You are on page 1of 4

VOORNAAM NAAM

KLASGROEP

Opdracht 1.6 : Persoonlijk actieplan


Deze opdracht zal een basis vormen voor je actieplan voor dit academiejaar. Stel zes
doelen op die je tegen het einde van het academiejaar wil volbrengen.
Kies minstens twee kwaliteiten die je hebt aangegeven uit de vorige opdrachten. Stel
telkens een doel op om deze kwaliteiten verder te optimaliseren.
Kies daarna minstens twee valkuilen die je wil verkleinen dit jaar.
Wees realistisch met het kiezen van doelen.

 Formuleer deze doelen SMART om dit doel te bereiken. En motiveer ook telkens elke letter van
“SMART”.
 Verwerk de gekozen SMART doelen in je agenda
Hierin formuleer je meetbare stappen in een specifieke tijdsperiode die je moet
volbrengen

Op het einde van het jaar gaan we evalueren of dit plan realistisch was.

SMART-doel 1: doorzettingsvermogen

S: niet snel opgeven

M: In moeilijke periodes toch doorzetten. Ik wil dit jaar elke training van
het leger goed afsluiten.
A: IK ga hier veel aan hebben als ik later in moeilijke en zware situatie
terecht kom.
R: Ik denk dat dit haalbaar is omdat alles van mij zelf afhangt.

T: Ik wil dit doel halen binnen 3 jaar want dan ga ik dit echt nodig hebben.
VOORNAAM NAAM
KLASGROEP

SMART-doel 2: sociaal

S: Dit is een doel waar ik elke dag aan kan werken.

M: Meer mensen leren kennen

A: Later moet je met veel mensen samenwerken. Dus sociaal zijn is zeer
handig
R: Ik ben nu al best sociaal maar het kan altijd beter

T: Dit doel wil ik halen rond het einde van dit schooljaar.

SMART-doel 3: slordig

S: Meer orde in mijn leven.

M: zorgen dat mijn kamer elke dag opgeruimd is. Alles op voorhand
plannen.
A: Als je veel dingen kwijt speelt of vergeet maak je moeilijke situatie voor
u zelf.
R: Ik kan hier elke dag aan werken door orden in men leven te brengen
ook in de kleine dingen.
T: Dit is haalbaar omdat ik dit zelf in de hand heb. Ik moet hier elke dag
op gaan letten.
VOORNAAM NAAM
KLASGROEP

SMART-doel 4: ontevreden

S: Meer tevreden zijn met dingen

M: Tevreden zijn met het werk dat ik gedaan heb.

A: Je kan niet altijd alles perfect doen. Dit is belangrijk omdat ik soms veel
te lang bezig heb met iets dat niet zo belangrijk is.
R: Ik ga proberen dit in mijn dagelijks leven toe te passen.

T: Ik hoop dat ik dit binnen een jaar kan leren.

SMART-doel 5: leiding geven

S: beter worden in leiding geven

M: Je weet dat je een goede leider bent wanner ander mensen in de groep u
kiezen als leider
A: later op het werk ga ik leiding moeten geven dus het is belangrijk dat ik
dit goed kan.
R: Ik ga vaker de leiding nemen als er een leider nodig is.

T: Ik wil dit binnen 3 jaar goed kunnen.


VOORNAAM NAAM
KLASGROEP

SMART-doel 6: goed kunnen luisteren

S: Ik wil beter worden in luistern omdat ik dan meer mensen kan helpen.

M: Je weet dat je een goede luisteraar bent wanner vrienden naar je toe
komen wanner ze een probleem hebben en er over willen praten.
A: Later ga je vaker hebben dat mensen problemen hebben. Als je een
goede leider wilt zijn moet je ook goed kunnen luisteren naar de problemen
van andere.
R: als iemand een probleem heeft proberen te helpen en naar zijn verhaal
te luisteren.
T: Ik hoop dit doel te kunnen halen binnen de 3 jaar. Omdat dit zeer
handig gaat zijn bij mijn werk later.

You might also like