You are on page 1of 3

samenvatting aardrijkskunde h4

paragraaf 1: randstad en de rest

Stedelijk netwerk: wat is het?

Een metropool(stedelijk gebied dat niet alleen de kernstad, maar ook de voorsteden +
ommeland bevat) waarbij steden door infrastructuur en onderlinge relaties verbonden zijn →
Economisch sterk.

Voorbeeld: de Randstad.

Kenmerken:
● Ligging aan zee
● Nabij afzetmarkten
● Veel internationale verbindingen
● Grootstedelijke functies (bedrijvigheid, openbaar bestuur, cultuur + recreatie)

Ruimtelijke opbouw Randstad:


Noordvleugel:
● Amsterdam, Utrecht en mainport Schiphol.
● Economische sterkst
Zuidvleugel:
● Economisch minder sterk.
● Mainport haven Rotterdam, chemie, industrie en logistiek genereren minder
toegevoegde waarde
Groene Hart:
● Agrarisch gebied met landelijk uiterlijk.
● Obstakel in ontwikkeling of aantrekkelijk woongebied?(hedendaags betwiste kwestie)

Randstad concurreert met andere stedelijke regio’s in Europa → motor van ontwikkeling → Stad
moet internationale bedrijvigheid aantrekken → Gevolg metropoolvorming(concentratie en
intensivering ruimtegebruik)

Metropoolvorming vooral in Amsterdam:


● Schiphol
● Zuidas

De bevolking van de Randstad zal tot 2040 sterk toenemen ten koste van de plattelands-gebieden en
steden aan de rand → Daar treedt bevolkingskrimp op.
gevolgen:
1. Leegstand
2. Vergrijzing

overheid stimuleert metropoolvorming → zorgt voor extra ruimtelijke ongelijkheid.

paragraaf 2: ruimtelijke ordening in nederland


Ruimtelijke Ordening in het verleden:
● Vanaf 1960: spreidingsbeleid (beleid in de ruimtelijke ordening waarin de bebouwing
gespreid wordt over woonkernen)
● Vanaf 1990: concentratiebeleid (beleid in de ruimtelijke ordening gericht op het
concentreren van bebouwing in steden)

Reden voor spreidingsbeleid vanaf 1960?

Na een opleiding in de gingen veel mensen op zoek naar woonruimte buiten de stad. → platteland
dreigde volgebouwd te raken. → De overheid wees groeikernen aan. →
Gevolgen:
1. Files
2. Afname draagvlak voorzieningen in de stad

Reden voor concentratiebeleid na 1990 was de veranderde wooncarrière → Mensen blijven na


opleiding vaker in stad en stichten daar een gezin.
Gevolgen:
● Compact stadsbeleid
● Stedelijke herstructurering
● Vinex-locaties (plaats aangewezen door overheid (sinds 1993) om suburbanisatie
door middel van nieuwbouw op te vangen, aan de rand van een bestaande stad)

Alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte noemen we ruimtelijke ordening.
Die regels werden altijd per sector vastgesteld, dit is sectoraal beleid.
sectoren:
● Landbouw
● Woningbouw
● Industrie
● Infrastructuur
Nadelen van sectoraal beleid:
● Trage besluitvorming
● Ruimtelijke conflicten zoals tussen woningbouw en verkeer of landschap en
infrastructuur
Ruimtelijk beleid nu:

Structuurvisies = lange termijn plannen


ambitie Structuurvisie 2040:
● Randstad internationaal aan de top.
Doelen van het ruimtelijk beleid:
● Sterke duurzame economie met goede bereikbaarheid
● Voldoende werk en welvaart om sociale voorzieningen te kunnen dragen
● Verschillende en aantrekkelijke woonomgevingen
● Veiligheid bij klimaatverandering

You might also like