You are on page 1of 83

KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop

Tineke van Buitenen ; Corry van den Berg ; Hanneke Waal ; Dieuwke
Auteurs
Agterhoek ; Corry van den Berg
Team Wikiwijs Maken Auteurs
Laatst gewijzigd 18 januari 2022
Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie
Webadres https://maken.wikiwijs.nl/159896/

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét


onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Pagina 1 van 1 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Inhoudsopgave
Oriëntatie ............................................................................................................................................. 2
Wat ga ik doen? ................................................................................................................................... 4
1. Retailformules en promotie .......................................................................................................... 5
1.1 Verkopen in het groen ............................................................................................................. 5
1.1 Opdrachten Verkopen in het groen ....................................................................................... 7
1.2 De marketingmix: hoe verkoop je een product? .................................................................. 7
1.2 Opdrachten De marketingmix: Hoe verkoop je een product? ........................................... 8
1.3 Een beroep onder de loep ...................................................................................................... 9
2. Inkoop en voorraadbeheer ......................................................................................................... 11
2.1 Waar koop je de producten in? ............................................................................................ 11
2.2 Hoe houd je de winkel vol? ................................................................................................... 11
2.2 Opdrachten Hoe houd je de winkel vol? ............................................................................. 14
3. Producten in de winkel beheren en verzorgen ......................................................................... 18
3.1 Kamerplantenverzorging ...................................................................................................... 18
3.1 Opdrachten kamerplantenverzorging ................................................................................. 21
3.2 Snijbloemenverzorging ......................................................................................................... 22
Opdrachten snijbloemenverzorging .......................................................................................... 23
3.3 De winkelinrichting ................................................................................................................ 25
3.3 Opdrachten De winkelinrichting .......................................................................................... 27
4. Het prijzen van producten ........................................................................................................... 29
4.1 Wat kost het allemaal? .......................................................................................................... 29
4.1 Opdrachten Wat kost het allemaal? ..................................................................................... 34
4.2 De prijs van je bloemstuk ...................................................................................................... 34
4.2 Opdrachten De prijs van je bloemstuk ................................................................................ 36
5. Presenteren ................................................................................................................................... 37
5.1 Artikelen te koop! ................................................................................................................... 37
5.1 Opdrachten Artikelen te koop! ............................................................................................. 39
5.3 Hoe verleid je met een etalage? ........................................................................................... 40
5.3 Opdrachten Hoe verleid je met een etalage? ..................................................................... 43
6. Contact met de klant: bestelling opnemen ............................................................................... 45
6.1 Opdrachten: Bestelling opnemen ........................................................................................ 45
7. Contact met de klant: Producten verkopen .............................................................................. 49
7.1 Opdrachten Producten verkopen ........................................................................................ 52
7.2 Opdrachten Advies geven ..................................................................................................... 53
7.3 Opdrachten Afrekenen .......................................................................................................... 55
8 Contact met de klant: Offerte schrijven ...................................................................................... 57
8.1 Opdrachten Offerte schrijven ............................................................................................... 58
Test je kennis! .................................................................................................................................... 60
Laten zien ........................................................................................................................................... 78
Reflectie .............................................................................................................................................. 79
Voor de docent .................................................................................................................................. 80
Over dit lesmateriaal ........................................................................................................................ 81

Pagina 1 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Oriëntatie
Als je gaat werken in de groene sector, kan dit bij verschillende soorten bedrijven.
Bijvoorbeeld:

• medewerker bij een loonbedrijf


• dierenartsassistent(e) bij een dierenarts
• medewerker in een kwekerij
• medewerker bij een voedingsmiddelenfabriek
• medewerker in een tuincentrum.

Het uitgangspunt voor de profielmodule Groene vormgeving en verkoop is een tuincentrum.


Hier worden producten verkocht voor huis, tuin en dier.

Er zijn:

• wisselende collecties van producten


• meerdere functies op de verschillende afdelingen
• seizoensgebonden producten

Taken in het tuincentrum zijn bijvoorbeeld:

• voorraadbeheer,
• inkopen,
• adviseren van klanten,
• verkopen,
• de winkel op orde houden,
• producten presenteren en producten samenstellen.

In deze module ga je leren hoe je dat doet.

https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/f/f13d653311b8f2e159e76ae6
7517ed94b463f8ec.pptx

Opdracht: Bekijk de film over het tuincentrum en beantwoord de vragen

tuincentrum gouweleeuw Rotterdam

Pagina 2 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb oriëntatie vragen bij film tuincentrum

Pagina 3 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Wat ga ik doen?
Opdracht: Vooruitkijken

Waar moet je aan denken bij groene vormgeving en verkoop? Wat voor werkzaamheden
horen daarbij en welke competenties heb je nodig om deze beroepen uit te kunnen voeren?

Open het bestand en zet kruisjes in de juiste kolom.


Kies telkens 2 kruisjes, eentje in kolom 1 of 2 en eentje in kolom 3 of 4.

1. Beantwoord de vragen.

Pagina 4 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


1. Retailformules en promotie

1.1 Verkopen in het groen


Je leert verschillen tussen retailformules benoemen. Retail = het aanbieden van goederen en
diensten. Bijvoorbeeld een hovenier die behalve de bomen en struiken (goederen) ook de
aanleg (dienst) doet.
Je leert wat voor soorten winkels er allemaal zijn en hoe zij klanten aantrekken met een
winkelformule. Daarna ga je een bloemwerk maken, passend bij een bepaalde winkel.

Winkelvormen voor agrarische producten

Dagelijks eet je verschillende producten. Veel van deze producten worden 'op het land'
gekweekt en grootgebracht zoals:

• koeien voor melk, kaas en vlees


• aardappelen voor chips en patat
• graan voor brood
• enz.

Maar ook producten om onze leefomgeving leuker te maken, zoals:

• bloemen uit de kas


• pompoenen voor Halloween

Welke winkelvormen zijn er voor agrarische producten?

1. de (super)markt,

2. de boerderijwinkel,

3. een speciaalzaak,

4. een tuincentrum,

Pagina 5 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


5. een webshop.

De winkelvormen uitgelegd

Bij de winkelvormen maken we onderscheid in assortiment, prijs, imago, sfeer,


klantenbinding en doelgroep.

1. Assortiment zijn alle artikelen die een winkel verkoopt. Een assortiment kan per winkel
verschillen.

Breed assortiment → heel veel verschillende productgroepen.

Smal assortiment → maar één of enkele productgroepen.

Diep assortiment → veel varianten van een productgroep.

Ondiep assortiment → weinig varianten van een productgroep.

2. De prijs van artikelen in een winkel kan hoog of laag zijn.

3. Imago is hoe de klanten over een winkel denken, bijvoorbeeld duur of vakkundig.

4. Sfeer is hoe een winkel 'voelt', bijvoorbeeld gezellig of afstandelijk.

5. Klantenbinding zijn acties of service om de klant steeds weer terug te laten komen,
bijvoorbeeld een spaarkaart voor korting op pretparken.

6. Doelgroep zijn de groep mensen waarop een winkel zich richt, bijvoorbeeld jongeren.

Op de markt wordt vaak fruit verkocht.

kb 1.1 winkelvormen

Pagina 6 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


1.1 Opdrachten Verkopen in het groen
Opdracht A: Vragenblad maken

1. Open het bestand en beantwoord de vragen.

kb 1.1 vragen bij winkelvormen

Opdracht B: Een parallelboeketje maken

1. Volg de instructie van de docent.


2. Maak het boeketje.
3. Verpak het boeketje.
4. Vul de terugblik in

Opdracht C: Ontwerp je eigen winkel

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Lever je uitgeprinte opdracht in bij je docent.

kb 1.1 opdracht winkelconcept

Doe het zelf: Ontwerp je logo

1.2 De marketingmix: hoe verkoop je een product?


Om producten te verkopen kun je reclame maken.

Pagina 7 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Maar je kunt ook een speciaal product verkopen.
Als de producten een lage prijs hebben, worden
ze vaak snel verkocht. En de plaats waar de
winkel is gevestigd, bepaalt of je er gemakkelijk
naar toe kunt gaan. Het personeel in de winkel
bepaalt ook of je het leuk vindt om de winkel te
bezoeken. Als de producten mooi zijn
gepresenteerd, worden ze sneller verkocht. Je
doet onderzoek naar de marketingmix met de 6
P's.

Theorie: Hoe verkoop je een product?

Lees de tekst 1.2 door en beantwoord de vragen.

kb 1.2 theorie Hoe verkoop je een product

1.2 Opdrachten De marketingmix: Hoe verkoop je een


product?
Opdracht A: Vragenblad maken

1. Open het bestand en beantwoord de vragen.

kb 1.2 vragenblad bij Hoe verkoop je een product

Pagina 8 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Opdracht B: Een corsage maken en verpakken

Je gaat een corsage maken en verpakken. Je ontwerpt een verpakking


voor de corsage in jouw huisstijl. Jouw logo komt op de verpakking.

1. Volg de instructie van de docent.

2. Maak de corsage.

3. Ontwerp een verpakking voor de corsage.

4. Maak een verpakking en zet daarop je eigen logo.

5. Bespreek je resultaat met je docent.

Opdracht C: Een advertentie maken

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.


retailbags.nl
2. Lever je advertentie in bij je docent.

kb 1.2 opdracht advertentie maken

Opdracht D: Een fotolijst maken

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.


2. Lever in bij je docent: de uitwerking van de opdracht.
3. Maak de fotolijst.

kb 1.2 opdracht een fotolijst maken

1.3 Een beroep onder de loep


Als je in een tuincentrum komt, zie je op elke afdeling medewerkers. Maar.... moet je echt
alles van alle afdelingen weten? Dan moet je een supermens zijn!

Pagina 9 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 1.3 Opdracht: Een beroep onder de loep

Onderzoek een beroep bij een tuincentrum.


Welke kennis en vaardigheden heb je nodig?
Je kiest één beroep uit en maakt daarover een presentatie.

Uitvoering afb. greentrustconsultancy

1. Maak een PowerPoint


- gebruik 6 - 8 dia's
- de eerste dia is een titel
- zet in de voettekst je naam en klas.
2. Zoek informatie op Internet. Ga naar Intratuin of Groenrijk of Ranzijn.
3. Zoek uit welke afdeleingen er zijn.
4. Kies één afdeling uit waar jij zou willen werken.
5. Schrijf op welke opleiding je nodig hebt voor deze baan.
6. Welke drie werkzaamheden doe je bij deze baan?
7. Waarom zou je deze baan willen hebben? Noem drie redenen.
8. Sluit de PowerPoint af met: Deze presentatie is gemaakt door [jouw naam]

Pagina 10 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


2. Inkoop en voorraadbeheer

2.1 Waar koop je de producten in?


Een bedrijf in de groene sector verkoopt verschillende producten. Maar waar halen ze dat
allemaal vandaan? En halen ze het op of laten ze het brengen? Komt het uit Nederland of uit
het buitenland? Elk bedrijf heeft zijn eigen inkoopkanalen. Je gaat lezen welke soorten
inkoopkanalen er zijn en vragen beantwoorden over het inkopen op de veiling.

Theorie: Inkoopkanalen in de groene sector

kb 2.1 inkoopkanalen in de groene sector

kb 2.1 vragenblad bij inkoopkanalen in de groene sector

Lees de theorie en beantwoord de vragen.

Film: Bloemenveiling Flora Holland

Bekijk de film en beantwoord de vragen.

kb 2.1 vragenblad bij film Flora Holland

2.2 Hoe houd je de winkel vol?


Een winkel staat vol met producten. Als de producten worden verkocht, moeten ze worden
aangevuld. Elke dag worden de producten weer rechtgezet, aangevuld en verzorgd. Als de

Pagina 11 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


producten in de winkel en het magazijn bijna op zijn, gaat de winkelier weer bijbestellen.

vulploegmedewerker

Doel

Je kunt producten in de verkoopruimte plaatsen, beheren en verzorgen.

Eerst een aantal belangrijke begrippen:

Winkel = een plaats waar producten worden verkocht.

Magazijn = ruimte waar producten worden ontvangen en bewaard.

Leverancier = bedrijf dat producten aan een winkelier levert.

Voorraad = producten in de winkel of het magazijn die je kunt verkopen.

Minimum voorraad = aantal van een product dat een winkel minstens in voorraad wil
hebben.

Maximum voorraad = aantal van een product dat een winkel ten hoogste in voorraad wil
hebben.

Bestelbon = bon waarop je schrijft wat en hoeveel je van een product wilt bestellen bij een
leverancier.

Orderbevestiging = bericht waarop staat dat de leverancier je bestelbon heeft ontvangen.

Pakbon = bon die bij de bestelling wordt meegestuurd. Er staat op wat de levering is.

Factuur of rekening = een brief waarin staat hoeveel je moet betalen aan de leverancier. De
btw wordt apart opgeschreven.

Pagina 12 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Schappenplan = een papier waarop staat hoe, waar en hoeveel producten in de schappen
worden neergezet.

Schap= plank van een rek in de winkel.

Display = tijdelijke tafel of rek voor reclameartikelen of promoties.

Fifo = first in first out. De producten met de kortste houdbaarheid worden vooraan in het
schap gezet. De oudste datum komt het verst weg.

Spiegelen = De producten netjes, recht naar voren in het schap zetten.

Pagina 13 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


retailshelfplanner.com

kb 2.2 theorie hoe houd je de winkel vol

2.2 Opdrachten Hoe houd je de winkel vol?


Opdracht A: Vragenblad maken

1. Open het bestand: Vragenblad bij Hoe houd je de winkel vol?


2. Maak de opgaven en bespreek ze met je docent

kb 2.2. vragenblad bij hoe houd je de winkel vol

Pagina 14 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Opdracht B: Een voorraadkaart invullen

In het magazijn van een winkel staat de voorraad. Als je


producten verkoopt, kun je die aanvullen met de voorraad uit
het magazijn. De voorraad wordt bijgehouden op
voorraadkaarten. Als de voorraad lager is dan de
minimumvoorraad, gaat de winkelier bestellen.
De winkelier bestelt tot de maximumvoorraad. Hij bestelt
niet meer, want dat past niet in het magazijn!

Opdracht

Tel de voorraad van de afdelingen en bereken hoeveel producten je moet bestellen.

Uitvoering

1. Bekijk de voorraad van de afdeling.


2. Schrijf de aanwezige voorraad op de voorraadkaart.
3. Bestel de producten waarvan er minder zijn dan de minimumvoorraad.
4. Je bestelt bij tot de maximumvoorraad. Dit kun je berekenen door de aanwezige
voorraad van de maximumvoorraad af te halen.
5. Bereken wat de bestelde producten kosten.
6. Bereken het totaalbedrag van de bestelde producten.
7. Vul het bestelformulier in voor de afdeling dier.
8. Controleer het bestelformulier bij je docent.

kb 2.2 bestelformulier hoe houd je de winkel vol

kb 2.2. voorraadkaart tuin hoe houd je de winkel vol

kb 2.2. voorraadkaart dier hoe houd je de winkel vol

Pagina 15 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 2.2. voorraadkaart interieur hoe houd je de winkel vol

kb 2.2 voorraadoverzicht hoe houd je de winkel vol

Bovenstaande opdracht is een oude opdracht van het Onwikkelcentrum.

Opdracht C: Een bestelformulier invullen voor een webwinkel

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.


2. Lever in bij je docent: een geprint bestelformulier.

kb 2.2 opdracht bestelformulier webwinkel

interflora.xls

Opdracht D: De pakbon controleren

De winkel krijgt bestelde producten binnen. Je wilt weten of het de juiste producten zijn. Je
leert waar je op moet letten als je goederen ontvangt en verwerkt.

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.


2. Gebruik een pakbon en pen om de levering te controleren.
3. Lever in bij je docent: gecontroleerde pakbon

Opdracht E: Producten verpakken

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Pagina 16 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


2. Vraag welke producten je mag verpakken
3. Lever in bij je docent: de verpakte producten.

kb 2.2 opdracht verpakken van producten

Pagina 17 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


3. Producten in de winkel beheren en
verzorgen

3.1 Kamerplantenverzorging
Elke dag worden de bloemen en planten in een winkel weer netjes neergezet en verzorgd
voor de verkoop. Dit kan op tafels maar ook op speciale displays, waardoor de producten
extra aandacht trekken. Je leert planten verzorgen, en hoe je een display maakt. Je gaat
planten presenteren, zodat de winkel er netjes uitziet.

Oriëntatie

De meeste planten die we binnen gebruiken, zijn


buitenplanten uit warmere streken. Ze komen uit
oerwouden en woestijnen, tropische regenwouden
en open vlaktes. Ze hebben behoefte aan water,
licht en warmte.

Kamerplanten zorgen voor sfeer, decoratie en


luchtverfrissing.

De verzorging van kamerplanten

Om goed te groeien en bloeien hebben kamerplanten bepaalde bouwstoffen nodig. Dit


noem je de groeivoorwaarden.

De groeivoorwaarden zijn:

1. Licht
2. Temperatuur
3. Water (en luchtvochtigheid)
4. Lucht
5. Voeding
6. Grondsoort

Pagina 18 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Kamerplanten kiezen voor een bepaalde plek

Als je een plant kiest, zorg dat je rekening houdt met wat de
plant nodig heeft. Licht, temperatuur, luchtvochtigheid,…

Planten voor zonnige kamers

De meeste kamerplanten houden niet van direct brandend


zonlicht. Ze kunnen op die manier verbranden.

Planten in de schaduw

Planten met middelgroene, tot donkergroene bladeren


kunnen in de schaduw staan (midden in de kamer).

Temperatuur

Planten die uit tropische regenwouden komen, houden niet van een lage temperatuur.
Planten die van open vlaktes komen, kunnen wel tegen een lage temperatuur.

Water geven

Zonder water kan geen enkele plant leven. Iedere soort plant heeft een andere hoeveelheid
water nodig.

Lucht

Planten zijn de perfecte partners van mensen en dieren. Elke keer als je adem haalt, adem je
zuurstof in en koolstofdioxide (CO2) uit. Planten ademen overdag koolstofdioxide in en
zuurstof uit. Zo vullen mensen en planten elkaar mooi aan. Planten in huis zijn gezond, want
ze leveren zuurstof.

Planten voeden

In de natuur halen planten voedingsstoffen en mineralen uit de aarde. Maar kamerplanten


zitten in een pot en hebben daardoor mest nodig.

Er zijn 2 soorten mest:

• Kunstmest: kunstmatig gemaakt


• Organische mest: gemaakt op plantaardige of dierlijke basis

Lees op de verpakking hoeveel mest je moet toevoegen.

Pagina 19 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Planten en verpotten

Elke plant krijgt graag jaarlijks verse aarde. In de nieuwe aarde zitten weer verse
voedingsstoffen. Er zijn veel verschillende soorten potgrond omdat de planten uit allerlei
verschillende streken komen.

Bijvoorbeeld zandgrond voor cactussen uit de woestijn.

Vorm en uiterlijk van de plant

Regelmatige controle van de plant is nodig:

• controleer of ziekten en plagen de planten dreigen aan te tasten,


• verwijder uitgebloeide bloemen,
• verwijder het stof van de bladeren met een licht vochtig doekje en
• knip dode bladeren af.

Hydrocultuur

Hydrocultuurplanten staan met de wortels in het water. Hiervoor zijn ze speciaal


opgekweekt. Het substraat (ondergrond) dat gebruikt wordt bij hydrocultuurplanten zijn
hydrokorrels.

Pagina 20 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 3.1 theorie de verzorging van kamerplanten

3.1 Opdrachten kamerplantenverzorging


Opdracht A: Vragenblad maken

1. Lees de tekst en beantwoord de vragen.

kb 3.1 vragenblad bij de verzorging van kamerplanten

Opdracht B: Kamerplanten verkoopklaar maken

1. Volg de instructie van je docent.

Pagina 21 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


2. Bespreek je resultaat met je docent.

kb 3.1 opdracht kamerplanten verkoopklaar maken

Opdracht C: Planten verpakken in papier

1. Bestudeer de opdracht.

2. Pak 5 planten op de juiste wijze in.

3. Bespreek het resultaat met je docent.

kb 3.1 opdracht planten inpakken in papier

3.2 Snijbloemenverzorging
Snijbloemenverzorging gebeurt na aankomst in de winkel. Je haalt ze uit de verpakking,
snijdt of knipt ze schuin af en zet ze in een schone emmer met water.

Maar hoe gaat het als je bloemen in de vaas zet?

Je gaat een aantal filmpjes bekijken en hierover vragen beantwoorden. Zo leer je hoe je
bloemen in een vaas zet.

Pagina 22 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Filmpjes over bloemen in de vaas zetten

Bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen. Je kunt de filmpjes openen door op


onderstaande link te klikken.

Bloemen houden van zoet en schoon!

Hoe maak je de vaas schoon?

Hoe snijd je onze bloemen dan wel?

Zien je bloemen er unhappy uit?

Wat doe je met de die-hards?

Opdrachten snijbloemenverzorging
Opdracht A: Vragenblad maken

1. Bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen

kb 3.2 vragenblad bij filmpjes bloemen in de vaas

Opdracht B: Een bestelling uitvoeren

Je loopt stage bij 011bloemen. Deze winkel heeft een website voor bloemenabonnementen.
Aan de hand van de bestelbon ga je een boeket maken en afleveren. Je doet een kaartje aan
het boeket. Je vult een pakbon in, die je meeneemt naar het afleveradres.

Uitvoering van de opdracht

1. Vraag aan de docent welke bestelbon jij gaat verwerken.


2. Bekijk het filmpje voor het vullen van een vaas Small, Medium of Large.
3. Maak de bestelling voor het bloemenabonnement.
4. Vul de pakbon in.
5. Doe een kaartje aan de vaas. Zet op het kaartje de datum, jouw naam en je klas.
6. Bezorg de vaas op het juiste adres.

Pagina 23 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Small 45cm Medium 65cm Large 90cm

Instructiefilmpjes om bloemen in de vaas zetten

Bekijk één van de filmpjes, afhankelijk van de bestelling Small, Medium of Large. Je kunt de
filmpjes openen door op de link te klikken.

Hoe schik je een small bos?

Hoe schik je een medium bos?

Hoe schik je een large bos?

snijbloemenverzorging Chrysal

bestelbon website 011 bloemen

pakbon website 011 bloemen

Pagina 24 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


3.3 De winkelinrichting
Over winkelinrichting is vooraf goed nagedacht. Als de winkel goed is ingericht, verkoop je
meer producten.

Bij winkelinrichting houd je rekening met:

• Uitstraling
• Sfeer
• Overzicht
• Rust

Sfeer en uitstraling kun je bereiken met productpresentaties, aanbiedingen en blikvangers


(eyecatchers).

Een blikvanger of eyecatcher in de winkel geeft extra aandacht voor producten,


bijvoorbeeld:

• Presentaties op beeldschermen
• Demonstraties en proeverijen van producten
• Afbeeldingen om de aandacht te trekken
• Displays (tijdelijke presentaties) met (nieuwe) producten

De winkel heeft een bepaalde routing, dit is de richting waarin je vanaf de ingang naar de
kassa wordt geleid.

Bij de inrichting let je op overzicht:

• Producten waar je het meest aan verdient, zet je rechts, op ooghoogte, in het schap.
• Zorg voor brede looppaden.
• De kassa duidelijk zichtbaar of aan het eind van de route.
• Zorg dat de klant overal bij kan.

Met de winkelinrichting ben je er nog niet, je moet natuurlijk ook aandacht besteden aan de
buitenkant, het exterieur van de winkel. Het exterieur bestaat uit de winkelpui, de etalage
en de entree.

De klant moet je herkennen aan de huisstijl. Met een logo en kleuren kun je opvallen
tussen de andere winkels.

De huisstijl wordt gebruikt op alles wat van jouw winkel komt:

- Alle papieren (afleverbon, rekening, pakbon, enz.)

- Verpakking

- Winkelpui

- Auto

Pagina 25 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


- Bedrijfskleding

Overal waar je huisstijl herkenbaar is, noem je huisstijldragers. Duidelijk herkenbaar voor
iedereen is bijvoorbeeld McDonald's.

Pinterest winkelpui Mc Donald's, overal herkenbaar

Om een duidelijk beeld te krijgen van de inrichting van de winkel, ga je een filmpje bekijken.

Winkelinrichting en routing

kb 3.3 theorie winkelinrichting

Pagina 26 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


3.3 Opdrachten De winkelinrichting
Opdracht A: Winkelinrichting en routing

Je maakt de winkelinrichting en routing voor een bloemenwinkel. Gebruik de informatie uit


het filmpje.

1. knip de onderdelen voor de winkelinrichting uit en leg ze in de plattegrond


2. bespreek je ontwerp met je docent
3. plak de onderdelen op de plattegrond
4. geef met pijlen de routing aan

kb 3.3 opdracht winkelinrichting en routing

Opdracht B: Schappenplan toepassen

Een schappenplan wordt gemaakt om te bepalen waar de producten in de winkel komen te


staan.

In een schappenplan staat:

• Welke producten staan er in het schap


• Op welke plank (hoogte) staan de producten
• Hoeveel van dezelfde producten staan er naast elkaar
• Welke producten staan bij elkaar

Er zijn verschillende indelingen:

• Verticaal
• Horizontaal
• Gemixt met per plank een blikvanger

Pagina 27 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Bespreek het resultaat met je docent.

kb 3.3 opdracht schappenplan toepassen

Pagina 28 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


4. Het prijzen van producten

4.1 Wat kost het allemaal?


Waarom zijn sneakers bij de ene winkel duurder dan bij de andere winkel? De winkelier wil
geld verdienen om alle kosten te betalen en nog iets over te houden om te sparen. De
overheid heeft ook geld nodig om alle kosten van Nederland te betalen. Daarom betaal je
over alles wat je koopt btw. Je leert de verkoopprijs berekenen met btw.

Eerst een aantal belangrijke begrippen:

Inkoopprijs = de kosten die een bedrijf maakt om een product in te kopen.

Constante kosten (vaste kosten) = kosten die altijd gelijk zijn.


Voorbeeld: de huur van een winkel

Variabele kosten = kosten die afhankelijk zijn van het aantal producten dat je verkoopt of
maakt.

Voorbeeld: de inkoop van bloemen

Directe kosten = kosten waarvan je precies weet waar ze bij horen.

Voorbeeld: de materialen die je in een bloemstuk stopt

Indirecte kosten = kosten die bij meerdere producten horen.

Voorbeeld: de verwarming of verlichting van de winkel

Arbeidskosten = de kosten die een bedrijf rekent voor de arbeid om een product te maken.

Kostprijs = de kosten die een bedrijf maakt om een product te maken of in te kopen.

Opslagpercentage = winstpercentage = een verhoging van de kostprijs met een aantal


procenten.

Btw = belasting toegevoegde waarde.

Btw = een belasting die de overheid heft over de verkoop van producten of diensten. Er is
een laag en een hoog btw-tarief.

Korting = een lagere prijs dan de oorspronkelijke prijs die je ergens voor betaalt.

Verkoopprijs = consumentenprijs = de prijs waarvoor het bedrijf de producten verkoopt.

Hoe bereken je de verkoopprijs?

1. Kostprijs berekenen

Pagina 29 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Kostprijs = je telt de kosten voor materiaal bij elkaar op.

2. Opslagpercentage berekenen

Opslagpercentage = je neemt een aantal procenten van de kostprijs.

1 procent = kostprijs delen door 100

20 procent = uitkomst vermenigvuldigen met 20

3. Arbeidskosten berekenen

Arbeidskosten = je rekent uit hoelang je hebt gewerkt en hoeveel dat kost.

Arbeidskosten per minuut = de kosten per uur delen door 60.

Arbeidskosten per gewerkte tijd = kosten per minuut vermenigvuldigen met het aantal
gewerkte minuten.

Pagina 30 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


4. verkoopprijs zonder btw berekenen

Verkoopprijs = totale kostprijs + opslagpercentage + arbeid

5. btw berekenen

Btw tarief = 9% (laag) of 21 % (hoog)

Verkoopprijs = 100%

Btw = 9% van de verkoopprijs of 21% van de verkoopprijs

6. verkoopprijs met btw berekenen

Pagina 31 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Verkoopprijs met btw = verkoopprijs zonder btw + btw

Hoe reken je van inclusief btw naar exclusief btw?

Een bedrijf moet de btw verrekenen. Als het bedrijf meer btw ontvangt dan betaalt, wordt
het verschil betaalt aan de Belastingdienst (overheid).

Als het bedrijf meer btw betaalt dan ontvangt, mag het verschil worden teruggevraagd aan
de Belastingdienst.

Daarom wil een bedrijf altijd een 'btw-bon' bij een aankoop.

Om de btw van inclusief naar exclusief te berekenen, gebruik je onderstaande formules:

Laag tarief:

Consumentenprijs gedeeld door 109 x 9 = btwbedrag

Consumentenprijs gedeeld door 109 x 100 = verkoopprijs


exclusief btw

Hoog tarief:

Consumentenprijs gedeeld door 121 x 21 = btwbedrag

Consumentenprijs gedeeld door 121 x 100 = verkoopprijs


exclusief btw

Pagina 32 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Hoe bereken je korting?

Korting is een tijdelijke prijsverlaging. Je krijgt korting bij:


- uitverkoop, om oude voorraad te verkopen
- als iemand een grote hoeveelheid koopt
- om een nieuw product in de markt te zetten (als promotie)
Korting wordt uitgedrukt in een percentage van de verkoopprijs of in acties zoals 2 + 1 gratis.
Als de verkoopprijs lager wordt dan de kostprijs, lijdt de ondernemer verlies.

Voorbeeld:

De verkoopprijs is € 55,-. De korting is 10%

Reken eerst 1 % uit van € 55,-. Dat is € 0,55.


Reken dan 10 % uit. Dat is 10 x € 0,55 = € 5,50

De verkoopprijs inclusief korting is dan € 55,- min € 5,50 = € 49,50

kb 4.1 theorie wat kost het allemaal

Pagina 33 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


4.1 Opdrachten Wat kost het allemaal?
Opdracht A: Vragenblad maken

1. Open het bestand: Vragenblad bij Wat kost het allemaal


2. Maak de opgaven en bespreek ze met je docent

kb 4.1 vragenblad wat kost het allemaal

Opdracht B: De verkoopprijs berekenen

1. Open het bestand: kb 4.1 opdracht verkoopprijs berekenen


2. Maak de opdracht en bespreek het resultaat met je docent

kb 4.1 opdracht verkoopprijs berekenen

4.2 De prijs van je bloemstuk


In de bloemenwinkel worden veel bloemstukken gemaakt. Om erachter te komen, hoeveel
een bloemstuk kost, wordt een verkoopprijsberekening gemaakt.
Je gaat een bloemstuk maken en daarna de verkoopprijs berekenen. Een veelgemaakt
bloemstuk is een bloementaart.

Oriëntatie

Een bloementaart is een bloemstuk met de


vorm van een slagroomtaart. In de
bloemenwinkel wordt hij regelmatig
gemaakt en verkocht als een bloemstuk
voor allerlei gelegenheden.

Vorm en techniek

In de bloementaart gebruiken we meestal


bloemen met een ronde vorm. Met deze

Pagina 34 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


vorm bloemen kun je gemakkelijk de bovenkant van de taart vullen. De rand van de taart
wordt bekleed met blad. De bladeren zet je vast met bloemendraad. Voor versiering en
afwerking doe je er nog een lint omheen.

Bloemen die je kunt gebruiken voor een bloementaart zijn: Chrysant, Roos, Gipskruid.

Bladeren die je kunt gebruiken zijn: Klimop, Eucalyptus en Salal.

Een bloementaart lijkt op een slagroomtaart. Om de taart te maken, knip je alle materialen
(groen en bloemen) die je op de bovenkant gebruikt op gelijke lengte. Je steekt de
materialen netjes naast elkaar (parallel). Je verdeelt de materialen over het oppervlak. De
zijkant van de taart bekleed je met blad, dit leg je dakpansgewijs over elkaar, zodat je geen
steekschuim meer ziet.

Bloemen afsnijden

Bloemen die je gebruikt, snijd je op de juiste


lengte.
Door de steel een stukje af te snijden, krijg je een
schone, verse wond die gemakkelijk en beter
water opneemt. Door de steel schuin af te snijden
kun je de steel ook makkelijker in het
steekschuim steken.

Hulpmaterialen

Hulpmaterialen zijn materialen die je gebruikt en verwerkt in het bloemstuk zoals:


Steekschuim, bloemendraad, prikker, cling, watervast tape.

Steekschuim
Steekschuim heeft meestal een groene kleur. Het wordt gebruikt om
bloemen in te steken. Groenkleurige steekschuim neemt snel water
op. Het houdt het water vast en geeft het langzaam af aan de
bloemen. Het steekschuim is zo stevig dat ingestoken bloemen en
bladeren er goed in blijven staan. Je mag steekschuim niet onder water
duwen. Dan wordt de binnenkant van het steekschuim niet nat.

Steekschuimprikker
Een steekschuimprikker gebruik je om steekschuim vast te zetten op
een schaal of een bord. Het steekschuim kan dan niet meer
verschuiven.

Cling
Om een steekschuimprikker vast te zetten
gebruik je kleefstof. Kleefstof noem je ook wel
"cling". Cling kun je met wasbenzine of terpentine
verwijderen van de ondergrond.

Pagina 35 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Watervast tape
Met watervast tape kun je ook een prikker vastplakken. De schaal
beschadigt niet en de prikker zit stevig vast. Het tape blijft plakken, ook
als het nat wordt. Je moet het wel op een droge en schone ondergrond
vastplakken.

kb 4.2 theorie de prijs van je bloemstuk

4.2 Opdrachten De prijs van je bloemstuk


Opdracht A: Een bloementaart maken

1. Volg de aanwijzingen van je docent.

2. Bespreek je bloemstuk met je docent.

Opdracht B: Verkoopprijs berekenen en factuur schrijven

1. Open de bestanden:
bb 4.2 opdracht verkoopprijsberekening
bloemstuk
bb 4.2 factuur bloemstuk
2. Maak de opgaven en bespreek ze met je docent.

afb. De Roos bloemist

kb 4.2 opdracht verkoopprijsberekening bloemstuk

kb 4.2 factuur verkoopprijsberekening bloemstuk

Pagina 36 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


5. Presenteren

5.1 Artikelen te koop!


Oriëntatie

Artikelen worden neergezet in schappen of op


tafels. Op tafels worden combinaties van
artikelen gemaakt om te laten zien hoe dit bij
elkaar past.

Met deze speciale uitstallingen probeer je de


aandacht van de klant te trekken.

Artikel is een ander woord voor product.

Hoe maak je een goede artikelpresentatie?

• De presentatie laat zien wat bij elkaar


past,
• heeft een blikvanger of eyecatcher, dit
is iets wat meteen in het oog springt,
• trekt de aandacht van de klant,
• vergroot de koopwens van de klant.

Waar moet je op letten?

1. Thema → Een artikelpresenatie heeft een onderwerp,


dit noem je een thema. Het thema moet passen bij de artikelen.

Bijvoorbeeld: seizoenen, feestdagen, evenementen, nieuwe


artikelen of trends.

Een trend of mode is de richting waarin zich iets ontwikkelt.

2. Licht → Je zet de presentatie in the spotlight en niet in


een donker hoekje van de winkel.

3. Kleur → gebruik niet meer dan drie kleuren, anders wordt de


presentatie rommelig. Kleur brengt sfeer in de presentatie en
trekt
aandacht.

4. Vorm → groepjes van dezelfde artikelen afwisselen met andere materialen, versterken de
vorm in de presentatie.

5. Textuur → artikelen die 'glad' aanvoelen ga je combineren met materialen die een ruwe

Pagina 37 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


oppervlakte hebben, om elkaar te versterken.

6. Compositie → hoe zet je de artikelen in de presentatie. Zorg dat alle artikelen in groepen
staan. Als je artikelen uit elkaar gaat zetten, wordt het rommelig.

Er zijn vier composities:

Symmetrisch → de linkerhelft is gelijk aan de rechterhelft.

Asymmetrisch → de linkerhelft is anders dan de rechterhelft.

Ritme → een herhaling van vormen.

Pagina 38 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Piramide → Als je er een lijn omheen trekt, krijg je een driehoek.

5.1 Opdrachten Artikelen te koop!


Vragenblad bij: Artikelen te koop!

1. Open het bestand en maak de vragen.

2. Bespreek het resultaat met je docent.

kb 5.1 vragenblad bij artikelen te koop

Opdracht A: Een biedermeier maken

1. Volg de instructie van de docent.


2. Maak de biedermeier
3. Vul de zelfbeoordeling in en bespreek het
resultaat met je docent.

Opdracht B: Een artikelpresentatie maken

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Bespreek het resultaat met je docent.

Pagina 39 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 5.1 opdracht artikelpresentatie maken

Opdracht C: Een compositie ontwerpen

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Bespreek het resultaat met je docent.

kb 5.1 opdracht compositie ontwerpen

5.3 Hoe verleid je met een etalage?


Wat is etaleren?

Je kijkt naar een aflevering van Klokhuis om uit te vinden wat etaleren is en hoe je een
etalage maakt.

https://www.youtube.com/embed/4q2VOItOlpA

Etaleren film van Het Klokhuis

Doel

Pagina 40 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Je kunt een etalage inrichten op basis van een
ontwerp.

Oriëntatie

Een etalage is het voorste gedeelte van een


winkel dat je heel goed vanaf de buitenkant kunt
zien.

Het is bedoeld om de voorbijganger te verleiden om die winkel naar binnen te gaan en


misschien iets te kopen.

Etaleren betekent uitstallen of tentoonstellen.

Hoe maak je een goede etalage?

• De etalage laat zien wat je in de winkel kunt kopen,


• lokt voorbijgangers naar binnen,
• heeft een WOW- factor, dit noem je stopkracht.

Waar moet je op letten?

1. Thema → Een etalage heeft een onderwerp, dit noem je een thema. Bijvoorbeeld:
seizoenen, feestdagen, evenementen, trends.
2. Licht → Je zet het product in the spotlight. Daardoor valt het product op.
3. Kleur → gebruik niet meer dan drie kleuren, anders wordt de etalage rommelig.
Kleur brengt sfeer in de etalage.
4. Compositie → hoe zet je de producten in de etalage. Zorg dat alle producten in
groepen staan. Als je producten uit elkaar gaat zetten, wordt het rommelig.

Er zijn vier composities:

Pagina 41 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Symmetrisch → de linkerhelft is gelijk aan de rechterhelft.

Asymmetrisch → de linkerhelft is anders dan de rechterhelft.

Ritme → een herhaling van vormen.

Piramide → Als je er een lijn omheen trekt, krijg je een driehoek.

Pagina 42 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


5.3 Opdrachten Hoe verleid je met een etalage?

Je hebt de theorie van etaleren


bestudeerd.
Nu is het tijd voor de praktijk!

Opdracht A: Een moodboard maken

1. Open het bestand.


2. Volg de aanwijzingen in de
opdracht.
3. Lever in bij je docent: het moodboard

kb 5.2 opdracht moodboard maken

Opdracht B: Een etalage inrichten

1. Open het bestand.


2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
3. Bespreek het resultaat met je docent. maak een foto van de etalage voor je
portfolio van LOB.

Pagina 43 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 5.2 opdracht etalage inrichten

Opdracht C: Een etalage onderzoeken

1. Open het bestand.


2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
3. Bespreek het resultaat met je docent.

kb 5.2 opdracht etalage onderzoeken

Pagina 44 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


6. Contact met de klant: bestelling
opnemen
Niet alles in een winkel is kant en klaar te koop. Het
product wordt dan besteld.

Bijvoorbeeld:
- Een taart die je bij de bakker bestelt voor je verjaardag.
- Bloemwerk voor een speciale gelegenheid zoals een
bruiloft.

De klant bespreekt wat hij wil hebben en komt het


bestelde product later halen of laten bezorgen. De klant
hoeft de bestelling niet altijd direct in de winkel te
betalen. Daarvoor krijgt hij een factuur (= rekening).

Je leert hoe je een bestelling opneemt en een factuur schrijft.

6.1 Opdrachten: Bestelling opnemen


Opdracht A: Bestelformulier invullen

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Bespreek het bestelformulier met je docent.

kb 6.1 opdracht bestelbon invullen

kb 6.1 bestelbon afhalen bloemwerk

Pagina 45 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 6.1 bestelbon bezorgen bloemwerk

Opdracht B: Een parallelschikking maken

1. Volg de aanwijzingen van de docent.

2. Maak de parallelschikking.

Opdracht C: Verkoopprijsberekening maken en factuur schrijven

1. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

2. Maak de verkoopprijsberekening van je bloemstuk.

3. Schrijf de factuur.

3. Bespreek de resultaten met je docent.

kb 6.1 opdracht verkoopprijsberekening bloemstuk

kb 6.1 factuur bloemwerk

Pagina 46 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


paralleschikking kistje

parallelschikking lente

parallelschikking zomer

Pagina 47 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


parallelschikking Calla

Pagina 48 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


7. Contact met de klant: Producten
verkopen
Doel

Je kunt een verkoopgesprek voeren en producten


afrekenen.

Oriëntatie

Als je een product koopt in de winkel, kun je het niet


altijd zelf pakken. Dit is afhankelijk van de soort winkel.
Soms wil je informatie voordat je het product koopt. Dit
vraag je aan de verkoopmedewerker. Het praatje dat je
maakt met de verkoopmedewerker noem je een
verkoopgesprek.
Bron: animaatje.nl
Het verkoopgesprek

Een verkoopgesprek bestaat uit 4 fasen:

Waar moet je op letten?

1. Contact maken → begroeten.

Non-verbale begroeting → je geeft een knikje of een glimlach, als je oogcontact maakt met
de klant. (geen geluid)

Pagina 49 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Verbale begroeting → je zegt bijvoorbeeld 'goedemorgen meneer'. (met stem)

2. Koopwens achterhalen → vragen stellen.

Wat wil de klant precies?

Eerst stel je open vragen → de vraag begint met een vragend voornaamwoord en kun je niet
alleen met ja of nee beantwoorden.

Voorbeeld: Hoe laat is het? Welke……? Waar…….? Wanneer……? Wie…..?

Daarna stel je gesloten vragen → de vraag kan met ja of nee worden beantwoord. Of geeft
keuze uit twee mogelijkheden. De vraag begint met een werkwoord.

Voorbeeld: Moet het worden bezorgd? Vindt u rood of geel mooier?

3. Advies geven → producten tonen.


Je geeft informatie over het product, laat combinaties zien, laat je zien hoe het werkt, enz.

Je laat zien dat je verstand hebt van het product.

Als je een product verkoopt, probeer je daar nog meer producten bij te verkopen. Dit noem
je bijverkoop.

Voorbeeld: een vaas bij een boeket bloemen.

4. Afronding → afrekenen en inpakken.

Je rekent het product af en als het nodig is, ga je het inpakken.

Impulsaankoop: de klant koopt nog een product, die hij niet van plan was te doen.

Voorbeeld: de klant pakt een felicitatiekaartje van de toonbank voor bij het boeket.

Afrekenen:

Pagina 50 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Inpakken:

Vanaf 1 januari 2016 zijn


gratis plastic tasjes niet meer
toegestaan. De klant neemt
zelf een verpakking mee.
Cadeautjes, bloemstukken en
vers voedsel (los fruit)
worden wel verpakt.

Service verlenen:

Voorbeeld: deur open


houden voor de klant,
producten naar de auto
brengen, producten
thuisbezorgen.

Verkoopgesprek en
winkelvormen:

Verkoopgesprekken gaan
niet in alle winkels op
dezelfde manier, in de
supermarkt heb je helemaal
geen verkoopgesprek, je
geeft hoogstens advies.

Er zijn verschillende bedieningsvormen:

Pagina 51 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


De winkel van de toekomst

Met de technologie van deze tijd is een kassamedewerker in de toekomst misschien


overbodig. kijk maar naar onderstaand filmpje:

https://www.youtube.com/embed/7E37AX099qU

7.1 Opdrachten Producten verkopen


Opdracht A: Een verkoopgesprek voeren

Je gaat een verkoopgesprek voeren in de winkel bij 011. Er komt een klant om een product te
kopen. Je geeft advies, pakt het product in en rekent af met de kassa.

Na afloop vul je een evaluatieformulier in.

Weet je het nog?

Pagina 52 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 7.1 evaluatieformulier verkoopgesprek voeren

Opdracht B: Hoe word je geholpen?

1. Lees de aanwijzingen in de opdracht.

2. Bespreek je resultaat met je docent.

kb 7.1 opdracht hoe word je geholpen

7.2 Opdrachten Advies geven


Als je in een bloemenwinkel werkt, verkoop je heel veel snijbloemen en kamerplanten.
Bloemen en planten hebben verzorging nodig. De basisregels moet je als verkoper wel
kennen, want je geeft de klant advies. Dat kan mondeling, maar ook met een
verzorgingskaart. Je gaat een boeket maken en een verzorgingskaart voor het boeket.

Pagina 53 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Opdracht A: Een korenschoof gebonden boeket maken

1. Volg de instructie van de docent. Weet je het niet precies? Bekijk dan het filmpje
korenschoof boeket maken.
2. Maak het boeket.
3. Laat je boeket beoordelen door je docent.

https://www.youtube.com/embed/viaJyYz4i7Y

Opdracht B: Een verzorgingskaart voor een boeket maken

1.Open een Word bestand. Je mag ook het Excelblad


downloaden en invullen.
2. Bekijk het filmpje Verzorgingstips voor een boeket.
3. Geef 5 tips voor het verzorgen van een boeket.
4. Zet op de kaart een passende titel.
5. Gebruik minimaal één afbeelding van een boeket.
6. Bespreek de verzorgingskaart met je docent.

kb 7.2 opdracht verzorgingskaart boeket

Verzorgingstips voor een boeket

Pagina 54 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


7.3 Opdrachten Afrekenen
Opdracht A: Rekenoefeningen met geld

Om te oefenen met rekenen met geld, maak je onderstaande oefening.


Klik op het plaatje om het programma te openen.

http://thiememeulenhoff.dsens.net/rekenspellen/standalone.php?x
mlfile=0/spel03.xml
Rekenen met de kassa. Doe de oefening.

Pagina 55 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Opdracht B: Geld teruggeven aan de klant

Als je in een winkel niet gepast betaalt, krijg je wisselgeld terug. Maar hoe werkt doortellen
eigenlijk?

Je leert geld teruggeven aan de klant.

1. Bekijk het filmpje over geld teruggeven.

2. Ga met een medeleerling geld teruggeven oefenen met behulp van het opdrachtenblad.

Doortellen van geld

kb 7.3 opdracht geld teruggeven aan de klant

Pagina 56 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


8 Contact met de klant: Offerte
schrijven
Het doel van elk verkoopgesprek is het verkopen van goederen of diensten. Soms kan dat
niet meteen en vraagt de klant een offerte. In een offerte legt een leverancier een aanbod
vast voor jou als klant.

Een offerte is een prijsopgave van goederen of diensten die een klant wil kopen.

In een offerte staan minimaal de volgende gegevens:

• wat het product of dienst is


• wat de prijs is
• een eventuele korting
• wanneer het product wordt geleverd of wanneer de werkzaamheden plaatsvinden
• een verwijzing naar de leveringsvoorwaarden
• de geldigheidstermijn van de offerte

In de algemene voorwaarden staan vaak de leveringsvoorwaarden en de manier van


betalen (de betalingscondities).
Voorbeelden van leveringsvoorwaarden:

• hoe lang de levertijd is


• hoe de goederen getransporteerd worden

Voorbeelden van betalingscondities:

• hoe moet de klant betalen (vooraf, bij levering, achteraf, in termijnen)


• binnen welke termijn betalen

Waarom vraagt de klant een offerte aan?

• om prijzen van meerdere leveranciers te vergelijken


• om te zien wat de koop precies inhoudt

Je kunt een offerte op verschillende manieren aanvragen:

• telefonisch
• via e-mail
• via een contactmogelijkheid van een website

• met een brief

Pagina 57 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


kb 8.1 theorie een offerte maken

8.1 Opdrachten Offerte schrijven


Opdracht A: Vragenblad maken

1. Lees de tekst en beantwoord de vragen.

kb 8.1 vragenblad bij een offerte maken

Opdracht B: Offerte maken en E-mail versturen

1. Maak een offerte en verstuur deze per E-mail aan je docent.

kb 8.1 offerte maken tuinaanleg

kb 8.1 offerteformulier

Pagina 58 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


8.1 een zakelijke E-mail schrijven

Pagina 59 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Test je kennis!

Test

oefentoets
https://maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/5941799

Algemene Informatie

Titel oefentoets
Aantal Vragen 48

Nieuwe Categorie
1. Voorraadbeheer
Supermarkten, bouwmarkten en tuincentra kopen hun bloemen en planten vaak
rechtstreeks in bij een kweker in plaats van op de veiling.

Is de bewering waar of niet waar?

Particuliere klanten mogen op de veiling kopen.

Niet waar

Waar

1. Voorraadbeheer
Supermarkten, bouwmarkten en tuincentra kopen hun bloemen en planten vaak
rechtstreeks in bij een kweker in plaats van op de veiling.

Is de bewering waar of niet waar?

Alleen kwekers die bij de veiling ingeschreven staan mogen via de klok verkopen.

Pagina 60 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Niet waar

Waar

1. Voorraadbeheer
Supermarkten, bouwmarkten en tuincentra kopen hun bloemen en planten vaak
rechtstreeks in bij een kweker in plaats van op de veiling.

Is de bewering waar of niet waar?

Een supermarktketen kan een vaste prijs afspreken wanneer zij rechtstreeks bij een kweker
inkoopt.

Niet waar

Waar

2. Derving
Waardoor kan derving ontstaan?

Bedorven producten

Bestelde producten

2. Derving
Waardoor kan derving ontstaan?

Pagina 61 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Gestolen producten

Verkochte producten

2. Derving
Waardoor kan derving ontstaan?

Kapotte producten

Bestelde producten

3. Aflevering
Een winkel houdt een ……… aan om een onverwachte vraagstijging of vertraging in de
aflevering te kunnen opvangen.

Wat moet er op de puntjes staan?

(Buffer)voorraad

Inkoper

Levertijd

Omzetsnelheid

Pagina 62 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


4. Tuincentrum
In de lente en in de zomer verkoopt een tuincentrum veel tuingereedschap. Dan is de ……..
groot.

Wat moet er op de puntjes staan?

(Buffer)voorraad

Derving

Levertijd

Omzetsnelheid

5. Controle
Wie moet de binnengekomen goederen in het magazijn van het tuincentrum controleren?

Klanten vanhet tuincentrum

Leverancier van de goederen

Medewerker tuincentrum

Vervoerder van de goederen

Pagina 63 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie doet een bestelling voor nieuwe producten?

Winkelier

Leverancier

6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie maakt de order klaar als de bestelling is gedaan?

Winkelier

Leverancier

6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie tekent de pakbon als de goederen zijn ontvangen in de winkel?

Winkelier

Leverancier

Pagina 64 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie controleert of de pakbon klopt met de geleverde goederen?

Winkelier

Leverancier

6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie stuurt de rekeing (factuur) voor de geleverde goederen?

Winkelier

Leverancier

6. Bestelling
Bij een bestelling hebben de winkelier en de leverancier hun eigen taken.

Wie betaalt de rekening (factuur) van de geleverde goederen?

Winkelier

Leverancier

Pagina 65 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


7. Winkel
Waarom moet je de hoes van een kamerplant voorzichtig verwijderen?

Dan kunnen de hoezen hergebruikt worden.

Dan beschadigt de plant niet.

Dan kun je de plant beter water geven.

8. Kwaliteit
Je moet de kwaliteit van de bloemen en het gemaakte bloemwerk altijd goed bewaken.

Welke uitspraak is juist?

Ethyleen is goed voor bloemen

Tropische bloemsoorten moet je niet bewaren in de koelcel.

8. Kwaliteit
Je moet de kwaliteit van de bloemen en het gemaakte bloemwerk altijd goed bewaken.

Welke uitspraak is juist?

Bloemen houden van een tochtige ruimte

Je vult de bloemenvaas met water en snijbloemenvoedsel

Pagina 66 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


8. Kwaliteit
Je moet de kwaliteit van de bloemen en het gemaakte bloemwerk altijd goed bewaken.

Welke uitspraak is juist?

De klant moet bloemen altijd opnieuw afsnijden.

De meeste bloemen houden van een warme ruimte.

9. Presenteren
Je presenteert de producten in een winkel in schappen (stellingen) of op displays
(presenteertafels).

Welke uitspraak is juist?

Plaats de producten waar je het meest op verdient onderaan in het schap.

Plaats de producten waar je het meest aan verdient op ooghoogte in het schap.

9. Presenteren
Je presenteert de producten in een winkel in schappen (stellingen) of op displays
(presenteertafels).

Welke uitspraak is juist?

Zet nieuwe voorraad achteraan als je producten aanvult (Fifo)

Pagina 67 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Zet de producten door elkaar voor een kleurrijk geheel.

9. Presenteren
Je presenteert de producten in een winkel in schappen (stellingen) of op displays
(presenteertafels).

Welke uitspraak is juist?

Zet de producten soort bij soort, met de voorkant van het pak zichtbaar (spiegelen)

Plaats de goedkoopste producten op ooghoogte in het schap.

10. Kosten
Wat is de inkoopprijs van een product?

Inkoopprijs van de materialen bij elkaar tellen.

Inkoopprijs van de materialen en de arbeid bij elkaar tellen.

10. Kosten
Wat zijn arbeidskosten voor een product?

De kosten die een bedrijf rekent voor de arbeid om een product te maken

Pagina 68 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


De kosten die een bedrijf rekent voor de arbeid om de etalage in te richten

10. Kosten
Wat is een opslagpercentage (winstopslag)?

Een verhoging van de kostprijs met een aantal procenten.

Het bedrag dat je betaalt om goederen op te slaan in het magazijn

11. Etalage
Met een etalage kan een winkel zich onderscheiden van collega's en concurrenten.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Onjuist

11. Etalage
Met een etalage trek je de aandacht van de klant op straat.
Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Pagina 69 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Onjuist

11. Etalage
Een etalage geeft een goede indruk van wat een winkel verkoopt.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Onjuist

12. Kleur
Met kleur in een presentatie trek je de aandacht van een klant.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Onjuist

12. Kleur
Een goede productpresentatie bevat altijd in ieder geval vier kleuren.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Pagina 70 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Onjuist

12. Kleur
De kleur oranje is een koude kleur.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Onjuist

12. Kleur
Met de kleur zwart benadruk je het thema Valentijn.

Is deze uitspraak juist of onjuist?

Juist

Onjuist

13. Moodboard
Waarom maak je een moodboard voordat je een productpresentatie maakt?

Om een compositie in een productpresentatie te maken

Pagina 71 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Om een thema voor een productpresentatie uit te werken met beelden

Om een thema voor een productpresentatie te bedenken

14. Blikvanger
Wat is de beste plek voor een blikvanger in de etalage?

Op de grond

In de lucht

Tegen de achterwand

Op ooghoogte

15. Regels
Welke uitspraak is juist als je een productpresentatie maakt?

Zet de materialen door elkaar.

Gebruik een blikvanger.

15. Regels

Pagina 72 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Welke uitspraak is juist als je een productpresentatie maakt?

Gebruik verschillende soorten opbouwmateriaal .

Gebruik niet teveel decoratiematerialen .

15. Regels
Welke uitspraak is juist als je een productpresentatie maakt?

Zet de producten in groepen.

Zet de producten door elkaar .

17. Eigenschappen
Welke eigenschap is belangrijk voor een goede verkoper?

Makkelijk een praatje kunnen maken.

Vooraf al een mening hebben over de klant.

17. Eigenschappen
Welke eigenschap is belangrijk voor een goede verkoper?

Ongeduldig zijn

Pagina 73 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Vriendelijk zijn.

17. Eigenschappen
Welke eigenschap is belangrijk voor een goede verkoper?

Zeggen dat alles mogelijk is.

Goed kunnen luisteren

18. Klanten
Er zijn verschillende klanttypen.

Hoe behandel je een haastige klant?

Blijf rustig en vriendelijk en help de klant snel en netjes.

Stel uitgebreid vragen en neem de tijd voor de klant.

Maak een praatje met de klant zodat deze zich op zijn gemak voelt.

19. Formulier
Vul de tekst aan. Wat moet er op de puntjes staan?

Een bestelbon maak je als de klant een product ..........................

Pagina 74 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


meteen mee naar huis neemt.

later komt ophalen.

19. Formulier
Vul de tekst aan. Wat moet er op de puntjes staan?

Je schrijft op de bestelbon in ieder geval:


..................................................................................

omschrijving van het product

naam van de klant

hoe de klant gaat betalen

19. Formulier
Vul de tekst aan. Wat moet er op de puntjes staan?

Een bestelling op rekening betekent:

.......................................................

je stuurt een factuur (rekening) naar de klant voor de geleverde producten

de klant betaalt als de bestelling wordt bezorgd

Pagina 75 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


de klant betaalt vooraf (voordat de bestelling is bezorgd)

20. Betalen
Je verkoopt tulpen. De inkoopprijs van een bos tulpen is € 2,10. Opslagpercentage is 50%.
Wat is de verkoopprijs?

€ 1,05

€ 3,15

20. Betalen
Je werkt 20 minuten aan een product. De arbeidskosten zijn € 12,00 per uur.

Wat zijn de arbeidskosten voor het product?

€ 2,40

€ 7,20

€ 4,00

20. Betalen
Een klant rekent een boeket af van € 23,95. Hij betaalt met € 50,-.

Hoeveel geld (in munten en biljetten) moet je teruggeven?

Pagina 76 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


16. Verkoopadviesgesprek
Een verkoopadviesgesprek bestaat uit verschillende stappen.

Zet de stappen in de juiste volgorde.

a Koopwens bepalen.

b Afrekenen.

c Advies geven.

d Begroeten.

e Afsluiten.

Pagina 77 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Laten zien
In de module vormgeving en verkoop heb je allerlei opdrachten uitgevoerd en theoretische
kennis opgedaan. Bij Laten zien komt alles samen: Je kunt een opdracht uitvoeren waarbij je
al het geleerde combineert en je kunt samenwerken.

Bijvoorbeeld:

Verkoopadviesgesprek voeren tijdens een verkoopdag.

Presentatie maken voor een activiteit in of buiten school.

Een activiteit organiseren, waarbij inkoop, planning en uitvoering belangrijk is.

Pagina 78 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Reflectie
Wat heb je gedaan in deze module over groene vormgeving en verkoop? Heb je nieuwe
dingen geleerd en hoe vond je dat? Hoe vond je het om een verkoopgesprek te voeren?
Moeilijk of juist leuk omdat je het wekelijks in je bijbaantje doet?

Opdracht: Reflectie

Pagina 79 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Voor de docent
Beste collega,

Dit arrangement is ontwikkeld voor leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg die


profiel Groen volgen.

Het arrangement beoogt alle leerstof voor profielmodule 4 Groene vormgeving en verkoop
af te dekken zoals omschreven in de (deel)taken van profielmodule 4 Groene vormgeving en
verkoop van conceptsyllabus profiel Groen, 2020

Het arrangement is op basis van bestaande leermiddelen van Groenkennisnet en eigen


materialen samengesteld.

Eventuele verbeterpunten en -suggesties kunt u e-mailen naar t.vanbuitenen@clusius.nl.

Cadeautasje maken

Pagina 80 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Over dit lesmateriaal
Colofon

Auteurs Tineke van Buitenen ; Corry van den Berg ; Hanneke Waal ; Dieuwke
Agterhoek ; Corry van den Berg
Team Wikiwijs Maken Auteurs
Laatst gewijzigd 18 januari 2022 om 15:44
Licentie De Internationale Creative Commons 4.0 licentie waarbij de gebruiker
het werk mag kopiëren, verspreiden en doorgeven en afgeleide werken
mag maken onder de voorwaarden: Naamsvermelding en Gelijk Delen,
zie http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0
Internationale licentie licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Leerniveaus VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4, VMBO basisberoepsgerichte


leerweg, 3
Eindgebruiker leerling/student

Bronnen

tuincentrum gouweleeuw Rotterdam


https://www.youtube.com/embed/Arb6eMku6L8

Doe het zelf: Ontwerp je logo


https://youtu.be/zgmgJzIK1cc

vulploegmedewerker
https://youtu.be/rm_6DO8z81Y

snijbloemenverzorging Chrysal
https://www.youtube.com/watch?v=tEq-1wT3yss

Winkelinrichting en routing
https://youtu.be/NErLMf2SrLE

Etaleren film van Het Klokhuis


https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/2285/Etaleur

Verzorgingstips voor een boeket


https://youtu.be/G0OsYikUjyc

http://thiememeulenhoff.dsens.net/rekenspellen/standalone.php?xmlfile=0/
spel03.xml
http://thiememeulenhoff.dsens.net/rekenspellen/standalone.php?xmlfile=0/
spel03.xml

Pagina 81 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop


Doortellen van geld
https://youtu.be/cEKM0wCmPP4

8.1 een zakelijke E-mail schrijven


https://youtu.be/XrsfhEQwpD0

Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop 2020 (2022)


Link: https://maken.wikiwijs.nl/127135/

Pagina 82 van 82 KB Profielmodule 4: Groene vormgeving en verkoop

You might also like