You are on page 1of 6

Celorganel: Ribosomen Bouw organel:

EM-foto:  Korreltjes met doorsnede 15-18 nm.


 Opgebouwd uit ribonucleïnezuren en
proteïnen
 Bestaat uit kleine en grote subeenheid
 Bevat vrije ribosomen vrij in cytoplasma
 Bevat gebonden ribosomen vast op
endoplasmatisch reticulum

Functie organel:

 Eiwitsynthese

Komt voor in de dierlijke cel en plantaardige


cel

Celorganel: Microtubuli Bouw organel:

EM-foto:  Opgebouwd uit honderden moleculen


van het eiwit tubuline
 Tubeline vormt cytoskelet waarop
vezelachtige eiwitmoleculen
(= microfilamenten) gebonden zijn

Functie organel:

 Stevigheid geven
 Vasthouden en geleiden van
celorganellen
 Verdelen van erfelijk materiaal

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel
Celorganel: Centrosoom Bouw organel:

EM-foto:  Bestaat uit 2 buisvormige structuren


(=centriolen) die loodrecht op elkaar
staan
 Elk buisje bestaat uit bundel van 9
tripletten van microtubuli

Functie organel:

 Celdeling: 2 centriolen wijken uiteen en


vormen spoelfiguur waarlangs
chromosomen bij de deling verplaatsen

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel

Celorganel: Endoplasmatisch reticulum Bouw organel:

EM-foto:  Bestaat uit netwerk van kanalen en


afgeplatte, verbonden holten
 Rand van holle ruimten =
eenheidsmembranen  staat in
verbinding met kern- en
plasmamembraan
 Indeling tussen ruw ER
( = cytoplasmatische kant van ER bezet
met ribosomen) en glad ER (= geen
ribosomen komen voor

Functie organel:

 Intracellulair transport van stoffen en


opslag van vetten, glycogeen of
hormonen

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel
Celorganel: Lysomen Bouw organel:

EM-foto:  Blaasjes, omgeven door membraan die


afbrekende of lytische enzymen
bevatten

Functie organel:

 Intracellulaire vertering van opgenomen


voedseldeeltjes.
 Heterofagie: het opgenomen deeltje
wordt in een membraanblaasje
‘verpakt’. De lysomen omgeven het en
versmelten ermee, hierbij komen de
verteringsenzymen bij het opgenomen
deeltje en wordt het verteerd. Verder
worden restlichaampjes uit de cel
geleegd
 Autofagie: zelfvertering van dode of
gedegenereerde cellen of celorganellen

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel

Celorganel: Vacuole Bouw organel:

EM-foto:  Scheiding tussen grote vacuolen van


plantencellen en cytoplasma door een
eenheidsmembraan: tonoplast
 Bevat celsap (= oplossing van ionen en
organische verbindingen in water)

Functie organel:

 Opslaan van voedingsstoffen,


stofwisselingsproducten en afvalstoffen

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel
Celorganel: Kern Bouw organel:

EM-foto:  Celkern of nucleus is gescheiden van


cytoplasma door kernmembraan
 Kernmembraan bestaat uit twee
eendheidsmembranen met daartussen
een ruimte.
 Gevormd door eenheidsmembraan en
staat er mee in verbinding
 Kernmembraan heeft kernporiën (=
openingen die doorgang van
macromoleculen vergemakkelijken
 Kernplasma bevat chromatine, wat uit
zeer fijne draadjes bestaat en DNA bevat
 Bij celdeling condenseert chromatine tot
chromosomen
 Kern bevat een of meer kernlichaampjes
of nucleonen.

Functie organel:

 Genetisch materiaal van de cel in de


vorm van DNA opslaan
 Synthese van eiwitten

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel
Celorganel: Mitochondriën Bouw organel:

EM-foto:  Staafvormige structuur met omhulsel


bestaande uit twee
eenheidsmembranen: glad
buitenmembraan en binnenmembraan
dat naar binnen vergroot is door plaat-of
buisvormige instulpingen (= cristae)
 Bevatten ademhalingsenzymen
 Talrijke hoeveelheid aan ribosomen en
weinig erfelijk materiaal

Functie organel:

 Vrijmaken van energie in de cel

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel

Celorganel: Golgi-apparaat Bouw organel:

EM-foto:  Bestaat uit stapel afgeplatte ruimten (=


Golgi-cisternen), begrensd door gladde
membranen
 Rand van de cisternen worden kleine
blaasjes (= Golgi-blaasjes) afgesnoerd

Functie organel:

 Cellen en hormonen afscheiden:


producten worden van ER maar Golgi-
cisternen gebracht en ondergaan
wijzingen. Later worden ze verpakt in
Golgi-blaasjes en vervoerd naar andere
delen van de cel of het
plasmamembraan. Aan celmembraan
kunnen ze door exocytose uitgescheiden
worden, waardoor het membraan van
het blaasje wordt opgenomen in
plasmamembraan.

Komt voor in de plantaardige cel en dierlijke


cel
Celorganel: Plastiden Bouw organel:

EM-foto:  Worden begrensd door dubbel


membraan en bevatten kleurstoffen
of de eindproducten van
stofwisselingsprocessen

Chloroplasten of bladgroenkorrels:

 Twee eenheidsmembranen omsluiten


een eitwitachtige of plasmatische
fase: het stroma.
 Binnenmembraan vormt afgeplatte,
gesloten membraanzakjes in de
binnenruimte van de chloroplast: de
thyllakoiden
 Thyllakoiden kunnen als muntstukken
op elkaar gestapeld zijn:
graanthyllakoïden die grana vormen.
 Stroma zelf bevat stromathyllakoiden
 Membranen van de thyllakoiden
bevatten chlorofylmoleculen

Chromoplasten

 Bevatten voornamelijk gele en oranje


pigmenten

Leucoplasten

 Kleurloos

Functie organel:

Chloroplasten of bladgroenkorrels:

 Fotosynthese

Chromoplasten:

 Synthetiseren en bewaren pigmenten


voor kleurgeving

Leucoplasten

 Opslag van zetmeel, lipiden of


eiwitten

Komt voor in de plantaardige cel

You might also like