leerlingen of we nog meer passende bewegingen kunnen


toevoegen aan het lied en voer deze met hen uit.

Ik vraag aan de leerlingen of ze dit een leuke les vonden. En wat ze vooral
leuk vonden, het zingen? Of het bewegen? Ook vraag ik of er leerlingen
zijn die zich hierbij minder op hun gemak voelde. Ik zou deze leerlingen
vertellen dat dat helemaal niet erg is en dat ik het goed vind dat ze het
toch hebben geprobeerd.

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?

Overgang:

Ik zou deze muziek les geven voor 1 van de pauzes of aan het einde van
de dag, zodat de leerlingen niet gelijk na een actieve, ontspannen les
meteen iets heel inspannend hoeven te doen.

Reflectie

Dit is de laatste letter in het model. Ik heb deze les niet uitgevoerd, maar als ik dat wel had gedaan dan had ik
goed gereflecteerd op de door mij gegeven instructie. Ik zou terughalen of alle leerlingen betrokken waren bij
de les en of ik genoeg interactie heb gebruikt. Ook zou ik graag feedback van mijn praktijkopleider willen
krijgen en deze verwerken in de reflective.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

You might also like