Professional Documents
Culture Documents
Het reflectieve deel van de masterproef (scriptie) wordt enkel nog digitaal ingediend.
De paper bestaat uit volgende onderdelen:
Schutblad
Tussen het voorkaft en het titelblad wordt een blad geplaatst met de volgende tekst:
Deze scriptie is een examendocument dat na de verdediging niet meer werd gecorrigeerd.
Ernaar verwijzen in publicaties kan enkel mits schriftelijke toelating van de promotor, vermeld
op de titelpagina.
Het schutblad wordt niet genummerd, maar telt wel mee voor de paginanummering.
Titelblad
Het titelblad is identiek aan het voorkaft. Ook dat blad wordt niet genummerd, maar telt wel
mee voor de totale paginering.
Dankwoord
In het woord vooraf kan je de mensen danken die een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot
de totstandkoming van je werkstuk.
Inhoudsopgave
De inhoudsopgave geeft schematisch de verschillende onderdelen van je tekst weer, beginnend
bij de inleiding. Uiterst rechts komt het paginanummer (zonder de afkorting p. of blz. te
gebruiken) van de aanvang van het betreffende onderdeel. Gebruik voor je structuur een
decimale indeling (bijv.: Hoofdstuk 1; verdere onderverdeling 1.1 en 1.1.1. Gebruik niet meer
dan drie niveaus). Begin hoofdstukken pas te nummeren vanaf het eerste hoofdstuk van het
corpus. Abstract, Woord vooraf, Dankwoord, Inhoudstafel, Inleiding en Besluit krijgen geen
(hoofdstuk)nummer. Het corpus begint dus met het eerste hoofdstuk.
Inleiding
De inleiding is het eerste deel van een tekst, waarin je onderwerp wordt uiteengezet en
omschreven. De inleiding is een vooruitblik naar de inhoud van de tekst. De inleiding is als een
handleiding voor de lezer. Het onderwerp wordt geduid en de motivatie voor het gekozen
onderwerp toegelicht. De resultaten van het vooronderzoek en literatuurstudie geven de
probleem- en vraagstelling aan, de onderzoeksmethode wordt beargumenteerd en de te
verwachten resultaten worden geformuleerd. Een eerste voorlopige conclusie sluit je inleiding
af.
Corpus
De inhoud van het corpus bepaal je in samenspraak met je promotor.
Besluit
De conclusie vat de belangrijkste elementen van het corpus samen in een doorlopende tekst die
op zich kan worden gelezen (ca. 4-5 pagina’s).
Referenties en referentielijst
We hanteren het APA-referentiesysteem, de American Psychological Association.
Zie http://www.apastyle.org
Bijlagen
Het kan gaan om (volledige) partituren, tabellen, tekeningen, registers, landkaarten, grafieken,
uitvoerige citaten, volledige interviews, etc. De bijlagen worden van (sub)titels voorzien en
opgenomen in de inhoudsopgave. De pagina’s worden doorgenummerd.
Het kan nuttig zijn om de bundel bijlagen in een afzonderlijk bestand onder te brengen, zodat
deze naast de tekst kan worden ingekeken (bijv. voor het volgen van de analyse van een
partituur). Als de bijlagen afzonderlijk wordt ingediend begint deze met een kaft met titel, een
blanco schutblad, een titelblad en een eigen inhoudstafel en eindigt ze met een blanco schutblad
en een blanco omslag. Het kaft met titel en het titelblad zijn identiek aan die van het corpus,
met toevoeging van ‘Bijlage’ onder de titel.
Een opname kan via een beveiligd kanaal online beschikbaar zijn.
De inhoud van de opname wordt vermeld in de inhoudstafel van de bijlage.
Bijkomende afspraken
- Alle onderdelen van het eindwerk beginnen in principe aan de linker marge. Alle nieuwe
hoofdstukken of delen beginnen bovenaan op een rechterbladzijde.
- Citaten tussen “dubbele aanhalingstekens” plaatsen. Citaten in een andere taal worden
vertaald in de voertaal vn de scriptie. Het originele citaat wordt in voetnoot onderaan de
pagina geplaatst.
- De eerste pagina die een paginanummer draagt is het abstract, met cijfer 3.
- Voetnoten: door het gebruik van apa-normen worden referenties niet in voetnoot
geplaatst. Het aantal voetnoten is bijgevolg beperkt.
- In voetnoot komen (1) de vertaling van citaten en (2) toelichtingen (van een begrip
bijvoorbeeld) die de leesbaarheid van de tekst teveel zouden verstoren. Voetnoten
worden onderaan de pagina geplaatst. Voetnoten worden doorgenummerd doorheen de
ganse scriptie.
Een voorbeeld: ‘Vb. 25: Ludwig van Beethoven, Symfonie nr. 5, dl. 1, m. 1-4, eerste thema’.
In je tekst maak je een verwijzing naar het betreffende voorbeeld door dit tussen haakjes te
vermelden, bijv.: (zie Vb. 25).
Muziekvoorbeelden hebben àltijd sleutels aan het begin van het fragment!