Samenvatting thema 8 cartografie

1)kaartprojecties en kaartgebruik
Probleem van bol tot plat vlak: WERELDBOL
• Afmetingen beperkt: Voorbeeld: op een globe van omtrek 2,5m zou
België een lengte van 18 mm hebben
• Onmogelijk om een totaalbeeld te krijgen  keuzes maken
Probleem van bol tot plat vlak: KAART
• Bol  plat vlak: nood aan projectiesystemen
• Gevolg: vervormingen:
o Hoeken
o Oppervlak
o Afstanden
• Basis kaart: mazennet parallellen en meredianen
• Doel: elimineren of minimaliseren van de vervormingen
1.2 indeling van projecties
1. Volgens projectievlak
2. Volgens het contact
3. Volgens vizierpunt: ligging of oriëntatie
4. Volgens eigenschap
VOLGENS PROJECTIEVLAK

VOLGENS HET CONTACT

Het projectievlak kan de aarde raken in een punt/lijn of snijden
VOLGENS DE LIGGING OF ORIËNTATIE

VOLGENS HET VIZIERPUNT

Vizierpunt = projectiecentrum

VOLGENS EIGENSCHAP
Eigenschappen  getrouwheidskenmerken
• Conformiteit = hoekgetrouwheid
• Equivalentie = oppervlaktegetrouwheid Landvormen afwijken
• Equidistantie = afstandsgetrouwheid In 1 richting
• Afylactisch = compromisoplossingen Extreme vervormingen
uitsluiten
2) kaartprojecties en –voorstellingen: comprimis afh.
Van doel
Kaartvoorstelling of kaartprojecties: elke methode die toelaat om een
gebogen oppervlak op een plat vlak weer te geven

2.1 azimutale projecties

Het aardoppervlak wordt afgebeeld op een plat vlak dat de aarde raakt of
snijdt

Mogelijkheden:
o Aan pool : polaire azimutale projectie
o Aan evenaar: equatoriale azimutale projectie
o Aan meridiaan: schuine azimutale projectie
Kenmerk: hoe verder van het raakpunt, hoe groter de vervorming

Bij azimutale projecties

o Meridianen  radialen (straalsgewijs)
o Parallellen  concentrische cirkels rond de pool
Straalaangroei naar evenaar
2.2 cilinderprojecties
• Hulpvlak is rakend of snijdend aan de bol volgens 1 (meestal de
evenaar) of 2 cirkels

Equidistantie:Alle meridianen zijn rechten met eenzelfde lengte

Kwadratische platkaart
Equi = gelijk
Distance = afstanden
Parallellen worden even lang als evenaar voorgesteld uitrekking oost-
west

Equivalente projectie van Lambert:Evenwijdige meridianen en

breedtecirkels
Krimpende breedte (richting polen)

Conformiteit = mercatorprojectie
Afstand tussen parallellen vergroot naar polen toe

2.3 kegelprojecties=conische projecties

Hulpvlak is kegelmantel, rakend of snijdend aan de bol volgens 1 of 2 cirkels
2.4 ander kaartprojecties
De projectie van Goode: Onderbroken projectie
Goode continent:
• Optimaliseren van voorstelling continenten
• Oceaanvoorstelling minimaliseren

Robinsonafbeelding:

• Hoeken, afstanden, oppervlakte kloppen niet

• Minst vertekend beeld van de wereld

2.5 Welke projectie voor welk land

Deel 3 bekijken in cursus en pwp