Professional Documents
Culture Documents
Checklist Palpatie
Checklist Palpatie
Je maakt duidelijk verbaal en non-verbaal contact als fysiotherapeut (professionele houding). Tijdens G V O Je hebt geen contact met de cliënt. Geeft geen instructies wat de cliënt kan verwachten of wat je als
het uitvoeren van de fysiotherapeutische vaardigheid blijf je in gesprek met de cliënt en stemt therapeut allemaal gaat doen. De communicatie is niet professioneel en past niet in de setting van een
wederzijdse verwachtingen af. Je maakt gebruik van passend (lees: professioneel ) taalgebruik toets.
gedurende het contact.
Fysiotherapeutisch handelen
Voorbereiding
Je informeert de cliënt over de fysiotherapeutische vaardigheid (introductie, informatieverstrekking, G V O Je hebt de cliënt onvolledig geïnformeerd over de fysiotherapeutische vaardigheid en/ of de informatie is
afronding) en controleert of de informatie juist is overgekomen) voor de cliënt niet duidelijk.
Je instrueert de cliënt over wat je van hem of haar verlangt en/ of verwacht (introductie, uitleg en/ of G V O Je hebt de cliënt onvolledig geïnstrueerd over wat je van hem of haar verlangt en/ of verwacht. Je hebt niet
demonstratie, controle of het geven van feedback). Je controleert of de informatie juist is gecontroleerd of de informatie goed is overgekomen.
overgekomen.
Je draagt zorg voor voorwaardelijkheden/ goede hygiëne. Je hebt schone handen, kort geknipte G V O Je hebt geen rekening gehouden met de voorwaardelijkheden/ goede hygïene. Je hebt geen schone handen
nagels, je werkt met korte mouwen en hebt geen sieraden om. Ook maak je gebruik van een eigen en/ of lange nagels, werkt met lange mouwen en/ of sieraden om. Je hebt geen eigen laken bij je. Er is
laken. Je houdt rekening met voldoende ruimte, lichtinval en positioneringsmogelijkheden voor de onvoldoende ruimte, lichtinval en/ of positioneringsmogelijkheden voor de fysiotherapeut.
cliënt en fysiotherapeut.
Technische uitvoering
In je handelen is een duidelijke structuur. De onderstaande punten zijn duidelijk herkenbaar in je Je handelen is niet adequaat, onvolledig en/ of er is geen structuur in jouw handelen zichtbaar. De
handelen: onderstaande punten zijn herkenbaar in je handelen:
• In je handelen is een duidelijke aanpak herkenbaar. Je baseert je op kennis -> inspecteert/ G V O • In je handelen is je aanpak niet herkenbaar en/ of slaat stappen over. (kennis <-> inspectie/
observeert -> en vervolgens start je met voelen/ palperen. observatie <-> en vervolgens start je met voelen/ palperen.
• Je inspecteert /oriënteert eerst globaal met behulp van oriëntatiepunten, landmarks. G V O • Je oriënteert je niet op de te palperen regio. Je maakt geen gebruik van oriëntatiepunten/
Vervolgens zoom je specifiek in op de te palperen regio/ structuren. landmarks. Je palpeert direct specifieke structuren.
• Je kiest een passende en optimale uitgangshouding voor jezelf en/ of de cliënt. Je houdt G V O • Je kiest een uitgangshouding voor jezelf en/ of de cliënt waaruit duidelijk wordt dat je niet
rekening met de casuïstiek, opdracht en/ of doel, bankhoogte en body-mechanics. voldoende of geen rekening houdt met de casuïstiek, opdracht en/ of doel, bankhoogte en body-
mechanics.
• Je palpatievaardigheden/ palpatietechnieken worden correct uitgevoerd en zijn G V O • Je palpatievaardigheden/ palpatietechnieken worden niet correct uitgevoerd en/ of zijn niet
toegespitst op (adequaat voor) de te palperen structuur. passend bij de te palperen structuur.
• Je palpeert en /of lokaliseert de gevraagde structuren correct en je kan juistheid zelf • Je kan de gevraagde structuren niet palperen en /of lokaliseren. Je kan de juistheid zelf niet
controleren/ verifiëren. G V O controleren/ verifiëren.
Z.O.Z
• Je kent en maakt correct gebruik van de terminologie (nomina anatomica, fases G V O • Je haalt terminologie door elkaar en/ of kent deze niet. Je maakt geen gebruik van de juiste
gangcyclus (let op: verschil GALN / Perry)). terminologie (nomina anatomica, fases gangcyclus).
• Je verwoordt je bevindingen en/ of conclusie objectief, feitelijk en juist. G V O • Je verwoordt je bevindingen en/ of conclusie subjectief, niet feitelijk en/ of onjuist.
• Je maakt gebruik van lekentaal naar de cliënt en vaktaal naar de fysiotherapeut. G V O • Je gebruikt lekentaal en vaktaal door elkaar naar de cliënt en de fysiotherapeut.
Afsluiting
Je sluit de fysiotherapeutische handeling professioneel af en informeert de cliënt, indien van G V O De fysiotherapeutische handeling eindigt min of meer abrupt en de cliënt wordt onvolledig of niet
toepassing, over je conclusies en/ of bevindingen. geïnformeerd ten aanzien van je conclusies en/ of bevindingen.
Feedforward
Reflectie student
Tops
Tips
Leerdoel (SMART)?