You are on page 1of 8

T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen

T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

EEN PLANTENCEL
In afbeelding 1 is onder andere een cel met celwand van een plant weergegeven.

Afbeelding 1. Een plantencel


Bron: Binas informatieboek, 4e druk,
Groningen, 1998, 157

3p 1 Benoem de onderdelen P, Q en R

De cel in afbeelding 1 ligt in een zoutoplossing en heeft turgor. Er is evenwicht


bereikt. Drie plaatsen zijn aangegeven met de letters P, Q en R.
3p 2 Op welke van deze plaatsen is de osmotische waarde het hoogst?
Leg je antwoord uit.

ANTICONCEPTIEPIL
In een leerboek staat de volgende tekst:
‘ De hormonale anticonceptie zoals de 'pil' en de prikpil, beïnvloeden de
hypothalamus-hypofyse waardoor ovulatieremming optreedt ten gevolge van
toediening van oestrogene en progestagene stoffen. Deze stoffen onderdrukken de
FSH- en LH-productie in de hypofyse waardoor zich geen follikels ontwikkelen.
Veranderingen in het endometrium1) door gebruik van de pil verhinderen nidatie2)
van een embryo. Bovendien vormt het als gevolg van pilgebruik verdikte slijm in de
baarmoederhals een barrière voor de spermiën. Tijdens de pilvrije periode wordt het
endometrium door de menstruatie afgestoten.’
1) 2)
baarmoederslijmvlies innesteling

Afbeelding 2. Enkele gebeurtenissen voor de geboorte van een kind


bewerkt naar: W. G. Burgerhout e.a., Fysiologie, Leerboek voor paramedische opleidingen, 1998, 333

1 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

Afbeelding 2 geeft een aantal gebeurtenissen weer die aan de geboorte van een
kind voorafgaan. De cijfers geven plaatsen en processen aan waar kan worden
ingegrepen om een zwangerschap te voorkomen.
3p 3 Waar kan volgens de tekst de anticonceptiepil ingrijpen? Geef de
nummers van de betreffende pijlen in afbeelding 2.

ALBINISME
Onder andere in de huid van de mens bevinden zich speciale cellen, de
melanocyten. In deze melanocyten worden melaninekorrels geproduceerd. In
afbeelding 3 is schematisch een melanocyt weergegeven.

In een melanocyt wordt melanine


via een aantal tussenstappen
gevormd uit het aminozuur
tyrosine. Het tyrosine wordt door
een melanocyt opgenomen van
buiten de cel. Bij de vorming van
melanine uit tyrosine wordt één
van de reacties uit de keten
gekatalyseerd door het enzym
tyrosinase.

Afbeelding 3. Melanocyt

Aan het oppervlak van structuur P (zie afbeelding 3) bevinden zich organellen waar
tyrosinase wordt geproduceerd, dat vervolgens naar het Golgi-apparaat wordt
getransporteerd. Van het Golgi-apparaat snoeren zich blaasjes af waarin onder
andere met behulp van tyrosinase melanine uit tyrosine wordt geproduceerd. Deze
blaasjes veranderen in melaninekorrels.
1p 4 Noem de volledige naam van de structuur die met P is aangegeven.
1p 5 Geef de volledige naam van structuur die verantwoordelijk is voor de
productie van tyrosinase.

Albinisme is een erfelijke afwijking waarbij door de melanocyten geen melanine


wordt geproduceerd. De melanocyten zijn bij een albino wel in normale aantallen
aanwezig en microscopisch zijn, behalve het ontbreken van melanine, geen
afwijkingen in de structuur van de cellen te ontdekken. Over de mogelijke oorzaken
waardoor de melanocyten van albino's geen melanine produceren, worden de
volgende beweringen gedaan.

2 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

1 De celmembranen van deze melanocyten bevatten weinig receptoren voor


tyrosine; tyrosine kan daardoor in onvoldoende mate in de cellen worden
opgenomen.
2 In deze melanocyten ontbreekt t-RNA voor tyrosine; tyrosine kan daardoor niet
worden getransporteerd naar het Golgi-apparaat.
3 In deze melanocyten wordt het gen voor tyrosinase niet getranscribeerd.

2p 6 Welke van deze beweringen kan of welke kunnen juist zijn?


A alleen bewering 1 D alleen de beweringen 1 en 2
B alleen bewering 2 E alleen de beweringen 1 en 3
C alleen bewering 3 F de beweringen 1, 2 en 3

Een bepaalde vorm van albinisme berust op een afwijking van één enkel gen. Het
allel voor deze vorm van albinisme is recessief ten opzichte van dat voor normale
pigmentatie. Twee ouders met normale pigmentatie krijgen een kind. Er wordt
vanuit gegaan dat geen mutaties optreden.
3p 7 Bereken hoe groot de kans is dat dit kind deze vorm van albinisme heeft.

TOMATENPLANT
Een onderzoeker kruist twee typen homozygote tomaatplanten. Het ene type is fors
en heeft een gladde bladoppervlakte. Het andere type is een dwergvorm en heeft
een behaarde bladoppervlakte. De F1 is fors en heeft een gladde bladoppervlakte.
De onderzoeker kruist de F1 terug met één van de ouders, de behaarde
dwergvorm.
3p 8 Welke allelen voor de twee bovengenoemde eigenschappen, lengte en
bladoppervlakte, zijn dominant? Laat duidelijk zien hoe je op het antwoordt komt.
3p 9 Welke genotypes en fenotypes levert de terugkruising op? Laat duidelijk zien
hoe je op het antwoordt komt.

De resultaten van de kruisingen zijn echter als volgt:


Fenotype Aantal
Fors, glad 54
Dwerg, behaard 58

3p 10 Geef een verklaring voor het feit dat de terugkruising twee fenotypes
levert. Laat duidelijk zien hoe je op het antwoord komt!

3 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

WERKINGSMECHANISMEN VAN HORMONEN


Er zijn verschillende wegen waarlangs stoffen de activiteit van cellen beïnvloeden. In
de afbeelding hiernaast is een schema van één van die wegen. Dit schema illustreert
de werking van hypothalamus, hypofyse en eierstokken.

De relatie tussen deze organen komt


overeen met die in afbeelding van de
vorige vraag. In dit schema zijn
hormonen en organen die de
hormonen afscheiden met de cijfers 1
tot en met 6 aangegeven.

Afbeelding bewerkt naar B.E. Fry, Hormonal Control in


Vertebrates, 1967

2p 11 Neem de onderstaande reeks over op je antwoordblad en vermeld achter


elk orgaan of hormoon het corresponderende cijfer uit de afbeelding.
• eierstokken • hypofyse-voorkwab
• FSH • hypothalamus
• FSH-RH • oestrogeen (= oestron / oestradiol)

TRANSPLANTATIE
Bij onderstaande vragen kun je gebruik maken van afbeelding 4. Je mag ervan
uitgaan dat de regeling van de productie van spermacellen bij de muis overeenkomt
met die bij de mens.

Afbeelding 4. Doorsnede van een testis.

4 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

Een spermastamcel is een diploïde cel in de testes, waaruit of nieuwe


spermastamcellen of spermacellen worden gevormd.
2p 12 Kunnen spermastamcellen in de testes meiose ondergaan? En mitose?
A alleen meiose
B alleen mitose
C zowel meiose als mitose

Onderzoekers hebben spermastamcellen van normale muizen (donoren)


getransplanteerd in testes van muizen met een erfelijke, sterk verlaagde
vruchtbaarheid (accepteren). Getransplanteerde spermastamcellen sloegen aan bij
70% van de eerst vrijwel onvruchtbare accepteren. Van hun nakomelingen verwekt
bij normale vrouwtjes bleek 80% te zijn ontstaan door bevruchting met spermacellen
afkomstig uit spermastamcellen van donoren. Bij een grote groep nakomelingen
heeft men het voorkomen van enkele erfelijke eigenschappen waarin de donoren en
de accepteren van elkaar verschilden, bepaald.

2p 13 Is er verschil in frequentie van deze eigenschappen bij de


nakomelingen? Zo ja, welke eigenschappen komen het meest bij deze
nakomelingen voor?
A Nee, er is geen verschil in de frequentie waarin deze eigenschappen
voorkomen.
B Ja, de eigenschappen van de accepteren komen het meeste voor.
C Ja, de eigenschappen van de donoren komen het meeste voor.

Spermastamcellen zijn ook te gebruiken voor een andere techniek. Via


transplantatie van genetisch gemanipuleerde spermastamcellen kunnen genetisch
veranderde nakomelingen ontstaan. Bij runderen kunnen door deze genetische
manipulatie nakomelingen worden verkregen die melk geven met eiwitten die
normaal niet in de melk voorkomen en die door de mens als geneesmiddel kunnen
worden gebruikt. Een voorbeeld is de productie van lactoferrine, een stof die de
afweer bij mensen versterkt. Een op deze manier behandelde stier krijgt een
dochter die melk met lactoferrine produceert.

2p 14 Is bij deze dochter het gen voor lactoferrine aanwezig in de witte


bloedcellen? En in de diploïde cellen van de eierstokken? En in de cellen van
de melkklieren?
A alleen in de witte bloedcellen
B alleen in de diploïde cellen van de eierstokken
C alleen in de cellen van de melkklieren
D zowel in de diploïde cellen van de eierstokken als in de cellen van de
melkklieren
E zowel in de witte bloedcellen, als in de diploïde cellen van de eierstokken, als
in de cellen van de melkklieren.

5 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

VALE GIEREN IN NEDERLAND


`Op maandag 18 juni 2007 gingen vogelliefhebbers uit het hele land naar Brabant. Een
groep vale gieren was daar neergestreken op zoek naar voedsel. De Vale gier is één van
Europa’s grootste roofvogels. Hij weegt tussen de 6 en 10 kg en heeft een spanwijdte van
2,6 tot 2,8 m. De Vale gier leeft van dode dieren. Zijn voorkeur gaat uit naar ingewanden en
spierweefsel. Het vinden van aas vereist intensief zoekwerk over een groot gebied.
Energiebesparing is daarbij noodzakelijk. Met zijn enorme vleugels is de Vale gier een
perfecte zweefvlieger, die gebruik maakt van opstijgende warme lucht (thermiek). Gieren
patrouilleren verspreid en letten daarbij voortdurend op elkaar. Een gier die opeens van
richting verandert of neerstrijkt, wordt van grote afstand opgemerkt. In korte tijd zijn alle
gieren uit de omgeving ter plaatse. Vale gieren leven in warme, droge streken en in de
bergen. De Vale gier komt normaal nooit in Nederland. Door een tekort aan voedsel had de
groep het oorspronkelijke woongebied, Spanje, verlaten. Sinds kort is het door een
Europese wet verboden om dood vee op het land te laten liggen. In Spanje was dit wel de
gewoonte. De kadavers werden dan opgeruimd door onder andere vale gieren. Deze dieren
moeten nu op andere plaatsen hun voedsel zoeken. Het verblijf van deze gieren in
Nederland was van korte duur. Vrij snel vertrokken ze weer naar onze zuiderburen. De
aanleiding daartoe was een daling van de temperatuur in Nederland.`

In de tekst worden verschillende factoren genoemd voor het trekgedrag van de


gieren.
2p 15 − Door welk type factor verlieten deze gieren Spanje?
− Door welk type factor vlogen ze weg uit Nederland?
uit Spanje uit Nederland
A een abiotische een abiotische
B een abiotische een biotische
C een biotische een abiotische
D een biotische een biotische

Een vogelliefhebber beweert dat de geobserveerde vale gieren tot dezelfde


populatie behoorden.
2p 16 Noem twee voorwaarden waaraan een groep dieren moet voldoen om tot
één populatie gerekend te worden.

Vale gieren leven van kadavers van planteneters. Soms wordt ook wel een levend
lammetje gevangen en opgegeten. In een ecosysteem spreken we van
producenten, consumenten en reducenten.
2p 17 Tot welke groep of tot welke groepen kun je vale gieren op basis van
bovenstaande informatie indelen?
A consumenten 1e orde
B consumenten 2e orde
C reducenten
D zowel tot de consumenten 1e orde als tot consumenten 2e orde
E zowel consumenten 1e orde als reducenten
F zowel consumenten 2e orde als reducenten
6 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.
Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

De Bengaalse gier is verwant aan de Vale gier. Volwassen Bengaalse gieren wegen
gemiddeld 5 kg. In 2006 bleek dat de populatiegrootte van deze vogels in Zuidoost-
Azië zienderogen afnam. Het grootschalige gebruik van de ontstekingsremmer
diclofenac bij het vee was de boosdoener. De gieren blijken uitermate gevoelig te
zijn voor dit medicijn. Als ze kadavers van runderen eten die nog diclofenac
bevatten, leggen ze het loodje. In zoogdieren wordt in 12 uur de helft van dit
medicijn door de lever afgebroken. Bengaalse gieren kunnen dit niet. Dit leidt tot
orgaanbeschadigingen die uiteindelijk leiden tot de dood.

Voor gieren is 8 mg diclofenac per kg lichaamsgewicht dodelijk. Runderen worden


regelmatig behandeld met injecties van 1 mg diclofenac/kg lichaamsgewicht.
2p 18 Leg met behulp van bovenstaande tekst uit dat diclofenac voor de
runderen niet dodelijk is en voor de gieren wel.

2p 19 Bereken hoeveel vlees van kadavers een Bengaalse gier tijdens zijn
leven ten minste moet eten om een dodelijke hoeveelheid diclofenac
binnen te krijgen.
Ga er voor de berekening van uit dat de kadavers gemiddeld 12 uur voor het
overlijden een injectie hebben gehad en dat er geen uitscheiding van
diclofenac plaatsvindt.

HET EINDE

7 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43
T1 Inleiding in de biologie, T2 Cellen, T3 Voortplanting Oefenexamenvragen
T4 Genetica, T5 Evolutie, T6 Ecologie V6

CORRECTIE
Vraag Punt Antwoord
1. 3 P= celwand, Q= vacuole, R= intercellulaire ruimte
2. 3 Q, Cel is in turgor, dus het celmembraan drukt tegen de celwand. . Dit kan
alleen maar betekenen dat er sprake is van een HOW binnen de cel. Want
alleen dan zullen watermoleculen via osmose de cel binnentreden.
3. 3 1-3-5
4. 1 Endoplasmatisch reticulum
5. 1 Ribosomen
6. 2 E
7. 3 Beide ouders moeten heterozygoot (Aa) zijn en dan is de kans op kind met
albinisme = aa= 0,25
8. 3 Uitkruising Fors,glad met dwerg,behaard komen alleen fors, glad
nakomelingen. Dus is Fors en Glad dominant
9. 3 Gameten: TS, Ts, tS of ts met ts
Dit levert TtSs (fors, glad) Ttss (fors, behaard) ttSs (dwerg, glad), ttss (dwerg,
behaard)
10. 3 Er is sprake van een gekoppelde overerving (gameten: TS, ts met ts)
Dit levert TtSs of ttss, dus fors+glad en dwerg+behaard
11. 2 eierstokken 5
FSH 4
FSH-RH 2
hypofyse-voorkwab 3
hypothalamus 1
oestrogeen / oestron /oestradiol 6
12. 2H14.1.13 C
13. 2H14.1.13 C
14. 2H14.1.13 E
15. 2H12.1.13 C
16. 2H12.1.14 De dieren van de groep leven in hetzelfde gebied 1 • en planten zich
onderling voort / behoren tot dezelfde soort
17. 2H12.1.15 B
18. 2H12.1.19 Voorbeeld van een juist antwoord: In runderen hoopt het toegediende
diclofenac zich niet op; het wordt bij hen in de lever afgebroken. De dodelijke
dosis wordt nooit bereikt. De gieren, die kadavers van de met diclofenac
besmette runderen eten, beschikken niet over zulke leverenzymen waardoor
accumulatie van het gif kan plaatsvinden en snel de lethale dosis wordt
bereikt. Het antwoord bevat de volgende elementen: • het gif bij de gieren
hoopt zich in het lichaam op/accumulatie van diclofenac, bij runderen geen
ophoping/accumulatie • runderen hebben een enzym dat diclofenac
afbreekt/(Bengaalse) gieren hebben geen leverenzymen die diclofenac
afbreken
19. 2H12.1.20 Voor een gier is de dodelijke hoeveelheid diclofenac gemiddeld 5 x 8 mg =
40 mg. Dit krijgt een gier binnen door het eten van 40 x 1 kg x 2 = 80 kg
kadavervlees dat gemiddeld 12 uur oud is.
Totaal 43 Score/43 x9 +1= punt

8 Tenzij anders vermeld, is er sprake van natuurlijke situaties en gezonde organismen.


Gebruik van Binas en een gewoon rekenmachine is toegestaan. Géén grafische rekenmachine!
Totaal score 43

You might also like