You are on page 1of 5

STIJLGIDS MASTERSCRIPTIE

Afstudeerrichting Instrument/Zang — JAZZ — Directie — Compositie


2022-2023

Het reflectieve deel van de masterproef (scriptie) wordt enkel nog digitaal ingediend.
De paper bestaat uit volgende onderdelen:

Voorkaft met titel


Blanco schutblad
Titelblad
Abstract in het Nederlands en het Engels
(Woord vooraf)
Dankwoord
Inhoudstafel
Inleiding
Corpus
Besluit
(Samenvatting)
Referentielijst
(Lijst tabellen, lijst figuren, …)
Bijlagen
Blanco schutblad
Achterkaft met Nederlands abstract op de achterkant

Kaften - Voorkaft met titel en subtitel


Het model voor het voorkaft met titel is beschikbaar Toledo.
De subtitel wordt in het cursief geplaatst.

Schutblad
Tussen het voorkaft en het titelblad wordt een blad geplaatst met de volgende tekst:
Deze scriptie is een examendocument dat na de verdediging niet meer werd gecorrigeerd.
Ernaar verwijzen in publicaties kan enkel mits schriftelijke toelating van de promotor, vermeld
op de titelpagina.
Het schutblad wordt niet genummerd, maar telt wel mee voor de paginanummering.

Titelblad
Het titelblad is identiek aan het voorkaft. Ook dat blad wordt niet genummerd, maar telt wel
mee voor de totale paginering.

Abstract in het Nederlands en Engels


Het maken van het abstract komt neer op het schrijven van een korte inhoud (ca. 400 woorden)
van de paper. Het abstract wordt in het Nederlands en het Engels opgesteld. In het Engelse
abstract moet ook de titel van de scriptie in het Engels worden vermeld. Beide abstracts komen
na elkaar te staan na het titelblad. De Nederlandstalige abstract komt ook op de achterkant van
het achterkaft. De eerste effectief genummerde bladzijde is die met het Nederlandse abstract:
p. 3.

Woord vooraf [optioneel]


Een woord vooraf zegt niets over de inhoud van de tekst, maar verhaalt over de totstandkoming
ervan, vaak in een persoonlijke vorm. Het kan zoals in een proloog de aanleiding vertellen
waarom de tekst is geschreven, of wat er aan het werk is voorafgegaan.

Dankwoord
In het woord vooraf kan je de mensen danken die een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot
de totstandkoming van je werkstuk.

Inhoudsopgave
De inhoudsopgave geeft schematisch de verschillende onderdelen van je tekst weer, beginnend
bij de inleiding. Uiterst rechts komt het paginanummer (zonder de afkorting p. of blz. te
gebruiken) van de aanvang van het betreffende onderdeel. Gebruik voor je structuur een
decimale indeling (bijv.: Hoofdstuk 1; verdere onderverdeling 1.1 en 1.1.1. Gebruik niet meer
dan drie niveaus). Begin hoofdstukken pas te nummeren vanaf het eerste hoofdstuk van het
corpus. Abstract, Woord vooraf, Dankwoord, Inhoudstafel, Inleiding en Besluit krijgen geen
(hoofdstuk)nummer. Het corpus begint dus met het eerste hoofdstuk.

Inleiding
De inleiding is het eerste deel van een tekst, waarin je onderwerp wordt uiteengezet en
omschreven. De inleiding is een vooruitblik naar de inhoud van de tekst. De inleiding is als een
handleiding voor de lezer. Het onderwerp wordt geduid en de motivatie voor het gekozen
onderwerp toegelicht. De resultaten van het vooronderzoek en literatuurstudie geven de
probleem- en vraagstelling aan, de onderzoeksmethode wordt beargumenteerd en de te
verwachten resultaten worden geformuleerd. Een eerste voorlopige conclusie sluit je inleiding
af.

Corpus
De inhoud van het corpus bepaal je in samenspraak met je promotor.

Besluit
De conclusie vat de belangrijkste elementen van het corpus samen in een doorlopende tekst die
op zich kan worden gelezen (ca. 4-5 pagina’s).

Referenties en referentielijst
We hanteren het APA-referentiesysteem, de American Psychological Association.
Zie http://www.apastyle.org

Een discografie maakt desgevallend onderdeel uit van de referentielijst.


Voer referenties in de tekst van het corpus waar dat nodig is: bij citaat, als vermelding van een
gebruikte bron, enz.

Bijlagen
Het kan gaan om (volledige) partituren, tabellen, tekeningen, registers, landkaarten, grafieken,
uitvoerige citaten, volledige interviews, etc. De bijlagen worden van (sub)titels voorzien en
opgenomen in de inhoudsopgave. De pagina’s worden doorgenummerd.

Het kan nuttig zijn om de bundel bijlagen in een afzonderlijk bestand onder te brengen, zodat
deze naast de tekst kan worden ingekeken (bijv. voor het volgen van de analyse van een
partituur). Als de bijlagen afzonderlijk wordt ingediend begint deze met een kaft met titel, een
blanco schutblad, een titelblad en een eigen inhoudstafel en eindigt ze met een blanco schutblad
en een blanco omslag. Het kaft met titel en het titelblad zijn identiek aan die van het corpus,
met toevoeging van ‘Bijlage’ onder de titel.

Een opname kan via een beveiligd kanaal online beschikbaar zijn.
De inhoud van de opname wordt vermeld in de inhoudstafel van de bijlage.

Bijkomende afspraken

- Gebruik formaat A4.

- Gebruik een vlot leesbaar lettertype.

- Gebruik een tekengrootte van 11 punten voor de bodytekst.

- Een titel kan in vetjes, maar kan niet cursief of onderlijnd.

- Gebruik een regelafstand van maximaal 1,15.

- Marges: alle marges (links, rechts, boven en onder) 2,5 cm.

- Alle onderdelen van het eindwerk beginnen in principe aan de linker marge. Alle nieuwe
hoofdstukken of delen beginnen bovenaan op een rechterbladzijde.

- Citaten tussen “dubbele aanhalingstekens” plaatsen. Citaten in een andere taal worden
vertaald in de voertaal vn de scriptie. Het originele citaat wordt in voetnoot onderaan de
pagina geplaatst.

- Woorden of begrippen in vreemde talen: cursief.


- Woorden met een persoonlijke, ironische of afwijzende betekenis: aanhalingstekens.

- Weglatingen in citaten [...], toevoegingen en verduidelijkingen tussen vierkante haken


[vert. ....].

- Tussen twee alinea’s komt één witregel.

- Kies dezelfde lay-out voor het volledige document.

- Nummering hoofdstukken vanaf het corpus. Indeling in paragrafen tot maximaal 3


niveaus (bijv.: 1, 1.1, 1.1.1).

- Inleiding en besluit worden niet genummerd.

- Paginanummers aan de buitenkant van de pagina: op de linkerpagina staat het nummer


in de linkerhoek, op de rechterpagina in de rechterhoek.

- Linkerpagina’s hebben een even nummer, rechterpagina’s een oneven nummer.

- De eerste pagina die een paginanummer draagt is het abstract, met cijfer 3.

- Voetnoten: door het gebruik van apa-normen worden referenties niet in voetnoot
geplaatst. Het aantal voetnoten is bijgevolg beperkt.

- In voetnoot komen (1) de vertaling van citaten en (2) toelichtingen (van een begrip
bijvoorbeeld) die de leesbaarheid van de tekst teveel zouden verstoren. Voetnoten
worden onderaan de pagina geplaatst. Voetnoten worden doorgenummerd doorheen de
ganse scriptie.

- Gebruik de letterbenaming voor notennamen, akkoorden, toonladders e.d.: C, D, Fis,


Bes,... (kleine letters voor kleine tertstoonaarden)

Afbeeldingen, figuren en partituurfragmenten


Alle afbeeldingen, figuren en partituurfragmenten worden als 'voorbeeld' (Vb.) ondertiteld. Ze
worden doorgenummerd. Dat is handig als je op een andere plaats in je scriptie aan dat
voorbeeld refereert.
Alle voorbeelden worden voorzien van een onderschrift met een korte vermelding van de
inhoud van het voorbeeld. Alle partituurfragmenten worden voorzien van de aanduiding van
de maatcijfers.

Een voorbeeld: ‘Vb. 25: Ludwig van Beethoven, Symfonie nr. 5, dl. 1, m. 1-4, eerste thema’.
In je tekst maak je een verwijzing naar het betreffende voorbeeld door dit tussen haakjes te
vermelden, bijv.: (zie Vb. 25).
Muziekvoorbeelden hebben àltijd sleutels aan het begin van het fragment!

You might also like