You are on page 1of 6

Student Amber Lauwers

2EBAKOd Aantal kls 20 Leeftijd kls 2,5 en 3-


jarigen

Datum maandag 16 november 2020 Beginuur 13:40 Einduur 14:10

Hoofdaanbod Yoga ‘tomaten’ 36


Belangstellingscentrum Mijn oma doet de was en mijn opa maakt de soep
Organisatievorm Klassikaal
Algemene doelstellingen Doelstelling 2: De kleuters ervaren en beleven de verschillende
(voor HA) stappen die aan bod komen om soep te maken.

Doelstelling 4: Streefwoordenschat
- De lekkere soep, (de lekkere soepen), (de lekkere soepjes)
- Roeren
- Het balletje, (de balletjes), (de bal)
- De keukenschort, (de keukenschorten), (de keukenschortjes)
- De kookpot, (de kookpotten), (de kookpotjes)
- De tomaat, (de tomaten), (de tomaatjes)
- De wortel, (de wortelen), (de worteltjes)
- De broccoli, (de broccoli ’s), (de broccoli’tjes)
- De bloemkool, (de bloemkolen), (de bloemkooltjes)
- De groentesoep, (de groentesoepen)

Ervaringskans (voor HA) Begeleid exploreren en beleven

Beginsituatie (voor HA) /

HA: LEERPLANDOEL(EN) - 2 à 3
 code + verkort leerplandoel
 concreet doel bij geleid spelen en leren (cfr. GSL)
(OVSG, 2010).

Lichamelijke opvoeding
DB-LOK-01.01 Eenvoudige bewegingen en lichaamshoudingen nabootsen.

DB-LOK-09.03 Ademhalingsoefeningen uitvoeren.

Bronnen (volgens APA)


Onderwijsvereniging van steden en gemeenten. (2010). Leerplannen basisonderwijs. Geraadpleegd
op 28 oktober 2020, van https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/cluster.aspx.

Demeulenaere, L. & Van Bouchout, L. (2015). Nelsons yogaboek. Leuven : Davidsfonds Uitgeverij
nv.

Klasschikking (zowel voor hoofd- als voor keuzeaanbod)


De activiteit vindt plaats in de polyvalente zaal naast de klas.
De activiteit wordt gegeven in een grote cirkel zodat de kleuters elkaar allemaal kunnen zien.

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
Sfeerschepping Rustmoment - Wierrook
4’ Ik zet vooraf in het midden van de kring een beetje aankleding over het - 36x matjes
thema. - Kookpot met een houten lepel
- Een gasaansteker
Ik zeg: ‘Zoek een plaatsje op een matje en zet jullie maar neer op het matje.’
Ik zet rustgevende muziek op zodat de kleuters tot rust komen. Ruimte: Een cirkel in de polyvalente
ruimte.
Als alle kleuters een plaats gevonden hebben in de kring steek ik de
wierrookstokjes aan.

Opwarming Lichaamsdelen wakker maken - Wierrook


3’ Ik zeg: ‘Voordat we kunnen starten moeten onze lichaamsdelen wakker - 36x matjes
worden.’ - Kookpot met een houten lepel

Ik zeg: ‘Wiebel maar met de vingers.’ Ruimte: Een cirkel in de polyvalente


Ik wiebel samen met de kleuters met de vingers. ruimte.

Ik zeg: ‘Zwaai maar met de handen.’


Ik zwaai samen met de kleuters met de handen.

Ik zeg: ‘Schud maar met de voeten.’


Ik schud samen met de kleuters met de voeten.

Ik zeg: ‘Voilà, onze lichaamsdelen zijn wakker.’

Kern Groeiende tomatenstruik - Wierrook


15’ Eerst uitademen - 36x matjes
Ik zeg: ‘We zijn kleine zaadjes.’ - Kookpot met een houten lepel
Ik maak een voorwaartse buiging. Ik hou mijn armen gekruist en mijn handen
op mijn knieën. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen. Ruimte: Een cirkel in de polyvalente
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig. ruimte.
Ik zeg: ‘Sta met je voeten op de grond en adem uit.’

Daarna inademen
Ik zeg: ‘Sta maar terug recht op het matje.’
Ik zeg: ‘We plaatsen eerst onze handen op onze schouders.’
Ik plaats eerst mijn handen op mijn schouders met de ellebogen tegen het
eigen lichaam. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
Ik zeg: ‘We strekken onze ellebogen naar boven. Onze handen blijven op onze
schouders, net zoals twee kleine takjes die uit de struik groeien.’
De kleuters oefenen de flankadem.
Ik strek mijn ellebogen naar boven en naar buiten, mijn handen blijven op
mijn schouders. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Ik zeg: ‘De kleine vingertakjes groeien hoog naar de hemel toe.’


Ik strek mijn armen zo hoog mogelijk en spreidt mijn vingers. De kleuters
kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Probeer het nog een keer. Misschien kan je nog groter worden.’
De kleuters proberen de opdracht nog een tweede en of een derde keer uit te
voeren telkens een beetje hoger.

Ik vraag: ‘Hoe voelt het om een struik te zijn? Met je voeten diep in de grond
geworteld en je takken hoog naar de hemel gericht?’
De kleuters geven een spontane reactie.

Tomaten plukken
Ik zeg: ‘De tomaten beginnen te groeien aan de struik. Opa zou heel graag
tomatensoep maken met de verse tomaten. We helpen opa met het
verzamelen van de tomaten.’
Ik zeg: ‘Ga maar zitten op het matje en probeer de tomaten van de takjes te
trekken. We verzamelen de tomaten in onze kookpot.’
Ik strek mijn arm en trek aan het struikje. Ik leg daarna mijn tomaat tussen
mijn benen (=de kookpot). De kleuters kijken en proberen de beweging over
te nemen. Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Misschien hangt er bovenaan de struik nog een tomaat. Probeer de
tomaat maar te plukken.’
Ik strek mijn arm om aan de bovenste tomaat te kunnen. Ik trek de tomaat
van het struikje en leg hem daarna tussen mijn benen (= de kookpot).
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking

Ik zeg: ‘We hebben veel tomaten verzameld. Alle tomaten liggen in onze
kookpot tussen onze benen. We maken tomatensoep dat doet opa ook graag.’

Tomatensoep
Ik zeg: ‘Neem jullie houten lepel in de hand.’
Ik maak een beweging om mijn houten lepel in de hand te nemen.
Ik zeg: ‘We moeten roeren in onze tomatensoep anders brand hij misschien
nog aan.’
Ik maak tussen mijn benen (=de kookpot) cirkelvormige bewegingen met de
houten lepel. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Ik zeg: ‘Voilà onze tomatensoep is bijna klaar. We moeten enkel nog een
beetje zout en peper bij de soep doen.’
Ik zeg: ‘Tik maar op de benen.’
Ik tik op verschillende plaatsen op mijn benen. De kleuters kijken en proberen
de beweging over te nemen. Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te
ondersteunen waar nodig.

Ik zeg: ‘Voilà, onze tomatensoep is klaar.’

Afronding De tomatensoep proeven - Wierrook


8’ Ik zeg: ‘Ik ben wel benieuwd hoe onze tomatensoep smaakt. Ik neem met - 36x matjes
mijn lepel (= denkbeeldig) een hap van de tomatensoep. Auw, de - Kookpot met een houten lepel
tomatensoep is zo warm.’ - Een bak
Ik zeg: ‘Misschien moeten we eerst blazen voordat we van de tomatensoep
proeven.’ Ruimte: Een cirkel in de polyvalente
Ik zeg: ‘Neem jullie lepel in de hand. Neem maar een schep uit de ruimte.
tomatensoep. Blaas goed op de tomatensoep.’
Ik neem een lepel in mijn hand (=denkbeeldig). Ik neem een schep uit de
kookpot en blaas hard op mijn lepel. Daarna proef ik van de tomatensoep.
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Ik ga nog een keer proeven van de tomatensoep.’
Ik neem een lepel in mijn hand (=denkbeeldig). Ik neem een schep uit de
kookpot en blaas hard op mijn lepel. Daarna proef ik van de tomatensoep.

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Ik zeg: ‘Van dat vele proeven heb ik een dikke buik gekregen.’
Ik zeg: ‘Ik ga even rusten. Leg jullie maar neer op de rug. We maken het stil.
Leg je hand maar op de buik.’
Ik lig op mijn rug en laat mijn hand rusten op mijn buik zodat ik de
bewegingen van mijn buik voel. Ik lig rustig op mijn rug.
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.

Ik zeg: ‘Als je een tikje voelt mag je rechtstaan en het matje in de bak
leggen.’
Ik loop rond en geef de kleuters één voor één een tikje op de buik.
De kleuters nemen hun eigen matje en leggen het in de bak.
Daarna gaan de kleuters elk naar hun eigen klas.

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105

You might also like