You are on page 1of 7

Basketbal Vervangtaak

De fundamenten van het basketbal in één oogopslag

Eén speelveld, twee teams, twee baskets en één bal: de wedstrijd kan beginnen. Lees hier meer
over de basisprincipes voor elke basketbalwedstrijd.

Speler
In het basketbal staan er tegelijkertijd in totaal tien spelers op het veld; vijf per team. Per team zijn
er ook tot 7 wisselspelers toegestaan, die naar believen gewisseld kunnen worden.

Bij begin van de wedstrijd nemen de basisspelers, de zogenaamde starting five, hun posities in.
Normaal gezien staan ze opgesteld als twee Forwards, twee Guards, en een Center
(middenvelder). Er zijn natuurlijk variaties mogelijk op deze standaardopstelling.

Advertentie

Layup
Het is het doel om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die op de korte zijden van
het speelveld op 3,05 meter hoogte bevestigd is. Een treffer door een vrijworp levert een enkel
punt op, en een normale worp twee punten. Staat de aanvaller echter achter driepuntslijn, levert
een treffer drie punten op. het team met de meeste punten bij het fluitsignaal wint.

BIJ BASKETBAL DRAAIT ALLES EROM DE BAL IN DE BASKET TE KRIJGEN.


Spelduur
Bij de FIBA bestaat een spel uit vier ronden van elk tien minuten. Bij de NBA daarentegen
bedraagt een speelronde 12 minuten. Is het na de reguliere speeltijd nog steeds gelijkspel, wordt er
telkens met 5 minuten verlengd totdat zich een winnaar aandient.

De belangrijkste spelregels in het basketbal zijn als volgt

Goaltending, Dribbelen, 8-secondenregel, hoe zat dat ook alweer? Als je nog een beetje
bijscholing nodig hebt in de basketbalregels: geen zorgen! Wij leggen je hieronder uit wat je moet
weten.

Overigens: de regels kunnen in de verschillende liga's, zoals de FIBA, NBA, en de NCAA


enigzins van elkaar afwijken.
BIJ BASKETBAL GELDEN VELE REGELS EN VERBODEN, BIJVOORBEELD WAT
LICHAAMSCONTACT BETREFT.
Overtredingen
In het basketbal wordt onderscheid gemaakt tussen vier soorten overtredingen:

• persoonlijke fout: niet-toegestaan lichaamscontact (Defensief of offensief)


• technische fout: technische fouten of ongedisciplineerd spel (bijv. het negeren van beslissingen
door de scheidsrechter, provocaties, of teveel spelers op het veld hebben)
• onsportieve fout: zeer grof en onnodig lichaamscontact zonder relevante kans op balbezit
• diskwalificerende fout: grove onsportiviteit (handgemeen, belediging, etc.)
Defensieve overtreding
Een verdediger mag een aanvaller met balbezit maar op beperkte manieren afweren. Stoppen,
blokkeren, duwen, laten struikelen, of het hinderen met uitgestrekte armen en benen zijn niet
toegestaan.

Offensieve overtreding
Een aanvaller met balbezit begaat een overtreding wanneer hij of zij in contact komt met een
verdediger die zich op zijn legitieme verdedidingspositie bevindt, of die zich achteruit beweegt.
Tot typische offensieffouten behoren het wegduwen van verdedigers met de onderarm, of
elleboogcontacten.

TEVEEL LICHAAMSCONTACT IS VERBODEN: ZOWEL AANVALLERS ALS


VERDEDIGERS DIENEN IN DE OMGANG MET DE TEGENSTANDER MEERDERE
REGELS IN DE GATEN TE HOUDEN.
Straffen
Na een diskwalificerende of onsportieve fout wordt een speler van het veld gestuurd, en dient de
hal onmidellijk te verlaten.

Bij vijf persoonlijke of technische overtredingen wordt een speler uitgesloten van de lopende
wedstrijd.

Advertentie

Tijdovertredingen
Basketbal is afwisselend en wordt gekenmerkt door het hoge tempo. Dat ligt vooral aan de vele
tijdregels, die bepalen hoelang verschillende acties mogen duren.

24-secondenklok (Shot clock)


Op de zogenaamde shot clock worden 24 seconden afgeteld: de maximale tijd die een aanval mag
duren. De tijd begint bij de inworp te lopen.
Raakt de bal de ring van de basket aan, begint de klok opnieuw te lopen. Ook na een wissel van
balbezit, het aanraken van een voet, of een overtreding begint de klok weer opnieuw te lopen.

8-secondenregel
Zodra een team de bal in bezit krijgt, moeten ze ervoor zorgen dat ze binnen 8 seconden de eigen
helft te verlaten en de helft van de tegenstander betreden.

3-secondenregel
Bij een aanval mogen de verdedigers zich slechts drie seconden lang op de helft van de
tegenstander bevinden. Daarbij maakt het verschil of ze in balbezit zijn of niet.

Scheidsrechters gaan doorgaans echter relatief soepel met deze bepaling om, en vooral op hoog
niveau wordt een overtreding op de 3-secondenregel minder vaak bestraft.

5-secondenregel
Bij een inworp mag een speler de bal maximaal 5 seconden lang vasthouden.

Tijdens het spel moet een speler, die nauw bewaakt wordt, uiterlijk na vijf seconden beginnen met
dribbelen, of een worp op doel wagen.

Bij het overtreden van deze regel krijgt de tegenstander een inworp.

Uit
Wanneer de bal of een speler in balbezit de grond aanraakt buiten de gestelde lijnen, is deze 'uit'.

Loopfout
Zodra de speler met balbezit stopt met dribbelen, mag hij of zij met de voeten nog twee keer de
grond aanraken; daarna moet de bal weggepasst zijn, of moet er op de basket geschoten worden.
het been waarop wordt gestaan mag voor het werpen weliswaar opgetild worden, maar mag voor
de bal de handen verlaat niet meer de grond raken.

NAAST TIJDSOVERTREDINGEN KUNNEN OOK OVERTREDINGEN BEGAAN


WORDEN BIJ HET DRIBBELEN, HET LOPEN, EN NOG VEEL MEER SITUATIES.
Voetcontact
Het aanraken van de bal met voet, knie, of been wordt als voetcontact beschouwd. Daarbij wordt
een verschil gemaakt tussen verdedigers en aanvallers:

• Wanneer een verdediger een voetcontact maakt, word de Shot Clock op 14/24 seconden gezet,
als er op dat moment al meer dan tien seconden verstreken zijn.
• Wordt het voetcontact door een aanvaller gemaakt, wordt de bal aan de tegenstander
overgegeven, die overigens ook de volle 24 seconden voor een nieuwe aanval krijgt.
Terugspelen
Bij een aanval mag geen enkele speler van het team met balbezit vanaf de helft van de
tegenstander terugspelen naar de eigen helft.

Dubbele dribbel
Zodra een aanvaller na het dribbelen de bal opgepakt heeft, mag hij niet opnieuw aan een dribbel
beginnen (vandaar: dubbele dribbel). Doet hij dit wel, dan krijgt de tegenstander een inworp vanaf
de zijlijn.

Goaltending
Een bal die richting basket geworpen word, die zich in neerwaartse richting beweegt, en de ring
van de basket nog niet aangeraakt heeft, mag niet door een verdediger aangeraakt of geblokkeerd
worden. Pas nadat de bal de ring heeft aangeraakt, mag deze weer gespeeld worden.

Klaar voor het punten scoren?

Nu heb je het een en ander aan basiskennis over de basketbalregels opgedaan. Handig, zeker als je
zelf wilt gaan spelen, maar ook als je wat meer wilt begrijpen van wat je in wedstrijden op TV
ziet.

VRAGEN

1 Hoeveel passen mag je lopen bij basketbal?

2 Wat is een persoonlijke fout?

3 Beschrijf de lay-up:

− Welke passen maakt een rechtshandige?

− Hoe ziet de aanlooprichting eruit?

− Waar richt je precies op op het bord?

− Hoe gooi je de bal?

4 Wat is vrijlopen en hoe doe je dat?


5 Wat is het teken van de scheidsrechter bij ‘second dribble'?

7 Wanneer krijg je een sprongbal? Noem minimaal twee voorbeelden.

8 Wat is pivoteren?

9 Beschrijf het setshot. Vertel hierbij iets over de polsactie en de draaiing van de bal (waarom?).

10 Wat is een rebound? Wanneer pas je dit toe?

11 Beschrijf de verdedigingshouding.

12 Waar moet je op letten als je veilig wilt spelen?

13 Wat is een belangrijke aanwijzing voor een coach als er gespeeld wordt met een man-to-

manverdediging?

14 Wat is een guard en wat is een forward?

15 Noem drie verschillen tussen basketbal op school en basketbal als wedstrijdsport.

Antwoorden

1 Je mag niet lopen met de bal in de handen. Als je dribbelt en wilt stoppen dan moet je dat in
maximaal in tweepassen doen.

2 Als je met je tegenspeler lichamelijke contact maakt, heet dit een persoonlijke fout.

3 * Dribbel naar de basket onder een hoek van 45 graden.

* Pak de bal met twee handen vast.

* Maak twee passen. Begin met rechts.

* Zet met je linkervoet af in de richting van de basket. Til je rechterknie op.

* Begeleid de bal zo lang mogelijk. Doel éénhandig via het bord. Mik op het rechter verticale

streepje.

* Land op twee voeten.

4 Je loopt vrij op het moment dat je aanspeelbaar bent voor je teamgenoot die de bal heeft. Dat

wil zeggen dat de verdedigende partij de bal niet kan onderscheppen op het moment dat jij de

bal toegespeeld krijgt. Je probeert dat er niemand tussen jou en de balbezitter in staat.

Vrijlopen doe je door naar de basket en van de basket af te bewegen.

5 Hij beweegt gestrekte armen op en neer.

7 * Bij het begin van de wedstrijd.

* Als twee spelers de bal stevig vasthebben.

8 Pivoteren is het maken van uitvalspassen met dezelfde been. Je mag met je voorste been een

aantal uitvalspassen maken. Wanneer je je achterste voet optilt dan is het lopen.

9 * Ga met je voeten op schouderbreedte naast elkaar staan. Houd de bal met twee handen vast.

* Kijk over de bal in de richting van de ring.

* Breng de bal eerst naar beneden. Veer door je knieën en draai de bal zo dat je ene hand

onder de bal komt. Dit is je duwhand. De andere hand is aan de zijkant van de bal. Dit is je

stuurhand.

* Strek je volledig uit en klap je pols na. Door deze polsbeweging zorg je ervoor dat de bal een

achterwaartse rotatie krijgt waardoor hij na contact met het bord sneller richting de ring gaat. Je

kijkt onder de bal door naar de basket.

10 Een rebound is een bal die direct wordt veroverd bij de basket na een mislukte doelpoging.

11 Sta in spreidstand met je knieën gebogen. Houd je lichaam licht voorovergebogen en je armen

schuin omhoog.

12 Pas op dat je bij een sprong nooit landt op de voet van een andere speler.

13 Als je een van de volgende aanwijzingen hebt uitgekozen, heb je goed geantwoord:
* Verdedig steeds een vaste tegenstander.

* Zorg ervoor dat je tussen de tegenstander en de basket verdedigt.

* Blijf tijdens het verdedigen steeds om je heen kijken wat er gebeurt.

* Drijf een speler die dribbelt naar de zijlijn.

14 Guard: een speler die in de aanval het spel verdeelt vanuit het achterveld.

Forward: een speler die in de aanval aan de zijkant speelt.

15 Op school is de bal meestal pas uit als deze de zij- of achtermuur raakt. Bij een officiële

basketbalwedstrijd is de bal pas uit als deze de grond buiten het speelveld raakt.

Op school kun je vier tegen vier basketballen. In de wedstrijdsport wordt alleen vijf tegen vijf

gespeeld.

Op school kun je afspreken dat je de bal niet uit de handen van een tegenstander mag pakken

of slaan. In het wedstrijdbasketbal mag dit wel.

Zowel bij school- als bij wedstrijdbasketbal mag je geen overtredingen maken. Meestal kun je

als speler alleen bij wedstrijdbasketbal een P krijgen. Zodra je vijf P's hebt gekregen mag je niet

meer met de wedstrijd meedoen.

In de wedstrijdsport mag een speler nooit langer dan drie seconden in de bucket zijn. Op school

wordt deze regel meestal niet zo streng toegepast.

You might also like