Professional Documents
Culture Documents
2. Je hebt best een EHBO+kit (d) bij de hand als je een auto+ongeluk (e) ziet gebeuren.
3. Pinguins (f), kangoeroes (g) en ponys (h) leven niet op dezelfde continenten.
4. Na veel 5en en 6en (i) werd de 80jarige (j) patient (k) overgebracht naar een
woonzorgcentrum.
5. De Parisienne (l) nam de concierge (m) niet au serieux (n) toen hij een astma+aanval
(o) kreeg.
6. Lust jij liefst een chocolade+ijsje (p) of een chocolade+koekje? (q) Of tel jij calorieen
(r)?
7. Savonds (s) leest de ex+judoka (t) boeken over de planten en dierenwereld (u) in
West+Afrika (v).
8. De niet+roker (w) vult de enquet (x) in en hoopt zo een ski+uitstap (y) te winnen.
10. Tijdens de reunie (*) werden Joke haar avonturen ($) bij de eskimos (+) aandachtig
beluisterd.
1
Kaders regels:
Het trema
A Gebruik van trema bij klinkerbotsing in afleidingen of ongelede woorden.
B Gebruik van trema bij samengestelde telwoorden.
C Geen trema bij Latijnse en Franse uitgangen.
D Geen trema na de ‘i’ bij een combinatie van meer dan 2 klinkertekens.
Het koppelteken
E Koppelteken bij klinkerbotsing in samenstellingen.
F Koppelteken om de leesbaarheid te verhogen.
G Koppelteken in samenstellingen met gelijkwaardige delen.
H Koppelteken bij samengestelde aardrijkskundige namen.
I Koppelteken in samenstellingen met cijfer, aparte letter, symbool, initiaal woord.
J Koppelteken als 2de deel van samenstelling begint met een hoofdletter.
K Koppelteken in samenstelling met als 1ste deel: sint, St., niet-, non-, bijna-, oud-,
ex-, aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-,
assistent-, collega- of meester-.
L Koppelteken in samenstelling met als 2de deel: - generaal, -president, -testimentair,
-verbaal of –militair.
M Koppelteken bij afleidingen met –achtig (bij klinkerbotsing of in combinatie met
afkorting, letter, cijfer of symbool).
De apostrof
N Apostrof op de plaats waar letters worden weggelaten.
O Apostrof in de meervoudsvorm en bezitsvorm van zn die eindigen op –a, -i, -o, -u,
of –y (na een medeklinker).
P Apostrof in verkleinwoorden van woorden die eindigen op een –y (na medeklinker)
Q Apostrof na bezitsvorm van zn die eindigen op sisklank.
R Apsotrof in afleidingen van letter- en cijferwoorden, symbolen en afkortingen.
Het accentteken
S Accent op de ‘e’ van sommige Franse woorden (voor de uitspraak).
T Geen accent als de ‘e’ niet op het einde van het woord staat.
U Geen accent in vrouwelijke nevenvormen.
V Geen accent in verkleinwoorden.
W In uitdrukkingen worden alle Franse accenttekens behouden.
Verbetertabel
2
Als je niks aan een woord verandert, typ je de oorspronkelijke schrijfwijze over. In de kolom
‘regel’ zet je dan een ‘/’.
woord rege woord regel
l
a geïnteresseerd a p chocolade ijsje e
b ideeën a q chocolade koekje /
c genieën a r calorieën a
d EHBO-kit i s ‘s Avonds n
e auto-ongeluk e t Ex-judoka f
f Pinguïns a u planten en dierenwereld /
g kangoeroes / v West-Afrika h
h pony’s o w Niet-roker k
i 5’en en 6’en r x enquête s
j 80 jarige / y ski uitstap e
k patiënt a z naïef a
l De Persienne / ° deja vu’s w
m conciërge a * reünie a
n Au serieux / $ Joke’s avonturen n
o astma-aanval e + Eskimo’s o