1. − Je kunt uitleggen welke vormen van verwering bestaan. − Je kunt uitleggen hoe ijs, plantenwortels en wisselingen in temperatuur verwering veroorzaken. − Je kunt uitleggen welke soorten verweringsmateriaal er zijn en hoe ze in grootte verschillen. − Je kunt uitleggen hoe transport van verweringsmateriaal erosie kan veroorzaken. 2. − Je kunt uitleggen op welke manieren verweringsmateriaal kan worden verplaatst. − Je kunt uitleggen waarom een rivier verweringsmateriaal meer selecteert dan een gletsjer, en minder dan de wind. − Je kunt uitleggen waarom aan het einde van een gletsjer veel sediment ligt. 3. − Je kunt uitleggen dat het klimaat in Nederland glacialen en interglacialen heeft gekend. − Je kunt uitleggen welk deel van Nederland met ijs was bedekt in het Saalien. − Je kunt elementen in het Nederlandse landschap noemen die het directe gevolg zijn van de ijsbedekking. − Je kunt uitleggen waarom de wind in het Weichselien grote invloed op het landschap had. 5. − Je kunt een topografische kaart van een gewone overzichtskaart onderscheiden. − Je kunt kleuren en symbolen op de topografische kaart verklaren met behulp van de atlas. − Je kunt een kaartanalyse maken van een topografische kaart. 7. − Je kunt benoemen welke sedimentatieprocessen het landschap in Noord-Holland hebben gevormd. − Je kunt uitleggen dat deze sedimentatie in stappen heeft plaatsgevonden. − Je kunt uitleggen hoe veen ontstaat. − Je kunt uitleggen welke invloed de mens op het landschap van Noord-Holland heeft gehad.