Professional Documents
Culture Documents
Doelstelling 4: Streefwoordenschat
- De lekkere soep, (de lekkere soepen), (de lekkere soepjes)
- Roeren
- Het balletje, (de balletjes), (de bal)
- De keukenschort, (de keukenschorten), (de keukenschortjes)
- De kookpot, (de kookpotten), (de kookpotjes)
- De tomaat, (de tomaten), (de tomaatjes)
- De wortel, (de wortelen), (de worteltjes)
- De broccoli, (de broccoli ’s), (de broccoli’tjes)
- De bloemkool, (de bloemkolen), (de bloemkooltjes)
- De groentesoep, (de groentesoepen)
HA: LEERPLANDOEL(EN) - 2 à 3
code + verkort leerplandoel
concreet doel bij geleid spelen en leren (cfr. GSL)
(OVSG, 2010).
Lichamelijke opvoeding
DB-LOK-01.01 Eenvoudige bewegingen en lichaamshoudingen nabootsen.
Demeulenaere, L. & Van Bouchout, L. (2015). Nelsons yogaboek. Leuven : Davidsfonds Uitgeverij
nv.
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
Sfeerschepping Rustmoment - Wierrook
4’ Ik zet vooraf in het midden van de kring een beetje aankleding over het - 36x matjes
thema. - Kookpot met een houten lepel
- Een gasaansteker
Ik zeg: ‘Zoek een plaatsje op een matje en zet jullie maar neer op het matje.’
Ik zet rustgevende muziek op zodat de kleuters tot rust komen. Ruimte: Een cirkel in de polyvalente
ruimte.
Als alle kleuters een plaats gevonden hebben in de kring steek ik de
wierrookstokjes aan.
Daarna inademen
Ik zeg: ‘Sta maar terug recht op het matje.’
Ik zeg: ‘We plaatsen eerst onze handen op onze schouders.’
Ik plaats eerst mijn handen op mijn schouders met de ellebogen tegen het
eigen lichaam. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
Ik zeg: ‘We strekken onze ellebogen naar boven. Onze handen blijven op onze
schouders, net zoals twee kleine takjes die uit de struik groeien.’
De kleuters oefenen de flankadem.
Ik strek mijn ellebogen naar boven en naar buiten, mijn handen blijven op
mijn schouders. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik vraag: ‘Hoe voelt het om een struik te zijn? Met je voeten diep in de grond
geworteld en je takken hoog naar de hemel gericht?’
De kleuters geven een spontane reactie.
Tomaten plukken
Ik zeg: ‘De tomaten beginnen te groeien aan de struik. Opa zou heel graag
tomatensoep maken met de verse tomaten. We helpen opa met het
verzamelen van de tomaten.’
Ik zeg: ‘Ga maar zitten op het matje en probeer de tomaten van de takjes te
trekken. We verzamelen de tomaten in onze kookpot.’
Ik strek mijn arm en trek aan het struikje. Ik leg daarna mijn tomaat tussen
mijn benen (=de kookpot). De kleuters kijken en proberen de beweging over
te nemen. Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Misschien hangt er bovenaan de struik nog een tomaat. Probeer de
tomaat maar te plukken.’
Ik strek mijn arm om aan de bovenste tomaat te kunnen. Ik trek de tomaat
van het struikje en leg hem daarna tussen mijn benen (= de kookpot).
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
Ik zeg: ‘We hebben veel tomaten verzameld. Alle tomaten liggen in onze
kookpot tussen onze benen. We maken tomatensoep dat doet opa ook graag.’
Tomatensoep
Ik zeg: ‘Neem jullie houten lepel in de hand.’
Ik maak een beweging om mijn houten lepel in de hand te nemen.
Ik zeg: ‘We moeten roeren in onze tomatensoep anders brand hij misschien
nog aan.’
Ik maak tussen mijn benen (=de kookpot) cirkelvormige bewegingen met de
houten lepel. De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Voilà onze tomatensoep is bijna klaar. We moeten enkel nog een
beetje zout en peper bij de soep doen.’
Ik zeg: ‘Tik maar op de benen.’
Ik tik op verschillende plaatsen op mijn benen. De kleuters kijken en proberen
de beweging over te nemen. Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te
ondersteunen waar nodig.
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105
Fasen Werkwijze Materiaal en ruimteschikking
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Van dat vele proeven heb ik een dikke buik gekregen.’
Ik zeg: ‘Ik ga even rusten. Leg jullie maar neer op de rug. We maken het stil.
Leg je hand maar op de buik.’
Ik lig op mijn rug en laat mijn hand rusten op mijn buik zodat ik de
bewegingen van mijn buik voel. Ik lig rustig op mijn rug.
De kleuters kijken en proberen de beweging over te nemen.
Tegelijkertijd lopen de juffen rond om te ondersteunen waar nodig.
Ik zeg: ‘Als je een tikje voelt mag je rechtstaan en het matje in de bak
leggen.’
Ik loop rond en geef de kleuters één voor één een tikje op de buik.
De kleuters nemen hun eigen matje en leggen het in de bak.
Daarna gaan de kleuters elk naar hun eigen klas.
Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen vzw - Brusselstraat 45, 2018 ANTWERPEN - BTW BE-0458.402.105