You are on page 1of 11

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Naam student:  Jana Bogaert  Leergroep   OLO2A1 


Naam mentor:   Heleen Verdonck   Klas  5D  Aantal lln.:  18 
School:   VBS Sint-Jozefsschool Deurle 

MAADAG 12/12/2022 Handtekening mentor + datum:

Van 14u40 tot 15u35


Leergebied(onderdeel): Kiva
Lesonderwerp: Veilig surfen

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL


• MEmw3 Media doordacht en zorgzaam aanwenden
9 – 12j Ervaren en vaststellen hoe bepaalde mediacontent positieve en negatieve gevolgen kan
hebben voor het eigen welzijn en dat van anderen - zich daarover uitdrukken - bij het
ontwerpen van mediacontent rekening houden met de mogelijke gevolgen ervan voor zichzelf
en anderen

• SErv4 Bewust sociale rollen opnemen die zowel het individueel als het groepsbelang ten
goede komen in diverse situaties en contexten
Zich discreet opstellen
6 – 12j Observeren van interacties zonder meteen zelf deel te nemen - kunnen beslissen om niet
in te gaan op iets, om niet deel te nemen aan conflicten, pesten, ruzie

• SEiv2 De eigenheid en grenzen van anderen respecteren


6– 12jIn het eigen gedrag rekening houden met de gedachten, gevoelens, behoeften,
standpunten en gedrag van anderen - daar respectvol mee omgaan - eigen gedrag afstemmen
op de bedoelingen van anderen - zich verplaatsen in de gedachtegang, gevoelens en behoeften
van andere kinderen

• SErv3 samenwerken met anderen en zo bijdragen aan een gemeenschappelijk doel


9 – 12j Elkaars rol en taakbesef bespreken

10 – 12j De talenten van individuele groepsleden complementair inzetten bij groepswerk - zelf
groepen samenstellen in functie van een vooropgestelde taak of doel - binnen de samenwerking
met anderen een specifieke rol opnemen

• IVzv5 Op een constructieve manier met feedback omgaan


Gepast reageren op feedback - op basis van waardevolle feedback het eigen handelen evalueren
en (pro-actief) bijsturen

• MEmw2 Een kritische en reflecterende houding ontwikkelen ten opzichte van de eigen en
andermans omgang met media en met de mediawereld - eigen criteria hanteren bij het
beoordelen van eigen en andermans mediagebruik
9 – 12j Een kritische en reflecterende houding ontwikkelen ten opzichte van de eigen en
andermans omgang met media en met de mediawereld - eigen criteria hanteren bij het
beoordelen van eigen en andermans mediagebruik

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Leerinhoud:
• Gegevens die je best niet online deelt
Adres, foto’s wanneer je op reis bent, telefoonnummer…

• Communiceren over pesten


- Meldt pesten bij een leerkracht, ouder, jeugdbeweging…
- Toon je gevoelens met gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal

• Cyberpesten = online pesten


= gemene berichten via chat apps, ongewenste foto’s die viraal gaan op sociale media…

Wat maakt cyberpesten gevaarlijker dan op school pesten.


- anoniem gepest, vaak krijgen we de pester dus niet te pakken
- eindeloos publiek, er zitten miljoenen mensen op het internet, iedereen kan dit dus zien.
- je gaat op het einde van de dag naar huis en het pesten kan blijven doorgaan.

Wat te doen bij cyberpesten =


- melden bij ouders, leerkrachten…
- jouw account verwijderen
- pester rapporteren

• Hoe communiceer je over pesten:


Ik-boodschap, gedrag benoemen en het gevolg.
= ‘Ik vind het niet fijn dat je me slaat. Als je dit nog eens doet ga ik naar de leerkracht.’

• Verborgen pesten:

- Pester verborgen of pestboodschap deels verborgen

- Je weet niet door wie je gepest wordt, de pester is anoniem en kan geen of een valse naam
gebruiken.

- De pestboodschap is niet zo duidelijk: Iemand zegt: ‘Wat ben jij tof’ en draait ondertussen
met zijn/haar ogen. Iedereen rondom begint te lachen. Jij voelt dat dit negatief bedoeld
was, maar anderen zouden dit niet door kunnen hebben.

- Geheimtaal: kinderen rondom jou kennen de betekenis, maar jij en de juf kennen dit niet.
- Buitensluiten, weigeren om met iemand te spelen

- Geheimen doorvertellen, leugens verspreiden, roddelen…

• Rubric
Hierin wordt feedback (‘waar sta ik nu’), feed-up (‘Wat gaat al goed en waar werk ik naartoe’) en
feed-forward (‘wat doe ik hierna’) besproken. De vragen gaan over onze doelen die we aan het
begin van de les bespraken.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. … Gegevens die niet bestemd zijn voor de buitenwereld herkennen. (MEmw3)

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

2. … Communiceren over pesten. (SEiv2)


3. … De gevaarlijke aspecten van cyberpesten opnoemen. (MEmw3, SErv4, MEmw2)
4. … Oplossingen voor cyberpesten opnoemen. (SErv4)
5. … Het fenomeen ‘verborgen pesten’ uitleggen. (SErv4)
6. … een aangewezen rol correct uitvoeren. (SErv3)
7. … de subvaardigheden van de samenwerkingsvaardigheden (naar elkaar luisteren, elkaar laten
uitspreken, duidelijk praten, vragen stellen, complimenten geven…) correct toepassen. (SEiv2)
8. … feedback, feed-up en feed-forward criteria benoemen over hun eigen kunnen. (IVzv5)
9. … tot een gezamenlijk antwoord komen. (SErv3)
10. … kritisch zijn t.o.v. mediagebruik (MEmw2)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
• Klasgesprek: ‘Ik voel me niet goed op school.’
Leerling specifieke gegevens + acties:

o M-J en Li. Kunnen hier gevoelig voor zijn, ze ondervinden vaak strubbelingen in
vrienschappen. → verbonden laten voelen waar nodig.
o Jul. en Ge. Zouden hier grappen kunnen over maken → gepast op reageren en afspraken
herhalen.
o Le., lau., Ge. en Li zijn de grootste slachtoffers van dit voorval → verbonden laten voelen
waar nodig, maar niet te veel fixeren in het klasgebeuren.
o Lo. is vaak afgeleid en heeft moeite met samenwerken → hem hierop wijzen en indien
nodig samenwerkingsvaardigheden herhalen.
o Guil. heeft weinig zelfvertrouwen en heeft bevestiging nodig → Positieve bekrachtiging en
opbouwende kritiek tijdens de verwerving.
o Al. En Ca. werken niet graag samen (tweelingzussen) → Gepaste groepen maken.
o M-J. is verlegen en durft niet veel inspraak te geven → Ik zet ze in groep met een
ondersteunend persoon. Ik zorg voor positieve bekrachtiging.
o G. heeft het moeilijk met Nederlands schrijven, maar beheerst wel voldoende basis. →
werkfiche moeilijke Nederlandse woorden gebruiken indien hij verslaggever is.

Klasgroep + acties
o Er werd vorige week gepraat over cyberpesten dat voorviel in de klasgroep. → ik speel hier
nu voorzichtig op is, ik fixeer de betrokken leerlingen niet.
o De leerlingen werken vaak in groepen. → ik verwijs naar de vorige les waar het
samenwerken heel goed verliep.
o Er hangen posters in de klas rond samenwerken. → ik verwijs hiernaar
o Er werd al gewerkt met een rubric → ik herhaal kort de werkwijze en functie
o Er werd al een groepsgesprek gehouden waarbij minder leuke situaties op de speelplaats
werden besproken zoals buitensluiten enzovoort. → ik verwijs hiernaar
o De geluidsradar en het stiltesignaal zijn al meermaals gebruikt in de klas. → ik herhaal kort

Bronnen: volgens de APA-normen


Mediawijs. (z.d.). Cyberpesten. https://www.mediawijs.be/nl/cyberpesten

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


• Wooclap
• Wooclap.com ISMGYO

Materiaal / locatiewijziging:
• Chroombooks

Lesopbouw

1. Inspelen op een voorval en het aanbrengen van de werkvorm (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1
Organisatie
Neem jouw Chromebook en ga naar KIVA, veilig surfen op mijn weebly-website.
De groepen zijn gevormd en ik deel de kaartjes met de taakverdeling uit.

Uitleg
We hebben het over ons profiel op het internet. Natuurlijk is het belangrijk dat we veilig surfen op
het internet. Tegenwoordig heeft bijna iedereen een account op Instagram, tiktok, snapchat
enzovoort. Wij gaan leren over de leuke en minderleuke kanten van het internet. Onder die minder
leuke kanten hoort natuurlijk ook pesten op het internet, zoals in de klasgroep op snapchat gebeurt
is. We hadden ook al een gesprek over pesten een tijdje terug. Daarom is het ook heel belangrijk dat
we deze les serieus nemen. We luisteren naar elkaar, we laten elkaar uitspreken, we respecteren
elkaars antwoorden enzovoort.

We werken met een taakverdeling, we deden dit al eerder. Iedereen krijgt een kaartje, hierop staat
wat jouw rol is en wat je allemaal moet doen. Er zijn vier rollen, want we werken in groepen van vier.
Er zijn twee groepen van drie, hierbij is iemand tijdsbewaker en bemiddelaar. Ik geef straks de
kaartjes. Ik doe een aantal rollen voor met een leerling.
Je ziet hier ook de geluidsrader. We gebruiken deze vaker, vandaag werken we in de groepjesstem.
Andere groepjes mogen dus niet horen wat jij vertelt tegen jouw groepsleden.

We gebruiken hiervoor een site waar we vragen op zullen beantwoorden. We werken in groepen van
vier. Kijk goed naar het bordschema waar en bij wie je zit.

Bekijk jouw taak voor deze les en ga naar Wooclap.com ISMGYO.

2. Belangrijke punten bij het maken/hebben van een profiel op het internet. (10’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
1, 10
Uitleg
Er zijn heel wat leuke mensen op sociale media, maar er zijn ook veel minder leuke mensen. Zoals
mensen die virussen ontwikkelen, jouw pc of gsm hacken… er zijn ook mensen die jouw profiel

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

bekijken en slechte dingen willen doen met jouw informatie.

Opdracht groepswerk
Op de wooclap vind je een meerkeuzevraag. Duidt aan wat je best ‘niet’ op het internet zet.
Volg de rol die je gekregen hebt. Op het bord zie je alle nodige info.
(Timer, vraag, antwoordmogelijkheden…)

- Een leuke familiefoto


- Mijn adres
- Foto’s wanneer ik op reis ben
- Mijn hobby
- Mijn telefoonnummer

Nog voorbeelden? (bankgegevens…)

Richtvragen
- Heb je zelf een profiel? Deel je dit met je ouders? Zien jouw ouders wat je op dat profiel
doet? (…)
- Waarom wil je een eigen profiel? (privacy…)

- Heb je al iets niet zo fijn meegemaakt op het internet? Een virus, iemand die je profiel wou
hacken, rare reclames…? (…)

Opdracht
Zoek het profiel van jouw buur op. Je zoekt op google naar de naam van jouw buur. Wat kan je
allemaal vinden op het internet over jouw klasgenoot. (5min)

Bespreking wat vond je over jouw eigen profiel.

3. Inbreng leerlingen: cyberpesten versus pesten op school (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1, 4
We bekijken een filmpje waarin alles wordt uitgelegd rond de taken wanneer gepest wordt.
(zie wooclap)

Online pesten is iets totaal anders dan pesten op school, dit is namelijk veel gevaarlijker.
Er wordt anoniem gepest, vaak krijgen we de pester dus niet te pakken. Er is een eindeloos publiek,
er zitten miljoenen mensen op het internet, iedereen kan dit dus zien. Wanneer je op school gepest
wordt kan je op het einde van de dag naar huis en is het pesten gedaan. Online kan het pesten
blijven doorgaan.

Uitleg
We kunnen nog meer vertellen over niet zo fijne dingen op het internet zoals pesten op het internet.

Er kan op het internet gepest worden, nl. cyberpesten en er kan gepest worden op school.
De grote vraag is: ‘Hoe lossen we dit op? Wat doen we hiermee?’

Voorbeeldsituatie

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

School = We zijn in de eetzaal. Ik wil naast Sofie zitten, plots zegt Sofie: ‘Je mag hier niet zitten.’ Ik
vraag waarom ik daar niet mag zitten en Sofie zegt niets meer.

Online = iemand mag niet meespelen met een gamegroep.

Organisatie
De klas wordt in twee groepen gesplitst, iedereen werkt in duo’s. De linker helft van de klas
bespreekt het pesten op de speelplaats. De rechter helft van de klas bespreekt het online pesten.

groepswerk pesten op school + online:


Richtvragen
o Wat doe je tegen de pester?
o Wat doe je met de persoon die gepest wordt?
o Wat ga je zeggen tegen de pester, de gepeste persoon, de leerkracht…?

4. Cyberpesten versus pesten op school en communicatie (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
2, 3, 4
Uitleg
Pesten op school:
- Bij wie terecht om pesten op school te melden. (ouders, jeugdbeweging, leerkrachten…)

- We tonen met onze lichaamshouding en onze gezichtsuitdrukking dat we boos of


teleurgesteld zijn. Onze houding kan veel meer zeggen dan een paar woorden.

Online pesten:
Een ander woord voor online pesten = cyberpesten
Cyberpesten kan op veel manieren: gemene berichtjes via chat apps, ongewenste foto’s
die viraal gaan op sociale media…

Bij wie terecht om pesten online te melden. (ouders, leerkrachten…)


Je kan het best jouw account verwijderen of de pester rapporteren. Dit is een speciale knop, zo krijgt
de site een melding dat deze persoon iets fout doet. Na een aantal meldingen kan de pester
verwijderd worden van de site.

Hoe communiceer je over pesten:


➔ Ik-boodschap, gedrag benoemen en het gevolg.
= ‘Ik vind het niet fijn dat je me slaat. Als je dit nog eens doet ga ik naar de leerkracht.’
Andere voorbeeldzinnen?

‘Stop ermee’ is niet duidelijk genoeg.

- Op school kan je jouw emoties tonen


- Online kan je niet zien hoe iemand zich voelt, hoe zijn/haar lichaamshouding eruit ziet. Hoe
zouden we dit kunnen oplossen?
(Zeggen dat je verdrietig bent, met emoticons onze gevoelens beschrijven.)

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

5. Groepsbespreking van bedenkingen over ‘verborgen pesten’ (10’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
5

Verborgen pesten:

- Pester verborgen of pestboodschap deels verborgen

- Je weet niet door wie je gepest wordt, de pester is anoniem en kan geen of een valse naam
gebruiken. (online, fake profiel)

- De pestboodschap is niet zo duidelijk: Iemand zegt: ‘Wat ben jij tof’ en draait ondertussen
met zijn/haar ogen. Iedereen rondom begint te lachen. Jij voelt dat dit negatief bedoeld
was, maar anderen zouden dit niet door kunnen hebben.
Reageer je hierop, negeer je het?
(Reageren met Ik-boodschap of meldt dit aan iemand, als je het negeert blijft het spelletje
doorgaan omdat de pesters denken dat je het niet door hebt.)

- Geheimtaal: kinderen rondom jou kennen de betekenis, maar jij en de juf kennen dit niet.
(Je weet niet wat je verkeerd doet, je begint zonder reden te twijfelen aan jezelf…)

- Buitensluiten, weigeren om met iemand te spelen

- Geheimen doorvertellen, leugens verspreiden, roddelen…

6. Groepsbespreking ‘wat we zeker niet mogen vergeten na deze les’ en rubric (10’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
1, 2, 10
Richtvragen
Hoe beschermen we onszelf op het internet?
- Geen informatie doorgeven waar anderen misbruik van kunnen maken.
- Zo snel mogelijk melden wanneer er gepest wordt.

Rubric
Je bekijkt de feedback ‘waar sta ik nu’ van jezelf, je vult deze tabel in.
Hier worden een aantal vragen besproken zoals ‘Wat gaat al goed en waar werk ik naartoe, de feed-
up. En het zoeken naar oplossingen voor aspecten die nog niet voldoende bereikt zijn, de feed-
forward ‘wat doe ik hierna’.

Je vult uitgebreid in wat goed gaat en wat beter kan met daarbij een mogelijke oplossing voor het
probleem. De vragen gaan over onze doelen die we aan het begin van de les bespraken. Je doet dit
zelfstandig en in stilte.

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Groepsopdracht
Bespreken wat je van samenwerken vond.

Tempodifferentiatie : interland spelen

Bijlagen
Wooclap.com ISMGYO

8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

10
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Samenwerkend leren
Wat kan beter? Beschrijving Wat gaat goed?
Leg uit welke oplossingen hiervoor zijn.

Ik luister naar de mening en


ideeën van anderen. Ik ga hier
respectvol op in.

Ik verwoord mijn mening op


een duidelijke en respectvolle
manier.

Ik kan tot een gezamenlijk


antwoord komen.

Ik durf hulp vragen aan iemand


in de groep.

Ik houd me aan de
taakverdeling.

Ik durf een compliment geven


aan iemand in de groep.

(Duim omhoog, ‘Goed zo!’…)

11

You might also like