You are on page 1of 8

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Naam student: Marit Van Alboom Leergroep OLO2A2


Naam mentor: Klas Aantal lln.:
School:

VRIJDAG 13/01/’23 Handtekening mentor + datum:

Van tot
Leergebied(onderdeel): Mens en maatschappij
Lesonderwerp: Actualiteit – nepnieuws

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 MEmw2 Mediacontent en mediagebruik van zichzelf en anderen kritisch beoordelen naar
vorm en inhoud
o 7-12j
o Ervaren en vaststellen dat de informatie uit mediacontent vaak een subjectieve
weergave van de werkelijkheid is
o 7-12j
o Aangereikte criteria hanteren bij het beoordelen van eigen en andermans
mediagebruik en boodschappen en daarbij de vragen van het communicatiemodel
inzetten
o 9-12j
o Kritisch omgaan met URL's en informatie op het internet
 MEva3 Digitale informatievaardigheden ontwikkelen
o 4-12j
o Navigeren en zoeken binnen een digitale toepassing waaronder voor leerlingen
bestemde webpagina's, educatieve software …
o 6-12j
o Navigeren en zoeken binnen een website
 IVzv4 Specifieke strategieën inzetten om vragen, opdrachten, uitdagingen en problemen
efficiënt aan te pakken
o 2.5-12j
o Strategieën inzetten om informatie te verkrijgen, te verwerken en te delen

Leerinhoud:
 Subjectiviteit van krantenartikelen
We mogen niet alles geloven wat er in de nieuwsberichten staat. Soms zijn er krantenartikelen
waarbij de auteur zijn mening in verwerkt of foute informatie neerschrijft. Het is daarom belangrijk
dat je niet alles moet geloven wat er op het internet staat en je dus eerst de informatie moet
checken a.d.h.v. de checklist voor nepnieuws.

 Hoe nepnieuws opsporen?


Nepnieuws kunnen we opsporen door de onderstaande vragen te overlopen. Kunnen we op elke
vraag een antwoord geven, dan is het een betrouwbare bron. Als dat niet het geval is, dan is het
hoogstwaarschijnlijk nep nieuws.
Checklist: betrouwbare informatie op het internet
- Vraag 1: Wie is de auteur?
o Is de auteur vermeld?

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

o Is de auteur bekend of schrijft hij voor bekende sites/ kranten?


- Vraag 2: Wat is de datum?
o Wanneer is het bericht geschreven?
o Is de inhoud actueel?
- Vraag 3: Waarom schrijft de auteur dit artikel?
o Wat is de bedoeling van de auteur? (Mening, grap, informatie over te brengen)
- Vraag 4: Wie heeft het bericht gepubliceerd?
o Een persoon via sociale media vs. een nieuwswebsite?
- Vraag 5: Hoe is de schrijfstijl van de auteur?
o Hoe is de titel opgebouwd?
o Zijn er veel spellingsfouten?
o Zijn er veel leestekens?
o Zijn er veel woorden in drukletters?
- Vraag 6: Welke bronnen gebruikt de auteur?
o Vanwaar komt de informatie? (interview, rapport, organisatie…)

 Hoe kritisch omgaan met informatie op het internet?


Wanneer we informatie op het internet gaan lezen, voor een opdracht voor school of uit interesse,
is het belangrijk dat we onze kritische bril gaan opzetten. Bij het opzetten van de kritische bril gaan
we voornamelijk de 6 vragen van de checklist overlopen. Ook gaan we op voorhand al nadenken of
het wel kan wat er geschreven staat.

 Hoe informatie op internet vinden


- Stap 1: Wat willen we weten?
- Stap 2: Wat is het belangrijkste uit mijn vraag?
- Stap 3: Is er een middel op de site waar ik snel mijn gewenste informatie kan vinden?
(zoekbalk, bijhorend thema…)
- Stap 3: Controleer de bronnen a.d.h.v. de 6 vragen of de informatie betrouwbaar is.
- Stap 4: Maak een oordeel.
o Antwoord op de 6 vragen: betrouwbare bron dus de informatie kunnen we
gebruiken.
o Geen of weinig antwoorden op de 6 vragen: geen betrouwbare bron dus we zoeken
verder naar een betere bron die wel voldoet aan de 6 vragen.
 Gebruik van Wooclap
- Stap 1: De leerlingen loggen in met de code op de website.
- Stap 2: De leerlingen kunnen op eender welk moment de quiz maken.
- Stap 3: De leerlingen spelen de quiz.

 Gebruik van Plickers


- Stap 1: De juf stelt een vraag met de antwoordmogelijkheden A-B-C-D
- Stap 2: De leerlingen krijgen elk een plickerkaart en draaien hun kaart met het juiste
lettertje naar boven.
- Stap 3: De juf scant de kaarten en kan zo de resultaten van de leerlingen zien.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Het belang van een kritische blik bij online bronnen verwoorden. (MEmw2)
2. De 6 vragen voor betrouwbare bronnen toepassen. (MEmw2)
3. De 6 vragen voor betrouwbare bronnen opsommen. (MEmw2)

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

4. De werking van Wooclap illustreren. (MEva3)


5. De werking van Plickers illustreren. (MEva3)
6. Het stappenplan, om informatie in een website opzoeken, toepassen. (MEva3) (IVzv4)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 De leerlingen hebben in de vorige lessen WERO al gewerkt met de computer. Zij zijn toen
zelfstandig aan de slag gegaan om de website van Kabas in het thema rond ‘Het park’.
 De leerlingen hebben een eigen Google-account via de school. Zij kunnen werken met Google
mail en Google Drive. Daarnaast hebben ze in de les ‘Spelling: de werkwoorden in de verleden
tijd’ gewerkt met Symbaloo en hoe ze een link moeten kopiëren.
Leerling specifieke gegevens + acties:
 Leerprofiel:
- Finn heeft een gsm => vermoedelijk beheerst hij al de basisdoelen rond het opzoeken van
informatie. Proberen om hen uit te dagen door meerdere bronnen te raadplegen of zelf een
ander artikel te vinden rond hetzelfde onderwerp.
- Liam en Senne hebben dyslexie => duidelijk voorlezen van de artikels zodat ze niet belast
worden met het lezen maar kunnen focussen op de basisdoelen.
 Interesse:
- De meeste van de klas hebben tijdens de kennismakingsactivteit vermeld dat ze graag
gamen, voornamelijk Roblox, en graag op sociale media, zoals Tiktok en Snapchat, zitten. =>
zorgen voor voldoende uitdaging in het opzoeken op het internet door hen naar meerdere
bronnen te laten zoeken of een artikel rond deze sociale media te onderzoeken.

Bronnen: volgens de APA-normen


 Mediawijsmateriaal. (z.d.). Affiche - Betrouwbare informatie of toch fake?
https://mediawijsmateriaal.be/products/affiche-betrouwbare-informatie-of-toch-fake
 Karrewiet: fake news. (2017, 25 januari). Het archief voor onderwijs.
https://onderwijs.hetarchief.be/start
 Plickers. (z.d.). https://www.plickers.com/library (zie kaarten onderaan LVB)
 Wooclap. (z.d.). https://app.wooclap.com/ZRRXNY?from=event-page Code: ZRRXNY
 Prowise
https://presenter10.prowise.com/share/resource/JZhX53NigkrnOfwoOd6D3czh0aEfQtMkT5HX7
eFnO8bmmXbABgOEJNvTy09P4V0W

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Wooclap
 Schema met 6 vragen
 Prowise bordschema
 Plickers-presentatie

Materiaal / locatiewijziging:
 Digibord
 Computers (25x)
 Schema met 6 vragen (25x)

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Lesopbouw

1. Klassikaal: verhalen rond actuele nieuwsberichten + stemming juist of fout


oriënteren verwerven verwerken afronden
- Het belang van een kritische blik bij online bronnen verwoorden. (MEmw2)
- De werking van Wooclap illustreren. (MEva3)
Organisatie:
De leerlingen zitten op hun vaste plaats in de klas. De juf staat vooraan aan het bord. De leerlingen
hebben een computer nodig.

Verloop:
In deze oriëntatiefase vertrek ik vanuit het lezen van de krant en projecteer ik terwijl de artikels uit
de krant. Sommige artikels zijn waargebeurd en anderen zijn nep. De leerlingen krijgen het artikel -
de titel, foto en inleiding te zien. We overlopen waarom ze denken dat het een betrouwbare bron is
en waarom niet. Dit doen ze via te stemmen op Wooclap.

Instructie:
Goeiemorgen iedereen! Ik heb de krant mee van dit weekend en vond dat er een aantal interessante
artikels in stonden die ik graag met jullie wou delen. Ik lees ze even voor. Voor ik eraan begin zou ik
graag hebben dat jullie computer nemen en naar de site van Wooclap gaan. Hoe je daar naartoe
moet, staat geprojecteerd op het bord.
De leerlingen voeren het stappenplan van het bord uit

Als ik zo dadelijk een artikel heb gelezen mogen jullie stemmen. Als je denkt dat het waargebeurd is,
dan druk je op ‘Ja, het is betrouwbaar’. Als het nepnieuws is, druk je op ‘Nee, het is nepnieuws’.
Is dat duidelijk? Goed dan lees ik het eerste artikel voor.
- Artikel 1: titel artikel uit het weekend van 27-28 november
o RV: Is het artikel betrouwbaar? (betrouwbaar)
o RV: Hoe komt het dat je voor betrouwbaar kiest? (Mogelijk antwoord: je weet wie de
auteur is, datum is actueel, bekende nieuwswebsite, goede schrijfstijl van de auteur,
correcte gebruikte bronnen, bedoeling van de auteur)
- Artikel 2: titel artikel uit het weekend van 27-28 november
o RV: Is het artikel betrouwbaar? (niet betrouwbaar)
o RV: Hoe komt het dat je voor niet betrouwbaar kiest? (Mogelijk antwoord: je weet
niet wie de auteur is, datum is niet actueel, onbekende nieuwswebsite, drukletters,
leessteken die de auteur gebruikt, geen correcte bronnen, bedoeling van de auteur is
subjectief)
- Artikel 3: titel artikel uit het weekend van 27-28 november
o RV: Is het artikel betrouwbaar? (niet betrouwbaar)
o RV: Hoe komt het dat je voor niet betrouwbaar kiest? (Mogelijk antwoord: je weet
niet wie de auteur is, datum is niet actueel, onbekende nieuwswebsite, drukletters,
leessteken die de auteur gebruikt, geen correcte bronnen, bedoeling van de auteur is
subjectief)
- Artikel 4: titel artikel uit het weekend van 27-28 november
o RV: Is het artikel betrouwbaar? (betrouwbaar)
o RV: Hoe komt het dat je voor betrouwbaar kiest? (Mogelijk antwoord: je weet wie de
auteur is, datum is actueel, bekende nieuwswebsite, goede schrijfstijl van de auteur,
correcte gebruikte bronnen, bedoeling van de auteur)

Oké, sluit de quiz maar af en kijk terug naar voor.

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

- RV: Mogen we zomaar alles gevolgen wat er geschreven wordt? (Neen, je moet altijd kritisch
zijn met geschreven bronnen)
- RV: Waarom zou een auteur nepnieuws maken? (Een auteur kan een artikel hebben
geschreven om zijn mening te verkondigen, iemand pijn te doen of om mensen op het
verkeerde been te zetten)
Super! Je mag je markeerstiften terug wegsteken want we gaan eens samen 2 artikels vergelijken.

2. Klassikaal: 6 vragen voor een betrouwbare bron + bekijken filmpje Karrewiet fake news
oriënteren verwerven verwerken afronden
- Het belang van een kritische blik bij online bronnen verwoorden. (MEmw2)
- De 6 vragen voor betrouwbare bronnen opsommen. (MEmw2)
Organisatie:
De leerlingen zitten op hun vaste plaats in de klas. De juf staat vooraan aan het bord.

Verloop:
We vergelijken eerst samen aan het bord 2 artikels, een betrouwbare en niet-betrouwbare bron.
Daarna bouwen we samen een checklist op hoe we kunnen controleren of een bron betrouwbaar is
of niet. Vervolgens kijken we naar een filmpje van Karrewiet waarin ‘fake news’ wordt toegelicht.

Instructie:
Je ziet aan bord 2 artikels staan. Het ene is een betrouwbare bron en het andere niet.
- RV: Welke bron, van deze 2 bronnen, is betrouwbaar en welke niet? (Bron A is betrouwbaar)
- RV: Hoe heb je bepaald dat bron A betrouwbaar is? (Doordat we veel meer weten over de
bron)
- RV: Wat weten we over bron A of waarom weten we zeker dat bron A betrouwbaarder is dan
bron B? (Bij bron A zien we: de naam van de auteur en deze is bekend, we zien een neutrale
schrijfstijl van de auteur dus zonder drukletters of te veel leestekens, het is gepubliceerd
door een gekende nieuwswebsite, de bronnen die de auteur heeft gebruikt zijn correct, de
datum is actueel nl. van dit weekend en de auteur heeft het artikel geschreven met de
bedoeling om te informeren)
De juf schrijft de gegeven antwoorden aan het bord om zo samen de checklist op te bouwen

De zaken die jullie hebben verteld dat je opvallen bij bron A of wat je vindt bij bron A en niet bij bron
B gaan we gebruiken om onze bronnen op betrouwbaarheid te controleren. Ik heb 6 puntjes
genoteerd aan het bord en dat zijn ook de 6 vragen die je steeds gaat overlopen om te checken of je
bron wel betrouwbaar is.
- Vraag 1: Wie is de auteur?
o Is de auteur vermeld?
o Is de auteur bekend of schrijft hij voor bekende sites/ kranten?
- Vraag 2: Wat is de datum?
o Wanneer is het bericht geschreven?
o Is de inhoud actueel?
- Vraag 3: Waarom schrijft de auteur dit artikel?
o Wat is de bedoeling van de auteur? (Mening, grap, informatie over te brengen)
- Vraag 4: Wie heeft het bericht gepubliceerd?
o Een persoon via sociale media vs. een nieuwswebsite?
- Vraag 5: Hoe is de schrijfstijl van de auteur?
o Hoe is de titel opgebouwd?
o Zijn er veel spellingsfouten?

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

o Zijn er veel leestekens?


o Zijn er veel woorden in drukletters?
- Vraag 6: Welke bronnen gebruikt de auteur?
o Vanwaar komt de informatie? (interview, rapport, organisatie…)

Ook (naam van het kindje uit het filmpje) is op onderzoek gegaan naar wat nu eigenlijk fake news of
nepnieuws is. Ze is daarvoor langsgegaan naar de redactie van de VRT en zet nog eens alles op een
rijtje wat jullie ook ondervonden hebben.
De leerlingen kijken naar het filmpje Karrewiet: fake news
- RV: Welke zaken vertelde de man dat jullie ook hebben opgesomd in de checklist? (Kijk naar
de datum, de auteur, de titel van het artikel, de bronnen die de auteur gebruikt, de
bedoeling van de auteur en wie het publiceert)
- RV: Wat vertelde man over ‘waarom’ mensen nepnieuws maken? (Mensen maak nepnieuws
om hun mening te verkondigen, iemand te kwetsen of foute informatie te verspreiden)

3. Partnerwerk: Opzoeken van artikels op het internet a.d.h.v. 6 vragen voor een betrouwbare
bron
oriënteren verwerven verwerken afronden
- De 6 vragen voor betrouwbare bronnen toepassen. (MEmw2)
- Het stappenplan, om informatie in een website opzoeken, toepassen. (MEva3)
(IVzv4)
Organisatie:
De leerlingen zitten op hun vaste plaats in de klas. De juf staat vooraan. Elke leerling heeft een
computer ter beschikking van de school. Ze werken met hun schouderbuur aan de opdracht.

Verloop:
De leerlingen krijgen 2 titels te zien op het bord. Ze gaan op het internet aan de slag met het zoeken
van de titels en checken de betrouwbaarheid door de 6 vragen te overlopen.

Instructie:
Nu gaan jullie zelf aan de slag als detectives op het internet. Op het bord staan 2 titels geprojecteerd.
Jullie mogen straks elk een computer komen halen en met je buurman of buurvrouw samen op zoek
gaan of het artikel correct is of niet. Om snel en gemakkelijk informatie te zoeken, gaan we als
volgt te werk gaan:
- Stap 1: Wat willen we weten?
- Stap 2: Wat is het belangrijkste uit mijn vraag?
- Stap 3: Is er een middel op de site waar ik snel mijn gewenste informatie kan vinden?
(zoekbalk, bijhorend thema…)
- Stap 3: Controleer de bronnen a.d.h.v. de 6 vragen of de informatie betrouwbaar is.
- Stap 4: Maak een oordeel.
o Antwoord op de 6 vragen: betrouwbare bron dus de informatie kunnen we
gebruiken.
o Geen of weinig antwoorden op de 6 vragen: geen betrouwbare bron dus we zoeken
verder naar een betere bron die wel voldoet aan de 6 vragen.

Na 10 minuten gaan we samen overlopen wat jullie per 2 hebben gevonden. Zijn er nog vragen? Aan
de slag!
De leerlingen gaan per 2 aan de slag met de 2 titels + overlopen welke bron betrouwbaar is en welke
niet.

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

4. Klassikaal: Plickers in thema van actuele nieuwsberichten


oriënteren verwerven verwerken afronden
De werking van Plickers illustreren. (MEva3)

Organisatie:
De leerlingen zitten op hun vaste plaats in de klas. De juf staat vooraan. De leerlingen hebben elk hun
plickerkaart om mee te werken.

Verloop:
De leerlingen krijgen van de juf elk een plickerkaart met hun persoonlijk klasnummer op. Daarna legt
de juf de werking van de plickerkaart uit en spelen ze de quiz.

Instructie:
Naast dat er vaak nepnieuws wordt verspreid, heb ik voor jullie een paar betrouwbare
nieuwsartikelen verzameld. Ik zou graag eens jullie kennis rond de actualiteit testen aan de hand van
een kleine quiz. Hiervoor krijgen jullie van mij elk een kaart. Dit is jouw persoonlijke kaart en is
gekoppeld aan je naam. Want zoals je ziet, staan er op de kaart 4 letters, A-B-C-D. Als ik een vraag ga
stellen, heb je 4 antwoordmogelijkheden die aangeduid staat met een van die letters. Je gaat je kaart
dan draaien zodat de letter van het juiste antwoord omhoog staat. Daarna ga ik de antwoorden met
de Ipad scannen en zien we het resultaat.
Is dat duidelijk? Dan gaan we aan de slag!
De leerlingen spelen de quiz via Plickers
Super goed gedaan iedereen! Je gaat de Plickerkaart in je heen-en-weermap steken. Verlies deze
niet! Daarna ga je de computers weer om zijn plaats leggen en keer je terug in stilte naar de klas.

Voorbeeld Plickerkaart van nummers 1 en 2

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

You might also like