You are on page 1of 4

16‐12‐2018

Typisch / kenmerkend voor Mens- &


maatschappijvakken
 Begrippenkennis / vaktaal
Taal in examens  Tekstverklaren
 Verbanden leggen: oorzaak-gevolg, voor en tegen
 Lagen/dimensies in een vraagstuk:
• Politiek, sociaal, economisch, cultureel
• Elite, middenklasse, armen
• …
 Meningsvorming /standpunten
 Conclusies trekken

 Informatieverwerking !!!
WWW.CPS.NL

Wat vinden leerlingen lastig?

Begrijpen van een vraag:


• Lange complexe examenteksten
• Woordgebruik (schooltaalwoorden)
• De vraagstelling van examenvragen

Het geven van een antwoord:


• Een antwoord formuleren op een open vraag. Waarom is het
fout? Het staat er toch!
• Het controleren van hun antwoord

Wat is er aan de hand?: woordenschat Schooltaalwoorden

 Ongeveer een kwart van de leerlingen heeft moeite


met de woordenschat in schoolboeken Laag 3 Weinig
voorkomende
 Leerlingen hebben moeite met examenjargon woorden
Woorden in boeken,
 In examens worden vaak verschillende woorden voor Laag 2 kranten en volwassen
hetzelfde gebruikt taalgebruik
 leg uit, verklaar, motiveer
Laag 1
Basiswoorden in het dagelijks
 Woorden kunnen een dubbele betekenis hebben, woordgebruik
binnen en buiten school
 verstaan, uitdrukken, doorwerken, verband, overal

1
16‐12‐2018

Wat is spijsvertering? (1) Wat is spijsvertering (2)

 Als je dat hapje hebt doorgeslikt gaat je  Spijsverteren of digestie betekent het verteren van
voedsel (spijs) tot stoffen die door het lichaam
eten via allerlei weggetjes naar je buik en
kunnen worden opgenomen. Dit gebeurt in het
dan na heel veel kronkelweggetjes poep je spijsverteringskanaal; buizen en lichaamsholten
het uit. waarin het spijsverteringsproces plaatsvindt. In het
maagdarmkanaal wordt het voedsel (de spijsbrij)
voortgestuwd en knedend gemengd met de
spijsverteringssappen door beweging van het
spierweefsel van de darm (de peristaltiek)

Taalbewuste geschiedenisles
Vaktaal Schooltaalwoorden Dagelijks algemeen taalgebruik Schooltaal
absolutisme Verantwoorden
feodale samenleving wederzijdse afhankelijkheid • Concreet • Abstract
in leen geven plechtig - Over nu - Over verleden
standensamenleving zielzorg - Over hier - Over toekomst
kloosterling werktuig (in handen van God) - ‘uh dinges’ • Nauwkeurig, specifiek
standenvertegenwoordiging onaantastbaar • Eenvoudige verbanden (omdat, • Complexere verbanden (ten
Staten-Generaal dikwijls maar) gevolge van, in relatie tot)
brede privileges aangemaand • Eenvoudige constructies (tijd, • Gedachteconstructies (als, hoe
hofhouding begingen plaats) zou het zijn, oorzaak-gevolg,
centrale belastinginning twistzieke doel-middel
magistraten weerspannig
gouverneur

Schooltaalwoorden

Lijst van SLO


 Ontwikkeld voor havo/vwo

Lijst van iTTA:


• Ontwikkeld voor vmbo-scholen Amsterdam
• Schooltaalwoorden verzameld uit vmbo-lesmethoden
• Op alfabet en per vak

Zie materialenpagina:
 https://padlet.com/g_vandenbrink/MenM12nov18

2
16‐12‐2018

Instructiewoorden uit het examen Veel voorkomend per vak

 Kunstgeschiedenis/tekenen
 Verklaar  Motiveer  Becommentarieer  ‘Leg uit’, ‘Geef aan’, ‘(be)noem’, ‘bespreek’
 Geef aan  Laat zien  Aanduiden
 Stel vast ● Toon aan  Toelichten  Geschiedenis
 Beredeneer  Completeer  Onderbouwen
 Zet op volgorde, Noem, Geef aan, Licht toe, leg uit, toon
 Leid af  Construeer  Beschrijf
 Geef een verklaring  Doe een  Ondersteunen (de aan, ondersteun, verklaar
 Voeg toe beredeneerde bewering)
uitspraak  Beargumenteer  Aardrijkskunde
 Maak aannemelijk  Noem, Leg uit, Geef aan, beredeneer, beschrijf, toon aan

 Economie
 Maak, licht toe, bereken, (be)schrijf, leg uit, verklaar,

Instructiewoorden
Voorbeelden van categorieën
 Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
 Kun je nog andere werkwoorden bedenken die ongeveer hetzelfde  Categorie 1: iets noemen/opschrijven
betekenen (bekijk je examens)?
 Orden de instructiewoorden in categorieën.  Categorie 2: uitleg geven
 Er is een gegeven, dat moet je verklaren/uitleggen
 leg uit (uitleggen)  schrijf op (opschrijven)
 leg aan de hand van een berekening uit  omcirkel (omcirkelen)
 bepaal (bepalen)  laat met een berekening zien (laten zien)  Categorie 3: iets laten zien/aantonen
 bereken (berekenen)  vergelijk (vergelijken)
 Je moet zelf eerst het gegeven vaststellen, dat moet je
 vul in (invullen)  teken (tekenen)
 geef aan (aangeven)  zet de gegevens uit (uitzetten) vervolgens verklaren/uitleggen
 schrijf een werkplan (schrijven)  geef de naam (geven)
 toon aan (aantonen)  vul aan (aanvullen)
 voeg toe (toevoegen)  rond af (afronden)  Categorie 4: iets aanvullen
 beschrijf (beschrijven)
 noem (noemen)
 noteer (noteren)  Categorie 5: vergelijken

Processen
Creëren van hogere orde

Indeling
Evalueren
Categorie 1: iets Categorie 2: uitleg geven Categorie 3: iets laten zien
noemen/opschrijven  Leg uit  Bereken
 Noem
 Geef aan
 Verklaar
 Geef een verklaring
 Zet de gegevens uit
 Stel vast
Analyseren
 Noteer  Beredeneer  Laat zien
 Vul in  Motiveer  Toon aan
 Beschrijf  Doe een beredeneerde  Bepaal
Toepassen Processen
 Construeer uitspraak  Geef aan Teken van lagere orde
 Leid af  Leid af  Duid aan
 Schrijf op  Licht toe Begrijpen
 Vul in  Onderbouw Categorie 4: iets aanvullen
 Geef de naam van  Becommentarieer  Voeg toe
 Omcirkel  Ondersteun de bewering  Completeer Onthouden
 Rond af  Beargumenteer  Vul aan
 Stel op  Maak aannemelijk
 Citeer Categorie 5: vergelijken
 Vergelijk Taxonomie van Bloom

3
16‐12‐2018

Instructiewoorden Bloom
Onthouden drie (of uiteraard een ander aantal) namen van goden
Indeling
noemen en hun functie.
Verband Signaalwoorden
Begrijpen uitleggen welke functies de goden hadden. Doel-middel Daartoe, zodat
Reden Omdat, aangezien
Toepassen in een verhaaltje de functie en de bijbehorende naam van
een god herkennen Voorwaarde Mits, indien, zodra
Tegenstelling Hoewel
Analyseren twee bronnen vergelijken en duidelijk maken welke bron een Oorzaak-gevolg Doordat, zodat
omschrijving geeft van een bepaalde god. Relativering Tenzij, hoewel
Chronologisch verband Terwijl, sinds
Beperking Behalve, uitgezonderd
Evalueren toelichten welke twee goden volgens jou de belangrijkste
waren en je keuze toelichten. Belemmerende omstandigheid Tenzij

http://histoforum.net/2017/leerdoelen.html

Woordenschatverwerving Tips woordenschat


 Leerlingen onthouden een woord pas als ze  Bied regelmatig lastige schooltaalwoorden
het ongeveer 7
keer in verschillende expliciet aan (met plaatjes, synoniemen, etc.)
contexten hebben gehoord/gelezen en
 Verwerk moeilijke woorden ook in toetsen
gebruikt!
 Leer leerlingen omgaan met een woordenboek
 Dus: veel oefenen met deze woorden in je les/bij toetsen

Tips training examenwoordenschat Lesideeën voor woordenschat

 In de examentraining kiezen om alleen woorden aan te


 Zinnen bedenken met een vakterm en een
bieden die vaak in (open) vragen van examens voorkomen
schooltaalwoord
 Vóór een oefenexamen moeilijke woorden laten
 Extra aandacht nodig voor werkwoorden/instructiewoorden
en de signaalwoorden, omdat onderstrepen
 de eerste categorie aangeeft wat de opdracht precies is  In duo’s betekenis achterhalen, met ander duo uitwisselen
(instructie)  Toetsvragen bedenken met gegeven
 de tweede categorie alles te maken heeft met verbanden die schooltaalwoorden
gelegd moeten kunnen worden
 Answergarden.ch  maakt inzichtelijk

You might also like