Hoofdstuk 4 Interne Geneeskunde Slagaderontsteking Deel 2

Sleutel

III Vocabulaire

A Hoe wordt het volgende in het gesprek gezegd?

1p Och,… hoor. r 2-3
2p Maar … mankeerde … r3
3p Mijn … slechter. r 3-4
4 m Dat … worden r5
5p hier … handen. r 10
6a Ja, … ontsteking. r 14
7a Cholesterol … leven. r 15
8p ik … prettig. r 16
9a Zijn … weg? r 18
10 a naarmate … elastisch r 22
11 p hondsberoerd … ik. r 29
12 a Hebben .. schoon? r 31
13 p Maar … op. r 32
14 a laat … zetten r 47-48
15 a Met … kalktabletten r 50
16 a ondanks … botbreuken r 50-51
17 a Dat … prednison, r 55-56
18 a jammer … heeft. r 59-60
19 a dat … onderhevig. r 67-68
20 a daar … vertrouwen, r 69
21 a Kop op, hoor! r 70
22 p Dan … opbrengen. r 76
23 a Laat … aanpraten. r 79
24 p Wat … zuchten. r 84

E Vul een juist voorzetsel in.

1 bij, in
2 van
3 aan
4 in
5 voor/tegen, van
6 door/van
7 van
8 van
9 op
10 Gezien/Op, op
11 Met, op
12 achter
13 aan
14 aan
15 aan

IV Grammatica

1
A Vul de werkwoorden in de juiste vorm in.
1 … want ’s avonds speelde mijn maag enorm op.
Ik heb verschrikkelijk overgegeven.
2 … haar arm had gebroken, verrekte ze …
3 … het lijkt wel of ik ben gekrompen.
4. … voor het laatst gemeten?
5 … om het tekort aan te vullen.
6 … want ik wil botbreuk uitsluiten.
7 … toen ik nog niks mankeerde.

B Combineer tot logische en grammaticaal correcte zinnen.

1 b
2 d
3 c
4 g
5 h
6 j
7 f
8 a
9 i
10 e

D Maak indirecte vraagzinnen

1 … wat voor bijwerkingen er bekend zijn van die tabletten.
2 … hoe die medicijnen heten die u toen gebruikte?
3 … voor welke stoffen u overgevoelig bent.
4 … wat u nog wilt weten.
5 … waarover u wilt praten?
6 … welke bestanddelen er in die medicijnen zitten,
7 … hoeveel van die pilletjes ik max. mag gebruiken per dag.
8 … bij wie u momenteel onder behandeling bent.