You are on page 1of 2

GO!

Atheneum Keerbergen
Naam: Klas:
Vak: Biologie Leerkracht:
Datum:
Toets: Herhalingstoets: Dierenrijk /

1. Vul de onderstaande tabellen in. /12

Mossel vogelspin Kever

Stam

Klasse

Aantal gelede
aanhangsels

Ademhaling

Vorm lichaam /
Symmetrie Skelet Vb. organisme
segmentatie

holtedieren

rondwormen
sponsen

2. Voor de onderverdeling van de stammen binnen het dierenrijk kijken we


naar een aantal morfologische kenmerken.
Bespreek het kenmerk “symmetrie”. /2
3. Welke soorten wormen hebben we gezien? Geef ze van MEEST
geëvolueerde naar MINST geëvolueerde. /3

………………………………..  ………………………………..  ………………………………..

4. Waar of niet waar. /3

W NW

We geven een duizendpoot zijn naam omdat hij 2 poten per


segment heeft en zo aan 1000 poten komt.

De stam van de geleedpotigen is een van de kleinste van het


dierenrijk.

Holtedieren zijn de 2e stap in de ontwikkeling. Ze hebben nog


steeds een centrale lichaamsholte, maar de instroomopening en de
uitstroomopening zijn nu op een verschillende plaats.

5. Vul in. /7

Er bestaat een ……………………………………………. tussen kwallen en poliepen. Dit


wil zeggen dat een volwassen kwal, poliepen als nakomelingen heeft en de
poliepvorm heeft kwallen als nakomelingen.

Zuigwormen en lintwormen hebben een ……………………………………


levenswijze.

Binnen de ringwormen wordt een onderverdeling in klassen gemaakt op


basis van …………………………………….
Geef twee klassen: ……………………………. en …………………………………………

Sommige weekdieren hebben een inwendige schelp: …………………….….…………

Insecten hebben samengestelde ……………………………………………… en/ of


enkelvoudige puntogen.

6. Sponsen bestaan uit 3 lagen. Wat is de functie van iedere laag? /3

 Binnenlaag:.............................................................................
 Buitenlaag:..............................................................................
 Tussenlaag: ............................................................................

You might also like