You are on page 1of 3

Jurisprudentie Europees Recht

Van Gend & Loos


Costa/ENEL
Van Gend & Loos: EU is een autonome rechtsorde: supranationale organisatie en daarmee
ook te beschouwen als supranationaal en dus heeft de EU een eigen onafhankelijke
rechtsorde zonder invloed van de lidstaten.
Vanwege het supranationale karakter van de EU wordt de EU ook als supranationaal
beschouwt en staat het EU-recht hoger in rang dan het recht van de lidstaten.

Van Gend & Loos


Belastingdienst zegt dat ze nog invoerrechten moeten betalen
De Nederlandse Staat (belastingdienst) staat dus tegenover een particulier (Van Gend &
Loos)
Van Gend & Loos wilde dus weten of het EU-recht rechtstreeks op hem van toepassing was
en zich daar dus op kon beroepen  het Hof zegt dat dat kan
De Nederlandse Staat zegt van niet en vindt dat Van Gend & Loos alleen naar de
Nederlandse rechter kan gaan

Van Gend & Loos: het Europees recht heeft rechtstreekse doorwerking, dus iedere burger
kan zich hierop beroepen voor de nationale rechter

Costa/Enel: automatisch voorrang voor het nationale recht


Dit moet dan wel:
- een ieder verbindende bepaling zijn
- hij moet onvoorwaardelijk zijn
- en voldoende nauwkeurig

Spaanse aardbeien
Spaanse aardbeien gaat over loyale samenwerking art. 4 lid 3 VEU:
De acties hielden onder meer in: het onderscheppen van buitenlandse vrachtauto’s met niet-
Franse producten, het vernietigen van de lading en het bedreigen van de chauffeurs met
geweld. Zodoende probeerde men de waarde van het nationale product veilig te stellen. . De
vraag die in deze waargebeurde zaak speelde was: Kan de Franse overheid worden
aangesproken op het gedrag van particulieren die binnen haar grondgebied aldus het vrije
verkeer van landbouwproducten ernstig verstoren?
HR: Frankrijk had als lidstaat niet loyaal gehandeld jegens andere lidstaten. Hierdoor is
artikel 30 EG-verdrag, nu artikel 34 VWEU ontstaan. Loyale samenwerking: art. 4 lid 3 VEU
Artikel 34 VWEU: kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking
zijn tussen de lidstaten verboden  verbod invoerbeperkingen

Remscheid
Artikel 27-28-29: beperkingen inreisrecht en verblijfsrecht (alleen in het kader van de
openbare orde, veiligheid en volksgezondheid en een actuele en fundamentele bedreiging
voor de lidstaat)  geïmplanteerd in het Remscheid arrest
Italiaanse man woont al heel lang in Duitsland, hij werd opgepakt
Zit al heel lang vast vanwege het verkrachten van kinderen
On de media wordt bekend dat de man binnenkort vrij gaat komen en het wordt bekend dat
de kans op recidive ook heel groot is
De vraag was toen mag zo iemand als je dit al weet, mag je zo’n persoon al terugsturen naar
zijn eigen thuisland
Het Hof besliste dat in zulke extreme gevallen je zo iemand terug mag sturen en wegsturen
uit je eigen land. Wel alleen in het kader van de openbare orde, veiligheid en
volksgezondheid en een actuele en fundamentele bedreiging voor de lidstaat.
Dassonville
'iedere (handels)regeling der Lid-Staten die de intracommunautaire handel al dan niet
rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren'.
‘alles wat de overheid van een der lidstaten verzint, die de handel tussen de lidstaten al dan
niet direct of indirect, daadwerkelijk of in de toekomst, kan belemmeren’
Arrest: Familie Dassonville in België dat drank wil, dat halen ze uit Frankrijk. (importeren
schotse whisky uit Frankrijk, dit was namelijk goedkoper dan in Schotland zelf. De Belgische
overheid wilde een certificaat dat het uit in Schotland was gebrouwen. (dit heet
parallelimport). De Hoge Raad zei later dat ze dat mochten importeren zonder certificaat.
België handelde dus in strijd met artikel 34 VWEU. Het vragen van een certificaat zorgt er
namelijk voor dat men minder wil handelen en is er dus sprake van art. 34 VWEU dat
verboden is.

Cassis de Dijon
niet iedere regeling, maar elke feitelijke handeling moet ook daaronder worden opgevat. In
Duitsland en Frankrijk. De Fransen maken Casiss de Dyon. Duitsland zegt tegen Frankrijk
dat als je in ons land alcohol wil verkopen dit verboden is. Want in Duitsland zit er 25%
alcohol in en in Frankrijk 20%. Duitsland zegt dat de drank niet wordt verkocht, omdat ze een
hoger alcoholpercentage willen in de drank zodat mensen minder snel alcohol kopen door
het hoge percentage. 20% is een percentage waarbij mensen sneller alcohol gaan drinken.
Dit is een maatregel van gelijke werking. Dit is verboden volgens het hof. Rule of reason
vloeide voort uit deze uitspraak (feitelijke handeling).

Keck
twee Franse supermarkteigenaren (KECK), soms gaan ze iets onder de inkoopprijs verkopen
(zoals fietsen). Andere fietseigenaren zeiden dat ze nu zelf niks meer konden verkopen,
omdat Keck onder de verkoopprijs verkocht. De lidstaat zei dat je niks onder de inkoopprijs
mag verkopen. Het Hof zegt dat Frankrijk wel mag zeggen dat je niks onder de inkoopprijs
mag verkopen.
De verkoopmodaliteit. Legt een lidstaat alleen iets op hoe je het product verkoopt
(verkoopmodaliteit) is het wel toegestaan, maar je mag geen eisen aan het product zelf
stellen als lidstaat.

Höfner
Onderneming volgens Höfner: Iedere eenheid die een economische activiteit verricht,
ongeacht de rechtsvorm en ongeacht de wijze van financiering. Ook activiteiten van de
overheid kunnen hier ook onder vallen. Typische overheidstaken (publiekrechtelijk) vallen
niet onder dit begrip. Bijvoorbeeld het CBR: belast met het afnemen van rijexamens:
zelfstandig bestuursorgaan, hierin ligt een typische publiekrechtelijke overheidstaak, dus
geen onderneming. Maar ook bieden zij een softwarepakket aan voor de theorie, in dat geval
zijn ze wel te beschouwen als onderneming, omdat dit niet in de wet is vastgelegd en vallen
zij wel onder het mededingingsrecht.

Plaumann
Derdenberoep
De derde-belanghebbende heeft in het Unierecht slechts alleen beroep als de Uniehandeling
die tot een ander is gericht, hem zowel rechtstreeks als individueel raakt.
Rechtstreeks:
Individueel: Plaumann-formule (artikel 263 vierde alinea, tweede situatie WV)
Plaumann was een Duitse importeur van mandarijnen van buiten de EU.
Over het invoertarief van deze mandarijnen had de Europese Commissie een ongunstige
beschikking afgegeven aan de Duitse regering. Plaumann wilde de beschikking die niet aan
hem gericht was aanvechten bij het Hof, aanvoerend dat zij hem ‘direct en individueel’
raakte.
Hof stelde: ‘zij, die niet zijn adressaten ener beschikking, slechts zouden kunnen stellen dat
zou individueel worden geraakt, indien deze beschikking hen betreft uit hoofde van zekere
bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke hen ten opzichte van ieder
ander karakteriseert en hen derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de addressaat.’
Plaumann werd door de beschikking slechts geraakt uit hoofde van zijn commerciële beroep
van mandarijnenimporteur, dus niet op een wijze die Plaumann kon onderscheiden van ieder
ander.
Nu hij niet individueel was geraakt, onderzocht het Hof niet verder of hij wellicht rechtstreeks
was geraakt (het zijn namelijk cumulatieve vereisten voor de ontvankelijkheid van het
vernietigingsberoep).

You might also like