You are on page 1of 5

Muziekgeschiedenis Samenvatting SEM 1

Verschillende periodes muziekgeschiedenis:


-Oudheid (in het kort)
-Middeleeuwen
-Renaissance
-Barok
-Klassieke periode
-Romantiek
-20e eeuw

Oudheid: de Grieken
-Muziek in prehistorische ‘societies’ -> ontwikkeling prehistorische instrumenten,
toonhoogten/ritme/harmonie -> gebruik van muziek o.a. ceremonieel
-Grieken: genoeg materiaal om idee te vormen over muziekcultuur
Pythagoras: denken/schrijven over muziek - over toonhoogten, intervallen, toonladders.
Plato/Aristoteles: filosofisch over de effecten van muziek, ‘ethos’. Geloofden dat muziek de ethos
kon beïnvloeden. Vonden dat een goede educatie gym/beweging en muziek moest benadrukken. Die
twee moesten in balans zijn.
Instrumenten: Lier, Aulos, Kithara

Middeleeuwen
Periodes in de middeleeuwen; vroege middeleeuwen - Ars Antiqua – Ars Nova
Gregoriaans:
 Is de kerkmuziek die onder paus Gregorius I vast onderdeel werd van de liturgie.
 Eerste notatie vormen; Neumen, kwadraatnotatie
 Gezangen in de mis; proprium is afhankelijk van de kerkelijke kalender. En Ordinarium zijn
vaste gezangen van de mis
 Kenmerken; latijn, syllabisch/melismatisch/neumatisch, vrije ritmiek, kerktoonsoorten.
 Manier van uitvoeren; direct, antifonaal, responsoriaal.

Vroege meerstemmigheid
 Belangrijke verandering in de muziek: ontstaan meerstemmigheid
Toevoeging tweede stem = ontstaan Organum
 Parallel organum: tweede stem een kwart/kwint boven/onder de eerste stem. De
tweede stem loopt parallel aan de eerste stem
 Ontwikkeling organum door tegenbeweging: vrij organum
De tweede stem gaat zich ritmisch en melodisch steeds vrijer (onafhankelijker) bewegen

Ars Antiqua: 1150-1300


Betekent ‘kunst oud’.
 Ontwikkeling meerstemmigheid tot steeds vrijere polyfonie
 Notre Dame-school Parijs
 Leoninus en Perotinus

Notre-dam school
 Parijs centrum van ontwikkeling in muziek
 Twee belangrijkste componisten: Leoninus en Perotinus
 ‘Europese componisten’ maar we weten er weinig over. ‘Toevallig’ bekend geworden
door Engelse student Anonymous
 Leoninus schijnt het boek Magnus liber organi geschreven te hebben: een verzameling
organa (‘organums’) voor de mis.
 Perotinus wilde het boek ‘verbeteren’: voegde een derde stem (triplum) en soms vierde
stem (quadruplum) toe + zorgde voor regelmatige ritmische voortgang

Ars Nova +/- 1300-1400


Betekent ‘kunst nieuw’.
Maatschappelijk allerlei ontwikkelingen:
 Gezag van de Paus werd in twijfel getrokken, standenmaatschappij werd aangetast.
 Ontstaan ‘ontkerkelijking’
 Menselijke rede werd belangrijk, niet alleen God was ‘de baas’
 Nieuwe denkbeelden, zoals Petrarca, Dante, Boccaccio
 ‘Vernieuwingsdrang’  dat ging je zien in de kunst/muziek: ritmische vernieuwingen
(isoritmiek), nieuwe genres, toenemend gebruik van muziekinstrumenten, wereldlijke
muziek.
Isoritmiek
 Ritmische ontwikkeling
 Lange lijnen in de bovenstem, langere lengte van ritmische patronen
 Herhaling van ritmische patronen

Guillaume de Machaut is de eerste componist die isoritmiek hanteerde en is de belangrijkste


componist van de Ars Nova. Belangrijkste werk: Messe de Nostre Dame-> Is waarschijnlijk de eerste
volledige gecomponeerde mis.

Wereldlijke muziek
 Maatschappelijke ontwikkelingen Ars Nova
 Wereldlijke muziek: muziek met een thema buiten het geloof  niet genoteerd, is weinig
van overgebleven.
 Jongleurs: Door rondtrekkende musici aan hof en onder de bevolking. Thema’s zoals liefde,
heldendaden  volkslied
 Troubadours (Zuid-Frankrijk), Trouvères (Noord-Frankrijk) en Minnesänger (Duitsland):
Hogere kringen maatschappij, vaak aan het hof. Hoofse thema’s, bijv. over schoonheid van
vrouwen aan het hof  kunstlied
 Bourdonbegeleiding 1-5 interval afstand in de bas.
 In de volkstaal en eenstemmig (monofoon)

Instrumentarium
Harp, vedel, luit. Maar ook zink, trombone, blokfluit, portatieforgel, draailier, doedelzak, trommels,
bekkens, tamboerijn.

Vorm Liederen
Virelai = ABB’A structuur (A en B verschillende melodie, B’ rijmt op B)
Rondeau = ABAAABAB structuur, later in de geschiedenis rondo ABACADA etc.
Ballade = Tragisch thema, AaBC (a zelfde melodie, andere tekst dan A)
Caccia = Italiaans voor ‘jacht’, alsof de stemmen elkaar achterna ‘jagen’. Italiaanse Ars Nova
wordt ‘Trecento’ genoemd
Estampie -> instrumentale dans

Begrippen
Monofonie = eenstemmigheid
Heterofonie = primitieve vorm van meerstemmigheid. Zou ontstaan kunnen zijn bij de Grieken.
Homofonie= samenklanken belangrijkst. Akkoordzetting, alle stemmen ritmisch vrijwel gelijk óf lied
met begeleiding in akkoorden.
Polyfonie= Ritmische en melodische zelfstandigheid van de stemmen. melodie belangrijker dan
samenklank.
Syllabisch= één noot per lettergreep
Melismatisch= meerdere noten per lettergreep
Neumatisch= combi
Neumen= krabbels
Kwadraatnotatie = blokjes
Stemvoering= Monofoon, eenstemmig vocaal, onbegeleid
Melodievorming= Stijgend en dalend in golvende beweging, syllabisch, melismatisch
Ritmiek=Vrij, niet aan maatsoort gebonden
Structuur= Frasering muziek aan de hand van de tekst (Latijn, onderdelen mis)
Genres en vormen=Mis
Betekenis = Het Gregoriaans is het fundament van de Westerse klassieke muziek

Renaissance (14e tot 16e eeuw)


Maatschappelijke ontwikkelingen:
-Herontdekking erfgoed Grieken/Romeinen
-Humanisme (mens centraal)
-uitvindingen zoals de drukpers met alle gevolgen van dien
-Reformatie (tweedeling katholicisme vs. protestantisme)

Hoe ontwikkelde de vocale muziek zich ten opzichte van het Gregoriaans?
Véél meerstemmigheid, doorimitatie, stemparen, faux-bourdon, terts + sext als interval

Doorimitatie=
Stemparen=
Faux-bourdon= bovenstem wordt begeleid door onderkwart en ondersext.
Veel meerstemmigheid=

Franco-Vlaamse school
-Franco-Vlaamse school = Frankrijk – Vlaams (België) – Nederlanden ook wel de ‘Lage Landen’
-Deze componisten schreven polyfone muziek
-De meesten waren geboren in de Lage Landen, maar werkzaam in andere landen (o.a. Italië)
Bijvoorbeeld: Josquin des Prez, Johannes Ockeghem, Jacob Obrecht (en nog véél meer)

Verandering
Kritiek van o.a. Luther tijdens de Reformatie -> Reactie Paus: daar moeten we wat mee… ‘Concilie
van Trente’ om misstanden in de kerk recht te zetten(vergadering) -> Concilie van Trente duurde van
1545-1563 -> 1563 bleken de verschillen tussen katholieken/protestanten onoverbrugbaar, Er
werden wel bepaalde besluiten genomen, o.a.:
- Een bisschop moet theologie hebben gestudeerd
- Huwelijk moet in de kerk plaatsvinden en moet vastgelegd worden in register
- Overlijdens en dopen moeten vastgelegd worden in register
- Latijn is de enige liturgische taal
Maar ook: discussie over muziek in de kerk: “Het moet verstaanbaar zijn, polyfoon =
onverstaanbaar!” Uiteindelijk lokaal besloten of verstaanbare polyfone muziek werd toegestaan.

Oplossing
Palestrina schreef twee stukken (Credo en Agnus Dei uit de Pope Marcellus Mass) en scheef daarbij
dat het geschreven was ‘op nieuwe wijze’. ‘Redder’ is van de polyfonie, en ervoor zorgde dat
polyfone kerkmuziek verstaanbaar werd en dus niet verbannen werd.

Wereldlijke vs. geestelijke muziek


-In de Renaissance werd wereldlijke muziek een genre
-Begin ontwikkeling wereldlijke muziek
Bijvoorbeeld het madrigaal (wereldlijk lied) en het luitlied (solo lied met luitbegeleiding, Dowland)
-Vocale wereldlijke muziek belangrijker dan instrumentaal wereldlijk: instrumentaal was aanvankelijk
vooral functioneel (achtergrond tijdens dineren of als dansmuziek, niet op zichzelf staand).
-Dansmuziek: Pavane (langzaam, tweedelig) en Gaillarde (snel, driedelig)
-Tijdens de Renaissance groeide de belangstelling voor instrumentale muziek
-Snel verspreid door boekdruk

Instrumentarium
-luit
-viola da gamba
+ instrumenten middeleeuwen
Madrigaal
-Vocaal wereldlijk werk
-Meestal 4 tot 6-stemmig, in de volkstaal
-Muziek ter illustratie van de tekst, versterken expressie
-Soms chromatiek
-Snel verspreid dmv uitvinding boekdrukkunst
-Eerst: oa Palestrina, Engelse componisten.

Venetiaanse school
-Venetië eind Renaissance centrum van ontwikkelingen
-Op zoek naar perspectief in schilderkunst, maar ook in muziek
-Gebruik van ruimte in muziek, San Marco
-Klank ook homofoon ipv alleen polyfoon (ivm ruimte)
-Meerkorigheid (coro spezzato / cori spezzati)
-Niet meer enkel vocaal a capella, maar groepen instrumentalisten + vocaal
-Belangrijke componist die meerkorigheid gebruikte Giovanni Gabrieli (1557-1612)

You might also like