Professional Documents
Culture Documents
H3 Onvolkomen Concurrentie
H3 Onvolkomen Concurrentie
Onvolkomen concurrentie
Lesdoelen
Na deze les:
Als er geen sprake is van volledige mededinging, is het surplus niet maximaal > er is sprake
van marktfalen.
De monopolist kan dus streven naar maximale totale winst. Dit is het geval als?
MO=MK
De producent kan zo meer winst maken, omdat hij probeert alle klanten de prijs te laten
betalen die past bij hun maximale betalingsbereidheid.
Voordeel > de overheid streeft naar break-even in plaats van maximale winst.
Bij een monopolie: GO=GTK in plaats van MO=MK. Het consumentensurplus wordt daardoor
groter en het product is voor meer mensen betaalbaar.
Verzelfstandiging= een bestaande onderneming van de overheid krijgt meer zelfstandigheid om zelf het
beleid te bepalen (overheid blijft wel eigenaar).
Liberalisering= er worden barrières weggehaald zodat concurrentie mogelijk wordt > bijvoorbeeld door
ervoor te zorgen dat de verzonken kosten geen rol meer spelen.
Privatisering= het afstoten van overheidstaken naar particuliere bedrijven (overheid is geen eigenaar
meer).
Voordeel: marktwerking.
Nadeel: mogelijk hogere prijzen (als er een monopolie blijft bestaan > bijvoorbeeld door de
concessieveilingen voor de spoortrajecten).
Nieuwe rol voor de overheid
In de jaren ’80/’90 zijn veel overheidsbedrijven verzelfstandigd of geprivatiseerd > hoge staatsschulden
zorgden voor meer aanhangers van de klassieke economen (Adam Smith ‘De onzichtbare hand’) en
welvaartseconomen (Pareto efficiëntie).
Principaal= opdrachtgever.
Agent= uitvoerder.