You are on page 1of 4

Naam

Studentnummer
Beoordelaars

Opdracht 2: Gesprek met de investeerder


Ondernemend vermogen: actieve en proactieve houding Feedback
 Heeft een opbouwende houding gericht op het positieve resultaat
Goed van het gesprek.
(5)  Gebruikt proactief de input van de investeerder, zodat samen tot
nieuwe ideeën kan worden gekomen.
 De student is goed voorbereid en geeft richting aan
bijeenkomsten.
 Heeft een constructieve houding gericht op het verbeteren van
het gespreksproces.
 Maakt zelfstandig een selectie tussen relevante en niet relevante
informatie.

(4)

 Heeft een actieve houding.


Voldoende  Maakt gebruik van input van de investeerder.
(3)  Reageert proactief op op- en aanmerkingen door de
investeerder.
 De student is goed voorbereid en levert hierdoor een
inhoudelijke bijdrage aan bijeenkomsten. Heeft een positieve
houding en geeft het goede voorbeeld.
 Durft zelfstandig keuzes te maken.

(2)

=  Heeft geen actieve houding.


Onvoldoende  Maakt geen of onvoldoende gebruik van input van de
(1) investeerder.
 Reageert niet proactief op op- en aanmerkingen door de
investeerder.
 De student is voorbereid en levert hierdoor geen inhoudelijke
bijdrage aan bijeenkomsten. Mist een positieve houding.
 Durft niet zelfstandig keuzes te maken.

Beoordeling onderzoekend vermogen 1 2 3 4 5


Opdracht 2: Gesprek met de investeerder
Onderzoekend vermogen: onderzoekende en kritische houding Feedback
 Stelt de inhoud van gevonden bronnen ter discussie.
Goed  Neemt op basis van voor- en nadelen weloverwogen en
(5) onderbouwde standpunten in.
 Komt met voorstellen die voor de praktijk bruikbaar zijn.

(4)

 Past de kennis uit de gevonden bronnen op de juiste wijze toe.


Voldoende  Benoemt de voor- en nadelen van zijn gemaakte keuzes.
(3)  Geeft een onderbouwde toelichting op het businessplan.

(2)

 Past de kennis uit de gevonden bronnen niet op de juiste wijze toe.


Onvoldoende  Benoemt de voor- en nadelen van zijn gemaakte keuzes.
(1)  Geeft een onvoldoende onderbouwde toelichting op het
businessplan.
Beoordeling onderzoekend vermogen 1 2 3 4 5
Opdracht 2: Gesprek met de investeerder
Sociaal-communicatief vermogen (efficiënt, duidelijk, gepast, correct, aantrekkelijk) Feedback
 Is in staat om een boodschap op een gestructureerde wijze over te brengen. Hij benoemt
zaken in een logische volgorde, de rode draad van het verhaal en de verbanden zijn
herkenbaar voor de investeerder.
Goed  Communiceert gestructureerd en bondig waarbij hij zorgt dat de essentie van de
(5) boodschap behouden blijft. Hij vermijdt overbodige informatie of herhalingen die niet
effectief zijn. Hij past een actief taalgebruik toe zoals het vermijden van woorden als
‘zullen’ en ‘worden’.
 Verdiept zich vooraf in de investeerder (voorkennis, achtergrond, enzovoorts) en sluit zijn
verbale en non-verbale communicatie hierop aan.
 Overbodige informatie blijft achterwege.
 Gebruikt vrijwel altijd de juiste: enkelvoudige/samengestelde zinnen, woorden,
uitdrukkingen of gezegdes.
 Kan visuele of auditieve ondersteuning op een effectieve wijze toevoegen aan zijn
communicatie, zodanig dat de boodschap wordt ondersteund.
 Zorgt voor een heldere structuur in zijn communicatie.
(4)

 Is in staat om een relatief eenvoudige boodschap over te brengen. De investeerder


begrijpt de inhoud van de boodschap.
 Onduidelijkheden worden vermeden of toegelicht.
Voldoende  Kan op een efficiënte, bondige manier zijn boodschap overbrengen aan de
(3) investeerder.
 Past zijn verbale en non-verbale communicatie aan de investeerder aan, zodanig
dat zijn doel bereikt wordt.
 Gebruikt geregeld de juiste: enkelvoudige/samengestelde zinnen, woorden,
uitdrukkingen of gezegdes.
 Beheerst een brede woordenschat waardoor hij kan afwisselen in woorden en
synoniemen om zijn boodschap aantrekkelijk te maken.
 Maakt gebruik van ondersteunend materiaal.
(2

 Is niet goed in staat om een relatief eenvoudige boodschap over te brengen. De


investeerder begrijpt de inhoud van de boodschap.
 De boodschap is niet steeds duidelijk, toelichting ontbreekt.
Onvoldoende  Kan niet voldoende op een efficiënte, bondige manier zijn boodschap overbrengen aan de
(1) investeerder.
 Past zijn verbale en non-verbale communicatie niet of onvoldoende aan de investeerder
aan, zodanig dat zijn doel bereikt wordt.
 Gebruikt nauwelijks de juiste: enkelvoudige/samengestelde zinnen, woorden,
uitdrukkingen of gezegdes.
 Beheerst geen brede woordenschat waardoor hij onvoldoende kan afwisselen in woorden
en synoniemen om zijn boodschap aantrekkelijk te maken.
 Maakt geen of onvoldoende gebruik van ondersteunend materiaal.
Beoordeling sociaal-communicatief vermogen 1 2 3 4 5

You might also like