You are on page 1of 43

Nederlands

voor buitenlanders

Woordenlijst Servisch

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
Les 1 Hoe heet je?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1 les (de) lekcija (časove) (čas, na času)
2 hoe kako (koliko) (gde... i sa kim)
3 heet (heten) se zoveš (zovem se) (se zovete) (se zove)
4 je ti
5 hallo zdravo
6 ik ja
7 ben sam
8 mijn moje (moj(a)(e)(i)) (mojoj)(moga)(svog) (svojim)
9 naam (de) ime (imenu) (imenom)
10 is je (si) (su)
11 de _
12 docent (de) nastavnik(om)
13 wie ko (one koji)
14 jij ti
15 wat kako (šta)(kakav)(kakvu)(koji)(ono šta)
16 je ti (svoj)
17 dag zdravo
18 mevrouw (de) gospođa(o)(u)
19 uit iz
20 welk koje
21 land (het) zemlja(e) (kopnu) (kopno) (zemljištu)
22 kom (komen) dolaziš (potičeš) (ideš)
23 zegt (zeggen) kažete
24 u vi
25 waar gde
26 vandaan odakle
27 Frankrijk Francuske(u)
28 en a (i)
29 meneer gospodine
30 uw vaše
31 komt (komen) dolazite (ulazi) (potiče)
32 China Kine
33 woont (wonen) živite (stanujete) (živi)
34 in u (pod)
35 welke (welk) kom
36 stad (de) gradu
37 woon (wonen) živim (stanujem)
38 nu sada
39 Den Haag Hagu
40 straat (de) ulici
41 het _ ((nje)ga) (to)
42 centrum (het) centru(a)
43 op na
44 nummer (het) broj(u)
45 telefoonnummer (het) broj telefona
46 ook i (a) (takođe)
47 nee ne
48 dichtbij blizu
49 haar njeno (nje)(nju)
50 achternaam (de) prezime
51 zij ona
52 Nederland Holandije
53 niet ne
54 hij on (ona)
Les 2 Uit welk land kom je?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
55 voornaam (de) ime
56 adres (het) adresa
57 postcode (de) poštanski broj
58 plaats (de) mesto
59 telefoon (de) telefon
60 mobiel mobilni
61 werk (het) posao (poslom)
62 Engeland Engleske
63 heb (hebben) imam (sam)
64 Engelse englesko
65 Nederlandse (Nederlands) holandsko (i)(e)
66 nationaliteit (de) državljanstvo
67 lang dugo
68 hier ovde
69 zes šest
70 jaar (de) godina
71 leeftijd (de) stara
72 wanneer kada
73 ben si
74 geboren rođena
75 maart mart(a)
76 alleen sam(a)(o)
77 bij kod (sa) (do) (uz) (u)(od)
78 vrienden (de vriend) prijatelji(a)(ma)
79 of ili
80 familie (de) familije(i)
81 getrouwd (trouwen) udata
82 met za (sa) (protiv)
83 een jednog (nekog)
84 Nederlander (de) Holanđanina
85 zijn njegovo
86 we mi
87 wonen živimo (stanujemo)
88 jullie vi (vaš(a)) (vas)
89 huis (het) kući
90 buiten izvan
91 hebben imate
92 kinderen (het kind) dece(a)(om)(i)
93 ja da
94 twee dvoje (dva)
95 jongen (de) dečka (dečak)
96 van od
97 drie tri
98 meisje (het) devojčicu (devojčica)
99 vijf pet
100 maanden (de maand) meseci
101 ze oni
102 heten zovu (zvati se)
103 ze ona
104 man (de) muž
105 zoon (de) sin(a)
106 dochter (de) ćerku(a)
107 hun njihov(a)
108 moeder (de) majka
109 vader (de) otac
110 heeft (hebben) ima
111 geen nema
Les 3 Welke dag is het vandaag?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
112 dag (de) dan (dana)
113 het to
114 vandaag danas
115 dinsdag (de) utorak
116 gisteren juče
117 was je bio
118 maandag (de) ponedeljak (ponedeljka)
119 morgen sutra
120 woensdag (de) sreda(e)
121 na posle
122 volgen dolaze (prihvatiti)
123 donderdag (de) četvratak
124 vrijdag (de) petak (petkom)
125 laatste poslednja
126 dagen (de dag) dani(a)
127 week (de) sedmica(i)(u)
128 zijn su (biti)
129 zaterdag (de) subota(om)(u)
130 zondag (de) nedelja
131 dan tada (onda)
132 weekend (het) vikend(om)
133 werken radi (radim)
134 meeste većina
135 mensen ljudi
136 van od
137 tot en met do i zaključno sa
138 vrij slobodni (prilično)
139 meestal uglavnom (obično) (najčešće)
140 gaan idemo (da krene)
141 naar kod (u) (za) (na)
142 tijd (de) vremena
143 om za
144 te _ pre(skupi)
145 boodschappen kupujem (kupljene namirnice)
146 doen obavljanje (bave) (se nudi) (praviti)
147 andere (ander) druge
148 leuke (leuk) lepe
149 dingen (het ding) stvari
150 bijvoorbeeld na primer
151 Nederlands holandskog
152 leren učenje
153 winkels (de winkel) prodavnice
154 open otvorene
155 veel mnogi(m)(mnogo, puno) (mnogobrojnim)
156 maandagmorgen ponedeljkom pre podne
157 dicht zatvorene (zatvaraju)
158 die koji (onaj) (njih) (te) (ti)(on) (ko) (njega)(tog)
159 winkel (de) prodavnica(i)
160 dus dakle
161 scholen (de school) škole
162 alle sve
163 twaalf dvanaest
164 woensdagmiddag (de) sredom popodne
165 weken (de week) nedelja
166 zomer (de) leto
167 dat to (tu) (takva)
Les 4 De Nederlandse les

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
168 talen (de taal) jezike (jezici)
169 spreek (spreken) govoriš
170 Engels engleski
171 Frans francuski
172 beetje malo
173 maar ali
174 spreken govorimo
175 waarom zašto
176 leer (leren) učiš
177 doe (doen) (ponašaj se) ideš (obavljam)
178 deze ovaj (ovim)
179 cursus (de) kurs(om)
180 belangrijk bitan (bitna)(bitni)
181 wil (willen) hoću
182 studeren studiram
183 moeilijke (moeilijk) težak
184 taal (de) jezik
185 moeilijk težak
186 makkelijke (makkelijk) lak(o)
187 spreekt govori
188 langzaam polako
189 duidelijk jasno
190 makkelijk laki (olakšava)
191 al već
192 goed dobro
193 luister (luisteren) slušam
194 teksten (de tekst) tekstove
195 groene (groen) zelene
196 boek (het) knjige
197 heb (hebben) imaš
198 hoeveel koliko
199 keer (de) puta
200 per (sedmič)no (dnev)no (meseč)no (po)
201 vier četiri
202 elke (elk) svakog
203 behalve osim
204 rooster (het) raspored
205 zit (zitten) idem (dobija) (među njima)
206 groep (de) grupa(u) (razredu)
207 begint (beginnen) počinje (zavise prvenstveno)
208 ’s ochtends ujutru
209 om u
210 negen devet
211 tot do (pod)
212 uur (het) sati (sat) (sata)
213 ’s middags popodne
214 één jedan (jedno)
215 duurt (duren) traje
216 tien deset
217 wij mi
218 lessen (de les) časova(e)
219 ’s avonds uveče
220 voor za (o) (radi)
221 volgende sledeći(m)
222 soms ponekad
223 iedereen svi (svako)
Les 5 Mijn dag

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
224 laat u koliko sati
225 wakker budiš (budim)
226 altijd uvek
227 eet (eten) pojedem (jesti)
228 brood (het) sendvič (hleb)
229 drink (drinken) popijem
230 thee (de) čaj
231 zo tako
232 vroeg rano (poranila)
233 moet (moeten) moraš
234 half pola
235 lange (lang) dug (visoki)
236 reis (de) put (putovanje)
237 daarom zato
238 ga (gaan) idem
239 met sa
240 fiets (de) biciklo(m)
241 reis (reizen) putuješ
242 bus (de) autobus(om) (poštanskom sandučetu)
243 kwart petnaest
244 voor do
245 zeven sedam
246 station (het) stanica(u)(i)(e)
247 komt … aan (aankomen) stiže
248 acht osam
249 officiële (officieel) zvanično
250 op tijd na vreme
251 te pre(kasno)
252 toen tada
253 trein (de) voz(om)
254 gemist (missen) zakasnio (nedostajao si)
255 mis (missen) ne kasnim
256 hem njega
257 want jer
258 vertrekt (vertrekken) polazi
259 kwartier (het) frtalj (petnaest minuta)
260 vijftien petnaest
261 minuten (de minuut) minuta
262 die to (ko)
263 lees (lezen) čitam
264 krant (de) novine
265 werk (werken) raditi
266 weer opet (ponovo)
267 verschilt (verschillen) razlikuje (razlika)
268 werkte (werken) radio
269 over i (kroz)
270 thuis kući
271 eten jedemo
272 kijk (kijken) gledam
273 televisie (de) televizor
274 daarna posle toga
275 huiswerk (het) domaći
276 stop prekidam
277 bijna skoro
278 afgelopen prošao (prošlu) (proteklih)
279 druk dosta obaveza (gužva)
Les 6 Boodschappen doen

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
280 doe (doen) obavljaš
281 supermarkt (de) supermarket(u)(a)
282 koop (kopen) kupujem
283 alles sve
284 hele (heel) celu (ceo, celog) (sasvim)
285 heb … nodig (nodig hebben) potrebno
286 maak (maken) sastavljam
287 lijstje (het) spisak
288 daar na njemu (tamo)
289 staat (staan) nalazi (nalazi se)
290 melk (de) mleko
291 aardappelen krompir
292 fruit (het) voće
293 weet (weten) (ne) znam
294 iets šta
295 o o
296 zie (zien) vidi(m) (viđam)
297 iemand neko(g)
298 kan (kunnen) može (moguće)
299 helpen da pomogne
300 mag (mogen) mogu (smem)
301 wat nešto
302 vragen upitati
303 nergens nigde
304 vind (vinden) pronaći
305 links levo
306 rechts desno
307 loop (lopen) poćiću
308 wel začas
309 even na trenutak (nešto) (mala)
310 loop … mee (meelopen) poćiću ... s vama/s tobom
311 geloof (geloven) mislim
312 dat da
313 koffie (de) kafa(e)(u)
314 meer više
315 halen kupiš (vađenje) (podizati)
316 betalen platiš (da platim)
317 pak (het) pakovanje
318 gratis gratis
319 als kada (kao) (jed)nim
320 kassa (de) kasa(u)(om)
321 aan za
322 goedemiddag dobar dan
323 tot ziens doviđenja
324 fijn prijatan
325 gesprek (het) razgovor
326 markt (de) pijac(e)
327 groente (de) povrće
328 kopen kupim
329 verschil (het) razlika
330 tussen između
331 producten (het product) proizvoda
332 goedkoop jeftina
333 goedkoper jeftinija
334 dan nego
Les 7 Stap voor stap leren

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
335 stap voor stap korak po korak
336 werkt (werken) funkcioniše
337 Delftse delftska
338 methode (de) metoda
339 uit je hoofd napamet
340 hoofd (het) glava (na čelu)
341 tekst (de) tekst(u)
342 verstaan razumeti
343 begrijpen shvatiti
344 zonder bez
345 hulp (de) pomoći
346 kost (kosten) košta (zahteva)
347 stappen (de stap) postepeno
348 online onlajn
349 menu (het) meniju
350 begint (beginnen) počinješ
351 kijkt (kijken) gledaš (gledate)
352 luistert (luisteren) slušaš
353 zin (de) rečenica(u)
354 eind (het) kraju
355 pauze (de) pauza(u)
356 woorden (het woord) reči
357 zoek … op (opzoeken) tražiš
358 wat šta
359 betekenen znače (da znači)
360 begrijpt (begrijpen) shvataš
361 snel brzo
362 versta (verstaan) razumeš
363 paar par
364 uitspraak (de) izgovor
365 zo tako
366 luisteren slušanje
367 lezen čitanje(m)
368 nazeggen ponavljanje
369 kunt (kunnen) (ne) možeš
370 opzoeken tražiti
371 begrijp (begrijpen) shvatam
372 eerst prvo
373 oefen (oefenen) vežbam
374 krijg (krijgen) dobijaš
375 antwoord (het) odgovor
376 vraag (de) pitanje
377 ken (kennen) znam
378 toets (de) provera znanja (test)
379 luistertoets (de) provera sposobnosti slušanja
380 resultaat (het) rezultat
381 meer veći
382 gaten (het gat) praznim mestima
383 controle (de) kontrolu
384 hardop naglas
385 schrijf (schrijven) (ne) piši
386 later kasnije
387 herhalen ponoviti
388 oefening (de) vežbom
389 alleen samo
390 kent (kennen) savladala
391 nog još
392 vragen (de vraag) pitanja
393 praten govor(a)
Les 8 Eet smakelijk!

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
394 eet smakelijk prijatno
395 maaltijd (de) obrok (hranu)
396 anders drugačiji(e)
397 zeker sigurno
398 vroeger ranije (pre)
399 omdat zato što (jer) (pošto)
400 ongeveer otprilike (oko)
401 hetzelfde isto(i)
402 at (eten) jeli
403 wereld (de) svet(a)
404 aantal (het) broj
405 maaltijden (de maaltijd) obroka (jela)
406 eerste prvi(a)
407 ontbijt (het) doručak
408 Nederlanders (de Nederlander) Holanđani(a)
409 kaas (de) sir(om)
410 drinken piju(emo)
411 vriend (de) momak (prijatelj)
412 neemt (nemen) pije (uzima)
413 kop (de) šolja(u)
414 zwarte (zwart) crn(e)
415 gezond zdravo
416 krijgt (krijgen) dobija (dobiti)
417 genoeg dovoljno
418 energie (de) energija(e)
419 denk (denken) mislim (misliti)
420 tweede drugi
421 vlees (het) meso(m)
422 vaak često
423 daarbij uz to (pri tome)
424 warms (warm) kuvano
425 soep (de) supa(u)
426 er postoje(i) (ima) (tamo)
427 eten (het) (gotovu) hranu (ručak)
428 weinig malo
429 derde treći
430 belangrijkste najvažniji
431 ons nas
432 avondeten (het) večera
433 warme (warm) topli
434 aten (eten) (smo) jeli
435 vooral pretežno (naročito)
436 vis (de) riba(om)
437 kip (de) piletina(om)
438 pasta (de) rezanci(e)
439 rijst (de) pirinač
440 daar…bij uz to
441 water (het) voda(u)(e)(i)
442 maar samo (ali)
443 verbaast (verbazen) čudi
444 me me
445 misschien možda
446 typisch tipično
447 vertel (vertellen) ispričaj mi (reci mi)
448 eens _
449 vind (vinden) smatraš (smatraju) (misliš)
450 lekker ukusnim (ukusno)
Les 9 Hoe kom je naar de les?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
451 gekomen (komen) došla
452 uitgestapt (uitstappen) izašla (izaći)
453 lopend peške
454 school (de) škola(u)
455 gegaan (gaan) išla
456 duurde (duren) trajalo
457 erover gedaan (erover doen) za koliko...stigla
458 gedaan (doen) trebalo (urađeno) (obavljaju)
459 sneller brže
460 bovendien osim toga
461 zitten da sednem (sede)
462 vertraging kasni
463 vervelend neprijatno(im)
464 nou pa
465 regent (regenen) pada kiša
466 regen (de) po kiši (kiša(e))
467 fietst (fietsen) voziš bicikl
468 word (worden) po(kisneš)
469 nat pokisneš (mokar) (vlažno)
470 nadeel (het) mana
471 neem (nemen) idem (uzimam)
472 liever radije
473 auto (de) auto(m)
474 kleine (klein) mali(oj)
475 witte (wit) beli
476 mij moj (mog) (mene) (meni)
477 buurt (de) kraj (u blizini)
478 overal svugde
479 naartoe da idem
480 hoef (hoeven) moram
481 nooit nikad
482 wachten da čekam (čekati) (dočekati)
483 file (de) saobraćajni(om) zastoj(u)
484 waar tačno
485 ruimte (de) prostora
486 er … in u njemu
487 bent (zijn) si
488 radio (de) radio
489 wel jeste
490 voordeel (het) prednost (korist)
491 bezig u toku
492 binnen unutra (uđemo) (po)
493 goedemorgen dobro jutro
494 ver daleko (udaljeno)
495 weg daleko (udaljeno)
496 binnen u roku od
497 vanochtend jutros
498 kapot pokvario (pokvaren)(pokvarenih)
499 moest (moeten) morao
500 lopen ići peške (ići) (idemo) (protiču) (hodanje)
501 langer više vremena da stignem (duži)
502 brug (de) most
503 sommige neki(m)(h)
504 geluk (het) sreća(e)
Les 10 De vier seizoenen

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
505 seizoenen (het seizoen) godišnja doba
506 vakantie (de) na godišnji odmor
507 willen hoćemo (hteti)
508 weten da znamo (znati)
509 gebeurt (gebeuren) se dešava (dogoditi se)
510 verdelen (verdelen) delimo (deliti)
511 jaren (het jaar) (na) godine (leta)
512 uren (het uur) sate
513 seconden (de seconde) sekunde
514 maand (de maand) mesec
515 weer (het weer) vreme
516 seizoen (het seizoen) godišnja(oj) dob(i)
517 warm toplo
518 tenminste barem
519 zeggen kažu
520 graden (de graad) stepen(a)
521 vinden misle
522 schijnt (schijnen) sija
523 zon (de) sunce(a)
524 erg veoma
525 juli jul(u)
526 augustus avgust(u)
527 september septembar(ru)
528 herfst (de) jesen
529 oktober oktobar(ru)
530 november novembar(ru)
531 wordt (worden) postaje (se)
532 koud hladno
533 korter kraći
534 donker smrkava (mračna)
535 waait (waaien) duva vetar
536 gele (geel) žuto
537 bladeren (het blad) lišće(a)
538 vallen opada
539 bomen (de boom) drveća(u)(e)
540 december decembar(ru)
541 winter (de) zima
542 nog još
543 kouder hladnije
544 lente (de) proleće
545 komen lista (doći)
546 zien vidimo (videti)
547 bloemen (de bloem) cveće(u)
548 warmer toplije
549 temperatuur (de) temperatura
550 stijgt (stijgen) raste
551 steeds sve (stalno)
552 mooi lep(a)
553 heerlijk divno(a) (odličnu)
554 klimaat (het) klima (klimatski uslovi)
555 hebt imaš
556 wind (de) vetar
557 verandert (veranderen) menja se
558 beste najbolje
559 plekje (het) mestašce
Les 11 Hoe wonen jullie?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
560 eigenlijk zapravo
561 eigen vlastitu (svojim)
562 huren iznajmljujete
563 woning (de) stan
564 op kamers u iznajmljenoj sobi
565 kamer (de) soba
566 iemand anders neko(og) drugi(og)
567 huisgenoot (de) cimer
568 woonde (wonen) stanovao sam
569 samen zajedno
570 huisgenoten (de huisgenoot) cimerima (ukućanima)
571 allemaal svi (sve same)
572 mannen (de man) su muškarci
573 onze (ons) našu
574 kamers (de) sobe
575 badkamer (de) kupatilo
576 wc (de) wc
577 keuken (de) kuhinja(om)
578 beneden dole
579 gebruiken koristimo
580 contact (het) kontakt(a)
581 het zijn to su
582 studenten (de student) studenti
583 aardig ljubazni
584 hen njima
585 af en toe ponekad
586 groot velik(a)
587 ruim prostran(a), (više od)
588 vierkante (vierkant) kvadratni(h)
589 meter (de) matar(a)
590 er tu
591 slaap (slapen) spavam (spavati)
592 woonkamer (de) dnevni boravak
593 slaapkamer (de) spavaća soba
594 er … in u njoj
595 zitten _
596 ramen (het raam) nema(ima) prozor(a)
597 toch ipak
598 tevreden zadovoljna
599 dure (duur) skup(a)
600 betaal (betalen) plaćaš
601 ervoor za nju
602 noemt (noemen) šta je za vas
603 duur skupo
604 euro (de) evra (evro)
605 inclusief uključujući
606 internet (het) internet(u)
607 zelf lično (sami)
608 redelijke (redelijk) razumna
609 huur (de) kirija
610 aan … gekomen (komen aan) došla ... do
611 via preko
612 nog još uvek
613 vriend (de) momak
614 binnenkort uskoro
615 samenwonen zajedno da živimo (život u dvoje)
616 flat (de) stan
617 zoeken tražimo (tražiti)
618 het liefst najradije
Les 12 Hoe kom ik daar?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
619 zeg (zeggen) čuj (reci)
620 zin voleo da (volje)
621 een uur of zes oko šest sati
622 anderen drugih osoba
623 leuk sviđa
624 graag drage volje (rado)
625 heel mnogo (jako)
626 zal (zullen) ho(ćeš)
627 uitleggen objasnim
628 nodig potrebno
629 wijst (wijzen) pokazati
630 weg (de) put
631 trouwens uostalom
632 om de hoek iza
633 hoek (de) ćoška
634 kunnen možemo
635 met z'n tweeën udvoje
636 oké dobro
637 meenemen ponesem
638 hoor ma ne
639 hoeft (hoeven) potrebno
640 op weg krenuli (na putu)
641 allebei oboje
642 gekocht (kopen) su kupili
643 uit mijn hoofd napamet
644 moeten moramo
645 straten (de straat) ulica(e)
646 vraagt (vragen) upita
647 rechtsaf desno (skrenuti)
648 vergeten zaboravila sam
649 pakt (pakken) uzima
650 linksaf levo (skrenuti)
651 rechtdoor pravo
652 brede (breed) širokog (široki)
653 weg (de) puta
654 oversteken preći
655 verder dalje (još više) (pored toga) (nastaviti)
656 dezelfde istom
657 richting (de) pravcu
658 steken … over (oversteken) prelaze... preko
659 drukke (druk) prometnog
660 plein (het) trg(a)
661 kerk (de) crkvu
662 linkerkant (de) levu stranu (levoj strani)
663 hoge (hoog) visok(oj)
664 gebouw (het) zgradi
665 verdieping (de) sprat(u)
666 nemen idemo (uzeti)
667 lift (de) lift(om)
668 trappen (de trap) stepenice
669 boven gore
670 deur (de) vrata
Les 13 Een leuk weekend

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
671 hoi zdravo
672 gaat (gaan) kako je
673 jou ti
674 gehad (hebben) imala
675 op bezoek u poseti
676 geweest (zijn) bila
677 wilden (willen) hteli su
678 nieuw novo
679 iets nieuws nešto novo
680 zondagmiddag (de) nedelju popodne
681 museum (het) muzej
682 beelden (het beeld) skulptura
683 zee (de) moru (morske površine)(mora)
684 prachtig prekrasan
685 rij (de) red(a)
686 waren (zijn) bili
687 klinkt (klinken) zvuči
688 gegeten (eten) ste jeli
689 Spaanse (Spaans) špansku
690 gekookt (koken) smo kuvali
691 film (de) film
692 gekeken (kijken) smo gledali
693 gezellig prijatno (lepo)
694 hadden (hebben) vodili smo (imali smo)
695 interessant interesantan
696 over o
697 verschillen (het verschil) razlikama
698 Franse (Frans) francuske
699 cultuur (de) kulture
700 gelachen (lachen) smo se smejali
701 niets ništa
702 bijzonders posebno
703 slaap … uit (uitslapen) duže spavam
704 ruim … op (opruimen) raspremam
705 maak … schoon (schoonmaken) čistim
706 schoon čisto(im)
707 elf jedanaest
708 uitgeslapen (uitslapen) sam se izležavao
709 vriendin (de) devojkom
710 mails (de mail) mejlova (mejl)
711 gestuurd (sturen) poslao sam
712 m’n moje
713 ouders roditelje(ima)
714 gebeld (bellen) nazvao sam
715 sliepen (slapen) su (smo) spavali
716 dom glupo
717 vergeet (vergeten) zaboravim
718 natuurlijk naravno
719 geleerd (leren) učio sam
720 had (hebben) imao
721 gesproken (spreken) govorio sam
722 collega (de) kolegom
723 gepraat (praten) razgovarao sam
724 stelde (stellen) postavljao
725 zei (zeggen) rekao
726 tjonge bre
727 wat pa
Les 14 Familie

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
728 gezin (het) porodice
729 broers (de broer) braće (brata)
730 zussen (de zus) sestara (sestre)
731 normaal normalna(o)
732 kind (het) dete
733 meen (menen) ne misliš ozbiljno
734 niemand nemaš nikoga
735 spelen za igranje
736 gezinnen (het gezin) porodice
737 groter veće
738 ooms (de oom) stričevi, teče
739 tantes (de tante) strine, tetke
740 neven (de neef) rođaci
741 nichten (de nicht) rođake
742 mist (missen) nedostaje
743 bellen nazvati telefonom
744 gelukkig na svu sreću
745 schoonfamilie familiju moga muža
746 zoals kao što
747 schoonouders svekar i svekrva
748 foto’s (de foto) slikama
749 dit ovo
750 jongste najmlađa
751 zus (de zus) sestra
752 oudste najstarija
753 bank (de) dvosed, trosed
754 echt stvarno
755 zien er … uit (er uitzien) izgledaju
756 jong mladi
757 wat voor kojim
758 baas (de) gazda
759 bedrijf (het) firme (u)
760 arts (de) lekar(ka)
761 toevallig slučajnost
762 gescheiden (scheiden) su se razveli
763 toen kada
764 klein mali
765 oma (de) baba(u)
766 paste … op (oppassen) čuvala
767 houd van (houden van) volim je
768 naar … toe kod
769 elkaar viđamo se (jedno s drugim) (na jednom mestu)
770 feestdagen (de feestdag) praznike
771 verjaardagen (de verjaardag) rođendanima
772 leven su živi (živeti)
773 jouw tvoje
774 opa’s (de opa) dede
775 oma’s (de oma) babe
776 gestorven (sterven) su umrli
777 helaas nažalost
778 gekend (kennen) upoznao
779 gehoord (horen) čuo
Les 15 Pakje bij de buren

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
780 pakje (het pakje) paketić (paklu)
781 buren komšija
782 buurman (de) komšije(a)
783 vond (vinden) pronašao
784 briefje (het briefje) cedulju
785 er … op na njoj
786 staat (staan) piše
787 gebracht (brengen) isporučen
788 klopt (kloppen) tačno
789 inderdaad jeste (zaista)
790 ligt (liggen) se nalazi
791 alsjeblieft izvoli
792 dank u wel hvala lepo
793 nieuwe (nieuw) nova (ih)
794 kleren odeća
795 aangekomen (aankomen) je stigla
796 kun (kunnen) možeš
797 toch pa
798 passen isprobati (odgovara)
799 jawel mogu
800 stuur (sturen) poslati
801 gewoon jednostavno
802 terug natrag
803 winkelen da idem po prodavnicama
804 dalen snižavaju
805 prijzen (de prijs) cene
806 goede (goed) velika
807 kans (de) šansa
808 prijs (de) cena
809 zakt (zakken) sniziti (padne)
810 dubbel duplu
811 wist (weten) znao
812 kwaliteit (de) kvalitet
813 wachten op čekati na
814 beurt (de) red
815 verse (vers) sveže
816 erbij uz
817 zelfs čak
818 recept recept
819 er … bij uz
820 koken kuvanje (da kuvam) kuvanjem
821 dacht (denken) mislio sam
822 pizza’s (de pizza) pice
823 valt … mee (meevallen) bolje nego što sam očekivao
824 zin in hoćeš
825 vanavond večeras
826 sporten idem na sport
827 tja pa da
828 afgesproken (afspreken) dogovoreno
829 bedankt hvala
830 probleem (het) problem(a)
831 succes (het) puno uspeha
Les 16 School

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
832 basisschool (de) osnovnu školu
833 zitten op idu u
834 pas tek
835 vanaf od
836 beginnen počinju
837 kon (kunnen) mogao
838 inschrijven upisati
839 baby (de) beba
840 wachtlijst (de) lista čekanja
841 gekozen (kiezen) odabrali smo (bira)
842 openbare (openbaar) javna
843 afstand (de) razdaljina
844 hoeven moramo
845 brengen odvoditi i dovoditi
846 organiseert (organiseren) organizuje
847 opvang (de) boravak
848 leerlingen (de leerling) učenike
849 naar hun zin sviđa
850 zowel … als kako... tako i
851 helemaal uopšte
852 bang voor plašila sam se
853 juffrouw (de) učiteljice
854 namelijk naime
855 streng stroga
856 moesten (moeten) morali smo
857 stil mirni
858 druk (de) pritisak
859 hoog velik
860 handen (de hand) ruke
861 verhalen (het verhaal) priče
862 zingen pevaju
863 liedjes (het liedje) pesmice
864 betekenis (de) značenje
865 schrijven pisanjem
866 rekenen računanjem
867 krijgen imaju
868 onder andere između ostalog
869 tekenen likovnog
870 geschiedenis (de) istorije
871 natuur (de) prirode
872 allerlei raznom (svakom)
873 dieren (het dier) životinjama (životinjskih)
874 slecht lošim
875 belangrijker bitnijom
876 cijfers (het cijfer) ocena (brojeva)
877 mogen sme
878 kiezen da odabere (biraju)
879 middelbare (middelbaar) srednju školu
880 keuze (de) izbor
881 verschillende (verschillend) različitih
882 sterke (sterk) jake
883 zwakke (zwak) slabe
884 punten (het punt) strane (tačke)
Les 17 Wie doet het huishouden?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
885 doet (doen) obavlja
886 huishouden (het) kućne poslove
887 onderzoek (het) istraživanje
888 blijkt pokazalo
889 een op de … jedan od
890 procent (het) procenata
891 werkelijk stvarno
892 vragen aan pitamo
893 absoluut apsolutno
894 kook (koken) kuvam
895 zet koffie (koffie zetten) kuvam kafu
896 wat neke
897 dagelijkse (dagelijks) svakodnevne(i)
898 opruimen raspremanje
899 afwassen pranje sudova
900 schoonmaken čišćenje
901 was (de) pranje veša
902 soort (de) slične (vrstu)
903 zaken (de zaak) stvari
904 daar … voor za to
905 aardige ljubaznu
906 uiteraard naravno
907 plezier (het) pričinjavaju zadovoljstvo
908 hobby (de) hobi
909 tegenwoordig u sadašnje vreme (danas)
910 hard mnogo (brzo)
911 wasmachine (de) mašine za veš
912 avond (de) uveče
913 verleden tijd prošlost
914 neem uzmimo na primer
915 verdient (verdienen) zarađuje(š)
916 geld (het) novac
917 zorgt (zorgen) brine
918 modern moderna
919 dertien trinaest
920 vrouwen (de vrouw) žene
921 onmogelijk nemoguće
922 houden držati
923 blijft (blijven) ostaje
924 toilet (het) wc
925 taken (de taak) poslova(e)
926 daar … in za to baš i
927 zoveel puno
928 verdeeld (verdelen) rasporedili
929 deden (doen) smo radili (igrali smo)
930 vrouw (de) žena
931 volledige (volledig) sa punim radnim vremenom
932 baan (de) posao
933 halve (half) pola
934 grootste najveći
935 deel (het) deo
936 kookt (koken) kuva
937 degene onaj
938 wassen … af (afwassen) peremo sudove
Les 18 De huisarts

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
939 huisarts (de) izabranom lekaru (izabrani lekar)
940 ziek bolesna
941 of da li
942 ziekenhuis (het) bolnicu
943 problemen (het probleem) probleme
944 oplossen rešiti
945 oorpijn (de) bol uha
946 pijn (de) bol
947 rug (de) leđima
948 been (het) nozi
949 hand (de) ruci
950 zoekt (zoeken) traži
951 oorzaak (de) uzrok
952 ziekte (de) bolesti
953 beter oporaviti (bolji)
954 worden se (je)
955 mond (de) usta
956 hart (het) srce
957 stelt vragen postavlja pitanja
958 spanning (de) pritisku
959 beweegt (bewegen) krećete
960 bloed (het) krv
961 laten da uput
962 onderzoeken pregledati
963 medicijnen (het medicijn) lekovi
964 schrijft (schrijven) piše
965 recept (het) recept
966 belt (bellen) nazoveš
967 patiënt (de) pacijent(a)
968 assistente (de) asistentkinjom
969 dokter (de) doktor(a)
970 mogelijk moguće
971 aan de hand u pitanju (dešava)
972 ernstig ozbiljno
973 lichaam (het) telo
974 volgens po
975 koorts (de) temperaturu
976 gezicht (het) lice
977 rood crveno
978 heb last van (last hebben van) muči me
979 hoofdpijn (de) glavobolja
980 kijken vidim
981 over posle
982 langskomen doći
983 spreekuur (het) pregled
984 momentje (het) momenat
985 overleg (overleggen) pitaću
986 vanmiddag popodne
987 komt langs (langskomen) doći kod vas
988 lukt (lukken) uspeti
989 het spijt me žao
990 ondertussen u međuvremenu
991 dag doviđenja
992 beterschap brzo ozdravljenje
Les 19 De bank

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
993 bank (de) banka (banci)
994 van o
995 vrije (vrij) slobodno
996 toch ipak
997 rekening (de) račun(a)
998 aangevraagd (aanvragen) podneo zahtev za
999 website (de) web stranice
1000 kiest (kiezen) odabereš
1001 geeft (geven) daš
1002 burgerservicenummer (het) jedinstveni matični broj
1003 klaar gotovo
1004 klaar is Kees gotovo dok kažeš keks
1005 banken (de bank) banaka
1006 werkgever (de) poslodavac
1007 overmaken (naar) prebaciti
1008 overheid (de) države (vladina)
1009 noodzakelijk neophodan
1010 studeer (studeren) studiraš
1011 buitenland (het) inostranstvu(o)(a)
1012 lieve (lief) dragi
1013 sturen šalju
1014 van alles svašta
1015 parkeren parkiranje
1016 regel (de) regulišeš
1017 pasje (het) karticom
1018 gebruikt (gebruiken) koristiš
1019 pint (pinnen) pinuješ
1020 bedrag (het) iznos
1021 ov-kaart (de) kartu za javni prevoz
1022 opladen napuniš
1023 contant novac u gotovini
1024 geldautomaat (de) automat za novac
1025 geopend na usluzi
1026 rekeningen (de rekening) računi
1027 automatisch automatski
1028 overgemaakt (overmaken) prebacuje
1029 creditcard (de) kreditnu karticu
1030 manier (de) način
1031 op dezelfde manier na isti način
1032 stelt (stellen) postavlja
1033 eis (de) zahtev
1034 uitgegeven (uitgeven) izdataka
1035 ontvangen primanja
1036 sta rood (rood staan) si u crvenom (biti u crvenom)
1037 nog wat još nešto
1038 fijner bolje
1039 sommigen neki
1040 maken …over (overmaken) šalju
1041 bewaren sačuvati
1042 zomaar jednostavno tako, iz čista mira
1043 miljoen (het) milijona
1044 rijker bogatiji
1045 advies (het) savet (posavetovati)
1046 geven dati
1047 bezoek (het) poseta(e)
Les 20 De mooiste reis

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1048 mooiste najlepše
1049 reizen da putujem
1050 reizen (de reis) putovanje(ima)
1051 gemaakt (maken) sam bio (napravljeno)
1052 plezier (het) zadovoljstva
1053 collega’s (de collega) kolegama
1054 vergadering (de) sastanka
1055 vliegtuig (het) avionom
1056 slapen noćimo
1057 hotel (het) hotelu
1058 vliegen letenje
1059 bijzonder poseban doživljaj
1060 gingen (gaan) išli smo (plovili smo)(priključilo se)
1061 reden (rijden) vozili
1062 tent (de) šatorom
1063 spelletjes (het spelletje) igrice
1064 langste najduže
1065 verste najdalje
1066 geleden pre
1067 ging (gaan) sam išao
1068 vliegveld (het) aerodrom
1069 informatie (de) informacije
1070 kostte (kosten) koštalo
1071 mis pogrešnim tokom
1072 vertrok (vertrekken) krenuo
1073 kwam (komen) stigao
1074 daardoor zbog toga
1075 kwam … aan (aankomen) sam zakasnio... Na
1076 zat (zitten) sedeo sam
1077 veertien četrnaest
1078 waard (het waard zijn) vredno
1079 was van plan (van plan zijn) sam planirao
1080 reisde (reizen) putovao sam
1081 vol ispunjen
1082 programma (het) program(om)
1083 boot (de) brodom
1084 rivier (de) reci
1085 steden (de stad) gradovi
1086 dorpen (het dorp) sela
1087 bezochten (bezoeken) smo posećivali
1088 tijdens za vreme
1089 enorm ogroman (veoma)
1090 ontmoet (ontmoeten) sreo sam (sresti)
1091 contact (het) kontakt
1092 direct odmah
1093 huwelijk (het) venčanja (sklapanje braka)
1094 eiland (het) ostvo
1095 bergen (de berg) brdima (brda)
1096 prachtige (prachtig) prekrasnom
1097 geweldige (geweldig) velikih
1098 feesten (het feest) proslava
1099 muziek (de) muzikom
1100 theater (het) pozorišnim predstavama
1101 open lucht (de) pod vedrim nebom
1102 fantastisch fantastično
Les 21 Een dagje uit

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1103 dagje (het) izlet
1104 begin (het) početku
1105 staan ustaje
1106 uitgaan odemo na izlet
1107 Markthal (de) tržnicu
1108 schijnt (schijnen) izgleda
1109 ergens negde
1110 draait (draaien) daje
1111 spannende (spannend) uzbudljiv
1112 gaat … mee (meegaan) ide s nama
1113 uitstekend odličan
1114 plan (het) plan
1115 naast pored
1116 gelijk u pravu si (jednaki)
1117 voorstel (het) predlog
1118 hoogste najviši
1119 toren (de) toranj(a)
1120 heel ceo
1121 haven (de) luku
1122 lichtjes (het lichtje) svetla
1123 perfect odličan
1124 akkoord se slažete
1125 hoop (hopen) nadam se
1126 achter iza (za)
1127 Italiaans italijanski
1128 restaurant (het) restoran
1129 is het eens (het eens zijn) se slažete
1130 ermee s(a) tim
1131 met z'n tienen ima nas desetoro
1132 personen (de persoon) osoba
1133 reserveren rezervisati
1134 lijkt (lijken) se čini
1135 tafel (de) sto
1136 apart posebno
1137 vindt (vinden) sviđa
1138 proberen da pokušam
1139 afspreken dogovorim
1140 keuze uit po izboru
1141 vegetarisch vegetarijansku hranu
1142 hoor (horen) javite mi
1143 prima u redu (dobro)
1144 stel … voor (voorstellen) predlažem
1145 ontmoeten se nađemo
1146 centraal centralnoj
1147 rond negde oko
1148 midden usred (negde između toga) (centralnom delu)
1149 zichzelf sebe
1150 verliezen izgubićemo
1151 straks kasnije
1152 delen podeliti
1153 totale (totaal) ukupan
1154 door na
1155 onmiddelijk smesta
Les 22 De Nederlandse bevolking

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1156 bevolking (de) stanovništvo (naseljenost)
1157 hangt ervan af (afhangen van) zavisi od toga
1158 ervan od toga
1159 bekijkt (bekijken) se posmatra
1160 inwoners (de inwoner) stanovnika (broj stanovnika)
1161 minder manje (smanji)
1162 relatief relativno
1163 dichte (dicht) gustu
1164 gemiddeld prosečno
1165 kilometer (de) kilometru
1166 figuur (de) slici (sliku)
1167 nogal prilično
1168 gegroeid (groeien) porastao
1169 groei (de) rast
1170 door nastavlja (po)
1171 grote (groot) velikim
1172 oorzaken (de oorzaak) razlozi (razlog)
1173 daarvan za to
1174 hoger više
1175 gemiddelde (het) proseka
1176 EU EU
1177 groeit (groeien) raste
1178 doordat zbog toga što
1179 leven žive
1180 belangrijke (belangrijk) bitan
1181 immigratie (de) imigracija
1182 behoefte aan potrebe za
1183 vrijheid (de) slobodom
1184 veiligheid (de) sigurnošću (bezbednost)
1185 universiteit (de) univerzitetu
1186 liefde (de) ljubavlju (zbog ljubavi)
1187 verlaten napuštaju
1188 juist baš (pak)
1189 verklaring (de) obajšnjenje
1190 daarvoor za to
1191 vertrekken odlaze
1192 regels (de tegel) propisa (pravila)
1193 christelijk hrišćanska
1194 protestantse (protestants) protestantska
1195 rechten (het recht) prava
1196 godsdienst vere
1197 katholieken (de katholiek) katolika
1198 joden (de jood) jevreja
1199 staat (de) država
1200 godsdiensten (de godsdienst) religije
1201 gelijke (gelijk) ista
1202 christenen (de christen) hrišćana
1203 afgenomen (afnemen) smanjio
1204 in u
1205 God (de) boga
1206 geloven veruju
1207 op basis van na osnovu
1208 vaststellen zaključiti
1209 grootst najveća
Les 23 Op de helft

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1210 helft (de) polovini
1211 sinds od kada (od)
1212 hoofdstuk (het) podglavljem
1213 begonnen (beginnen) počeli
1214 onderwerpen (het onderwerp) teme (temama)
1215 behandeld (behandelen) obradili
1216 inmiddels u međuvremenu
1217 vast sigurno
1218 gemerkt (merken) primetila
1219 gemakkelijk lak(i)
1220 maar samo
1221 ondanks uprkos tome
1222 behoorlijk prilično
1223 verklaar (verklaren) objašnjavaš
1224 simpel jednostavno
1225 redenen (de reden) razloga
1226 gebruik (gebruiken) koristi se (potrošnja)
1227 regelmatig redovno
1228 rest (de) ostatak
1229 nauwelijks veoma malo
1230 grammatica (de) gramatika
1231 lastig teškom (teško)
1232 immers jer
1233 fout (de) grešku
1234 maken prave (da proizvedemo)
1235 fouten (de fout) greške
1236 door (sluša)njem, (priča)njem
1237 verdwijnen nestaju
1238 zulke takve
1239 in de loop van de tijd tokom vremena
1240 tellen brojanje
1241 vraag (vragen aan) pitaj
1242 plus plus
1243 min minus
1244 feit (het) činjenici
1245 slechts samo
1246 eerlijk iskreno
1247 gezegd (zeggen) rečeno
1248 daar … mee s tim
1249 mee eens (het er -- -- zijn) slažem se
1250 makkelijker lakše
1251 beseft (beseffen) svesni
1252 zowat oko
1253 onthouden zapamtiti
1254 herhaalt (herhalen) ponavljaš
1255 voldoende dovoljno
1256 besteden aan uložiti u
1257 onderwerp (het) tema
1258 discussie (de) diskusiju (raspravlja)
1259 mening (de) mišljenje
Les 24 Trouwen, samenwonen of liever alleen blijven?

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1260 trouwen brak (se venčao)
1261 blijven da ostaneš
1262 getuige (de) kum
1263 mooie (mooi) lepo(i)
1264 gemeentehuis (het) opštinu
1265 verplicht obavezno
1266 ambtenaar (de) matičar
1267 vertelde (vertellen) pričao
1268 dienst (de) venčanje (služba)
1269 maakte (maken) ostavilo
1270 indruk (de) utisak
1271 beloofden (beloven) su obećali
1272 zorgen voor brinuti
1273 trouwde (trouwen) venčao
1274 man (de) muškarcem
1275 beloven obećati
1276 huwelijken (het huwelijk) brakova
1277 eindigt (eindigen) završava
1278 scheiding (de) razvodom (razvod braka)
1279 negatief negativna
1280 geweldig divno
1281 ooit nekad
1282 feest (het) slavlje (praznik)
1283 zaal (de) sala
1284 wel čak
1285 gasten (de gast) gostiju
1286 aanwezig prisutno
1287 vertelden (vertellen) pričali
1288 lied (het) pesmu
1289 gezellige (gezellig) prijatna
1290 vreselijk užasna
1291 zou (zullen) bih
1292 doel (het) cilj
1293 om da
1294 opleiding (de) školovanje (obrazujem)
1295 afmaken završim
1296 relatie (de) vezu
1297 regelen regulisati
1298 officieel zvanično
1299 registreert (registreren) registruješ
1300 rustig mirno
1301 symbool (het) simboličan
1302 bijzondere (bijzonder) posebnu
1303 band (de) vezu
1304 tradities (de traditie) tradiciju(e)
1305 samenleving (de) društvu
1306 rol (de) ulogu(e)
1307 leuker lepše
1308 jonge (jong) mladog
Les 25 De kaart van Nederland

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1309 kaart (de) karta(i) (glasački listić)
1310 ziet er uit izgleda (ugledaš)
1311 ten eerste prvo
1312 noord severa
1313 zuid juga
1314 west zapada
1315 oost istok
1316 grens (de) granica
1317 België Belgijom
1318 Duitsland Nemačkom
1319 vlak ravna
1320 zuiden (het) na jugu
1321 provincie (de) provinciji
1322 Limburg Limburg
1323 bergje (het) brdašce
1324 daar … op na njega
1325 trots smo ponosni
1326 zag (zien) video sam
1327 Zwitserland Švajcarska
1328 laag niska
1329 laagste najniža
1330 gebieden (het gebied) područja
1331 liggen nalaze se
1332 westen (het) na zapadu
1333 onder ispod
1334 zeeniveau (het) morskog nivoa
1335 dijken (de dijk) nasipima
1336 dammen (de dam) branama
1337 droog suva
1338 stukken (het stuk) delovi
1339 eilanden (het eiland) ostrva
1340 noorden (het) severu
1341 zuidwesten (het) u južno-zapadnom delu
1342 vierde četvrto
1343 rivieren (de rivier) reke
1344 schepen (het schip) brodove
1345 wegen (de weg) puteva
1346 vormt (vormen) predstavlja (sačinjavaju)
1347 gevaar (het gevaar) opasnost
1348 breken popucaju
1349 ramp (de) katastrofa
1350 gebeurde (gebeuren) se dogodilo
1351 nog još
1352 gebeuren dogoditi
1353 groen zelenila (zelena)
1354 enkele nekoliko (pojedine)
1355 gebouwd (bouwen) gradi
1356 kleiner manje
1357 groeien šire
1358 woningen (de woning) stanove
1359 bedrijven (het bedrijf) preduzeća
1360 ten slotte na kraju
1361 noem (noemen) šta je za tebe
1362 stranden (het strand) plaže
1363 ’t (het) _
1364 zoiets tako nešto
Les 26 De politie: (niet) m’n beste vriend!

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1365 politie (de) policija(u)
1366 laatst nedavno
1367 reed (rijden) je vozila
1368 weg (de) putu
1369 help (helpen) upomoć
1370 deed (doen) sam uradila
1371 verkeerd pogrešno
1372 vreemd neobično (strano)
1373 hè zar ne
1374 gevoel (het) osećaj
1375 iets verkeerds nešto pogrešno
1376 raar čudno
1377 helpt (helpen) pomaže
1378 ongeluk (het) nesreća
1379 gebeurd (gebeuren) se dogodi
1380 rijd (rijden) voziš
1381 door kroz
1382 maakt (maken) napravi
1383 foto (de) slika
1384 licht (het) svetla
1385 wijst (wijzen) upozorava
1386 gevaren (het gevaar) opasnosti
1387 boete (de) kaznu
1388 betaalt (betalen) platiš
1389 biertjes (het biertje) piva
1390 gedronken (drinken) popio
1391 rijden voziti
1392 agent (de) policajac
1393 veilig bezbedno
1394 aankomt (aankomen) stigne
1395 politiebureau (het) policijske stanice
1396 geef (geven) organizuješ
1397 feestje (het) slavlje
1398 horen čuje
1399 toont (tonen) pokazuje
1400 belangstelling (de) interesovanje
1401 duren trajati
1402 onbekende (onbekend) nepoznate osobe
1403 legt … uit (uitleggen) objašnjava
1404 stelen kradeš
1405 gestolen (stelen) ukradeni
1406 conclusie (de) zaključak
1407 vorige (vorig) prošlog
1408 ingebroken (inbreken) izvršena provala
1409 meteen odmah
1410 zeer veoma
1411 zaak (de) predmet
1412 laat (laten) za(smejavaj)
1413 lachen zasmejavaj
1414 slechte (slecht) loša
1415 ervaringen (de ervaring) iskustva
1416 aangifte (de) prijava
1417 aangifte doen podneti prijavu
1418 ieder svake
1419 duizenden hiljade
1420 fietsen (de fiets) bicikala
Les 27 Feest vieren

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1421 vieren slaviti
1422 gefeliciteerd srećan
1423 verjaardag (de) rođendan
1424 vele (veel) mnogo
1425 cadeautje (het) poklon
1426 meegebracht (meebrengen) donela sam
1427 blij obradovala
1428 drinken piće
1429 bedoeling (de) ideja je
1430 uitgebreid opširno
1431 geven slavimo
1432 vanwege zbog (za)
1433 ter gelegenheid van povodom
1434 gelegenheid (de) povod
1435 examen (het) diplomiranja
1436 gebeurtenis (de) događaja
1437 gevonden (vinden) pronašla
1438 geworden (worden) napunilo
1439 bedenken smisliti (smišljaju)
1440 kennen upražnjavamo
1441 nationale (nationaal) državne(a)
1442 april aprila
1443 koningsdag (de) kraljev dan
1444 dan tada (onda)
1445 koning (de) kralj
1446 koningin (de) kraljica
1447 bezoeken posećuju(eš)
1448 elk svake
1449 bepaalde (bepaald) određeni
1450 mei maja
1451 einde (het) završetak
1452 wereldoorlog (de) svetskog rata
1453 ter herinnering aan u znak sećanja na
1454 herinnering (de) sećanje
1455 slachtoffers (het slachtoffer) žrtve
1456 oorlog (de) rata
1457 Sinterklaas Sveti Nikola
1458 brengt (brengen) donosi
1459 cadeautjes (het cadeautje) poklone
1460 Spanje Šanije (španske)
1461 volwassenen (de volwassene) odrasle
1462 persoonlijk lično
1463 cadeau (het cadeau) poklon
1464 gedicht (het) pesmu
1465 knap lepo
1466 Kerst Božić
1467 Nieuwjaar Nove Godine
1468 feestdag (de) praznik
1469 moslims (de moslim) muslimane
1470 Suikerfeest (het) Bajram
1471 datum (de) datum
1472 echter međutim
Les 28 De Randstad

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1473 Randstad Randstad
1474 gebied (het) područje(a)
1475 bestaat uit (bestaan uit) sastoji se od
1476 erin obuhvata
1477 in feite zapravo
1478 beschouwen posmatrati
1479 geheel celinu
1480 plek (de) mestu
1481 Europa Evropi
1482 Schiphol Šiphol
1483 behoort tot (behoren tot) spada među
1484 schip (het) brodom
1485 vanuit iz
1486 bereiken do... stići
1487 om die reden zbog toga
1488 reden (de) razlog (pobuda) (povod)
1489 gevestigd (vestigen) se sedište... nalazi
1490 handel (de) trgovinu
1491 Keukenhof (de) Keukenhof
1492 logische (logisch) logična
1493 gevolg (het) posledica
1494 hiervan toga
1495 werk (het) radnih mesta (posao) (poslovi)
1496 terwijl iako
1497 1/5 = één vijfde jedna petina
1498 gebrek (het) nedostatak
1499 gebrek aan nedostatak
1500 geschikte (geschikt) odgovarajućih
1501 elders u drugim (područjima)
1502 tuin (de) baštom(i)(a)
1503 vandaar zbog toga (zato)
1504 verkeer (het) saobraćaj je
1505 volledig potpuno
1506 vast zakrčen
1507 negatieve (negatief) negativne
1508 gevolgen (het gevolg) posledice
1509 lucht (de) vazduha
1510 men se
1511 verliest (verliezen) gubi (izgubi)
1512 nationaliteiten (de nationaliteit) nacionalnosti
1513 landen (het land) zemalja
1514 Angola Angole
1515 Zweden Švedske
1516 tram (de) tramvaj(em)
1517 hoort (horen) čućeš
1518 heel wat mnogo
1519 herken (herkennen) prepoznaješ
Les 29 Vrije tijd

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1520 vrije tijd (de) slobodno vreme
1521 betekent (betekenen) znači
1522 genieten (van) uživanje (u)
1523 rust (de) odmoru
1524 actief aktivnosti (aktivna)
1525 drukker preokupiranija sam
1526 bepaalt (bepalen) određuje
1527 waarop na koji
1528 besteedt (besteden) utrošiti (ulaže)
1529 media (het medium) mediji(a)
1530 invloed (de) utiču (uticaj)
1531 precies tačno
1532 besteed (besteden) ulažeš (uložila)
1533 normaal gesproken obično
1534 sport (de) sport (baviš sportom)
1535 belangstelling voor zainteresovana za
1536 wel eens nekad
1537 concert (het) koncert(e)
1538 bij voorkeur prvenstveno
1539 voorkeur (de) prednost
1540 serieuze (serieus) ozbiljnim
1541 films (de film) filmovima
1542 hou (houden) volim
1543 voetbal fudbal
1544 veld (het) igralištu
1545 wandel (wandelen) šetam
1546 na … denken (nadenken) razmisli
1547 ga … uit (uitgaan) izlaziš
1548 café (het) kafić
1549 uit eten na ručak, na večeru
1550 vrijwel skoro
1551 dansen igramo
1552 beweging (de) krećemo
1553 restaurants (het restaurant) restorane
1554 nodig … uit (uitnodigen) pozivam
1555 extra nešto posebno
1556 waarmee čime
1557 vul (vullen) ispunjavaš
1558 in het algemeen uglavnom
1559 computer (de) kompjuterom
1560 berichten (het bericht) poruke
1561 bel (bellen) telefoniram
1562 tv (de) tv
1563 voetbalwedstrijd (de) fudbalska utakmica
1564 tegen protiv
1565 Belgen (de Belg) Belgijanaca
1566 genoemd (noemen) pomenuli
1567 bezig radiš
1568 mobieltjes (het mobieltje) mobilnih telefona
1569 computers (de computer) kompjutera
1570 in orde maken popravljanje
1571 klant (de) mušterije
1572 sociale (sociaal) socijalne
1573 contacten (het contact) kontakte, druženje
Les 30 Werk

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1574 lang daleko od toga
1575 pensioen (het) penziju
1576 aow (de) starosnu penziju
1577 gewerkt (werken) si radio
1578 in deeltijd rade skraćeno
1579 iedere svakog
1580 mogelijkheden (de mogelijkheid) mogućnosti
1581 hangt … af van (afhangen van) zavisi od
1582 beroep (het) zanimanja
1583 zorg (de) zdravstu (negu)
1584 onderwijs (het) prosveti(u)
1585 techniek (de) na polju tehnike
1586 personeel (het) radnicima
1587 eenvoudig jednostavani
1588 verdwijnt (verdwijnen) nestaju
1589 machines (de machine) mašine
1590 van belang značaja
1591 tijdelijk privremeni
1592 telkens svaki put (stalno)
1593 opnieuw iznova (da ponovi)
1594 ervaring iskustvo
1595 toekomst (de) budućnost
1596 betaald (betalen) plaćeni posao
1597 stages (de stage) stažiranja
1598 vakantiewerk (het) poslovi za vreme raspusta
1599 studie (de) studija
1600 telt (tellen) se broji
1601 kennis (de) znanja
1602 bezitten poseduju
1603 net upravo
1604 verdienen zarađuju
1605 wat nešto
1606 zo zie je maar tako ti je to
1607 ouder stariji
1608 oud star(i)(u)
1609 beide oboje
1610 ineens odjednom
1611 werkloos ostaneš bez posla
1612 ontslagen (ontslaan) dobiješ otkaz
1613 waarvan od čega
1614 loon (het) platu(e)
1615 gedurende izvesno
1616 enige (enig) jedno
1617 oude (oud) bivše
1618 uitkering (de) novčanu socijalnu pomoć
1619 regering (de) države (vlada) (vladinom) (vladu)
1620 daarover o tome se
1621 werkervaring (de) radno iskustvo
Les 31 Blijf gezond!

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1622 blijf (blijven) budi (ostani)
1623 overlijden starosna dob umiranja (smrtni slučaj)
1624 haal (halen) kupujem
1625 complete (compleet) gotova
1626 vet (het) masti
1627 suiker (de) šećera
1628 jammer šteta
1629 er…van od toga se
1630 dik goji
1631 bewegen kretanje
1632 benen (het been) noge
1633 voeten (de voet) stopala
1634 kans op šansa
1635 rugproblemen probleme sa kičmom
1636 harde (hard) glasnu
1637 krijgen last van (last krijgen van) nastaju tegobe sa
1638 oren (het) ušima
1639 alcohol (de) alkohola
1640 gevaarlijk opasan
1641 leidt tot (leiden tot) dovodi do
1642 ongelukken (het ongeluk) nesreća
1643 neemt … toe (toenemen) povećava
1644 onder među
1645 jeugd (de) omladinom
1646 raad (de) savet
1647 artsen (de arts) lekari
1648 beweren tvrde
1649 rode (rood) crno
1650 wijn (de) vino
1651 wetenschappelijk naučno
1652 bewezen (bewijzen) dokazano
1653 waarschijnlijk verovatno
1654 verband (het) veza
1655 geloven verovati
1656 geniet van (genieten van) uživam u
1657 leven (het) životu
1658 roken pušenje
1659 stem (de) glas
1660 jezelf tebe lično
1661 jongeren (de jongere) mlađima
1662 sigaretten (de sigaret) cigarete
1663 verkocht (verkopen) prodaju se
1664 stations (het station) stanicama
1665 cafés (het café) kafićima
1666 plaatsen (de plaats) mestima
1667 verboden zabranjeno
1668 stoppen prestati (se povuče sa)
1669 verbiedt (verbieden) zabranjuje
1670 wellicht valjda
1671 bier (het) piva
1672 daarvan od toga
Les 32 Mooi Nederland

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1673 speciaal specijalno
1674 bieden da ponudi
1675 gezien (zien) videli
1676 durft (durven) sme
1677 genomen (nemen) uzeli smo
1678 rijdt (rijden) vozi
1679 rechtstreeks direktno
1680 ideaal idealno
1681 grachten (de gracht) kanalima
1682 meemaken da doživimo
1683 gebouwen (het gebouw) zgrade
1684 zeventiende sedamnaestog
1685 eeuw (de eeuw) veka
1686 langs duž
1687 vervolgens nakon toga
1688 afspraak (de) zakažeš termin
1689 hoewel iako
1690 zo’n zakazano
1691 minstens najmanje
1692 voordat pre nego što
1693 konden (kunnen) mogli da
1694 musea (het museum) muzeji
1695 trekken privlače
1696 eenmaal činjenica je
1697 publiek (het) publike
1698 kunst (de) umetnost
1699 de moeite waard vredna truda
1700 moeite (de) trud, muka, napor
1701 waard vredeti, valjati, zaslužiti
1702 namen (nemen) kretali
1703 stopt (stoppen) staje
1704 verhaal (het) priči
1705 volgt (volgen) (je) sledeći
1706 aanleiding (de) povod
1707 tonen izlažu
1708 soorten (de soort) vrsta
1709 tulpen (de tulp) lala(ma)
1710 kleuren (de kleur) boja
1711 bekend poznatu
1712 gezongen (zingen) odpevao
1713 Deltapark (het) Deltapark
1714 bezocht (bezoeken) posetio
1715 Zeeland Zeland
1716 beschermd (beschermen) štiti
1717 tegen od
1718 beschouwt (beschouwen) smatra
1719 systeem (het) sistem
1720 moderne (modern) modernih
1721 wereldwonderen (het werelwonder) svetskih čuda
1722 terecht ispravno
Les 33 De papieren

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1723 papieren (het papier) dokumenta
1724 formulieren (het formulier) formulare
1725 invullen popuniti
1726 gesprekken (het gesprek) ratgovori(e)
1727 gesprek voeren voditi razgovore
1728 organisaties (organisatie) ustanova
1729 paspoort (het) pasošem
1730 visum (het) vizom
1731 wilde (willen) je želeo
1732 EU-land (het) EU-zemlje
1733 verblijfsvergunning (de) dozvola boravka
1734 kreeg (krijgen) dobio je
1735 IND (de) Službe za imigraciju i naturalizaciju
1736 immigratiedienst (de) Služba za imigraciju
1737 inburgering (de) integracija
1738 inburgeringstoets (de) integracioni test
1739 zeiden (zeggen) rekli su
1740 nadat nakon što je
1741 liet (laten) upisao
1742 zich se
1743 gemeente (de) opštinu (opštinski) (opštinsko)
1744 zich registreren registrovati
1745 tegelijk ujedno
1746 bsn = burgerservicenummer JMBG
1747 burger (de) građanin
1748 belasting (de) porez
1749 gegevens (de) podatke
1750 eveneens takođe (ujedno)
1751 belastingdienst (de) poreskoj upravi
1752 hoorde (horen) je čuo
1753 buitenlandse (buitenlands) stranom
1754 rijbewijs (het) vozačkom(u) dozvolom(u)
1755 mocht (mogen) sme
1756 voorlopig zasad(a)
1757 gehaald (halen) stekli
1758 geval (het) slučaju
1759 aanvragen podneti zahtev
1760 bleek (blijken) ispostavilo se (pokazalo se)
1761 afhankelijk van zavisi od
1762 vergunning (de) dozvolu boravka (dozvolu)
1763 geregeld (regelen) sredio
1764 UWV (de) UWV (izvršni organ za osiguranje zaposlenih lica)
1765 terecht kunnen se možeš obratiti
1766 verzekering (de) osiguranje
1767 tegen protiv
1768 ziektekosten (de) zdravstveno osiguranje
1769 afsluiten zaključiti
1770 anders u suprotnom
1771 diploma’s (het diploma) diplome
1772 vergelijken nostrifikovati
Les 34 Van republiek naar koninkrijk

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1773 republiek (de) republike(a)
1774 koninkrijk (het) kraljevine(u)
1775 ontstaan nastala
1776 aparte (apart) zasebna(ih)
1777 zetten navešćemo
1778 feiten (het feit) činjenica
1779 op een rij po hronološkom redosledu
1780 richten usmeriti
1781 aandacht (de) pažnju
1782 staten (de staat) država
1783 rijk (het) imperije (država)
1784 leiding (de) vođstvo
1785 onder leiding van pod vođstvom
1786 Willem Viljema
1787 Oranje Oranskog (Oranski)
1788 voerden oorlog (oorlog voeren) vodile su rat
1789 uiteindelijk konačno
1790 wonnen (winnen) su pobedile
1791 kwam tot stand (tot stand komen) nastala
1792 der ("="van de) (ujedinjen)ih
1793 verenigde (verenigd) ujedinjenih
1794 Nederlanden nizozemskih provincija
1795 periode (de) periodu
1796 verre (ver) daleke
1797 namen in bezit (in bezit nemen) kolonijalizovali (okupirana) (da okupira)
1798 bezit (het) posed(u)
1799 korte (kort) kraće
1800 namen (de naam) nazivi
1801 herinneren podsećaju
1802 daaraan na to
1803 Indonesië Indonezija
1804 Suriname Surinam
1805 gemeentes (de gemeente) opštine
1806 horen bij pripadaju
1807 werd postala
1808 hieraan tome
1809 lid (het) član
1810 vlag (de) zastava
1811 in gebruik u upotrebi
1812 wit bela
1813 blauw plava
1814 ontwikkeld (ontwikkelen) razvila (konstruisani)
1815 in tegenstelling tot za razliku od
1816 ontwikkeling (de) razvoj
1817 meegemaakt (meemaken) su doživele
1818 Duitse (Duits) Nemačka
1819 leidde (leiden) dovelo
1820 waarbij u kojem
1821 tientallen na desetine
1822 miljoenen miliona
1823 stierven (sterven) umrlo
1824 verloor (verliezen) je izgubila
1825 waardoor usled čega
1826 volk (het) narod
1827 hoort bij (horen bij) pripada
1828 op het gebied van na polju
1829 waarheid (de) istina
Les 35 Gelukkige kinderen

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1830 gelukkige (gelukkig) srećna
1831 behoren spadaju
1832 gelukkigste najsrećniju
1833 in totaal ukupno
1834 betrokken (bij) uključena
1835 jongens (de jongen) dečaci
1836 blijken pokazalo se
1837 gelukkiger srećniji
1838 meisjes (het meisje) devojčica
1839 las (lezen) sam pročitala
1840 bericht (het) obaveštenje
1841 gisteravond sinoć
1842 gelezen (lezen) pročitala
1843 nieuws (het) vest
1844 blije (blij) radosna
1845 speciale (speciaal) specijalna
1846 organisatie (de) organizacija (jednu organizacionu celinu)
1847 controleert (controleren) kontroliše
1848 huizen (huis) kućama
1849 omgeving (de) okolina
1850 vriendjes (het vriendje) prijatelja
1851 vriendinnetjes (het vriendinnetjes) prijateljica
1852 veilige (veilig) bezbedna
1853 situatie (de) situacija
1854 opvoeding (de) vaspitanje
1855 punt (het) tačaka
1856 houdt rekening met (rekening houden met) vodi se računa o
1857 meningen (de mening) mišljenjima
1858 gevoelens osećanjima
1859 geldt (gelden) važi
1860 betreft (betreffen) se tiče
1861 voorbeeld (het) primer
1862 leeft (leven) živi
1863 arm siromašnoj
1864 meedoen da učestvuje
1865 kansen (de kans) šansi
1866 overigens uostalom
1867 saaie (saai) dosadne
1868 momenten (het moment) momente
1869 verveelt (zich vervelen) se dosađuje
1870 denkt (denken) razmišlja
1871 wou (willen) voleo bih
1872 hondjes (het hondje) psića
Les 36 De twaalf provincies

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1873 provincies (de provincie) provincija
1874 muur (de) zidu
1875 verdeeld in (verdelen in) podeljena na
1876 karakter (het) karakter
1877 eerdere (eerder) prethodnih
1878 gas (het) gasa
1879 dat koji
1880 grond (de) zemlji
1881 ontdekt (ontdekken) otkriven
1882 veroorzaakt (veroorzaken) stvara
1883 daalt (dalen) spušta
1884 levert (leveren) isporučuje
1885 melkproducten (het melkproduct) mlečne proizvode
1886 Friese (Fries) frizijska
1887 meren (het meer) jezera
1888 ideale (ideaal) idealno
1889 besteden provođenje
1890 geldt (gelden) važi
1891 voor se odnosi na
1892 Noordzee Severno more
1893 bestaat (bestaan) postoji
1894 stuk (het) dela
1895 provincie (de) provincija
1896 lege (leeg) praznom
1897 stuk mnogo (veliki broj)
1898 hoofdstad (de) glavnim gradom Utrehtom
1899 vergaderstad (de) je 'grad za sastanke'
1900 vergaderen održavati sastanke, sastančiti
1901 even jednako daleko
1902 oosten (het) istoku
1903 houdt van (houden van) voliš
1904 wandelen da šetaš
1905 fietsen voziš bicikl
1906 noemen nazivamo
1907 rond oko Ajndhovena
1908 bekende (bekend) poznatih
1909 slimme (slim) pametna
1910 oplossingen (de oplossing) rešenja
1911 technische (technisch) tehničke
1912 maatschappelijke (maatschappelijk) društvene
1913 geproduceerd (produceren) proizvode
1914 spreekt … uit (uitspreken) izgovara
1915 landje (het) zemljici
Les 37 De gemeente

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1916 verloopt (verlopen) ističe
1917 nieuw novi
1918 meegenomen (meenemen) doneli
1919 pasfoto (de) sliku za pasoš
1920 aha da
1921 in orde u redu
1922 werkdagen (de werkdag) radnih dana
1923 terugkomen doći po njega (vratiti se)
1924 loket (het) šalteru
1925 afdeling (de) odeljenju
1926 burgerzaken građanske poslove
1927 bedoelen podrazumevamo
1928 dorp (het) selo(a)
1929 combinatie (de) više
1930 stadsdelen (het stadsdeel) gradske opštine
1931 kantoren (het kantoor) kancelarijama
1932 geregistreerd (registeren) registrovani
1933 ernaartoe tamo idemo
1934 geboorte (de) (da prijavimo) rođenje
1935 regelt (regelen) reguliše
1936 langdurig duže vremena
1937 bouwt (bouwen) gradi
1938 verzamelt (verzamelen) sakuplja
1939 afval (het) smeće
1940 enzovoort i tako dalje
1941 hond (de) psa
1942 burgers (de burger) građani
1943 leden (het lid) članove
1944 gemeenteraad (de) opštinskog veća
1945 parlement (het) parlament
1946 bestuur (het) rukovodstvo
1947 verkiezingen izbora
1948 stuurt (sturen) šalje
1949 erop na njemu
1950 daarmee sa njim
1951 stemmen da glasamo (glasova)
1952 burgemeester (de) gradonačelnik
1953 functie (de) funkcija(u)
1954 lijkt op (lijken op) liči na
1955 voorzitter (de) predsedničku
1956 leidt (leiden) vodi
1957 vergaderingen (de vergadering) sastanke
1958 beslist (beslissen) odlučuje
1959 boos ljutito
1960 twintig dvadeset
1961 verhuizing (de) promenu adrese (preseljaj)
1962 verhuist (verhuizen) selite se
1963 huurwoning (de) iznajmljeni stan
1964 verhuizen se selite
1965 even kijken samo da vas pitam
1966 wilt (willen) želite
Les 38 Een beter klimaat begint bij jezelf

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
1967 welkom dobro došli
1968 presentatie (de) prezentaciju
1969 planten (de plant) biljnih
1970 sterven izumire
1971 niveau (het) nivo
1972 onderzoeken (het onderzoek) istraživanja
1973 leveren sakupljeno
1974 bewijs (het) dokaza
1975 alsof kao da
1976 niks ništa
1977 realiseren biti svesni
1978 gevaarlijke (gevaarlijk) opasna
1979 toestand (de) situacija
1980 ontstaat (ontstaan) nastati
1981 wijze (de) način
1982 doorgaan nastavimo
1983 zullen (dogodi)će
1984 rampen (de ramp) katastrofa
1985 plaatsvinden dogodiće se
1986 verwachting (de) očekivanja
1987 natuurlijke (natuurlijk) prirodne
1988 duurzame (duurzaam) postojane
1989 nadenken razmisliti
1990 bouwen gradnja
1991 materialen (het materiaal) materijalima
1992 Europese (Europees) evropske
1993 lijst (de) listi
1994 beleid (het) politiku (politički plan) (političkom planu)
1995 aanpassen prilagoditi
1996 blijkbaar očigledno
1997 verantwoordelijk odgovorni(o)
1998 besluiten odlučiti
1999 gedrag (het) ponašanje
2000 veranderen promeniš
2001 flinke (flink) znatan
2002 adviezen (het advies) saveti
2003 effect (het) efekat
2004 in plaats van umesto
2005 kilo kilograma
2006 flink wat prilično (puno)
2007 reis (reizen) putuj
2008 bewust svesno
2009 draag (dragen) nosiš
2010 schoenen (de) cipele
2011 plastic plastike
2012 idee (het) ideja
2013 toch zar ne
2014 manieren (de manier) načina
2015 verbeteren poboljšaš (poboljšam)
2016 bereid spremni
2017 betere (beter) bolju
Les 39 Politiek

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
2018 politiek (de) politika
2019 kiezers (de kiezer) birači
2020 stemmen op glasaju za
2021 persoon (de) osobu
2022 partij (de) stranke
2023 politieke (politiek) političkih(im) (političku)
2024 partijen (de partij) stranaka
2025 linkse (links) levičarske
2026 rechtse (rechts) desničarske
2027 christelijke (christelijk) hrišćanske
2028 gevormd (vormen) formira (formirati)
2029 meerderheid (de) većinu
2030 samenwerken sklope koaliciju (sarađuju)
2031 zijn het eens over (het eens zijn over) ako se slože sa
2032 bespreken razgovaraju
2033 minister-president (de) predsednik vlade
2034 ministers (de minister) ministri
2035 centrale (centraal) centralno
2036 gezondheid (de) zdravstvo
2037 voert (voeren) vodi
2038 stevige (stevig) žustre
2039 debatten (het debat) debate
2040 nacht (de) noć
2041 felle (fel) oštru
2042 kritiek (de) kritiku
2043 reageren da reaguju
2044 minister (de) ministra (ministarske funkcije)
2045 reactie (de) reagovanje
2046 overtuigen ubedi
2047 wensen žele
2048 veranderingen (de verandering) promene
2049 wens (de) želju
2050 weigeren odbiti
2051 vertrouwen (het) poverenje
2052 verplicht (verplichten) obavezati
2053 of ili
2054 macht (de) moć
2055 taak (de) zadatak
2056 controleren da kontroliše
2057 wetten (de wet) zakone
2058 aangenomen (aannemen) prihvati
2059 politici (de politicus) političari
2060 staatshoofd (het staatshoofd) državni poglavar
2061 symbolische (symbolisch) simbolične
2062 ontvangt (ontvangen) prima
2063 vertegenwoordiger (de) predstavnik
2064 verbindende (verbinden) povezivanja
2065 georganiseerd (organiseren) organizovano
2066 dergelijk sličan
Les 40 De tijden zijn veranderd

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
2067 tijden (de tijd) vremena
2068 veranderd (veranderen) se promenila
2069 voorstellen zamisle(zamisliš)
2070 generatie (de) generacija
2071 leefde (leven) živela
2072 natuurlijk naravno
2073 mobiele (mobiel) mobilne
2074 telefoons (de telefoon) telefone
2075 pinpas (de) PIN kartice
2076 euro’s (de euro) evre
2077 supermarkten (de supermarkt) supermarkete
2078 keuze aan izbor
2079 aardappel (de) krompir
2080 oorspronkelijk izvorno (prvobitno)
2081 destijds tada
2082 grenzen (de grens) granice
2083 gesloten (sluiten) zatvorene
2084 bestond (bestaan) postojao
2085 ander drugačiji
2086 op potrošio
2087 weliswaar doduše
2088 er da ga je
2089 speelden (spelen) su se igrala
2090 met de hand ručno
2091 moeilijker teže
2092 beperken ograničiti
2093 massaal masovno
2094 wapens (het wapen) naoružanja
2095 geweld (het) nasilja
2096 positie (de) prava
2097 eisen (de eis) zahtevaju
2098 zeventig sedamdesetih
2099 zwanger zatrudne
2100 werden (worden) za(trudne)
2101 sindsdien od tada
2102 vrouw (de) žena
2103 wet (de) zakonu
2104 twintigste dvadesetog
2105 vond … plaats (plaatsvinden) dogodila se
2106 verandering (de) promena
2107 enorme (enorm) ogroman
2108 opzichten (het opzicht) pogledu
2109 dergelijke (dergelijk) slično
2110 hele (heel) ceo
2111 erdoor time
Les 41 Mijn leven in Nederland

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
2112 hoe gaat het met kako ste
2113 voel (zich voelen) se osećam
2114 aanvankelijk ispočetka
2115 verbaasde (verbazen) iznenadile su
2116 lage (laag) niske
2117 valt … op (opvallen) upada u oči
2118 herinner … me (zich herinneren) sećam se
2119 tas (de) tašnu
2120 pakken da uzmem
2121 toegeven priznati
2122 gek čudno
2123 afspraken (de afspraak) zakazivanje sastanaka
2124 onrustig uznemire
2125 uurtje (het uurtje) nepunih pola sata (nepun sat)
2126 leert (leren) uči
2127 kort nedavno
2128 zwemmen da pliva
2129 diep duboka
2130 nog još uvek
2131 kracht (de) snage
2132 waar … mee sa čime
2133 haar mening geven davanjem svog mišljenja
2134 er … om ga
2135 aan de andere kant s druge strane
2136 kant (de) strana
2137 eerlijk iskreni
2138 klagen se žale
2139 over het algemeen uglavnom
2140 groeten (de groet) pozdrav
Les 42 De laatste les

Woordenlijst Servisch behorende bij de methode Nederlands voor buitenlanders © 2018 Boom uitgevers Amsterdam
2141 eindelijk napokon
2142 voorbij završen
2143 alleen samo
2144 begon (beginnen) počeo
2145 na … zeggen (nazeggen) ponavljanjem
2146 combinaties (de combinatie) kombinacije
2147 middel (het) način (sredstvo)
2148 cursisten (de cursist) kursisti
2149 hadden daar moeite mee (er moeite mee su sa tim imali problema
hebben)
2150 vonden (vinden) smatrali su
2151 opdrachten (de opdracht) zadataka
2152 uitvoeren da rade
2153 oefenen (kako bi) vežbali
2154 een kwestie van se svodi na (govor)
2155 eraan u to
2156 overdag preko dana
2157 bureau (het) radnim stolom
2158 ga … mee (meegaan) pođi sa nama
2159 maatschappij (de) društvu
2160 twijfelt (twijfelen) se dvoumi
2161 beslissing (de) odluku
2162 genomen (nemen) doneli
2163 concreet konkretan
2164 twijfel (twijfelen) se dvoumim
2165 zoek (zoeken) tražiću
2166 verwacht (verwachten) očekujem
2167 opzetten otvoriti
2168 gaan door (doorgaan) će nastaviti
2169 slagen polože
2170 positief pozitivnom
2171 zodat kako bih

You might also like