You are on page 1of 36

Carte Orange

2 hv Frans voor de onderbouw Docentenhandleiding

Methodeoverzicht Carte Orange


Carte Orange 1 hv tekstboek 1 hv werkboek 1 hv* leerling-cd 1 hv docenten-cd (incl. toets-cd) 1 hv docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 1hv Carte Orange 1 vmbo gt/havo tekstboek 1 vmbo gt/h werkboek 1 vmbo gt/h* leerling-cd 1 vmbo gt/h docenten-cd (incl. toets-cd) 1 vmbo gt/h docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 1 vmbo gt/h Carte Orange 2 hv tekstboek 2 hv werkboek 2 hv* leerling-cd 2 hv docenten-cd (incl. toets-cd) 2 hv docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 2 hv 90-06-18097-1 90-06-18098-X 90-06-18112-9 90-06-18125-0 90-06-18121-8 Carte Orange 2 vmbo gt tekstboek 2 vmbo gt werkboek 2 vmbo gt* leerling-cd 2 vmbo gt docenten-cd (incl. toets-cd) 2 vmbo gt docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 2 vmbo gt Carte Orange 3 hv tekstboek 3 hv werkboek 3 v* werkboek 3 h* leerling-cd 3 v leerling-cd 3 h docenten-cd (incl. toets-cd) 3 v docenten-cd (incl. toets-cd) 3 h docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 3 v docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 3 h Carte Orange 3 vmbo tekstboek 3/4 vmbo werkboek 3/4 vmbo* leerling-cd 3/4 vmbo docenten-cd (incl. toets-cd) 3/4 vmbo docenten cd-rom met toetsen en antwoorden 3/4 vmbo 90-06-18099-8 90-06-18100-5 90-06-18113-7 90-06-18128-5 90-06-18127-7

90-06-18095-5 90-06-18096-3 90-06-18111-0 90-06-18123-4 90-06-18122-6

90-06-18103-X 90-06-18105-6 90-06-18104-8 90-06-18116-1 90-06-18115-3 90-06-18135-8 90-06-18133-1 90-06-18134-X 90-06-18131-5

90-06-18101-3 90-06-18102-1 90-06-18114-5 90-06-18130-7 90-06-18126-9

90-06-18106-4 90-06-18107-2 90-06-18117-X 90-06-18138-2 90-06-18136-6

* inclusief toegang tot website www.carteorange.nl

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl

Eerste druk, eerste oplage

ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2006 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopien uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Inhoudsopgave
Algemeen

De opbouw van Carte Orange De opbouw van een unit Verschillen tussen 2 hv en 2 vmbo-gt - de overstap van 2 vmbo gt naar 3h - uitdagende opdrachten voor leerlingen in 2 vwo - wat kan vwo eventueel overslaan De Nieuwe Onderbouw
Fiches Orange

p. 2 p. 6 p. 8

p. 10

Algemene tips bij Carte Orange Over de Fiches Orange Fiche Orange unit 1 Fiche Orange unit 2 Fiche Orange unit 3 Fiche Orange unit 4 Fiche Orange unit 5 Fiche Orange unit 6 Fiche Orange unit 7 Fiche Orange unit 8 Fiche Orange unit 9

p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.

13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33

Let op: Op de Docentencd-rom zijn de volgende materialen beschikbaar: Toetsen Antwoorden bij de toetsen Transcripten van de luistertoetsen Antwoorden bij de opdrachten uit het cahier dexercices Transcripten van de luisteropdrachten uit het cahier dexercices Bestelnummer docentencd-rom 2 hv: 90-06-18126-9 Bestelnummer docentencd-rom 2 vmbo-gt: 90-06-18127-7

De audio van de luistertoetsen vindt u op de docenten-cd waar ook al het luistermateriaal uit het werk- en tekstboek op staat. Bestelnummer docenten-cd 2 hv: 90-06-18130-7 Bestelnummer docenten-cd 2 vmbo-gt: 90-06-18128-5

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

De opbouw van Carte Orange


Alle units van Carte Orange hebben een vaste opbouw. Ieder hoofdstuk uit het tekstboek beslaat 10 paginas die als volgt zijn opgebouwd:

Rubrieken in het Tekstboek


Inhoudsopgave p. 1 Dico p. 3 Roman-photo p. 5 Conversations p. 7 Docu-presse p. 9 p. 10 p. 8 p. 6 Texto p. 4 Couleur Locale p. 2

De rubrieken hebben hun eigen oefeningen in het werkboek. Na de basisstof en vr het lezen en schrijven van de docu-presse passen de leerlingen het geleerde toe in de mise en pratique van het werkboek.

Tekstboek
Openingspagina per hoofdstuk: inhoudsopgave en couleur locale

De inhoudsopgave toont de inhoud van de rubrieken uit het hoofdstuk. Ieder nieuw thema wordt ingeleid met illustratieve fotos en een korte tekst in het Nederlands. Die tekst, couleur locale, bevat Frankrijkkunde, praktische informatie en Frans vocabulaire over het thema. De docent kan rondom deze inleiding eigen informatie geven en ervaringen met leerlingen bespreken. Een aantal nuttige woorden is in het Frans gegeven met daarachter de Nederlandse vertaling. Woorden die raadbaar zijn vanuit het Nederlands of de context worden niet vertaald. In het werkboek staat steeds een korte opdracht onder de naam couleur locale over deze Frankrijkkunde.
Dico & Texto
[1]

Op iedere dico-pagina wordt woordverwerving gevisualiseerd rond verschillende centres dintrt, passend bij het thema van het hoofdstuk. Zo is vocabulaire opvallend aanwezig in Carte Orange. Er zijn ondersteunende tekeningen, schemas, plaatjes en fotos ten behoeve van het leren van vocabulaire, als voorbereiding op de tekst (texto) die op de rechterpagina staat en op de andere teksten. Enkele oefeningen in het werkboek laten de leerlingen werken met de dico-pagina. De dico-woorden staan net als het te leren vocabulaire uit de teksten steeds in de leeroverzichten (apprendre) achter in het boek.
Texto

De texto introduceert op een toegankelijke manier het thema van het hoofdstuk. Deze receptieve tekst staat ook op de cd. In de texto komt het eerste grammaticale probleem aan de orde. De grammatica wordt ondersteund met een luisteroefening. Dit is een belangrijk kenmerk van Carte Orange. In het onderdeel texto komen steeds de volgende drie onderdelen terug: koppeling van klank- en schriftbeeld globaal en gedetailleerd tekstbegrip nieuwe grammatica
[1]

Texto is de afkorting die gebruikt wordt voor sms-berichten; Dico is de afkorting van dictionnaire.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Roman-photo

Dit is een beeldverhaal met vier jongeren in steeds wisselende situaties. De fotoroman nodigt uit tot het lezen en ontcijferen van de tekstballonnen. Kijken en lezen komen hier aan bod. Ook krijgen leerlingen het tweede grammaticaonderdeel uit het hoofdstuk voorgeschoteld en oefenen daarmee. Vaak wordt in dit onderdeel ook een grammaticaal onderwerp herhaald. De leerlingen beginnen in dit onderdeel met productieve taalvaardigheid: zij halen taalfuncties uit de dialogen en doen de eerste spreekoefening (comment dire?).
Conversations

De conversations starten met een kijkoefening, gevolgd door een luisteroefening. De gesprekken bieden nieuwe praktische taalfuncties. De gesprekken vormen ook een kapstok voor een nieuw grammaticaal onderwerp. De situaties spelen zich steeds af in een echt Franse omgeving die toch herkenbaar is voor leerlingen. De leerlingen luisteren naar de dialogen, verzamelen taalfuncties bij de oefening comment dire? waarmee later, bij de mise en pratique, wordt geoefend.
Diagnostische toets

In deze eerste rubrieken is alle basisstof van de unit aan bod gekomen. De leerlingen kunnen nu een diagnostische toets maken over de basisstof. Deze toets staat op de docentencd-rom. Als voorbereiding op de toets kunnen de leerlingen extra oefenen op de website www.carteorange.nl. De onderdelen dico & texto, roman-photo en conversations bieden herhaling van de stof uit alle rubrieken. Daarnaast is er een programma om systematisch woorden mee te oefenen, de mot-o-matique, en een interactieve grammaticatrainer in de outils. De code op het werkboek biedt leerlingen toegang tot de website. Voor docenten staat de code achter op de docentencd-rom.
Na de basisstof: toepassing in mise en pratique (in het werkboek en op de website)

Hierna passen de leerlingen het geleerde verder toe in oefeningen voor luister- en spreekvaardigheid. Dat gebeurt in het werkboek met de mise en pratique. Door middel van een geleide oefening wordt de grammatica voor het spreken opgefrist. Dan volgen een geleide en een vrije spreekoefening. Extra luisteren komt aan bod in een luisteroefening waarvan de tekst niet in het werkboek staat. In deel 2 krijgt de leerling ook authentiek luistermateriaal te horen, doorgaans berichten van de radio. Deze fragmenten worden uiteraard zeer globaal bevraagd. De transcriptie hiervan is te vinden op de docentencd-rom. In deel 2 werken de leerlingen toe naar een eindopdracht, de taak. In deze taken worden meestal verschillende vaardigheden gecombineerd. Een beschrijving van de inhoud van de taken staat in de inhoudsopgave van iedere unit. De leerlingen kunnen na de basisstof ook verder gaan met de website www.carteorange.nl. Daar vinden ze materiaal dat de oefeningen uit het werkboek kan vervangen. Dat betekent dat de leerlingen naar keuze in het werkboek f op de website kunnen werken. Zij kunnen ook beide onderdelen doen omdat er verschillend materiaal wordt aangeboden.
Docu-presse (in het werkboek en op de website)

De leerlingen sluiten het hoofdstuk af met schrijven en lezen in de docu-presse. Ook dat onderdeel kan naar keuze uit het boek of op de website gemaakt worden. Boek en website bieden verschillende materialen aan voor dezelfde vaardigheid. De woorden uit deze onderdelen worden niet getoetst. De laatste twee paginas in het tekstboek bevatten steeds n tekst als uitgangspunt voor schrijven (natuurlijk eerst lezen) en n voor leesvaardigheid met allerlei aspecten van land en volk.
Apprendre: leeroverzichten

Iedere unit uit Carte Orange heeft een leeroverzicht met de woorden uit de basisstof gegroepeerd per onderdeel, alle zinnen uit de Comment dire?-oefeningen en de drie grammaticaonderdelen. Het overzicht Apprendre uit het tekstboek toont de totale stof van n unit, heel handig bij de voorbereiding van een toets. De woorden uit Apprendre staan ook achter in het werkboek zodat leerlingen daar hun eigen aantekeningen bij kunnen maken. Een werkwijze die zijn nut heeft bewezen.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Grammaticaoverzicht

Achter in het tekstboek staat een overzichtsgrammatica van alle onderdelen die in deel 1 en 2 zijn aangeboden.
Alfabetische woordenlijsten N/F en F/N

De laatste paginas van het tekstboek bevatten de alfabetische opzoekwoordenlijsten F/N en N/F van alle aangeboden woorden uit de basisstof met een verwijzing naar de plaats waar het woord het eerst wordt aangeboden. De woorden zonder verwijzing zijn in deel 1 aangeboden.

Werkboek
Van receptief naar productief

De methode is opgebouwd van receptief naar productief. De woorden uit de Dico worden receptief aangeboden en geoefend. Ook de eerste Franse tekst, Texto, is een receptieve tekst. De woorden uit deze tekst worden FransNederlands geleerd en geoefend. Woorden uit deze twee onderdelen komen vaak terug in de Roman-photo en de Conversations. In veel gevallen moeten ze dan nog een keer geleerd worden, maar nu Nederlands-Frans. De Roman-photo is een leestekst waaruit de leerlingen door middel van een oefening (Comment dire?) zelf een aantal communicatieve standaardzinnen halen die ze vervolgens zowel Frans-Nederlands als Nederlands-Frans moeten leren. Ook de woorden uit de Roman-photo leert de leerling Frans-Nederlands en Nederlands-Frans. Voor de Conversations geldt ongeveer hetzelfde als voor de Roman-photo: de leerlingen moeten woorden en zinnen hieruit zowel Frans-Nederlands als Nederlands-Frans leren.
Audiomateriaal

Het gebruik van de audio-cd bij luisteropdrachten is gegroepeerd in praktische blokken zodat u niet steeds de audio-cd nodig heeft. Na de introductie van het thema en de oefeningen bij de de dico gebruikt u de audio-cd bij de texto voor luisteren, (mee)lezen en luisteren met grammatica. De roman-photo lezen de leerlingen zonder audio. De fotos nodigen uit tot het ontcijferen van de tekst. Luistervaardigheid speelt wel een belangrijke rol bij de conversations: de eerste oefening bij dit onderdeel is zo opgezet dat de leerlingen die kunnen maken zonder de tekst mee te lezen. Ook in de mise en pratique staan luisteroefeningen; in deel 2 krijgt de leerling ook authentiek luistermateriaal te horen, doorgaans berichten van de radio. Deze fragmenten worden uiteraard zeer globaal bevraagd. De transcriptie hiervan is te vinden op de bij de methode behorende docentencd-rom.
Grammaire

In iedere unit worden drie nieuwe grammaticaonderdelen op verschillende plaatsen aangeboden: bij de texto, de roman-photo en de conversations. En van deze grammatica-onderdelen betreft een werkwoord of een groep van werkwoorden. Bij de aanbieding van de werkwoorden gaan we in Carte Orange uit van een tweedeling; aan de ene kant de regelmatige werkwoorden op -er, aan de andere kant alle andere werkwoorden die we als onregelmatig beschouwen. Indien mogelijk is er steeds een korte ontdekkingsvraag. Daarna gaan de leerlingen direct met de regel oefenen. Er zijn minimaal twee oefeningen rondom het betreffende grammaticale probleem. Werkwoorden worden in complete rijtjes aangeboden. In deel 2 wordt de grammatica van deel 1 structureel herhaald onder het kopje rvision. Ook wordt de grammatica van de units 8 en 9 van deel 1 in deel 2 opnieuw aangeboden. De leerlingen missen dus geen grammatica als de docent het boek in leerjaar 1 niet helemaal uitkrijgt. De drie grammaticaonderdelen van elke unit staan in de apprendre-overzichten per hoofdstuk (apprendre 3, 6 en 9). Er is ook een grammaticaoverzicht, waarin alle in deel 1 en 2 behandelde grammatica is opgenomen. Ieder blokje grammatica heeft enkele voorbeeldzinnen die het onthouden vergemakkelijken. Extra oefening is mogelijk via de website.
Perceptieve luistervaardigheid (verstaan) en comprehensieve luistervaardigheid (begrijpen)

In Carte Orange leren leerlingen systematisch klanken, woorden en woordgroepen verstaan. Leerlingen leren betekenisvolle woordgroepen onderscheiden (perceptieve luistervaardigheid). Het verstaan gaat vooraf aan het begrijpen (comprehensieve luistervaardigheid). Dit is essentieel voor de luistervaardigheid van het Frans waarin liaison en lision een hinderpaal vormen voor Nederlandse leerlingen. Om bekend te raken met de uitspraak van het Frans moeten leerlingen af en toe ook woorden of zinnen naspreken.
4
CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Herhalen en inslijpen

Het werkboek biedt een ruime hoeveelheid oefeningen voor herhaling van eerder aangeboden grammatica en vocabulaire. Op de website staan nog meer oefeningen om grammatica en vocabulaire te trainen.
Zelfstandig

De leerlingen kunnen zelfstandig alle oefeningen maken. De luisteroefeningen kunnen zij zelfstandig doen met hun eigen audio-cd. Met de antwoorden op de docentencd-rom kunt u indien gewenst zelf antwoordenboekjes maken.
Apprendre

Na ieder onderdeel dico & texto, roman-photo, conversations krijgt de leerling een duidelijke verwijzing naar de leerstof: apprendre 1, apprendre 2 etc. De leerlijsten bestaan uit overzichtelijke, goed leerbare hoeveelheden.

Toetsen
Diagnostische toets

Na de basisstof van iedere unit (na de conversations) kan de leerling een diagnostische toets maken. Deze is voor de docent beschikbaar op bij de methode behorende docentencd-rom.
Eindtoets

De eindtoets beslaat de basisstof en de vaardigheden van een unit. Meer informatie vindt u in de rubriek Opbouw van de toetsen op de bij de methode behorende docentencd-rom.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

De opbouw van een unit


Inhoud tekstboek couleur locale Beknopte inhoudsopgave Visuele informatie rondom thema van het hoofdstuk; tekst over het thema in het Nederlands met Frans vocabulaire. dico Vocabulaireverwerving. Functie Inleiding op nieuw thema. Kennis van Land en Volk. Lezen. Docent introduceert thema. Semantische velden, ondersteunende tekeningen, schemas, plaatjes, fotos. Luisteren/lezen/Grammatica 1e onderdeel/woordverwerving F-N. Audio n.v.t.

n.v.t.

texto Openingstekst.

audio

roman-photo Beeldroman met dialoog; hierin productieve grammatica en productief vocabulaire; losse episodes met vier vaste personages

Stimuleren van lezen. Taalfuncties distilleren uit tekst. Aanbieden van 2e onderdeel grammatica. Woordverwerving N-F en F-N.

audio bij het grammaticaonderdeel

conversations Losse communicatieve situaties met de vier personages; vier dialogen; hierin komen taalfuncties aan bod.

Voor luistervaardigheid en productief taalgebruik/woordverwerving. N-F en F-N. Aanbieden van 3e onderdeel grammatica.

audio

Einde van de basisstof; nu toepassing middels werkboek of website. Geen tekstboekmateriaal. Geen tekstboekmateriaal. audio

Geen tekstboekmateriaal.

Geen tekstboekmateriaal.

n.v.t.

docu-presse schrijven Tekstbron ten behoeve van schrijven. docu-presse lezen Authentieke leestekst met gentegreerde Kennis van Land en Volk.

Uitgangsmateriaal voor schrijven.

n.v.t.

Training leesstrategien.

n.v.t.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Didactische lijn werkboek couleur locale Warming up: orinterende, korte (samenwerkings)opdracht.

dico Verkennen van vocabulaire als voorbereiding op de teksten uit het boek. Afsluiten met: Apprendre 1 (Leer nu de woorden van Apprendre 1 op pag. 00 van je tekstboek) (voca F-N). texto Luisteren zonder tekst met enkele vragen. Luisteren met tekst en gevarieerde vragen over tekstbegrip, van globaal naar detail. Vocabulaire-oefening gentegreerd met tekstbegrip. Apprendre 2 (voca F-N). Grammaticaregel 1; grammaticaprobleem herkennen. Perceptieve opdracht: oefening met grammatica en luisteren. Apprendre 3 (grammatica). roman-photo Kijken en lezen beeldroman. Apprendre 5 (voca N-F). Semantiseren (tekstbegrip). Grammaticaregel 2. Herkennen taalfuncties (Comment dire?). Grammatica-oefening. Geleide spreekopdracht. Perceptieve luisteropdracht: oefening met Apprendre 4 (zinnen). grammatica en luisteren. Vocabulaireopdracht. Apprendre 6 (grammatica). conversations (start met twee productieve dialogen) Luisteren (globaal) zonder tekst: enkele elementen eruit laten halen. Tekstbegrip en vocabulaire. Comment dire?: Hoe zegt men ; dit is herkennen van taalfuncties, deze worden gebruikt in de spreekoefeningen van de mise en pratique. Apprendre 7 (voca N-F) Herhaling van dezelfde oefenreeks bij de volgende twee dialogen. Apprendre 8 (voca N-F). Apprendre 9 (grammatica). Apprendre 10 (zinnen). mise en pratique luisteren Oefenen met luistermateriaal waarvan de tekst niet in het werkboek staat (transcript beschikbaar op de docentencd-rom). Training van luisterstrategien. Authentieke luistervaardigheid. mise en pratique spreken (productieve fase, spreken: toepassen) Herhaling van grammatica in communicatieve oefening. Reconstruire: geleide spreekoefening met alle geleerde taalfuncties. Appliquer: vrijere spreekoefening op basis van het materiaal uit de dialogen en de roman-photo. > taak (doe-opdracht) docu-presse schrijven Korte leesopdracht. Schrijfopdracht. docu-presse lezen Training leesstrategien. Begripsvragen.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Verschillen tussen 2 hv en 2 vmbo gt


Carte Orange doet recht aan de verschillen tussen enerzijds havo/vwo en anderzijds vmbo gt. De boeken voor havo/vwo zijn uitdagend, op niveau en bieden rijk gevarieerd oefenmateriaal. Voor vmbo gt is er minder en eenvoudiger materiaal.
Tekstboek

De teksten zijn voor vmbo gt sterk ingekort en de zinnen zijn vereenvoudigd. Daar waar hv vier mini-dialogen krijgt aangeboden, krijgt vmbo gt hier twee vereenvoudigde dialogen. De docu-presse bij vmbo-gt bestaat uit n tekst, voornamelijk bedoeld als extra leestekst. Schrijfvaardigheid bij dit schooltype bestaat vooral uit het schrijven van eenvoudige voorgestructureerde e-mails en briefjes. Hv krijgt drie nieuwe grammatica-onderdelen aangeboden, vmbo krijgt er twee.
Werkboek

De vmbo-leerling oefent in kleinere stapjes, bijvoorbeeld bij de oefeningen voor grammatica. De vmbo-leerling leert minder woorden. De vmbo-leerling maakt meer verwerkingsopdrachten aan de hand van illustraties en puzzeltjes.

Overstap van 2 vmbo gt naar 3 h


Een aantal leerlingen zal van 2 vmbo gt naar 3 h overstappen. Om deze overstap goed te laten verlopen komt in het werkboek 3 h daar waar nodig een extra instapopdracht voor de leerlingen die vanuit 2 vmbo gt naar 3 h doorstromen. Dit zal voornamelijk bij grammatica zijn. Verder is er voor deze leerlingen een set met opdrachten beschikbaar waarin de grammatica en het vocabulaire worden aangeboden en geoefend dat deze leerlingen missen ten opzichte van 2 hv-leerlingen. Deze set opdrachten vindt u op het docentengedeelte van de website en in de docentenhandleiding 2 vmbo gt.

Uitdagende opdrachten voor 2 vwo-leerlingen


Verkorte route voor vwo 2 (2 uur Frans in de week)
Op veler verzoek is er een voorstel geschreven voor een verkorte leerroute voor vwo-leerlingen die 2 uur Frans hebben in de tweede klas. Dit voorstel vindt u elders op het docenten-deel 2 hv van de website www.carteorange.nl. Hieronder volgt een korte toelichting bij de verkorte leerroute. De opbouw van een unit is goed doordacht. Geen enkele oefening in het werkboek is overbodig. Daarom raden we u in eerste instantie aan om al het materiaal te gebruiken, maar dan alleen van unit 1-7. De grammatica en het vocabulaire uit unit 8 en 9 wordt als niet bekend verondersteld en in het volgende leerjaar opnieuw aangeboden. Daarnaast kunnen vwo-leerlingen in de regel meer huiswerk aan en kunnen zij zelfstandiger opdrachten uitvoeren dan havo-leerlingen, waardoor het mogelijk is meer oefeningen te doen in dezelfde tijd. Mocht u een andere keuze willen maken, dan verwijzen we u naar het voorstel elders op de website. Vwoleerlingen zijn doorgaans in staat een tussenstapje over te slaan en hebben het niet altijd nodig elke oefening geheel voorgestructureerd te krijgen. Desalniettemin geldt dit niet voor elke vwo-leerling. Leerlingen die moeite met Frans hebben, zullen die tussenstapjes (en oefening met woorden leren), nodig hebben (eventueel thuis door ze te maken). Daarom wordt bij de eventueel te schrappen oefeningen aangegeven om wat voor soort oefening het gaat, zodat u de juiste keuze voor uw situatie kunt maken. In het algemeen zijn het steeds dezelfde soort oefeningen die in het voorstel tot overslaan opgenomen zijn.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Vocabulaire-oefeningen, omdat zij oefenen met het vocabulaire dat leerlingen al tegengekomen zijn in de (luister)tekst(en) ervoor. Deze woorden komen terug in een Apprendre. (soms) Taalfunctie-oefeningen, omdat ze oefenen met zinnen die leerlingen al tegengekomen zijn in de fotoroman of in de conversations. Ze staan dan ook letterlijk in een apprendre. Het is een extra voorstructurering voor een spreekopdracht. Grammatica-oefeningen, omdat het een tussenstapje is naar een volgende grammatica-oefening over hetzelfde onderwerp. (heel soms) Luistervaardigheid: als dezelfde luisterstrategie al aan bod is geweest in de unit.

Daarnaast kunt u uw programma inkorten door een keuze te maken uit de uitdagende opdrachten van een unit. De uitdagende opdrachten komen doorgaans uit de onderdelen mise en pratique en docu-presse. Dit zijn vaak oefeningen die wat extras vragen van leerlingen. U kunt bv. steeds n van de twee docu-presse-opdrachten laten maken (of eventueel om de unit alle twee de leesopdrachten). Daarnaast kunt u n of twee uitdagende opdrachten van twee verschillende (andere) vaardigheden per unit kiezen. U doet dus maximaal drie uitdagende of docu-presse-opdrachten per unit en de rest laat u buiten beschouwing. Wij raden u aan rekening te houden met een evenwichtige verdeling van de vaardigheden. Om dat te vergemakkelijken staat in het voorstel per uitdagende en docu-presse-opdracht bondig aangegeven welke vaardigheid geoefend wordt en welk onderwerp het betreft. Uitgangspunten bij de keuze van oefeningen die overgeslagen zouden kunnen worden: Deze keuze moet niet ten koste gaan van de uitgekiende opbouw van de unit. Door deze keuze moet een bepaalde vaardigheid niet in het gedrang komen. Het spreekt wellicht voor zich dat het wel de bedoeling is dat leerlingen al het vocabulaire van een unit leren ook al wordt voorgesteld een vocabulaireoefening over te slaan. Zo kan een gedegen woordenschat opgebouwd worden en kunt u de toetsen integraal handhaven. Uitgangspunten uitdagende opdrachten: De instructie bij de oefening is beperkt. De hoeveelheid aan gegevens die leerlingen krijgen is beperkt. Er is meer ruimte voor eigen initiatief van de leerlingen. U kunt natuurlijk ook andere keuzes maken. Naar wens kunt u dus (een aantal) opdrachten die in het voorstel als overslaan aangemerkt staan, alsnog opnemen in uw programma.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

De nieuwe onderbouw
Na de Basisvorming
In 1993 is in het Nederlandse middelbare onderwijs de basisvorming ingevoerd. Doel was aan alle leerlingen een gelijke basis en gelijke kansen te bieden en de keuze van vervolgstudie langer uit te stellen. Toch kwamen leerlingen in gestreamde dakpanklassen terecht, ze kregen niet allen dezelfde stof aangeboden en het programma bleek versnipperd en overladen. Vooral voor de voormalige vbo-leerlingen (nu vmbo) was het programma niet alleen te overladen maar ook te theoretisch geworden. Na een evaluatie van de basisvorming door de inspectie (Rapport 1999) werd geconcludeerd dat de leerlingen niet echt actief bezig waren, dat niet alle kerndoelen gehaald werden en dat de algemene doelen onvoldoende gehaald werden. De Minister heeft daarop een Taakgroep Vernieuwing Basisvorming ingesteld. Zie ook www.vernieuwingbasisvorming.nl. In juni 2004 is er door deze Taakgroep een eindrapport aangeboden aan de Minister.

De Nieuwe Onderbouw
In het rapport van de Taakgroep wordt het leren van de leerling centraal gesteld. Dit betekent dat er meer aandacht zal zijn voor verschillen tussen leerlingen, zowel wat betreft cognitieve capaciteiten en leerstijlen als sociale, culturele en emotionele achtergronden. De taakgroep heeft leren als volgt geformuleerd: De leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig. De leerling leert samen met anderen. De leerling leert in samenhang. De leerling orinteert zich. De leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving. De leerling leert in een doorlopende leerlijn. Het onderwijsprogramma moet meer in samenhang georganiseerd worden. Voor een aantal algemene vakken betekent dit dat zij in leergebieden aangeboden gaan worden. Dit betreft de leergebieden Natuur en Techniek en Natuur en Gezondheid. De vreemde talen worden evenals wiskunde en Nederlands als afzonderlijke vakken aangeboden, maar een samenwerking tussen die vakken en de leergebieden wordt niet uitgesloten. Een andere manier om het onderwijs meer samenhang te geven is het werken in projecten. ThiemeMeulenhoff biedt voor alle vakken projecten aan. Kijk daarvoor op de website www.onderbouwd.nl.
Kerndoelen

Het totaal aantal kerndoelen wordt beperkt tot 58. Voor het vak Frans zijn er vooralsnog geen kerndoelen geformuleerd. Dit is wel het geval voor Engels. Dit vak telt acht kerndoelen. De kerndoelen gelden voor de eerste twee jaren van de onderbouw. Het derde jaar wordt als een schakel gezien tussen de onderbouw en de tweede fase. Hierin moet ruimte zijn voor orintatie op de tweede fase en moet er aandacht zijn voor de verschillen tussen leerlingen.
Kerncurriculum

De vakken Frans (en Duits) komen niet voor in het kerncurriculum (waar Engels wel in voorkomt). Toch moeten de programmas van de onderbouw een doorstroom naar de tweede fase havo en vwo en alle sectoren van het vmbo mogelijk maken. De Minister heeft dan ook bepaald dat ook leerlingen van de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg een tweede vreemde taal aangeboden moeten krijgen.

10

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Schoolontwikkeling

De scholen krijgen binnen het nieuwe wettelijke kader de vrijheid om binnen vier zogenaamde scenarios hun eigen beleid te ontwikkelen. De rol van de inspectie zal specifieker worden om de schooleigen invulling te toetsen en de kwaliteitskaart van een school in te vullen. Per 1 augustus 2006 treedt de nieuwe wet op de onderbouw in werking. In de tussentijd krijgen scholen ruimte om al te experimenteren. scenario 1 In het eerste scenario blijft de school dicht bij de bestaande situatie: de vakken, de docenten en het traditionele rooster blijven bestaan. Docenten maken afspraken over het omgaan met de overlap in leerstof van verwante vakken. scenario 2 In het tweede scenario maakt de school in het rooster op gezette tijden ruimte voor bijvoorbeeld vakoverstijgende projecten: docenten van verschillende vakken overleggen samen over vakoverstijgende themas waarin hun leerlingen kunnen samenwerken. scenario 3 In scenario 3 clustert de school de inhoud van verschillende vakken tot leergebieden zoals Mens & Maatschappij, Mens & Natuur, Kunst & Cultuur, Sport en Beweging. Docenten en leerlingen hebben een deel van het weekrooster tot hun beschikking en hebben ruime zeggenschap over de precieze invulling. scenario 4 Dit is de variant met veruit de meeste veranderingen. In scenario 4 gaat de school niet uit van de inhoud van de leerstof maar van de competenties die de leerlingen moeten ontwikkelen. Het onderwijs is volledig thematisch en leerlingen hebben grote invloed op de inhoud. Lesroosters vervallen.

Carte Orange en De Nieuwe Onderbouw


Zelfstandig

De opdrachten in Carte Orange zijn zo geschreven dat leerlingen goed zelfstandig kunnen werken. Alle opdrachten zijn met het oog daarop ook beoordeeld door ervaren docenten. De audio-cd en de website (individuele toegangscode staat op ieder werkboek) zijn hulpmiddelen voor het zelfstandig werken op ieder moment en op elke plek. De docent kan kiezen bij welke onderdelen begeleiding gewenst is.
Flexibel

Carte Orange is een flexibele methode: na de basisstof per unit (bestaande uit Couleur locale, Dico & Texto, Roman-photo en Conversations) kan de leerling werken aan de toepassing van die basisstof in de Mise en pratique in het werkboek of op de website www.carteorange.nl. De documenten uit de Docu-presse voor lezen en schrijven zijn naar keuze inzetbaar. Voor deze vaardigheden zijn er materialen in het boek en/of op de website. De website biedt ook veel herhalingsmateriaal. Bij de handleiding is voor ieder hoofdstuk een (voorbeeld)planner gemaakt op de fiche orange. Deze kunt u aanpassen aan uw eigen schoolsituatie.
Actief

De opdrachten in Carte Orange dagen de leerling uit tot actief bezig zijn met taal. Dit wordt nog versterkt in jaar 2, waarin leerlingen met projecten en taken aan de slag kunnen gaan. De opdrachten Comment dire? in iedere unit noodzaken de leerlingen tot actief reconstrueren van taalmateriaal.
In samenhang

De themas uit Carte Orange staan garant voor een samenhang in de methode. De relatie tussen die themas en de Franse werkelijkheid versterkt de samenhang en het authentieke karakter van Carte Orange. Vanaf deel 2 gaan leerlingen taken en projecten uitvoeren die de samenhang versterken. Tegelijkertijd wordt er continu gewerkt aan de versterking van de basiskennis.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

11

Doorlopende leerlijn

De didactische lijn van Carte Orange vertoont herkenbaar overeenkomst met de methode voor de tweede fase, Libre Service. Dit garandeert een doorlopende leerlijn.
Het Europees Refentiekader

Het Europees Referentiekader (ERK of CEF, Common European Framework) is een Europese standaard die de verschillende onderdelen van de taalvaardigheid in kaart brengt in niveaus van A1 tot en met C2. Het taalportfolio is het dossier van de leerling waarbinnen hij allerlei taalhandelingen aftekent op de verschillende niveaus. Deze Europese standaard zal in de (nabije) toekomst een grotere rol gaan spelen bij het taalonderwijs. Leerlingen zullen dan beoordeeld worden op prestaties. Het Europees Referentiekader is ingevuld met zogenaamde taalprofielen en can do statements (prestaties). Het mvt-onderwijs wordt binnen dit Referentiekader ingevuld met taaltaken. Carte Orange voert taaltaken in vanaf leerjaar 2. Meer informatie over het Europees Referentiekader vindt u op: http://www.europeestaalportfolio.nl http://www.nabmvt.nl http://www.werkplaatstalen.nl

12

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Algemene tips bij Carte Orange


Bij iedere unit is een Fiche Orange gemaakt. Kant A geeft u handige lestips. Kant B is een hoofdstukplanner die u in n oogopslag laat zien wat u per les kunt behandelen. Eerst volgen een aantal algemene tips bij de verschillende onderdelen van een unit.

couleur locale
Dit onderdeel is bij uitstek geschikt om een klassengesprek over het lesthema aan vast te knopen. Vraag leerlingen naar eigen ervaringen met het onderwerp. Er is gekozen om de Franse woorden in de Nederlandse tekst alleen te vertalen als ze niet eerder in Carte Orange zijn aangeboden en niet eenvoudig te begrijpen zijn vanuit het Nederlands (dus wel tudiants, maar niet lycens). In geval van twijfel kan de docent de leerlingen in tweetallen de onvertaalde woorden uit de tekst laten halen en laten vertalen. Laat elk koppel vervolgens vertellen of ze problemen hadden met bepaalde woorden, en zo ja met welke. Andere koppels die er wel uit kwamen kunnen vervolgens uitleggen hoe zij aan hun antwoorden zijn gekomen.

dico
Inventariseer van tevoren welke woorden over het lesthema de leerlingen al kennen, schrijf ze op het bord. Probeer waar dat mogelijk is ook al, samen met hen, te komen tot een bepaalde rangschikking. Of laat de leerlingen in tweetallen werken en samen zo veel mogelijk woorden vinden en rangschikken. Na behandeling van de dico kunnen ze dan proberen de nieuw geleerde woorden een plaats te geven binnen hun eigen patroon.

roman-photo
Laat (delen van) de fotoroman naspelen. De leerlingen kunnen de situaties ook zelf fotograferen (veel leerlingen hebben een mobieltje met fotocamera), de fotos uitprinten en er tekstballonnen bij maken. De leerlingen kunnen ook samen een geheel nieuwe fotoroman maken.

conversations
Veel conversations zijn geschikt om op te voeren als kleine toneelstukjes. De dialoogjes kunnen uit het hoofd worden geleerd (het gaat meestal om niet meer dan vier of vijf korte zinnen per rol) en de acteurs kunnen hulp krijgen van een medeleerling die als souffleur fungeert. Wanneer een en ander in een bepaalde klas niet haalbaar is, kan de docent de teksten eventueel eerst vereenvoudigen.

mise en pratique
Luistervaardigheid: De luistervaardigheid in de Mise en pratique bestaat standaard uit drie delen: - een perceptieve oefening. - een uitgeschreven en in de studio opgenomen oefening die redelijk lang is maar altijd is opgedeeld in verschillende fragmenten. - een aantal volledig authentieke radiofragmenten. Wat het tweede onderdeel betreft: in de tekst daarvan is altijd een aantal zinnen verwerkt waarnaar expliciet gevraagd wordt in de oefening (bv: hoe vraagt X om een kaartje? a. je voudrais un billet / b. un billet svp). Deze zinnen (meestal Apprendre-zinnen uit eerdere units) komen heel vaak terug in de spreekoefeningen verderop in de unit. De docent zou ze er, na het maken van de luisteroefening, apart kunnen uitlichten en op het bord schrijven zodat de leerlingen ze kunnen noteren en samen met de nieuw geleerde apprendre-zinnen kunnen gebruiken. En over het authentieke luistermateriaal: de bedoeling daarvan is dat de leerling went aan echt Frans en dat ze leren in een grotendeels onbegrijpelijke brij op zoek te gaan naar de krenten in de pap die ze in staat stellen antwoord te geven op de vragen. De oefeningen erbij gaan dan ook nooit verder dan het herkennen van tekstsoorten (is dit een reclamespot of een weerbericht) en het vragen naar een enkel detail door middel van keuzevragen. Bij de eerste confrontatie met dit soort materiaal kan de docent paniek bij de leerlingen voorkomen door ze duidelijk te vertellen wat de bedoeling is. Overigens staat de transcriptie van dit soort fragmenten in het tapescript op de docentencd-rom.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

13

de eindtaak
Bij verschillende eindtaken moeten de leerlingen materiaal verzamelen: folders, informatie via internet etc. De docent kan hier alvast wat voorwerk verrichten door zelf folders mee te nemen en nuttige internetadressen te verschaffen. Het eindresultaat van de taak kan eventueel in een taalportfolio (zie www.taalportfolio.nl).

docu-presse
De teksten uit dit onderdeel zijn vrijwel altijd afkomstig uit Franse jongerenbladen. Dit materiaal wordt meestal globaal benaderd: de leerling hoeft niet elk woord in het Nederlands te kunnen vertalen. Er wordt dan ook geen woordenlijst bijgegeven. Het gaat hier om het trainen van extensieve leesvaardigheid, om de leerling voor te bereiden op het lezen van echte tijdschriften. De docent kan bij wijze van extra leesmateriaal zelf dit soort tijdschriften meebrengen. Geschikt zijn bijvoorbeeld: - Okapi - Je bouquine - Le Monde des ados - Phosphore - Science et vie junior Verder zijn er diverse bladen met vooral nieuws over popsterren, bijvoorbeeld Salut, en bladen als Girls en Lolie, die op meisjes gericht zijn. Op internet is vooral Lesclesjunior.com het vermelden waard, met onder andere elke dag aandacht voor de actualiteit en een archief waarin heel makkelijk met trefwoorden gezocht kan worden.

14

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Over de Fiches Orange


Bij iedere unit is een Fiche Orange gemaakt. Kant A geeft u handige lestips. Kant B is een hoofdstukplanner die u in n oogopslag laat zien wat u per les kunt behandelen.

Fiche Orange kant A


De Fiche Orange kant A bestaat uit twee onderdelen: De Mmo biedt u de mogelijkheid om elementen uit voorgaande units (zinnetjes uit de apprendre-onderdelen en grammatica-items) kort en snel in de nieuwe unit te herhalen. Bij de Tips vindt u een paar korte, speelse opdrachten die u de leerlingen kunt laten doen als verrijking van de opdrachten uit het werkboek.

Fiche Orange kant B*


De Fiche Orange kant B bestaat uit twee onderdelen: Een overzicht van leerpunten uit de betreffende unit. Een planner die laat zien hoeveel lessen n unit in beslag kan nemen. U kunt de planner gebruiken om te kijken of u nog op schema zit. In de planner kunt u zien dat iedere unit 11 lessen beslaat. De onderdelen die per les aan bod komen zijn: 1 opening van het hoofdstuk, Dico & Texto 2 vervolg Texto 3 Roman-photo 4 vervolg Roman-photo, Conversations 5 vervolg Conversations 6 internetles (deze kan naar wens ook op een ander moment ingezet worden) 7 diagnostische toets, Mise en Pratique 8 vervolg Mise en Pratique 9 vervolg Mise en Pratique, extra ruimte 10 Docu-presse 11 eindtoets Uitgangspunt is een drie-urige lesweek. Scholen met een twee-urige werkweek kunnen unit 8 en 9 overslaan; de grammatica en het vocabulaire uit deze twee units worden als niet geleerd verondersteld in deel 3, en worden daar dus herhaald. Er is veel ruimte om de leerlingen in de klas zelfstandig te laten werken aan de opdrachten uit het werkboek. De meeste luisteropdrachten staan nu in de kolom klassikaal. Als u de leerling liever vaker zelfstandig laat werken, is dat ook heel goed mogelijk; de leerlingen hebben al het luistermateriaal op hun eigen leerlingencd's. Huiswerk is vooral leerwerk (apprendres). Er wordt in de planner van uitgegaan dat leerlingen daar waar mogelijk zelfstandig opdrachten nakijken met een antwoordenboekje (dat u als docent kunt vermenigvuldigen, zie het onderdeel Antwoorden bij het werkboek op de bij de methode behorende docentencd-rom).

* N.B.: Op de website www.carteorange.nl staan de Fiches Oranges kant B ook in Word, zodat u het bestand kunt bewerken, opslaan en aan uw wensen en situatie kunt aanpassen.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

15

16

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 1 Mmo
Laat de leerlingen in tweetallen elkaar begroeten en elkaar vragen hoe hun vakantie geweest is. Schrijf op het bord: Bonjour Salut a va? Trs bien et toi? Tu as pass de bonnes vacances? Super! Bof! Doe het eerst voor met een leerling.
Tip 2

Na het behandelen van de Texto. Laat de leerlingen in tweetallen vragen stellen aan elkaar: Comment tu vas l'cole? Comment tu vas en vacances? Comment tu vas au club de sport? Comment tu vas chez ta grand-mre?
Tip 3

Tips
Tip 1

Que suis-je?/Qui suis-je? (Wat ben ik?/Wie ben ik?) Na het behandelen van de Dico. Plak een woord van de Dico op de rug van een leerling, zodat hij/zij dit woord zelf niet kan lezen. Door vragen te stellen moet de leerling raden wat er op zijn rug staat. Kies voor eenvoudige zelfstandige naamwoorden zoals avion, bateau, vlo. Woorden als pneus en casque zijn moeilijker te raden. Bijvoorbeeld: un camion J'ai des roues? J'ai 4 roues? J'ai 2 roues? J'ai 6 roues? Je suis trs gros/long etc.? De antwoorden mogen alleen oui, non en je ne sais pas zijn.

Na het behandelen van de fotoroman en oefening 12. Verzamel plattegronden van de Parijse metro (1 plattegrond voor 2 leerlingen). (De plattegronden zijn overal te vinden in Parijs en u kunt ze ook van internet halen, bijvoorbeeld: www.ratp.fr > plan de lignes.) De leerlingen werken in tweetallen. Schrijf bijvoorbeeld op het bord: waar je bent waar je naartoe wilt station Saint-Michel Tour Eiffel Laat de leerlingen in het Frans zeggen hoe ze met de metro van station Saint-Michel naar de Tour Eiffel kunnen reizen.
Tip 4

Na het behandelen van het Franse alfabet. Verdeel de klas in groepjes van vier of vijf leerlingen. Schrijf voor iedere leerling de voor- en achternaam van een beroemd Frans persoon (acteur, schrijver, sporter ) op een briefje. Geef de briefjes aan de leerlingen. Leerling A vraagt aan leerling B welke naam op zijn briefje staat, en of hij die naam wil spellen. Alle personen uit het groepje schrijven die naam vervolgens op. Dan vraagt leerling B hetzelfde aan leerling C etc. Voorbeeld: Comment tu t'appelles?Je mappelle Zinedine Zidane Tu peux peler?

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

17

Fiche Orange kant B (planner)


unit 1
In deze unit leer je: de weg vragen en uitleggen aanwijzingen geven voor het openbaar vervoer het alfabet/spellen het maken van vragen de vorm en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord het vervoegen en gebruiken van de werkwoorden pouvoir, tre, avoir en de werkwoorden op -er Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: bijvoeglijk naamwoord ex. 7 luisteren: ex. 8 ex. 11 grammatica: werkwoorden (herhaling) ex. 17 luisteren: ex. 18 luisteren: ex. 21 - 22 - 24 - 25 Zelfstandig werken Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

ex. 2 - 3 - 6

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 9 - 10

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations x

nakijken ex. 9 - 10 ex. 12 t/m 14 nakijken ex. 12 t/m 14 ex. 15 - 16 - 19 - 20

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

vervolg conversations internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse

6 7

nakijken ex. 15 - 16 - 19 - 20 ex. 23 - 26 - 27 nakijken ex. 23 - 26 - 27 ex. 28 nakijken ex. 28

leren apprendre 7 en 8

leren apprendre 1 t/m 10

luisteren: ex. 29 t/m 31 taak

ex. 32 nakijken ex. 32 ex. 33

10

ex. 34 - 36 schrijven: ex. 35 nakijken ex. 34 t/m 36

11

eindtoets na unit 1

18

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 2 Mmo
Stel de volgende vragen aan de leerlingen: Comment tu vas lcole? Comment tu vas chez tes grands-parents? Comment tu vas en vacances? Vraag vervolgens aan enkele leerlingen uit te leggen hoe je van hun huis naar de dichtstbijzijnde tramhalte/bakker/supermarkt loopt. leerlingen wat ze gisteren gedaan hebben. Schrijf de antwoorden in het Nederlands op het bord: Ik heb: tv gekeken frites gegeten naar mijn nieuwe cd geluisterd met mijn vriendin gepraat etc. De leerlingen moeten dan dit Nederlandse antwoord vertalen.
Tip 3

Tips
Tip 1

Na behandeling van de grammatica van bijzondere vormen van het bijvoeglijk naamwoord (na oefening 7). Check eerst wat de leerlingen nog weten van de in unit 1 behandelde regels over de plaats van het bijvoeglijk naamwoord. Zet dan een flink aantal inmiddels bekende bijvoeglijke naamwoorden op het bord: mannelijke en vrouwelijke, regelmatige en onregelmatige vormen door elkaar. Laat de leerlingen om de beurt een combinatie maken met een zelf te bedenken zelfstandig naamwoord. U kunt enkele voorbeelden op het bord zetten, bijvoorbeeld: une grande maison un livre intressant Veeg, om te voorkomen dat steeds hetzelfde bijvoeglijk naamwoord wordt gekozen, de gebruikte woorden uit. Ga door tot het bord leeg is. Dit spel is moeilijker te maken door ook meervoudsvormen van het bijvoeglijk naamwoord op het bord te zetten.
Tip 2

Na de fotoroman en Conversations. De situatie van de fotoroman en de situaties van de Conversations lenen zich goed voor een gesprek over zakgeld en baantjes. Stel vragen als: Tu as un petit job? Si oui, quest-ce que tu fais comme travail? Tu travailles quand/o? Tu aimes travailler? Si non: pourquoi pas? Tu voudrais avoir un petit boulot? etc. Stimuleer de leerling hele zinnen te gebruiken.
Tip 4

Na oefening 14. Oefening 14 herhaalt de al bekende grammatica van de pass compos. U kunt de pass compos ook op de volgende manier oefenen. Vraag aan enkele

Beroepenspel Dit spel kunt u klassikaal of in tweetallen doen. Elke leerling bedenkt een beroep voor zichzelf en noteert dat op een papiertje dat hij niet laat zien aan de andere leerlingen. De anderen proberen vervolgens dat beroep te raden door het stellen van vragen waarop met oui of non kan worden geantwoord: Tu travailles la maison? Tu travailles seul? Tu travailles en quipe? Tu gagnes beaucoup dargent? Tu travailles dans une ferme? etc. U bepaalt zelf hoeveel voorbeeldvragen u op het bord zet (enkele voorbeelden of een groot aantal vragen). Stimuleer de leerlingen hele zinnen te maken bij het antwoorden.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

19

Fiche Orange kant B (planner)


unit 2
In deze unit leer je: het gebruik van de pass compos zeggen wat je zou willen doen praten over geld en werk hoe je een enqute moet maken, houden en presenteren bijzondere gevallen van het bijvoeglijk naamwoord de werkwoorden perdre, vendre en attendre vervoegen en gebruiken de combinaties + lidwoord en de + lidwoord Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 Dico luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: bijvoeglijk naamwoord bijzondere gevallen ex. 7 luisteren: ex. 8 ex. 10 grammatica: pass compos (herhaling) ex. 14 - 15 ex. 19 luisteren: ex. 16 - 20 - 23 grammatica: werkwoord op re voorzetsels + lidwoorden (herhaling) Zelfstandig werken Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

ex. 2 - 3 - 6

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 9

leren Apprendre 1 en 2

roman-photo

nakijken ex. 9 ex. 11 t/m 13

leren Apprendre 3 en 4

vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations

nakijken ex. 11 t/m 13 ex. 17 - 18 - 21 - 22 nakijken ex. 17 - 18 - 21 - 22 ex. 24 t/m 28

leren Apprendre 5 en 6

leren Apprendre 7 en 8

6 7

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse

nakijken 24 t/m 28 ex. 29 nakijken ex. 29

leren Apprendre 1 t/m 10

luisteren: ex. 30 t/m 32 taak

ex. 33 nakijken ex. 33 ex. 34

10

ex. 35 - 37 schrijven: ex. 36 nakijken ex. 35 t/m 37

11

eindtoets na unit 2

20

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 3 Mmo
Hoe zeg je ook alweer: dat je het zat bent altijd blut te zijn? dat je je zus 50 euro schuldig bent? dat je absoluut geld nodig hebt? dat je de fiets zelf betaald hebt? dat je graag de laatste cd van Manu Chao wil? Hoe vraag je: aan een vriend of hij je geld kan lenen? U kunt de oefening moeilijker maken door op de papiertjes hele werkwoorden te zetten, waarmee de leerlingen dan zelf een zinnetje moeten maken.
Tip 2

Tips
Tip 1

Na het behandelen van de pass compos (oefening 8-12). Ter voorbereiding: maak papiertjes (voor iedere leerling n) met daarop een handeling in de pass compos, bijvoorbeeld: j'ai achet un cd/j'ai caress un chien/j'ai cherch le chien/j'ai invit mes amis/j'ai mang un croissant/j'ai achet un T-shirt/je suis rentr 4 heures/je suis all au zoo/je suis rest chez moi/j'ai jou une heure au tennis/je suis all chez un copain etc. Verdeel de klas in groepen van ongeveer zes leerlingen. Iedere leerling krijgt een papiertje met een handeling. De leerlingen moeten de handelingen achter elkaar opnoemen. Bijvoorbeeld: een leerling begint: Hier, j'ai mang une pizza. De tweede leerling gaat door met: Hier, j'ai mang une pizza et j'ai achet un dvd. De derde vervolgt: Hier, j'ai mang une pizza, j'ai achet un dvd et j'ai t au cinma. etc. Als een leerling de ketting breekt voordat alle zes leerlingen geweest zijn, wordt de oefening gestopt. De briefjes moeten dan opnieuw uitgedeeld worden, en de leerling die de ketting heeft gebroken, begint met een nieuwe serie.

Na het behandelen van het bezittelijk voornaamwoord (rvision). Pak enkele voorwerpen van de tafels van de leerlingen, leg ze op uw tafel en benoem de voorwerpen samen met de leerlingen in het Frans, bijvoorbeeld: un agenda, une trousse, un stylo, un livre, un cahier, une gomme, un sac, un portable, etc. Dan pakt u een voorwerp van uw tafel, bijvoorbeeld een pen. U vraagt aan een leerling: Roman, c'est ton stylo? De leerling antwoordt: Oui, c'est mon stylo of Non, ce nest pas mon stylo. In plaats van: Roman, cest ton stylo?, kunt u ook vragen: A qui est le stylo? A toi, Roman? Het antwoord van de leerling is dan hetzelfde: Oui, cest mon stylo of Non, ce nest pas mon stylo. De leerlingen kunnen u helpen de juiste eigenaar te vinden door naar hem/haar te wijzen. Het spelletje is afgelopen als iedereen zijn eigen spullen heeft teruggekregen.
Tip 3

U heeft in de vorige les gevraagd of de leerlingen een foto van hun lievelingsacteur of -actrice mee willen nemen. Ze gaan die acteur/actrice presenteren aan de andere leerlingen. Schrijf op het bord: Hij/zij heet Hij/zij is (Amerikaans/Engels ) Hij/zij is (leeftijd) Hij/zij heeft gespeeld in de film(s) Ik vind (naam) mooi/interessant etc. De leerlingen bereiden eerst de zinnen voor in het Frans. Dan presenteren ze hun acteur/actrice aan de anderen

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

21

Fiche Orange kant B (planner)


unit 3
In deze unit leer je: hoe je iemand uitnodigt en hoe je op een uitnodiging moet reageren hoe je een afspraak maakt hoe je een kaartje koopt en reserveert hoe je om verduidelijking vraagt de pass compos met tre de werkwoorden faire en aller gebruiken en vervoegen het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud hoe je een filmrecensie schrijft Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren x intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 - 5 - 7 x grammatica: pass compos met tre ex. 8 luisteren: ex. 10 ex. 13 x grammatica: faire en aller luisteren: ex. 19 - 21 luisteren: ex 24 - 25 grammatica: bezittelijk voornaamwoord (herhaling) Zelfstandig werken Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

ex. 2 - 3 - 6

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 9 - 11 - 12

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations

nakijken ex. 9 - 11 - 12 ex. 14 t/m 16 nakijken ex. 14 t/m 16 ex. 17 - 18 - 20 - 22 23 nakijken ex. 17 - 18 20 - 22 - 23 ex. 26 t/m 28

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

6 7

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse

nakijken ex. 26 t/m 28 ex. 29 nakijken ex. 29 x luisteren: ex. 30 t/m 32 taak ex. 33 nakijken ex. 33 ex. 34 nakijken ex. 34 ex. 35 - 37 schrijven: ex. 36 nakijken 35 t/m 37

leren apprendre 1 t/m 10

10

11

eindtoets na unit 3

22

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche orange kant A


unit 4 Mmo
Hoe vraag je iemand: om met je naar de bioscoop te gaan? hoe laat de film begint? waar je elkaar treft? Hoe zeg je dat: je niet kunt op vrijdag? je niet weet of je kunt? je er met een andere vriend heengaat?
Tip 2

Na het behandelen van de ontkenning en oefening 15. In deze oefening moeten leerlingen verschillende ontkenningen gebruiken in een zin. Geef eerst een voorbeeld om te laten zien hoe ze dat kunnen doen: als iemand gezond is, kun je zeggen dat hij niet ziek is: il nest pas malade. Vraag de leerlingen vervolgens wat ze kunnen zeggen over een persoon die: altijd gezond is? (il nest jamais malade) net genezen is? (il nest plus malade) een normale lichaamstemperatuur heeft? (il na pas de fivre) vegetarir is? (il ne mange jamais de viande) te ziek is om te eten? (il ne mange rien) enorme trek heeft? (il na rien mang) te jong is om naar school te gaan? (il ne va pas encore lcole) ontzettend lui is? (il ne travaille jamais) met pensioen is? (il ne travaille plus) etc. Stimuleer de leerlingen om zo veel mogelijk verschillende ontkenningen te gebruiken in hun zinnen.
Tip 3

Tips
Tip 1

Na het behandelen van het delend lidwoord en oefening 7. Het delend lidwoord is al behandeld in deel 1 van Carte Orange (unit 9) maar wordt in oefening 7 opnieuw aangeboden voor het geval dat in klas 1 nog niet gebeurd is. In deze oefening gaan de leerlingen praten over winkels en de producten die je er kunt kopen. Het is handig als ze bekend zijn met de namen van de producten uit de Dico van unit 9 van deel 1. Geef de leerlingen een kopie met de producten, of schrijf de woorden op het bord. Schrijf vervolgens de namen van verschillende winkels op het bord: la boulangerie, la boucherie, le marchand de fruits et lgumes, la crmerie, la pharmacie, etc. en zorg dat de leerlingen weten wat ze betekenen. Laat de leerlingen dan zinnen maken zoals deze voorbeeldzin: A la boucherie, il y a (on trouve) du jambon, mais il ny a pas (on ne trouve pas) de pommes. De leerling die de beurt heeft noemt dus eerst een product dat wl in een bepaalde winkel wordt verkocht, en dan een product dat daar net te vinden is. U kunt de leerlingen ook laten oefenen met een korte dialoog. Bijvoorbeeld: leerling A is bakker, leerling B is klant. De klant vraagt eerst naar een product dat de bakker wel verkoopt, en daarna naar iets wat hij niet verkoopt. Leerling A geeft passende antwoorden.

Na spreekoefening 32. Dit rollenspel bij de dokter is een variatie op spreekoefening 32. Twee leerlingen spelen de rollen A en B: A gaat naar de dokter maar spreekt geen Frans, B gaat mee om te tolken. U speelt de rol van de dokter. A bedenkt zelf een situatie met bijbehorende klachten, de dokter vraagt wat er aan de hand is, A legt het uit aan B, die het vervolgens in het Frans vertaalt. De dokter reageert, stelt vragen en geeft raad. B vertaalt dat voor A in het Nederlands. U kunt deze oefening meer leiden door een aantal mogelijke situaties op het bord te zetten: A is van zn paard gevallen/heeft iets verkeerds gegeten/is in slaap gevallen in de zon/heeft kou gevat etc.
Tip 4

Organiseer naar aanleiding van het internetdebat over frisdrankautomaten een klassikale discussie over dit onderwerp. Schrijf eerst typische discussieuitdrukkingen op het bord (bijvoorbeeld: je suis daccord avec/tu as raison/je trouve que X na pas raison/ce nest pas vrai, etc). Stimuleer de leerlingen niet alleen de bij de oefening gevonden argumenten te gebruiken, maar ook zelf iets te bedenken.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

23

Fiche orange kant B (planner)


unit 4
In deze unit leer je: zeggen waar je pijn hebt en hoe je je voelt vragen om hulp aan iemand vragen hoe het gaat vertellen over een dieet naar de dokter gaan als tolk en/of patint de ontkenning de werkwoorden pouvoir en vouloir gebruiken en vervoegen deelnemen aan een internetdiscussie Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico Luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: delend lidwoord (herhaling) ex. 7 luisteren: ex. 8 ex. 11 grammatica: ontkenning ex. 15 - 17 luisteren: ex. 16 - 19 grammatica: vouloir en pouvoir luisteren: ex. 22 Zelfstandig werken Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

ex. 2 - 3 - 6

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 9 - 10

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse x

nakijken ex. 9 - 10 ex. 12 t/m 14 nakijken ex. 12 t/m 14 ex. 18 - 20 - 21 nakijken ex. 18 - 20 - 21 ex. 23 t/m 27 nakijken ex. 23 t/m 27 ex. 28 nakijken ex. 28

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

6 7

leren apprendre 1 t/m 10

8 9

luisteren ex. 29 t/m 31 taak

ex. 32 nakijken ex. 32 ex. 33

10

ex. 34 - 36 schrijven: ex. 35 nakijken ex. 34 t/m 36

11

eindtoets na unit 4

24

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 5 Mmo
Laat de leerlingen de volgende zinnen vertalen: Sophie eet chocola. Hij koopt een liter cola. Jij eet veel snoep. Zij eten tomaten. Ik drink limonade. Iedere leerling vergelijkt zijn antwoorden met die van een medeleerling. Als ze verschillende antwoorden hebben, zoeken ze samen naar de juiste oplossing. De antwoorden worden daarna nog eens met een ander duo gecheckt. U bespreekt alleen de zinnen die nog moeilijkheden opleveren of waarvoor geen overeenstemming in de duo's kon worden bereikt.
Tip 2

Na de fotoroman. Laat vijf fragmenten van liedjes uit uw eigen cdcollectie horen. Na elk fragment schrijven de leerlingen op wat ze ervan vinden: J'aime cette musique/cette chanson of Je dteste cette musique/cette chanson. Als de vijf fragmenten beluisterd zijn, wordt er nagegaan welk fragment de meeste positieve beoordelingen (j'aime) heeft gekregen.
Tip 3

Tips
Tip 1

Na oefening 9 en 10. Laat de leerlingen vijf zinnen op papier zetten met de volgende werkwoorden: regarder, jouer, aller, rentrer, tre. Ze moeten de tegenwoordige tijd gebruiken in de zinnen. Dan wordt het papier geruild met een medeleerling. Vervolgens zetten de leerlingen elkaars zinnen in de imparfait. Daarna kijken ze elkaars werk na. Het werk wordt ook nog eens door een ander duo gecontroleerd. U loopt rond en helpt zo nodig. Bespreek alleen de moeilijkheden waarvoor geen overeenstemming is bereikt in de duo's.

Na Conversations. Verdeel de klas in groepjes van vier leerlingen. Elke groep krijgt een papiertje met de naam van een muziekstijl erop (ra, pop, hip-hop, hard rock, R & B, techno, rap, blues, folk, klassiek). De leerlingen gaan een presentatie houden over hun muziekstijl. Ieder lid van de groep krijgt een rol toebedeeld: Een leerling zoekt bruikbare zinnen en woorden in het boek op (apprendre-zinnen, parlez-oefening, aanwijzende voornaamwoorden). En leerling noteert alles, n leerling bewaakt de tijd en n leerling houdt de presentatie. Geef de groepjes 10 minuten om de presentatie voor te bereiden en 5 minuten om hem te houden.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

25

Fiche Orange kant B (planner)


unit 5
In deze unit leer je: zeggen wat je leuk vindt en wat niet beschrijven hoe iets was een dagje-uit plannen voor Franse scholieren de verleden tijd (imparfait) het aanwijzend voornaamwoord het gebruik en de vervoeging van de werkwoorden sortir, partir en sentir je via e-mail aan te melden voor een evenement Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 grammatica: imparfait ex. 7 luisteren: ex. 8 ex. 11 grammatica: aanwijzend voornaamwoord luisteren: ex. 18 grammatica: werkwoorden ir, aller (herhaling) luisteren: ex. 21 Zelfstandig werken Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

ex. 2 - 3 - 5 - 6

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations x

nakijken ex. 2 - 3 - 5 - 6 ex. 9 - 10 nakijken ex. 9 - 10 ex. 12 t/m 14 nakijken ex. 12 t/m 14 ex. 15 t/m 17 ex. 19 - 20 nakijken ex. 15 - 16 17 - 19 - 20 ex. 22 t/m 26 nakijken ex. 22 t/m 26 ex. 27 nakijken ex. 27

leren apprendre 1 en 2

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

6 7

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse

leren apprendre 1 t/m 10

luisteren: ex. 28 t/m 30 taak

ex. 31 nakijken ex. 31 ex. 32

10

ex. 33 - 35 - 36 schrijven: ex. 34 nakijken ex. 33 t/m 36

11

eindtoets na unit 5

26

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 6 Mmo
Stel vragen aan de leerlingen over hun weekend/vakantie/schoolfeest etc. Probeer ze daarbij vooral zinnen te ontlokken in de imparfait, dus vraag niet naar gebeurtenissen, maar naar hoe het geweest is, bijvoorbeeld: Ctait comment? Comment tait lambiance? Tu avais des places tarif rduit? Il y avait combien de personnes? Le film tait passionnant? etc. Stel ook vragen over hun muzikale voorkeuren: Tu prfres quel genre de musique? Tu aimes le hip hop/le rock/la musique classique? Quel chanteur/groupe tu prfres? Quel genre de musique/chanteur/groupe tu naimes pas du tout?
Tip 2

Na oefening 9. Laat de leerlingen zelf zinnen maken zoals de zinnen uit oefening 9. U kunt ze helpen door een voorbeeldzin op het bord te zetten: mes copains, je les vois tous les jours. Verder kunt u een aantal woorden op het bord zetten, waarmee ze hun zinnen kunnen beginnen, bijvoorbeeld: le livre, ma soeur, mes chaussures, le film, la nature, les piles, etc. De leerlingen moeten dan zinnen maken zoals de voorbeeldzin, bijvoorbeeld: le livre, je le lis le soir.
Tip 3

Naar aanleiding van de fotoroman. Laat de leerlingen zelf slogans bedenken. Inventariseer eerst samen met de klas hoe je een slogan kunt beginnen: Il faut/il ne faut pas , Non /au/aux , sauvons/sauvez le/la/les etc. De slogans hoeven niet alleen betrekking te hebben op het gebied van natuur en milieu, ze mogen ook betrekking hebben op andere terreinen.

Tips
Tip 1

Bij de Dico. Laat de leerlingen ketens van woorden maken door associatie. U start de keten met een woord uit de Dico. Bijvoorbeeld: protger. U wijst een leerling aan, die voegt toe: la nature. De volgende zegt: la fort etc. Elk woord moet aansluiten bij het laatstgenoemde woord, maar het is niet nodig dat alle woorden bij het eerste woord passen. Daardoor kunnen er ketens ontstaan die alle kanten opgaan, en waarvan het laatste woord niets meer te maken heeft met het eerste. Bijvoorbeeld: la pollution - la mer linondation - leau - boire - le coca.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

27

Fiche Orange kant B (planner)


unit 6
In deze unit leer je: over natuur en milieu in Frankrijk de persoonlijke voornaamwoorden le, la, les, l en lui zinnen om te kunnen reageren in een discussie zeggen wat je wel en niet moet doen (il faut, il ne faut pas) het werkwoord venir gebruiken en vervoegen het verschil tussen de klanken -re en -r herkennen een quiz in het Frans maken Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: persoonlijk voornaamwoord ex. 7 luisteren: ex. 8 ex. 11 grammatica: il faut luisteren: ex. 19 Zelfstandig werken ex. 2 - 3 - 6 Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 9 - 10

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique, extra ruimte docu-presse x

luisteren: ex. 22 grammatica: venir, prendre (herhaling)

6 7

nakijken ex. 9 - 10 ex. 12 t/m 14 nakijken ex. 12 t/m 14 ex. 15 t/m 18 ex. 20 - 21 nakijken ex. 15 t/m 18 - 20 - 21 ex. 23 t/m 27 nakijken ex. 23 t/m 27 ex. 28 nakijken ex. 28 ex. 32 nakijken ex. 32 ex. 33

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

leren apprendre 1 t/m 10

8 9

luisteren: ex. 29 t/m 31 taak

10

ex. 34 - 36 schrijven: ex. 35 nakijken: ex. 34 t/m 36

11

eindtoets na unit 6

28

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 7 Mmo
Hoe zeg je ook alweer: dat het een schandaal is? dat het vreselijk is? dat je het moet verbieden? dat het een schande is? dat het geen excuus is? dat het veel te gevaarlijk is? dat het beter voor het milieu is? Maak samen met de klas een lijst van incidenten/zaken die met milieuvervuiling te maken hebben (bijvoorbeeld: Er spoelen veel met pek besmeurde vogels aan op het strand bij Callantsoog). Bij het maken van deze lijst kunt u incidenten noemen uit Nederland of uit landen elders in de wereld, maar beperk u wl tot incidenten die in de laatste twee weken zijn voorgekomen. Schrijf de lijst op het bord. Vervolgens geven de leerlingen hun reactie op een incident: ze zeggen wat ze ervan vinden, en bedenken eventueel een hulpactie of een oplossing. U zou ook een openbare verkoping of veiling van de accessoires kunnen organiseren. De accessoire wordt dan eerst beschreven door de leerling die hem meegebracht heeft, en vervolgens aan de hoogste bieder verkocht. Bijvoorbeeld: Qui offre 2 euros pour sa casquette orange? Als er dan meerdere reacties zijn, kunt u doorgaan met 2 euros cinquante, 3 euros, etc.
Tip 2

Vraag de leerlingen om de beurt of ze een andere leerling uit de klas willen beschrijven (haar, kleding, schoenen en accessoires). De leerling die beschreven wordt, staat dan op en beschrijft vervolgens iemand anders etc.
Tip 3

Tips
Tip 1

Modeshow U heeft in de vorige les aan de leerlingen gevraagd of ze in hun lievelingskleren naar school willen komen. Het is de bedoeling dat de leerlingen in tweetallen tijdens de les een modeshow gaan houden: n leerling showt zijn/haar outfit, en de ander is de presentator die de eerste leerling beschrijft. Daarna worden de rollen omgedraaid. Geef de leerlingen eerst wat tijd om zich op de show voor te bereiden.

Na de Dico. Ter voorbereiding op het behandelen van het bezittelijk voornaamwoord meervoud kan hier het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud herhaald worden. U heeft in de vorige les gevraagd of de leerlingen een accessoire willen meenemen. U maakt een soort tentoonstelling van de meegebrachte accessoires. U vraagt iedere leerling te vertellen wat zijn/haar accessoire is, en er een korte omschrijving van te geven, bijvoorbeeld: Cest ma montre. Ma montre est rouge. Geef de leerlingen ook de gelegenheid om te reageren op elkaars accessoires, bijvoorbeeld: Jaime bien tes boucles doreilles.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

29

Fiche Orange kant B (planner)


unit 7
In deze unit leer je: iemand of iets beschrijven zeggen wat je lievelingskleren zijn de bezittelijke voornaamwoorden verstaan en gebruiken de vergrotende trap verstaan en gebruiken personen en voorwerpen vergelijken het werkwoord mettre gebruiken en vervoegen de interpunctie in een zin aanbrengen een reclamefolder in het Frans maken Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: bezittelijke voornaamwoord meervoud luisteren: ex. 9 ex. 10 grammatica: bijvoeglijk naamwoord (herhaling), vergrotende trap luisteren: ex. 16 luisteren: ex. 20 luisteren: ex. 23 grammatica: mettre Zelfstandig werken ex. 2 - 3 - 6 Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 7 - 8

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations x

nakijken ex. 7 - 8 ex. 11 t/m 13 nakijken ex. 11 t/m 13 ex. 14 - 15 - 17 - 18 nakijken ex. 14 - 15 - 17 - 18 ex. 19 - 21 - 22

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

vervolg conversations

nakijken ex. 19 - 21 - 22 ex. 24 t/m 28 nakijken ex. 24 t/m 28 ex. 29 nakijken ex. 29

leren apprendre 7 en 8

6 7

8 9 10

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique docu-presse

leren apprendre 1 t/m 10

luisteren: ex. 30 t/m 32 taak

ex. 33 nakijken ex. 33 ex. 34 ex. 35 - 37 - 38 schrijven: ex. 36 nakijken: ex. 35 t/m 38

11

eindtoets na unit 7

30

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 8 Mmo
Hoe zeg je ook alweer: tegen een vriend dat zijn haar goed zit? tegen een vriend dat hij mooie zwarte ogen heeft? dat je lievelingskleren een T-shirt en een spijkerbroek zijn? dat je je nieuwe mobieltje veel gaver vindt dan je vorige? dat je al die gadgets te duur vindt?
Tip 3

Na het behandelen van de voorzetsels bij landen. Laat de leerlingen twee landen opschrijven waar ze zijn geweest, en twee landen waar ze heel graag naartoe zouden willen. Vervolgens moeten ze om de beurt een correcte zin maken: Je suis all au/en et je voudrais beaucoup aller au/en Maak de leerlingen erop attent dat ze op de voorzetsels moeten letten.
Tip 4

Tips
Tip 1

Na het behandelen van de Dico. Doe een sport na en laat de leerlingen raden welke sport het is. Laat ze de Franse naam ervan noemen. Daarna kunnen de leerlingen zelf een sport nadoen en moeten de medeleerlingen raden.
Tip 2

Laat de leerlingen een bekende sportman of -vrouw van hun keuze, eventueel met foto, aan de klas presenteren. De leerlingen kunnen wat zeggen over zijn/haar leeftijd, sport, overwinningen en sterke/zwakke punten.

Na het behandelen van de voorzetsels bij landen. Elke leerling krijgt een briefje met de naam van een land erop. Zeg tegen de leerlingen dat de hele klas op wereldreis gaat, en dat ze de landen waar ze heengaan achter elkaar gaan opnoemen. U begint: On fait le tour du monde. On va au/en De volgende leerling gaat door met: Puis on va au/en De volgende: Ensuite, on va au/en etc. Als een leerling het fout zegt, verbeter dan de leerling en laat hem/haar de goede vorm herhalen.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

31

Fiche Orange kant B (planner)


unit 8
In deze unit leer je: zeggen wat voor sport je doet je dagindeling vertellen de voorzetsels bij landen- en stedennamen verstaan en gebruiken het wederkerend werkwoord verstaan en gebruiken het werkwoord savoir vervoegen en gebruiken woorden die aan elkaar geschreven zijn onderscheiden een sportprogramma in het Frans maken een sport in het Frans beschrijven Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 - 5 grammatica: voorzetsels bij landen- en stedennamen luisteren: ex. 9 ex. 10 grammatica: wederkerend werkwoord luisteren: ex. 15 luisteren: ex. 19 luisteren: ex. 22 grammatica: savoir, faire (herhaling) Zelfstandig werken ex. 2 - 3 - 6 Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

nakijken ex. 2 - 3 - 6 ex. 7 - 8

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg roman-photo, conversations x

vervolg conversations

6 7 8 9 10

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique docu-presse

luisteren: ex. 29 t/m 31 taak

nakijken ex. 7 - 8 ex. 11 t/m 13 nakijken ex. 11 t/m 13 ex. 14 ex. 16 t/m 18 ex. 20 - 21 nakijken ex. 14 16 t/m 18 - 20 21 ex. 23 t/m 27 nakijken ex. 23 t/m 27 ex. 28 nakijken ex. 28 ex. 32 nakijken ex. 32 ex. 33 ex. 34 - 36 schrijven: ex. 35 nakijken: ex. 34 t/m 36

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

leren apprendre 1 t/m 10

11

eindtoets na unit 8

32

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

Fiche Orange kant A


unit 9 Mmo
Hoe vraag je ook alweer: wat voor sport iemand doet? of iemand vaak geblesseerd is? Hoe zeg je ook alweer: dat je voetbalt/tennist/hockeyt/basketbalt etc? dat je lid van een club bent? dat je elke middag traint? dat je het leuk vindt om in teamverband te spelen? dat je een geweldige wedstrijd hebt gespeeld? dat je niet meer kunt? - Noem een sportartikel en laat leerlingen raden welke sport erbij hoort. - Noem een sport en laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden bedenken die bij die sport horen.
Tip 2

Faire les bagages Na het behandelen van het delend lidwoord. Verdeel de klas in groepjes van twee of drie leerlingen. Elk groepje kiest een vakantiebestemming. De leerlingen bedenken wat ze voor die vakantie willen meenemen. Een leerling uit het groepje vertelt in het Frans aan de rest van de klas wat ze gaan meenemen. Bijvoorbeeld: on prend des jeans/des chaussures etc.
Tip 3

Tips
Tip 1

La mto Na de behandeling van het weer. In groepjes van twee, drie of vier gaan de leerlingen een weerbericht maken voor Nederland of voor een land naar keuze. Zorg ervoor dat elk groepje een verschillend weerbericht presenteert: een dag met prachtig zomerweer/een dag met regen en wind/een winterse dag/een koude dag met mist etc.

Na de Dico. Verdeel de klas in groepjes van drie of vier personen. Zet in het Frans een aantal landen plus hoofdstad op het bord. Elk groepje kiest een land en bedenkt een aantal vakantieactiviteiten in dat land.

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

33

Fiche Orange kant B (planner)


unit 9
In deze unit leer je: zeggen wat je gaat doen vragen naar plannen zeggen wat voor weer het is / het wordt / het is geweest de rangtelwoorden verstaan en gebruiken de futur proche gebruiken de werkwoorden finir en choisir gebruiken en vervoegen toegevoegde informatie verstaan en noteren weerberichten verstaan telefoneren om een camping of een jeugdherberg te reserveren een toeristische folder in het Frans maken Les Onderdeel Audio Intro thema, grammatica, luisteren intro thema, couleur locale: ex. 1 dico luisteren: ex. 4 grammatica: het rangtelwoord luisteren: ex. 8 grammatica: delend lidwoord (herhaling) Zelfstandig werken ex. 2 - 3 - 5 - 6 Huiswerk

opening van het hoofdstuk, dico & texto vervolg texto

nakijken ex. 2 - 3 - 5 - 6 ex. 7 - 9 - 10

leren apprendre 1 en 2

3 4

roman-photo vervolg romanphoto, conversations vervolg conversations x grammatica: futur proche luisteren: ex. 17 luisteren: ex. 19 grammatica: choisir, finir luisteren: ex. 23 grammatica: het weer luisteren: ex. 27

nakijken ex. 7 - 9 - 10 ex. 11 t/m 14 nakijken ex. 11 t/m 14 ex. 15 - 16 - 18 - 20 21 nakijken ex. 15 - 16 18 - 20 - 21 ex. 22 nakijken ex. 22 ex. 24 t/m 26 nakijken ex. 24 t/m 26 ex. 28 nakijken ex. 28 ex. 32 nakijken ex. 32 ex. 33 ex. 34 - 36 schrijven: ex. 35 Nakijken: ex. 34 t/m 36

leren apprendre 3 en 4 leren apprendre 5 en 6

leren apprendre 7 en 8

6 7

8 9 10

internetles diagnostische toets, mise en pratique vervolg mise en pratique vervolg mise en pratique docu-presse

leren apprendre 1 t/m 10

luisteren: ex. 29 t/m 31 taak

11

eindtoets na unit 9

34

CARTE ORANGE 2 HV, DOCENTENHANDLEIDING

You might also like