You are on page 1of 3

Duurzaamheidsrapportering op grond van de CSRD en ESRS

Wie, wat, wanneer en hoe?

Wie? Grote ondernemingen


Ondernemingen die twee opeenvolgende boekjaren voldoen aan tenminste twee van de volgende drie criteria:
1
Grote BV's, NV's en Organisaties van Openbaar Belang (OOB's) 250
Medewerkers € 20 mln
Balanstotaal
€ 40 mln
Netto-omzet

Middelgrote en kleine beursvennootschappen

Middelgrote ondernemingen
2 Die twee achtereenvolgende boekjaren voldoen aan tenminste twee van de volgende drie criteria:
Moederondernemingen van een grote groep
1. Die twee opeenvolgende boekjaren voldoen aan tenminste twee van de volgende drie

criteria: balanstotaal (activa) > € 20 mln, netto-omzet > € 40 mln, 250 werknemers.
50 - 250
Medewerkers € 4 - 20 mln
Balanstotaal
€ 8 - 40 mln
Netto-omzet
3
Bepaalde niet-EU ondernemingen

Kleine ondernemingen
4
Die twee achtereenvolgende boekjaren voldoen aan tenminste twee van de volgende drie criteria:

10 - 50
Medewerkers € 350k - 4 mln
Balanstotaal
€ 700k - 8 mln
Netto-omzet

Wat?

5 7
Informatie verstrekken in het bestuursverslag over duurzaamheidskwesties. Een accountant moet, op basis van een limited assurance , bepalen of de

De informatie moet inzicht geven in: duurzaamheidsrapportering in overeenstemming is met de eisen uit de CSRD en

Taxonomie verordening.

Welk negatief of positief effect de onderneming heeft op ecologische, sociale

en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding Lidstaten hebben de mogelijkheid om toe te staan dat de duurzaamheidsrapportage

van corruptie en omkoping. wordt gecontroleerd door een andere wettelijke auditor dan de auditor die de controle

van de jaarlijkse financiële overzichten verricht.

Of en hoe duurzaamheidskwesties een positieve of negatieve invloed hebben

op de onderneming.

De informatie moet opgesteld worden op basis van verplichte De informatie moet opgenomen worden in een uniform
6 8
duurzaamheidsrapporteringsstandaarden. elektronisch verslagleggingsformaat (= XBRL).

Wanneer?

2025 2026 2027 2029


(over boekjaar 2024): (over boekjaar 2025): (over boekjaar 2026): (over boekjaar 2028):

Grote (moeder) OOB’s met meer dan 500 Alle grote (moeder) ondernemingen, tenzij Middelgrote en kleine beursvennootschappen Bepaalde niet-EU ondernemingen

werknemers die nu al rapporteren onder de groepsvrijstelling van toepassing is

EU Non-financial Reporting Directive


Duurzaamheidsrapportering op grond van de CSRD en ESRS
Wie, wat, wanneer en hoe?

Hoe? Op 22 november 2022 heeft de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) de eerste set ESRS aan de Europese
9
Commissie toegezonden. De finale ontwerp ESRS wijken af van de eerder gepubliceerde draft ontwerp ESRS. De wijzigingen

hebben geleid tot een vermindering met bijna de helft van de openbaarmakingsvereisten.

In totaal heeft de EFRAG 12 ontwerp rapportage standaarden gepubliceerd: twee generieke (ESRS 1 Over de overige ESRS’en hoeft een onderneming alleen te rapporteren als deze materieel zijn voor de onderneming.

en ESRS 2), vijf klimaatgerelateerde (ESRS E1 – E5), vier sociaal gerelateerde (ESRS S1 – S4) en een Dit betekent dat een onderneming voor alle ESRS’en een dubbele materialiteitsbeoordeling(double materiality test)

governance gerelateerde (G1). Alle ondernemingen die onder de CSRD vallen, moeten verplicht moet uitvoeren. Dit houdt in dat de onderneming moet beoordelen of de duurzaamheidskwestie een materieel

rapporteren over de volgende standaarden: impact heeft op de organisatie. Dit kan zowel financiële materialiteit (outside-in) als impact materialiteit (inside-out)

zijn. Dit moet zij doen aan de hand van de richtsnoeren opgenomen in hoofdstuk 3.2 t/m 3.5 van ESRS 1. Als een

duurzaamheidskwestie impact materieel of financieel materieel is voor de onderneming zal zij hierover moeten
ESRS 1 en ESRS 2
rapporteren.

De centrale rol van de materialiteitsbeoordeling betekent dat, op zeer zeldzame uitzonderingen na, geen enkele
ESRS E1
onderneming verplicht zal zijn om over alle ESRS’en te rapporteren. Daarbij is van belang dat de onderneming –

anders dat in de eerste concept standaarden – niet hoeft aan te geven waarom bepaalde openbaarmakingen niet

relevant zijn.
Voor ondernemingen met meer dan 250 werknemers: S1-1 t/m S1-9

Aan de slag

1 Voorbereidingen treffen 2 Kijk naar eigen onderneming 3 Waardeketen in kaart brengen

Lees de tekst van de CSRD en ESRS 1 (General requirements) goed door. Zorg Kijk kritisch naar uw eigen onderneming in relatie tot duurzaamheidskwesties/ Breng de waardeketen van uw onderneming en eventuele

ervoor dat u vertrouwd raakt met de daarin opgenomen terminologie en ESG-factoren. dochterondernemingen in kaart.

uitgesproken verwachtingen.
Zijn uw commissarissen, bestuurders en managers hierover geïnformeerd?
Wie zijn uw leveranciers en overige business partners (upstream)?
Is uw organisatie in alle opzichten goed toegerust voor
Wie zijn de afnemers van uw producten of diensten (downstream)?
duurzaamheidsrapportering of moet er op dat vlak nog het nodige gebeuren?
Betrek uw ketenpartners bij uw (voorbereidingen op uw)

duurzaamheidsrapportage.

4 Templates invullen 5 Materialiteitsbeoordeling uitvoeren 6 Topical ESRS invullen 7 Entity specific disclosures ontwikkelen

Neem kennis van alle Disclosure Requirements/ Voer een materialiteitsbeoordeling uit voor de overige Wanneer de materialiteitsbeoordeling uitwijst dat een Beoordeel of er impact, risico’s of kansen zijn die niet of
10
Contents uit ESRS 2 (General disclosures), ESRS E1 ESRS’en (ESRS E2 – E5, S1-10 t/m S1-17, S2 – S4 en G1) duurzaamheidskwestie ‘materieel’ is voor uw onvoldoende worden gedekt door de topical ESRS en
13
(Climate change) en als uw onderneming meer dan 250 aan de hand van de informatie en regels in de onderneming, vul de betreffende topical ESRS in. ontwikkel hiervoor entity-specific disclosures met behulp
personen 12
hoofdstukken 3.2 t/m 3.5 van ESRS 1. van de richtsnoeren in hoofdstuk 1.4 ESRS 1.
11
heeft ook van ESRS S1-1 t/m S1-9 (Own workforce)

en vul disclosure in voor uw onderneming.

Heeft u hulp nodig?

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan


Duurzaamheidsrapportering op grond van de CSRD en ESRS
Bijlage

Wie? Hieronder zijn de voetnoten te vinden die bij deze sectie horen.

1 Organisaties van Openbaar Belang: beursvennootschappen, banken en verzekeraars. Daarnaast hebben 3 Met (i) twee opeenvolgende boekjaren meer dan € 150 mln netto omzet binnen de EU en (ii) een grote

lidstaten de mogelijkheid om zelf nog andere OOB's aan te wijzen. Nederland heeft dit gedaan in Besluit dochter, middelgrote of kleine beursgenoteerde dochter en/of een bijkantoor met een netto-omzet van

aanwijzing organisaties van openbaar belang. meer dan € 40 mln.

2 Grote groepen die op geconsolideerde basis aan ten minste twee van de volgende drie criteria voldoen: 4 De genoemde critera sluiten aan bij de Europese normen. Nederland kan er echter voor kiezen om, net

balanstotaal > € 20 mln, netto-omzet > € 40 mln, > 250 werknemers. als onder de NFRD, gebruik te maken van een lidstaat optie van artikel 3 van Europese Richtlijn

Jaarrekening. Dan zouden de genoemde criteria als volgt zijn:

- Kleine ondernemingen: balanstotaal = € 350k – 6 mln, netto omzet = € 700k – 12 mln

- Middelgrote ondernemingen: balanstotaal= € 6-20 mln, netto omzet = € 12 mln – 40 mln

Wat? Hieronder zijn de voetnoten te vinden die bij deze sectie horen.

5 Artikel 1 onder 2) sub b) onder 17) CSRD: ecologische/milieufactoren, sociale en 7 Artikel 1 onder 13) CSRD
mensenrechtenfactoren en governancefactoren, doorgaans afgekort tot ‘ESG-factoren’.

8 Artikel 1 onder 9) CSRD


6 Artikel 1 onder 8) CSRD: de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), zie

https://www.efrag.org/lab6.

Hoe? Hieronder zijn de voetnoten te vinden die bij deze sectie horen.

9 2 zogenaamde ‘cross-cutting’ ESRS en 10 ‘topical’ ESRS. EFRAG gaat nu verder met het ontwikkelen van 12 En de daarbij behorende Application Requirements uit Appendix B en de Flowchart uit Appendix F.

sector-specifieke standaarden en standaarden voor het beursgenoteerde MKB.

13 De eerste set ESRS bestaat uit twee zogenaamde cross-cutting standards en tien topical standards
10 Inclusief de daarin opgenomen datapoints, waaronder die genoemd in Appendix C, en de Application (respectievelijk E1 t/m E5 voor Environment, S1 t/m S4 voor Social en G1 voor Governance)

Requirements uit Appendix B.

11 Alleen voor ondernemingen met 250 of meer werknemers.

Heeft u hulp nodig?

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan

You might also like