Professional Documents
Culture Documents
HALITHOSE
Halithose: Slechte geur, vaak 2e aan bacteriele proliferatie
Oorzaak
Tandproblemen
Voedsel stase
Aanwezigheid necrotisch weefsel
Lokalisatie
Mondholte, farynx, neusholte, maag, systemische ziekte
Differentiaal diagnose
Tanden: tandsteen, gingivitis, periodontitis, donto-alveolair abces
Mondholte: stomatitis, vreemd voorwe{p) tumor
Farynx: faryngitis, vreemd voonve{p, tumor
Slokdarm,maag:regurgiteren, braken
Neusholte en sinussen: infectie, vreemd voorwe{p, tumor
Voeding: dysfagie, coprofagie
Systemische aandoeningen: uremie, diabetes ketoacidose
PTYALISME EN PSEUDO-PTYALISME
Ptyalisme: Overdadige speekselproductie
↑ speekselproductie
Orofaryngeale ziekte, toxische of irriterende producten, Tx
Fysiologisch: maaltijd
Systemische aandoening: nausea, stress, excitatie, PSS (porto-systemische shunt kat)
Fysiologie Diarree
Osmotische diarree: teveel water naar darmen getrokken
Malabsorptie diarree: absorptie is onvoldoende
Door verlies van GI epitheel ~ viraal, bact, protozoa
Secretoire diarree: rate intestinale secretie is verhoogd, en de absorptie capaciteit is onvoldoende.
Teveel secretie in dunne darm crypten.
Geen / weinig morfologische veranderingen
Enterotoxinen stimuleren secretie ~ e.coli
Exsudatieve diarree: bloed en etter in de stoelgang
Inflammatoire ziekten van de darmen
Dysentery: bloed in de stoelgang
Abnormale motiliteit
1. DIFFERENTIAAL DIAGNOSE ACUTE DIARREE
Primaire gastro-intestinale aandoeningen
Voeding
Infectieus : parasitair, viraal, bacterieel
Hemorragische gastro-enteritis
Sub-obstructie
Toxisch
Systemische aandoeningen soms ook acute diarree (meestal ook andere hoofdklacht(en))
Hypoadrenocorticisme
Uremie
Pancreatitis
2. DIAGNOSTISCHE BENADERING ACUTE DIARREE
1. Frequente oorzaken uitsluiten (Bv. voeding, parasitair, viraal)
lndien patiënt 'niet algemeen ziek': bv. enkel parasitologisch onderzoek
Indien patiënt 'algemeen ziek':
o Bloedonderzoek ~ WBCm Na/K, glucose
o Parvo test, indien relevant
Voeding
Parasitair
o Multipele flottatie-onderzoeken
o Giardia: zinksulfaat techniek enlof empirische behandeling: (metronidazole, albendazole
of tènbendazole om giardia te elimineren)
o Parasitologisch onderzoek is vaak aangewezen bij patiënten met diarree of
gewichtsverlies. De empirische behandeling met een anthelminthicum is in de meeste
gevallen aangewezen, uitgezonderd in deze gevallen waar de oorzaak duidelijk en niet-
parasitair is (bv. Vreemd voorwerp). Daarenboven, zelfs indien de parasiet niet de
oorspronkelijke oorzaak is van de diarree, kan het een bijdrage leveren aan de
symptomen.
Viraal
o vaccinatieboekje nakijken, anamnese, signalement
o leukopenie op hematologie (parvo)
Opgelet: jonge dieren met acute enteritiden zijn zeer gevoelig aan het ontwikkelen van een
intussusceptie. Daarom dienen zij frequent (drie à vier keer per dag) een abdominale palpatie te
ondergaan om deze complicatie vroegtijdig te detecteren.
3. Elke vorm van diarree welke langer dan 5 tot 7 dagen persisteert moet worden benaderd als
een chronische diarree.
3. DIFFERENTIAAL DIAGNOSE CHRONISCHE DIARREE – DUNNE DARM
Voeding
Parasitair
Bacterieel
Sub-obstructie
Infiltratie: inflammatoir (bv. LP enteritis), neoplasie
Bacteriële overgroei/' antibiotic responsive diarrhea'
Lymfangiectasie
Exocriene pancreas insufficiëntie (EPI)
Systemische aandoeningen
4. DIAGNOSTISCHE BENADERING CHRONISCHE DIARREE – DUNNE DARM
1. Anamnese en LO
2. Probleemlijst en ddx – uitsluiten freq oorzaken
3. Labo
4. MBV
5. Endoscopie of laparotomie met bioptname