CAPS Pagina 1

CLINICIAN-ADMINISTERED PTSD SCALE FOR DSM-5

[Door clinicus af te nemen PTSS schaal voor DSM-5] Versie
Afgelopen Maand

Naam: ___________________________ ID-nr: _________________

Interviewer: ___________________________ Datum:_________________

Studie: ___________________________

Criterium A: Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op
een (of meer) van de volgende manieren:
1. Zelf meemaken van de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
2. Persoonlijk getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) terwijl deze anderen overkwam(en).
3. Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goede vriend(in) is
(zijn) overkomen. Bij een feitelijke of dreigende dood van een familielid of vriend(in), moet(en) de
gebeurtenis(sen) gewelddadig van karakter zijn of een ongeval betreffen.
4. Meemaken van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de
psychotraumatische gebeurtenis(sen) (zoals bij hulpverleners die stoffelijke resten moeten
verzamelen; politieagenten die herhaaldelijk worden geconfronteerd met de details van
kindermisbruik). NB: Criterium A4 is niet van toepassing op blootstelling via elektronische media,
televisie, films of foto’s, tenzij deze blootstelling werkgerelateerd is.

[Neem de vragenlijst voor ingrijpende levensgebeurtenissen af (Life Events Checklist, LEC-5; zie bijlage) of gebruik
een ander trauma-screeningsinstrument.]

I'm going to ask you some questions about the stressful event questionnaire you filled out. First, I will ask you
to tell me a little more about the event that was most profound for you. Then I will ask you how that event has
affected you over the past month. In general, I don't need a lot of information - just enough to be able to
understand the complaints you may have had. Please let me know if you find yourself getting upset when we
go through the questions so we can slow down and talk about it. Please also let me know if you have any
questions or don't understand something. Do you have any questions before we start?

The event you found most profound was (EVENT). Could you briefly describe what happened?

Meest ingrijpende gebeurtenis (noteer):

 CAPS Pagina 2

Wat is er gebeurd? Type blootstelling:

(How old were you? How were you involved? Who else was
involved? Has anyone been seriously injured or killed? Was Persoonlijk ervaren ___
someone's life a danger? How many times has this
happened?) Getuige geweest ___

Kennis genomen van___

Blootgesteld aan weerzinwekkende details___

Levensbedreiging? NEE JA [zelf ___ ander ___]

Ernstige verwonding? NEE JA [zelf ___ ander ___]

Seksueel geweld? NEE JA [zelf ___ ander ___]

Voldoet aan Criterium A?

NEE / WAARSCHIJNLIJK / JA

During the rest of the interview, I would like you to keep (EVENT) in mind, while I’m asking you questions
about the various complaints that (EVENT) may have caused. You may have had some of these complaints
before, but in this interview we focus exclusively on the past month. With each complaint, I will ask you if you
have suffered from it in the past month, and if so, how often and how much.

Criterium B: De aanwezigheid van een (of meer) van de volgende intrusieve symptomen die samenhangen met
de psychotraumatische gebeurtenis(sen) en die zijn begonnen nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen)
heeft (hebben) plaatsgevonden:

1. (B1) Recidiverende, onvrijwillige en intrusieve pijnlijke herinneringen aan de psychotraumatische

gebeurtenis(sen). NB: Bij kinderen die ouder zijn dan 6 jaar kan er sprake zijn van repetitief spel waarin thema’s
of aspecten van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) tot uiting worden gebracht.
Have you had any unwanted memories of (EVENT) in the past month? 0 Afwezig
while you were awake - not counting dreams? [Score 0 = Afwezig indien uitsluitend in dromen]
1 Licht / subklinisch

What makes your memories resurface? 2 Matig / duidelijk aanwezig

[Indien onduidelijk:] (Are

these unwanted memories or do you consciously think 3 Ernstig / aanzienlijk
about [EVENT]?) [Score 0 = Afwezig tenzij opgevat als onvrijwillig en intrusief] verhoogd

4 Extreem / invaliderend
How much do you suffer from these memories?

Can you get it of your mind and think of something else?

Omcirkel: Lijdensdruk = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How many times have you had these memories in the past month? Aantal keren:
________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van lijdensdruk

Matig = Minstens 2 x per maand / Lijdensdruk duidelijk aanwezig, enige moeite om herinneringen uit het hoofd te
zetten
Ernstig = Minstens 2 x per week / Aanzienlijke lijdensdruk, aanzienlijke moeite om herinneringen uit het hoofd te
zetten
 CAPS Pagina 3

2. (B2) Recidiverende onaangename dromen waarin de inhoud en/of het affect van de droom samenhangt met de
psychotraumatische gebeurtenis(sen). NB: Bij kinderen kan er sprake zijn van beangstigende dromen zonder
herkenbare inhoud.
Have you had any unpleasant dreams about (EVENT) in the past month?
0 Afwezig
Describe such a dream. (Wat gebeurt er?)
1 Licht / subklinisch
[Indien onduidelijk:] (Does it wake you up?)
2 Matig / duidelijk aanwezig

[Zo ja:] (What do you experience when you wake up? How long does it take 3 Ernstig / aanzienlijk
before you fall back asleep?) verhoogd

[Wanneer respondent rapporteert niet meer in slaap te vallen:] (How much sleep do 4 Extreem / invaliderend
you miss because of this?)

How much do you suffer from these dreams?

Omcirkel: Lijdensdruk = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How many times have you had these dreams in the past month? Aantal keren:
__________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van lijdensdruk

Matig = Minstens 2 x per maand / Lijdensdruk duidelijk aanwezig, minder dan 1 uur slaapverlies Ernstig
= Minstens 2 x per week / Aanzienlijke lijdensdruk, meer dan 1 uur slaapverlies

3. (B3) Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de betrokkene het gevoel heeft of handelt alsof de
psychotraumatische gebeurtenis(sen) opnieuw plaatsvindt (plaatsvinden). (Dergelijke reacties kunnen zich op een
continuüm bevinden, waarbij de meest extreme uiting de vorm kan hebben van een volledig gebrek aan besef van
de actuele omgeving.) NB: Bij kinderen kan het voorkomen dat ze de psychotraumatische gebeurtenissen
naspelen.
Has it happened in the past month that you suddenly felt or acted as if (EVENT)
actually happened again? 0 Afwezig

(This is different from thinking about it or dreaming about it – I'm

[Indien onduidelijk:] 1 Licht / subklinisch
asking you now about flashbacks, moments where it feels like you're actually
back at the moment of the [EVENT] happened, and reliving it. ) 2 Matig / duidelijk aanwezig

3 Ernstig / aanzienlijk
To what extent does it feel like (EVENT) is happening again? (Were you confused verhoogd
about where you really were?)
4 Extreem / invaliderend
What do you do while this is happening? (Do other people notice something about your
behavior? What do they say?)

How long does it take?

Omcirkel: Dissociatie = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How often has this happened in the past month? Aantal keren: __________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van dissociatie

Matig = Minstens 2 x per maand / Dissociatieve kenmerken duidelijk aanwezig, kan enig besef van de omgeving
behouden, maar herbeleeft de gebeurtenis op een manier die duidelijk verschilt van gedachten en herinneringen
Ernstig = Minstens 2 x per week / Sterke dissociatieve kenmerken, rapporteert levendige herbeleving met
bijvoorbeeld beelden, geluiden en geuren.
 CAPS Pagina 4

4. (B4) Intense of langdurige psychische lijdensdruk bij blootstelling aan interne of externe prikkels die een
aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) symboliseren of erop lijken.
Have you been emotionally upset in the past month if something reminded you of the
(EVENT)? 0 Afwezig

What kind of things upset you? 1 Licht / subklinisch

How upset are you then? 2 Matig / duidelijk aanwezig

3 Ernstig / aanzienlijk
Are you able to calm yourself down when this happens? (How long does that take?) verhoogd

Omcirkel: Lijdensdruk = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem 4 Extreem / invaliderend

How often has this happened in the past month? Aantal keren: __________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van lijdensdruk

Matig = Minstens 2 x per maand / Lijdensdruk duidelijk aanwezig, enige moeite om zich te herstellen
Ernstig = Minstens 2 x per week / Aanzienlijke lijdensdruk, aanzienlijke moeite om zich te herstellen

5. (B5) Duidelijke fysiologische reacties op interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische
gebeurtenis(sen) symboliseren of erop lijken.

Have you experienced physical reactions in the past month when something 0 Afwezig
reminded you of (EVENT)?
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples of this? (Does your heart beat faster or does your 2 Matig / duidelijk aanwezig
breathing change? Are you sweating, feeling very tense or shaky?)
3 Ernstig / aanzienlijk
What kind of things cause such physical reactions? verhoogd

How long does it take to recover from this? 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Fysiologische reactiviteit = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How often has this happened in the past month? Aantal keren: __________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van fysiologische arousal

Matig = Minstens 2 x per maand / Reactiviteit duidelijk aanwezig, enige moeite om zich te herstellen Ernstig
= Minstens 2 x per week / Sterke reactiviteit, aanhoudende arousal, aanzienlijke moeite om zich te
herstellen
 CAPS Pagina 5

Criterium C: Persisterende vermijding van prikkels die geassocieerd worden met de psychotraumatische
gebeurtenis(sen), die begon nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden,
zoals blijkt uit een of beide van de volgende kenmerken:

6. (C1) Vermijding of pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over, of sterk
samenhangend met de psychotraumatische gebeurtenis(sen).

Have you tried to avoid thoughts or feelings about (EVENT) in the past month? 0 Afwezig

1 Licht / subklinisch
What thoughts or feelings do you avoid?
2 Matig / duidelijk aanwezig
How much effort do you put into avoiding these thoughts or feelings? (What are you
doing to achieve that?) 3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
Omcirkel: Vermijding = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem
4 Extreem / invaliderend
How often has this happened in the past month? Aantal keren: __________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van vermijding

Matig = Minstens 2 x per maand / Vermijding duidelijk aanwezig
Ernstig = Minstens 2 x per week / Sterke vermijding

7. (C2) Vermijding of pogingen tot vermijding van externe aspecten die aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen)
herinneren (mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen, situaties), die pijnlijke herinneringen,
gedachten of gevoelens oproepen over, of sterk samenhangend met de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
Have you tried in the past month to avoid things that remind you of (EVENT), such 0 Afwezig
as certain people, places or situations?
1 Licht / subklinisch

What things do you avoid?

2 Matig / duidelijk aanwezig

How much effort do you put into avoiding these things? (Should you make a plan or 3 Ernstig / aanzienlijk
change your activities to avoid them?) verhoogd

(All in all, how problematic is this for you? What would be

[Indien onduidelijk:] 4 Extreem / invaliderend
different if you didn't have to avoid these things?)

Omcirkel: Vermijding = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How often has this happened in the past month? Aantal keren: __________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van vermijding

Matig = Minstens 2 x per maand / Vermijding duidelijk aanwezig
Ernstig = Minstens 2 x per week / Sterke vermijding
 CAPS Pagina 6

Criterium D: Negatieve veranderingen in cognities en stemming, gerelateerd aan de psychotraumatische

gebeurtenis(sen), die zijn begonnen of verergerd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft
(hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende kenmerken:

8. (D1) Onvermogen om zich een belangrijk aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) te herinneren
(gewoonlijk door dissociatieve amnesie en niet door andere factoren, zoals hoofdletsel, of alcohol- of drugsgebruik).

Have you struggled in the past month to get important parts of 0 Afwezig
(EVENT)? (Do you feel like there are holes in your memory of [EVENT]?)
1 Licht / subklinisch

Which parts are hard to remember? 2 Matig / duidelijk aanwezig

Do you feel like you should be able to remember this? 3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
[Indien onduidelijk:] (Why
do you think you can't do this? Did you suffer head injuries
during [EVENT]? Have you been unconscious? Were you 4 Extreem / invaliderend

under the influence of alcohol or drugs? [Waarde 0 = Afwezig indien het gevolg van
hoofdletsel, bewustzijnsverlies of intoxicatie tijdens gebeurtenis]

[Indien nog steeds niet duidelijk:] (Is this normal forgetfulness? Or do you think
you
may have blocked it because it's too painful to remember?)[Waarde 0=Afwezig
indien het gevolg van normale vergeetachtigheid]

Omcirkel: Moeite met herinneren = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How many important parts of (EVENT) could you imagine in the past month
hard to remember? (Which parts do you remember?)Aantal belangrijke aspecten ____

Would you be able to remember these things if you did your best?

Beoordelingscriteria = hoeveelheid van de gebeurtenis die niet herinnerd wordt / intensiteit van
onvermogen om te herinneren
Matig = Minstens één belangrijk deel / Moeite om te herinneren duidelijk aanwezig, enige herinnering mogelijk
met inspanning
Ernstig = Meerdere belangrijke delen / Aanzienlijke moeite om te herinneren, zelfs met inspanning weinig
herinnering
 CAPS Pagina 7

9. (D2) Persisterende en overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld
(bijvoorbeeld: “Ik ben slecht”; “Je kunt niemand vertrouwen”, “De wereld is door en door gevaarlijk”; “Mijn hele
zenuwstelsel is voor altijd verwoest”).

Have you had strong negative thoughts about yourself, other people, or the world in 0 Afwezig
the past month?
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples of this? (For example, did you think, "I'm bad,"
2 Matig / duidelijk aanwezig
"There's something terribly wrong with me," "No one can be trusted," or "The world is
dangerous through and through"?) 3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
How strong are these thoughts? (To what extent do you believe these thoughts are
really true? Can you imagine thinking differently about this?) 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Overtuiging = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you thought about this over the past month? %
van de tijd __________

Did these thoughts arise or become stronger after (EVENT)? (Do you think they are
related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van overtuigingen

Matig = Soms (20-30%) / Overdreven negatieve verwachtingen duidelijk aanwezig, enige moeite om meer
realistische overtuigingen in overweging te nemen
Ernstig = Vaak (50-60%) / Sterk overdreven negatieve verwachtingen, aanzienlijke moeite om meer realistische
overtuigingen in overweging te nemen
 CAPS Pagina 8

10. (D3) Persisterende, vertekende cognities over de oorzaak of gevolgen van de psychotraumatische
gebeurtenis(sen), die ertoe leiden dat de betrokkene zichzelf of anderen er de schuld van geeft.
Have you blamed yourself for (EVENT) or its consequences in the past month? Can 0 Afwezig
you tell me a little bit more about that? (In what way do you feel you caused [EVENT]
1 Licht / subklinisch
yourself? Have you done anything that caused [EVENT]? Or do you think you should
have done something you didn't? Does it have anything to do with yourself in general, with 2 Matig / duidelijk aanwezig
you as a person?)
3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
Have you blamed others for (EVENT) or its consequences? Can you tell me a little
bit more about that? (In what way do you feel [OTHERS] caused [EVENT]? Did they do 4 Extreem / invaliderend
something that caused [EVENT]? Or do you think they should have done something they
didn't do?)

To what extent do you blame (YOURSELF OR OTHERS)?

How convinced are you that (YOURSELF OR OTHERS) are really responsible for
what happened? (Do other people agree with you? Can you imagine thinking differently
about this?)
[Waarde 0=Afwezig indien alleen schuld wordt toegewezen aan de dader, d.w.z. iemand die de gebeurtenis
opzettelijk heeft veroorzaakt en schade of letsel wilde toebrengen]

Omcirkel: Overtuiging = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you felt or thought this over the past month?
% van de tijd ____

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van schuldtoewijzing

Matig = soms (20-30%) / Vertekende schuldtoewijzing duidelijk aanwezig, enige moeite om meer realistische
overtuigingen in overweging te nemen
Ernstig = vaak (50-60%) / Sterk vertekende schuldtoewijzing, aanzienlijke moeite om meer realistische
overtuigingen in overweging te nemen

11. (D4) Persisterende negatieve gemoedstoestand (bijvoorbeeld angst, afschuw, boosheid, schuldgevoelens of
schaamte).
Have you had strong negative feelings in the past month such as fear, disgust, anger, 0 Afwezig
guilt or shame?
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples of this? (What negative feelings did you have?) 2 Matig / duidelijk aanwezig

How strong are these negative feelings? 3 Ernstig / aanzienlijk

verhoogd
How well can you deal with this?
4 Extreem / invaliderend
Omcirkel: Negatieve gevoelens = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you felt this way over the past month? % van de
tijd ________

Have these negative feelings started or worsened after (EVENT)? (Do you think they
are related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van negatieve gevoelens

Matig = Soms (20-30%) / Negatieve gevoelens duidelijk aanwezig, enige moeite om ze te hanteren
 CAPS Pagina 9

Ernstig = Vaak (50-60%) / Sterke negatieve gevoelens, aanzienlijke moeite om ze te hanteren

12. (D5) Duidelijk verminderde belangstelling voor, of deelname aan belangrijke activiteiten.
Were you less interested in activities you previously liked to do? 0 Afwezig

1 Licht / subklinisch
What things have you become less interested in or what things do you do less often
than before? (Anything else?)
2 Matig / duidelijk aanwezig

What is the cause of this?[Waarde 0 = Afwezig indien verminderde deelname toegeschreven kan 3 Ernstig / aanzienlijk
worden aan gebrek aan mogelijkheden, lichamelijk onvermogen, of een verandering van voorkeursactiviteiten die verhoogd
past bij de ontwikkeling]
4 Extreem / invaliderend
How much has your interest decreased? (Would you still enjoy [ACTIVITIES] once you
committed to it?)

Omcirkel: Verminderde interesse = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

All in all, what percentage of your usual activities were you less interested in in the
past month?% van activiteiten __________

What other things do you like to do?

Has this decreased interest started or worsened after (EVENT)? (Do you think this is
related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = percentage getroffen activiteiten / intensiteit van verminderde interesse

Matig = Sommige activiteiten (20-30%) / Verminderde interesse duidelijk aanwezig maar heeft nog enig plezier in
activiteiten
Ernstig = Veel activiteiten (50-60%) / Sterk verminderde interesse, weinig interesse in of deelname aan
activiteiten
 CAPS Pagina 10

13. (D6) Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen.

Have you experienced a sense of distance between you and other people in the past 0 Afwezig
month, or felt alienated from other people?
1 Licht / subklinisch

Can you tell me a little bit more about that? 2 Matig / duidelijk aanwezig

3 Ernstig / aanzienlijk
How strong are your feelings of distance or feeling alienated from others? (Who do verhoogd
you feel most connected to? How many people do you feel comfortable enough to talk
about personal topics?) 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Onthechting of vervreemding = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you felt like this in the past month?? % van de
tijd__________

Has this decreased interest started or worsened (EVENT)? (Do you think this is
related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van onthechting of vervreemding

Matig = Soms (20-30%) / Gevoelens van afstand duidelijk aanwezig, maar voelt nog enige verbinding met
anderen
Ernstig = Vaak (50-60%) / Sterke gevoelens van afstand en/of vervreemding met betrekking tot de meeste
mensen, kan zich eventueel nog verbonden voelen met één of twee mensen

14. (D7) Persisterend onvermogen om positieve emoties te ervaren (zoals onvermogen om geluk, voldoening of
liefdevolle gevoelens te ervaren).
Have you struggled to experience positive feelings, such as love and happiness, in 0 Afwezig
the past month?
1 Licht / subklinisch

Can you tell me a little bit more about that? (What feelings do you find difficult to 2 Matig / duidelijk aanwezig
experience?)
3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
How much effort does it take you to experience positive feelings? (Are you still able
to experience some positive feelings?) 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Vermindering van positieve gevoelens = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you felt like this over the past month? % van de
tijd__________

Has the difficulty you have experiencing positive feelings started or grown worse
after (EVENT)? (Do you think this is related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie/ intensiteit van vermindering van positieve gevoelens

Matig = soms (20-30%) / Ervaart duidelijk minder positieve gevoelens, maar nog steeds in staat om sommige
positieve gevoelens te ervaren
Ernstig = vaak (50-60%) / Sterke vermindering van beleving binnen een scala aan positieve emoties.
 CAPS Pagina 11

Criterium E: Duidelijke veranderingen in arousal en reactiviteit, gerelateerd aan de psychotraumatische

gebeurtenis(sen), die zijn begonnen of verslechterd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft
(hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende kenmerken:

15. (E1) Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen (met weinig of geen aanleiding), gewoonlijk tot uiting komend in
verbale of fysieke agressie jegens mensen of voorwerpen.
Have you felt particularly irritable or angry in the past month and let that be known 0 Afwezig
through your behavior?
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples of this? (How do you show that? Do you raise your 2 Matig / duidelijk aanwezig
voice or shout? Do you throw things or hit something? Do you push or hit other people?)
3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
Omcirkel: Agressie = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem
4 Extreem / invaliderend
How often has this happened in the past month? Aantal keren________

Did this behavior start or get worse after (EVENT)? (Do you think this is related to
[EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie/intensiteit van agressief gedrag

Matig = minstens 2 X per maand / Agressie duidelijk aanwezig, voornamelijk verbaal
Ernstig = minstens 2 X per week / Sterke agressie, minstens enige fysieke agressie

16. (E2) Roekeloos of zelfdestructief gedrag.

Have you taken a lot of risk or done things in the past month that could potentially 0 Afwezig
harm you?
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples? 2 Matig / duidelijk aanwezig

3 Ernstig / aanzienlijk
How much risk do you take? (How dangerous are these behaviors? Have you suffered verhoogd
any injuries or damage in any way?)
4 Extreem / invaliderend
Omcirkel: Risico = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How many times have you taken these kinds of risks in the past month? Number of
keren________

Did this behavior start or get worse after (EVENT)? (Do you think this is related to
[EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / mate van risico

Matig = minstens 2 x per maand / Risico duidelijk aanwezig, zou schade hebben kunnen oplopen
Ernstig = minstens 2 x per week / Aanzienlijk risico, daadwerkelijk schade opgelopen of grote kans daarop
 CAPS Pagina 12

17. (E3) Hypervigilantie.

Have you been particularly alert or vigilant over the past month , even though there 0 Afwezig
was no specific threat or danger? (Did you feel like you had to be on your guard?)
1 Licht / subklinisch

Can you give me a few examples of this? (What kind of things do you do when you're 2 Matig / duidelijk aanwezig
alert or vigilant?)
3 Ernstig / aanzienlijk
(Wat zorgt ervoor dat u op deze manier reageert? Heeft u het
[Indien onduidelijk:] verhoogd
gevoel dat u gevaar loopt of bedreigd wordt? Heeft u dat gevoel in sterkere
4 Extreem / invaliderend
mate dan de meeste mensen in dezelfde situatie zouden hebben?)

Omcirkel: Overmatige waakzaamheid= Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

What percentage of the time have you felt like this over the past month?% van de
tijd________

Has this increased alertness or vigilance started or worsened after

(EVENT)? (Do you think this is related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van overmatige waakzaamheid

Matig = soms (20-30%) / Overmatige waakzaamheid duidelijk aanwezig, bijvoorbeeld: waakzaam in het
openbaar, verhoogd besef van dreiging
Ernstig = vaak (50-60%) / Sterk overmatige waakzaamheid, bijvoorbeeld: scant omgeving op gevaar, heeft
wellicht veiligheidsrituelen, overdreven bezorgdheid om de veiligheid van zelf/gezin/huis

18. (E4) Overdreven schrikreacties.

Have you suffered from strong startle reactions in the past month? 0 Afwezig

1 Licht / subklinisch
What kind of things shocked you?
2 Matig / duidelijk aanwezig
How strong are these startle reactions? (How strong are they compared to how most
3 Ernstig / aanzienlijk
people would react? Are you doing something that others might notice?) verhoogd

How long does it take to recover from this? 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Schrikreactie= Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How often has this happened in the past month? Aantal keren_______

Has these startle reactions started or worsened after (EVENT)? (Do you think this is
related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van schrikreacties

Matig = minstens 2 x per maand / Schrikreacties duidelijk aanwezig, enige moeite om zich te herstellen Ernstig
= minstens 2 x per week / Sterke schrikreacties, aanhoudende arousal, aanzienlijke moeite om zich te
herstellen

19. (E5) Concentratieproblemen.

 CAPS Pagina 13

Have you suffered from concentration problems in the past month? 0 Afwezig

1 Licht / subklinisch
Can you give me a few examples of this?
2 Matig / duidelijk aanwezig
Can you concentrate when you really make an effort?
3 Ernstig / aanzienlijk
verhoogd
Omcirkel: Concentratieklachten = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

4 Extreem / invaliderend
What percentage of the time have you suffered from concentration problems in the
past month?

% van de tijd__________

Have these concentration problems started or worsened after (EVENT)? (Do you
think this is related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van concentratieklachten

Matig = soms (20-30%) / Concentratieproblemen duidelijk aanwezig, kan zich met enige moeite en inspanning
wel concentreren
Ernstig = vaak (50-60%) / Sterke concentratieproblemen, aanzienlijke moeite, zelfs met inspanning

20. (E6) Verstoring van de slaap (zoals moeite met in- of doorslapen of onrustige slaap).
Have you had problems falling asleep or staying asleep in the past month? 0 Afwezig

1 Licht / subklinisch
What kind of sleep problems did you have? (How long does it take you to fall asleep?
How often do you wake up at night? Do you wake up earlier than you want?) 2 Matig / duidelijk aanwezig

3 Ernstig / aanzienlijk
How many hours do you sleep per night? verhoogd

How many hours do you think you should sleep? 4 Extreem / invaliderend

Omcirkel: Slaapproblemen = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

How many times have you suffered from these sleep problems in the past month?

Aantal keren__________

Have these sleep problems started or worsened after (EVENT)? (Do you think this is
related to [EVENT]? In what way?)

Omcirkel: Gerelateerd aan trauma = Zeker Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Beoordelingscriteria = frequentie /intensiteit van slaapproblemen

Matig = minstens 2 x per maand / Slaapverstoring duidelijk aanwezig, duidelijke moeite met inslapen of doorslapen,
30 tot 90 minuten slaapverlies
Ernstig = minstens 2 x per week / Sterke slaapverstoring, aanzienlijke moeite met inslapen of doorslapen,
anderhalf tot 3 uur slaapverlies
 CAPS Pagina 14

Criterium F: De duur van de stoornis (criteria B, C, D en E) is langer dan één maand.

21. Begin van de symptomen

[Indien onduidelijk:] When did the (PTSD SYMPTOMS) you told me about
Totaal aantal maanden van uitgestelde
start? (How long after the trauma did they start? More than 6 months?)
expressie __________

Met uitgestelde expressie (> 6 maanden)?

NEE JA

22. Duur van de symptomen

Totale duur in maanden __________
[Indien onduidelijk:] How long did these (PTSD SYMPTOMS) all together
last? Duur langer dan 1 maand? NEE JA

Criterium G: De stoornis veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of

beroepsmatige functioneren, of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

23. Subjectieve lijdensdruk

All in all, how much have you suffered from the (PTSD 01 Geen

SYMPTOMS) you have told me about in the past month? 2 Weinig, minimale lijdensdruk
[Houd rekening met eerder gerapporteerde lijdensdruk] Matig, lijdensdruk duidelijk aanwezig maar nog
steeds hanteerbaar

3 Ernstig, aanzienlijke lijdensdruk

4 Extreem, invaliderende lijdensdruk

24. Beperking in het sociale functioneren

Have these (PTSD SYMPTOMS) affected your relationships 01
with other people over the past month? In what
way? [Houd rekening met eerder gerapporteerde beperkingen in het sociaal 2
functioneren]
Geen negatieve invloed
Lichte invloed, minimale beperking van het sociaal
functioneren
Matige invloed, duidelijke beperking, maar veel
aspecten van het sociaal functioneren zijn nog intact

3 Ernstige invloed, aanzienlijke beperking, enkele

aspecten van het sociaal functioneren zijn nog intact

4 Extreem veel invloed, geen of weinig sociaal

functioneren

25. Beperkingen in het beroepsmatige functioneren, of het functioneren op andere belangrijke terreinen
[Indien onduidelijk:] Are you currently working?
Have these (PTSD SYMPTOMS) affected your
[Zo ja:]
work or your ability to work in the past month? In what
way? [Denk aan eerder
gerapporteerd arbeidsverleden, inclusief aantal en duur van aanstellingen,
en kwaliteit van werkrelaties. Indien het premorbide functioneren
onduidelijk is, vraag dan naar werkervaringen voorafgaande aan het
trauma. In het geval van kinderen/adolescenten, beoordeel
schoolprestaties van vóór het trauma en mogelijke aanwezigheid van
gedragsproblemen]
Have these (PTSD SYMPTOMS) affected other
[Zo nee:]
important areas of your life?
[Geef wanneer van toepassing voorbeelden zoals ouderschap, huishouden,
school, vrijwilligerswerk, etc.] In what way?
Globale Beoordelingen
26. Globale validiteit
Maak een inschatting van de globale betrouwbaarheid van de
antwoorden. Houd rekening met factoren zoals de mate waarin
medewerking wordt verleend aan het interview, psychische
toestand (bijv. problemen met concentratie, begrip van de
vragen, dissociatie) en aanwijzingen voor het overdrijven of
minimaliseren van symptomen.
27. Globale ernst
Maak een inschatting van de globale ernst van de PTSS
symptomen. Denk aan de subjectieve lijdensdruk, de mate van
functionele beperking, observatie van gedrag tijdens het
interview en de manier van antwoorden.
28. Globale verbetering
CAPS Pagina 15
0 1 Geen negatieve invloed
Lichte invloed, minimale beperking van het
2 beroepsmatig/ ander belangrijk functioneren
Matige invloed, duidelijke beperking, maar veel
aspecten van het beroepsmatig/ ander belangrijk
3 functioneren zijn nog intact
Ernstige invloed, aanzienlijke beperking, enkele
aspecten van het beroepsmatig/ ander belangrijk
4 functioneren zijn nog intact
Extreem veel invloed, geen of weinig beroepsmatig/
ander belangrijk functioneren
0 Uitstekend, geen reden om aan te nemen dat er sprake
is van onbetrouwbare antwoorden
1 Goed, factoren aanwezig die een negatief effect zouden
kunnen hebben op de betrouwbaarheid
2 Redelijk, factoren aanwezig die de betrouwbaarheid
duidelijk verminderen
3 Slecht, aanzienlijk verminderde betrouwbaarheid
4 Onbetrouwbare antwoorden, ernstig beperkte
psychische toestand of mogelijk opzettelijk slechter of
beter doen voorkomen
0 Geen klinisch significante symptomen, geen
lijdensdruk en geen functionele beperking
1 Licht, minimale lijdensdruk of minimale functionele
beperking
2 Matig, duidelijke lijdensdruk of functionele beperking
maar met enige inspanning is het functioneren
voldoende
3 Ernstig, aanzienlijke lijdensdruk of functionele
beperking, zelfs met inspanning beperkt functionerend
4 Extreem, forse lijdensdruk of forse beperking met
betrekking tot twee of meer belangrijke gebieden van
functioneren
 CAPS Pagina 16

Beoordeel de totale, globale verbetering sinds de vorige 0 Asymptomatisch

beoordeling. Beoordeel de mate van verandering, los van of
deze volgens u het gevolg is van de behandeling. 1 Aanzienlijke verbetering

2 Matige verbetering

3 Lichte verbetering

4 Geen verbetering

5 Onvoldoende informatie

Specificeer of: Met dissociatieve symptomen

De symptomen van de betrokkene voldoen aan de criteria voor de posttraumatische-stressstoornis, en
bovendien ervaart de betrokkene als reactie op de stressor persisterende of recidiverende symptomen van
een van de volgende typen:

29. (1) Depersonalisatie: Persisterende of recidiverende ervaringen van gevoelens van vervreemding van de eigen
psychische processen of het eigen lichaam, alsof de betrokkene zichzelf van buitenaf waarneemt (bijvoorbeeld
het gevoel zich in een droom te bevinden; het gevoel alsof het zelf of het lichaam onwerkelijk is, of alsof de tijd
langzaam gaat).

Has it happened in the past month that you felt as if you were outside yourself, as if 0 Afwezig
you were looking at yourself from the outside or that you perceived your thoughts
and feelings as if you were someone else? 1 Licht / subklinisch

2 Matig / duidelijk aanwezig

(For example, did you feel like you were dreaming when in fact you were
[Zo nee:]
3 Ernstig / aanzienlijk
awake? Did you feel like there was something unreal about you? Did you feel verhoogd
like time was slowing down?)
4 Extreem / invaliderend
Can you tell me a little bit more about that?

How strong is that feeling? (Do you lose awareness of where you really are or what is
actually happening?)

What do you do while this is happening? (Do other people notice your behavior? What
do they say to you?)

How long does this last?

Omcirkel: Depersonalisatie = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

(Was this the result of alcohol or drugs? Do you perhaps have

[Indien onduidelijk:]
a medical condition such as epilepsy?) [Waarde 0 = Afwezig indien het gevolg van alcohol,
drugs of een medische aandoening]

How often has this happened in the past month? Aantal keren ________

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van depersonalisatie

Matig = minstens 2 x per maand / Depersonalisatie kenmerken duidelijk aanwezig maar voorbijgaand, behoudt
enig realistisch zelfbesef en besef van de omgeving
Ernstig = minstens 2 x per week / Sterke depersonalisatie kenmerken, aanzienlijk gevoel van onthechting en
onwerkelijkheid
 CAPS Pagina 17

30. (2) Derealisatie: Persisterende of recidiverende ervaringen van gevoelens alsof de omgeving niet echt is
(bijvoorbeeld de wereld rondom de betrokkene wordt ervaren als onecht, als in een droom, veraf of vervormd).

Has it happened in the past month that things around you seemed unreal, very 0 Afwezig
strange or unknown?
1 Licht / subklinisch

(Do things around you sometimes look like a dream or a scene from a
[Zo nee:] 2 Matig / duidelijk aanwezig
movie? Do they seem far away or distorted?)
3 Ernstig / aanzienlijk
Can you tell me a little bit more about that? verhoogd

4 Extreem / invaliderend
How strong is that feeling? (Do you lose awareness of where you really are or what is
actually happening?)

What do you do while this is happening? (Do other people notice your behavior? What
do they say to you?)

How long does this last?

Omcirkel: Derealisatie = Minimaal Duidelijk aanwezig Sterk Extreem

(Was this the result of alcohol or drugs? Do you perhaps have

[Indien onduidelijk:]
a medical condition such as epilepsy?) [Waarde 0 = Afwezig indien het gevolg van alcohol,
drugs of een medische aandoening]

How often has this happened in the past month? Aantal keren ______

Beoordelingscriteria = frequentie / intensiteit van derealisatie

Matig = minstens 2 X per maand / Derealisatie kenmerken duidelijk aanwezig maar voorbijgaand, behoudt enig
realistisch besef van de omgeving
Ernstig = minstens 2 X per week / Sterke derealisatie kenmerken, aanzienlijk gevoel van onwerkelijkheid

CAPS-5 SCORINGSBLAD
Naam:______________ ID-nr:________ Interviewer:______________ Studie:___________
Datum:_______

A. Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld
Voldoet aan criterium A? 0 = NEE 1 = JA

B. Intrusieve symptomen (1 vereist voor diagnose) Afgelopen maand

Ernst Symptomen (Ernst > 2 )?

(1) B1 – Intrusieve herinneringen 0 = NEE 1 = JA

(2) B2 – Onaangename dromen 0 = NEE 1 = JA

(3) B3 – Dissociatieve reacties 0 = NEE 1 = JA

 CAPS Pagina 18

(4) B4 – Psychische lijdensdruk bij prikkels 0 = NEE 1 = JA

(5) B5 – Fysiologische reacties bij prikkels 0 = NEE 1 = JA

B subtotaal B Ernst = Aantal B symptomen =

C. Vermijdingssymptomen (1 vereist voor diagnose) Afgelopen maand

Ernst Symptomen (Ernst > 2 )?
(6) C1 – Vermijding van herinneringen, gedachten, gevoelens 0 = NEE 1 = JA
(7) C2 – Vermijding van externe aspecten 0 = NEE 1 = JA
C subtotaal C Ernst = Aantal C symptomen =

D. Cognities en stemming symptomen (2 vereist voor diagnose) Afgelopen maand

Ernst Symptomen (Ernst > 2 )?
(8) D1 – Onvermogen om zich een belangrijk aspect van
gebeurtenis(sen) te herinneren 0 = NEE 1 = JA

(9) D2 – Overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen 0 = NEE 1 = JA

(10) D3 – Vertekende cognities die leiden tot zelf of anderen de
schuld geven 0 = NEE 1 = JA

(11) D4 – Persisterende negatieve gemoedstoestand 0 = NEE 1 = JA

(12) D5 – Duidelijk verminderde belangstelling voor, of
deelname aan belangrijke activiteiten 0 = NEE 1 = JA

(13) D6 – Gevoelens van onthechting of vervreemding van

Anderen 0 = NEE 1 = JA

(14) D7 – Persisterend onvermogen om positieve emoties te

0 = NEE 1 = JA
Ervaren
D subtotaal D Ernst = Aantal D symptomen =

E. Arousal en reactiviteit symptomen (2 vereist voor diagnose) Afgelopen maand

Ernst Symptomen (Ernst > 2 )?
(15) E1 – Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen 0 = NEE 1 = JA
(16) E2 – Roekeloos of zelfdestructief gedrag 0 = NEE 1 = JA
(17) E3 – Hypervigilantie 0 = NEE 1 = JA
(18) E4 – Overdreven schrikreacties 0 = NEE 1 = JA
(19) E5 – Concentratieproblemen 0 = NEE 1 = JA
(20) E6 – Verstoring van de slaap 0 = NEE 1 = JA
E subtotaal E Ernst = Aantal E symptomen =

PTSS totalen Afgelopen maand

Ernst totaal Totaal aantal symptomen

Som van subtotalen (B+C+D+E)

 CAPS Pagina 19

F. Duur van de stoornis Momenteel

(22) Duur van de stoornis > 1 maand? 0 = NEE 1 = JA

G. Lijdendruk of beperkingen (1 vereist voor diagnose) Afgelopen maand

Ernst Klachten (Ernst > 2 )?
(23) Subjectieve lijdensdruk 0 = NEE 1 = JA
(24) Beperking in het sociale functioneren 0 = NEE 1 = JA
(25) Beperkingen in het beroepsmatig of ander belangrijk
Functioneren 0 = NEE 1 = JA

G subtotaal G Ernst = Aantal G klachten =

Globale beoordelingen Afgelopen maand

(26) Globale validiteit
(27) Globale Ernst
(28) Globale verbetering

Dissociatieve symptomen (1 vereist voor subtype) Afgelopen maand

Ernst Symptomen (Ernst > 2 )?
(29) 1 – Depersonalisatie 0 = NEE 1 = JA
(30) 2 – Derealisatie 0 = NEE 1 = JA

Dissociatie subtotaal Diss. Ernst = Aantal Diss. symptomen =

PTSS diagnose Afgelopen maand

PTSS HUIDIG – VOLDOET AAN ALLE CRITERIA (A-G)? 0 = NEE 1 = JA
Met dissociatieve symptomen 0 = NEE 1 = JA
(21) Met uitgestelde expressie (> 6 maanden) 0 = NEE 1 = JA