You are on page 1of 67

V5.

Beco1
V5.Beco2

Week 45
Algemene agenda

1. Welke afspraken hebben we gemaakt?


a) Telefoon gaat direct bij binnenkomst in de telefoontas
b) Je bent startklaar zodra je zit
c) Je bent zelf verantwoordelijk voor je voortgang (Magister)
2. Overzicht PTA / PTO - Studiewijzer
3. Zie Magister voor huiswerk !
Bedrijfsconomie dhr. F. Bleize
Dit schooljaar Bedrijfseconomie in 5 VWO verschillende hoofdstukken in
verschillende boeken – Let daar op !

In 5 en 6 VWO :
Zie PTA/PTO overzicht.

Kijk regelmatig ook even op:


- Magister
- Teams

Home - Bedrijfseconomie in Balans


bovenbouw vwo leerling (ook extra oefenopgaven)
Agenda week 45
1. Hoofdstuk 18.3 t/m 18.4
2. Hoofdstuk 19.1 t/m 19.3
3. Zie Magister - studiewijzer voor huiswerk !
V5.Beco1 Maandag H. 26.1 en 26.2
opgaven 26.1 t/m 26.3
Dinsdag H. 26.3 en 26.4
opgaven 26.5, 26.7, 26.9 – in de les 26.10 en 26.11
V5.Beco2
Maandag H. 26.1 en 26.2
opgaven 26.1 t/m 26.3 – In de les: 26.5, 26.7, 26.9
Dinsdag H. 26.4
opgaven 26.10 en 26.11
Hoofdstuk 20.1 Vragers van vermogen

Leerdoel:

Je kunt: vragers van vermogen noemen


aangeven aan welk vermogen de verschillende vragers behoefte hebben
Vragers vermogen
- Consumenten
- Overheid
- Ondernemingen
Financieringskosten
Alle kosten die verbonden zijn aan het
lenen van geld.
Hoofdstuk 20.2 Aanbieders van vermogen

Leerdoel:

Je kunt: de aanbieders van vermogen noemen


beschrijven op welke wijze het vermogen wordt aangeboden
Institutionele beleggers
Instellingen die grote
bedragen beleggen als
uitvloeisel van hun
hoofdtaak.
Pensioenfondsen en
Levenverzekeraars
Pensioenfonds
Int pensioenpremies en
belegt deze gelden om
personen vanaf de
pensioengerechtigde leeftijd
een pensioen uit te keren.
Onderhandse lening
Langlopende lening.
Geldgever en geldnemer hebben
rechtstreeks contact.

Let op de voordelen !!!


Overige aanbieders

Spaarders
Beleggingsmaatschappijen
Ondernemingen
Investeren
Het door de onderneming aanschaffen van
kapitaalgoederen.
Beleggen
Het gebruiken van geld
om bijvoorbeeld aandelen
of obligaties te kopen
met de verwachting dat de belegging iets
opbrengt.
Hoofdstuk 20.3 Geldmarkt en kapitaalmarkt

Leerdoel:

Je kunt: de kenmerken noemen van de geldmarkt en de kapitaalmarkt


Vermogensmarkt
Het geheel van vraag
naar en aanbod van
vermogen.
Schema vermogensmarkt
Geldmarkt
De markt waar kort tijdelijk vermogen
wordt verhandeld.
Kapitaalmarkt
De markt waar
permanent vermogen en
lang tijdelijk vermogen
wordt verhandeld.
Leverancierskrediet
De verkoper levert eerst de goederen of
diensten en pas na enige tijd betaalt de
koper.

Eerst Dan
levering betaling
Afnemerskrediet
De koper betaalt eerst en daarna voldoet de
verkoper aan zijn verplichtingen.

Eerst Dan
betaling levering
Openbare kapitaalmarkt
Deze markt is voor
iedereen toegankelijk.
Onderhandse kapitaalmarkt
Deze markt is niet voor
iedereen toegankelijk.
Verschillen onderhandse en obligatielening
Hoofdstuk 20.4 De werking van de effectenbeurs

Leerdoel:

Je kunt: de werking van een effectenbeurs beschrijven


Effecten
Waardepapieren die
kunnen worden gekocht
en verkocht.
AFM (Autoriteit Financiële Markten)
Toezichthoudende instantie op alles wat te
maken heeft met sparen, beleggen,
verzekeren, pensioenen en lenen.

https://www.afm.nl/
DNB (De Nederlandsche Bank)
Toezichthouder en verleent o.a
bankvergunningen.

https://www.dnb.nl/
ACM (Autoriteit Consument & Markt)
Toezichthouder op Mededingingswet en
een deel van het consumentenrecht.
Voor veel bedrijfsovernames en fusies is
toestemming van de ACM nodig.

https://www.acm.nl/
Emissiehuis
Begeleider van een aandelenemissie en
benadert institutionele beleggers om de
emissie toe te lichten.
Beursgang
Een onderneming gaat naar de effectenbeurs
om een groter eigen vermogen te verkrijgen
en om een groter publiek te bereiken.
Provisie
Bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen
van aandelen.
Economische ontwikkelingen
Deze hebben invloed op
de koerstonwikkeling van
aandelen.
Marktsentiment
De stemming van de markt. Het marktsentiment
wordt o.a. beïnvloed door
- economisch nieuws
- toekomstige economische verwachtingen
- politieke ontwikkelingen.
Koersvolatiliteit
De beweeglijkheid
van beurskoersen.
Beursklimaat
De algemene stemming
op de beurs op een
bepaald moment.
Marktrentestand
Deze heeft invloed op de aantrekkelijkheid
om in (obligatie)-leningen
en aandelen te beleggen.
Index
De gezamenlijke prestatie
van een verzameling
aandelenfondsen.
Hoofdstuk 26.1 Afschrijven

Leerdoel:

Je kunt: Uitleggen wat afschrijven inhoudt


Duurzame productiemiddelen
Duurzame productie-
middelen zijn activa die
meer dan één productieproces
meegaan.
Prestaties in de toekomst
Bij de aanschaf van een
duurzaam productiemiddel,
koopt de onderneming naast
prestaties voor het nu ook
prestaties in de toekomst.
Aanschafprijs
De aanschafprijs van een duurzaam
productie-middel bestaat uit:
- de aanschafprijs zelf en
- de bijkomende kosten
- (overdrachtskosten,
installatiekosten en afleveringskosten).
Afschrijven
Afschrijven is het in de boekhouding tot uitdrukking
brengen van de waardevermindering (door het
gebruik of verstrijken van de tijd) van duurzame
productiemiddelen.
Afschrijven
Gebruik Verstrijken van de tijd
Technische levensduur
De technische levensduur is de periode
waarin het productiemiddel de prestaties
kan leveren waarvoor het is aangeschaft.

De technische levensduur is vaak


(veel) langer dan economisch
verantwoord is.
Economische levensduur
De economische levensduur is de periode
waarin het op economische gronden verstandig
is het productiemiddel te gebruiken.

Ook de economische levensduur kan


erg lang zijn.
Restwaarde
De restwaarde is de geschatte verwachte
opbrengst van het
duurzame productie-
middel bij verkoop aan
het eind van de
levensduur.
Schat maar eens…
Hoofdstuk 26.2 Afschrijven met een vast
percentage van de aanschafprijs

Leerdoel:

Je kunt: de afschrijvingskosten per periode berekenen


de boekwaarde berekenen
Afschrijven met een vast percentage van de
aanschafprijs
De formule om de afschrijving per periode
te berekenen bij de afschrijving met een vast
percentage van de aanschafprijs:
A–R
n
Boekwaarde
De boekwaarde is de waarde van
een duurzaam productiemiddel
op de balans:
de aanschafprijs verminderd met
het bedrag dat tot dan toe is
afgeschreven.
Hoofdstuk 26.3 Overige kosten van duurzame
productiemiddelen

Leerdoel:

Je kunt: de overige kosten van duurzame productiemiddelen noemen


berekeningen uitvoeren met overige kosten
Interestkosten duurzame productiemiddelen
We berekenen jaarlijks interest over het
gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende
de gehele levensduur.
De formule daarvoor is:
A+R
2
Complementaire kosten
Complementaire kosten zijn alle
kosten die samenhangen met
het duurzaam productiemiddel
op de afschrijvings- en de
interestkosten na.
Hoofdstuk 26.4 Personeelskosten, arbeidsuurtarief
en factureertarief

Leerdoel:

Je kunt: aangeven op welke manier we de personeelskosten berekenen


Personeelskosten
- kosten van brutolonen en salarissen
- en bijkomende kosten, zoals wettelijke sociale
lasten, vrijwillige sociale lasten en de pensioen-
premies die voor rekening zijn voor de onder-
neming.
Arbeidsuurtarief
Intern tarief waarin we
alle personeelskosten per
productief (door te
berekenen) uur opnemen.
Niet elk uur kun je
altijd doorrekenen.
Factuurtarief
Tarief waarin we naast de
personeelskosten ook de
overige bedrijfskosten (soms
met uitzondering van
materiaalkosten) en een
winstopslag opnemen.
Hoofdstuk 26.5 Overige kosten

Leerdoel:

Je kunt: Interestkosten, kosten van grond, diensten van derden en kosten van
belastingen beschrijven.
Interestkosten
Voor investeringen in
productiemiddelen is
vermogen nodig en dat leidt
tot interestkosten.
Kosten van grond
Deze kosten bestaan vooral uit interest-
kosten over het geïnvesteerde vermogen.

Soms leidt grond ook tot afschrijvingskosten en


vervuilingskosten kunnen erg hoog oplopen!
Kosten van diensten van derden
(uitbesteed werk)
Kosten als een onderneming
bepaalde activiteiten door andere
bedrijven laat
uitvoeren.
Kosten van belastingen
Belastingen die kosten voor een
onderneming veroorzaken, zoals
- onroerendezaakbelasting
- motorrijtuigenbelasting
Reclamebelasting
- en assurantiebelasting.
Hoofdstuk 26.6 Transferpricing

Leerdoel:

Je kunt: uitleggen wat transferpricing is


verklaren hoe transferpricing wordt gebruikt om de winst te beïnvloeden
Shared service center
Een onderdeel van een
organisatie dat alleen diensten
verleent aan andere bedrijfs-
onderdelen.
Transfer price
De (interne verreken)prijs
die de ene afdeling aan de
andere afdeling voor het
verlenen van hun diensten
in rekening brengt.
Transferpricing
Het bepalen van de interne prijs
- via marktgebaseerde transfer price
- kostengebaseerde transfer price
- en onderhandelde transfer price.
At arm’s length
De transferprice is een
zakelijke prijs.
Vaak is dat de marktprijs.

You might also like