You are on page 1of 4

Huiswerk

Oefening 1 Exerciiul 1
Lees de mogelijkheden en kruis het juiste antwoord aan.
Citete posibilitile i ncercuiete rspunsul corect.

Mijn naam is Bert Sels. En wat is jouw naam? a. Ik ben Annemie.


b. Aangenaam, meneer Sels.
Mijn naam is Annemie Brakel.

Hallo, ik heet Els.

a. Sanseverino.
b. Ik ben Paolo.

Els Baart.

a. Goedemiddag, meneer.
b. Peter Verlinden.

Ik ben Peter, de vriend van Els.

a. Dag Peter. Ik ben Bram.


b. Mijn naam is Goossens.

Demeester.

a. Deman.
b. Ik heet Jan.

Oefening 2 -Exerciiul 2

Kies het juiste woord en schrijf het in de volgende zinnen.


Alege cuvntul corect i scrie-l n urmtoarele propoziii.

ben / dag
.. Ik .. Bert Sels.
voornaam / heet
Ik . Els. Mijn .. is Els.
vriend / meneer
Dag ................................................. . Ik ben Karel Beerten. Peter is
de .............................. van Els.
mevrouw / naam
Zijn ................................................ is Paolo Sanseverino.
Dag ........................................... Baart. Ik ben Paolo Sanseverino.

Oefening 3 - Exerciiul 3
Wat hoort bij elkaar? Kies het juiste antwoord.
Ce propoziie corespunde cu cealalt? Alegerspunsul corect.
1. Tot ziens, Els!
2. Paolo, dit is Lisa.
3. Dit is meneer Baart.

A. Goedemorgen, meneer.
B. Dag, Lisa.
C. Tot ziens.

Oefening 4 - Exerciiul 4
Vervolledig de conversatie.
Compelteaz conversaia.
-

Ha, .. Liu. Goedenavond!


Dag, Tine!
Liu, dit zijn Anja Barbara.
Goedenavond, Liu.
Dag, Barbara. Dag, Anja.
Liu komt ................................................ China. Hij komt hier ...........................
Leuven studeren.

Interessant. En spreekt je Nederlands, Liu?


................................................. beetje.
Dat is goed. Liu, ..............................
Ja, dag Tine en Anja en Barbara.
Dag!!

Oefening 5 - Exerciiul 5
Verander de volgende zinnen met het woord tussen haakjes.
Schimbai urmtoarele propoziii cu cuvntul dintre paranteze.
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Ik
Ik
Ik
Ik
Ik
Ik

ben
ben
ben
ben
ben
ben

Mark Boomsma (Kees Berg) U bent Kees Berg.


Nederlander (Amerikaan) Zij
Sandra van Wittem (Mark Boomsma) Hij
marketing directeur (secretaresse) De vrouw
student (assistent) Jij
Amerikaan (Belgische) Zij

Oefening 6 - Exerciiul6
Verander de volgende zinnen.
Schimbai urmtoarele propoziii.
1. Ben
2. Ben
3. Ben
4. Ben
5. Ben
6. Ben
7. Ben
8. Ben
9. Ben
10.Ben

jij
jij
jij
jij
jij
jij
jij
jij
jij
jij

Kees Berg? (hij) nee, hij is Kees Berg.


Amerikaan? (zij, enkelvoud) nee, zij is Amerikaanse.
assistent? (u)
Nederlander? (wij)
Sandra van Wittem ? (zij, enkelvoud)
Jeff Wilson? (hij) student? (zij, meervoud)
Fransman? (hij)
Nederlandse ? (u)
directeur? (zij, meervoud)

Oefening 7 - Exerciiul 7
Verander de volgende zinnen.
Schimbai urmtoarele propoziii.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.

Ik
Ik
Ik
Ik
Ik
Ik
Ik
Ik
Ik

woon in Nederland (u) U woont in Nederland.


werk in Amsterdam (hij)
spreek Engels (zij, enkelvoud)
woon in Utrecht (wij)
zit op school (jij)
werk op kantoor (u)
spreek een beetje Nederlands (zij, meervoud)
woon in de Hoofdstraat (jij)
werk bij Euromax (jullie)

10.Ik spreek heel goed Engels (hij)


Oefening 8 - Exerciiul 8
Maak van de volgende zinnen vragen.
Facei din urmtoarele propoziii ntrebri.
1. U bent Nederlander Bent u Nederlander?
2. Je woont in Utrecht Woon je in Utrecht?
3. Je werkt in Nederland.
4. Hij spreekt Engels.
5. Ze werkt op kantoor.
6. U bent Mark Boomsma.
7. Hij is Nederlander.
8. Je bent marketing directeur.
9. Zij woont in Amsterdam.
10.Hij spreekt heel goed Nederlands.

You might also like