Professional Documents
Culture Documents
Beco1
V5.Beco2
Week 45
Algemene agenda
In 5 en 6 VWO :
Zie PTA/PTO overzicht.
Leerdoel:
Leerdoel:
Spaarders
Beleggingsmaatschappijen
Ondernemingen
Investeren
Het door de onderneming aanschaffen van
kapitaalgoederen.
Beleggen
Het gebruiken van geld
om bijvoorbeeld aandelen
of obligaties te kopen
met de verwachting dat de belegging iets
opbrengt.
Hoofdstuk 20.3 Geldmarkt en kapitaalmarkt
Leerdoel:
Eerst Dan
levering betaling
Afnemerskrediet
De koper betaalt eerst en daarna voldoet de
verkoper aan zijn verplichtingen.
Eerst Dan
betaling levering
Openbare kapitaalmarkt
Deze markt is voor
iedereen toegankelijk.
Onderhandse kapitaalmarkt
Deze markt is niet voor
iedereen toegankelijk.
Verschillen onderhandse en obligatielening
Hoofdstuk 20.4 De werking van de effectenbeurs
Leerdoel:
https://www.afm.nl/
DNB (De Nederlandsche Bank)
Toezichthouder en verleent o.a
bankvergunningen.
https://www.dnb.nl/
ACM (Autoriteit Consument & Markt)
Toezichthouder op Mededingingswet en
een deel van het consumentenrecht.
Voor veel bedrijfsovernames en fusies is
toestemming van de ACM nodig.
https://www.acm.nl/
Emissiehuis
Begeleider van een aandelenemissie en
benadert institutionele beleggers om de
emissie toe te lichten.
Beursgang
Een onderneming gaat naar de effectenbeurs
om een groter eigen vermogen te verkrijgen
en om een groter publiek te bereiken.
Provisie
Bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen
van aandelen.
Economische ontwikkelingen
Deze hebben invloed op
de koerstonwikkeling van
aandelen.
Marktsentiment
De stemming van de markt. Het marktsentiment
wordt o.a. beïnvloed door
- economisch nieuws
- toekomstige economische verwachtingen
- politieke ontwikkelingen.
Koersvolatiliteit
De beweeglijkheid
van beurskoersen.
Beursklimaat
De algemene stemming
op de beurs op een
bepaald moment.
Marktrentestand
Deze heeft invloed op de aantrekkelijkheid
om in (obligatie)-leningen
en aandelen te beleggen.
Index
De gezamenlijke prestatie
van een verzameling
aandelenfondsen.
Hoofdstuk 26.1 Afschrijven
Leerdoel:
Leerdoel:
Leerdoel:
Leerdoel:
Leerdoel:
Je kunt: Interestkosten, kosten van grond, diensten van derden en kosten van
belastingen beschrijven.
Interestkosten
Voor investeringen in
productiemiddelen is
vermogen nodig en dat leidt
tot interestkosten.
Kosten van grond
Deze kosten bestaan vooral uit interest-
kosten over het geïnvesteerde vermogen.
Leerdoel: